ECLI:NL:RBOVE:2022:4063

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
7 maart 2022
Publicatiedatum
20 april 2023
Zaaknummer
08-994572-19 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het bezitten en verkopen van illegaal vuurwerk aan een minderjarige

De Rechtbank Overijssel heeft op 7 maart 2022 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het bezitten en verkopen van illegaal vuurwerk aan een minderjarige. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan het bezitten van professioneel vuurwerk en het ter beschikking stellen daarvan aan een minderjarige. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 228 dagen, waarvan 180 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van 200 uren. Daarnaast is er een voorwaardelijke geldboete van € 1.000,00 opgelegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat er geen redenen waren voor schorsing van de vervolging. De officier van justitie had gevorderd dat de verdachte zou worden veroordeeld tot een gevangenisstraf en een taakstraf, en de rechtbank heeft deze vordering grotendeels overgenomen. De verdachte heeft op verschillende momenten professioneel vuurwerk voorhanden gehad en dit ook aan een minderjarige ter beschikking gesteld, wat ernstige risico's met zich meebrengt. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn werk en het tijdsverloop in de zaak. De rechtbank heeft de in beslag genomen voorwerpen, waaronder een geldbedrag en mobiele telefoons, verbeurd verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige economische kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08-994572-19 (P)
Datum vonnis: 7 maart 2022
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1999 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [woonplaats] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 21 februari 2022.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. P.A. van der Vliet en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. J.H. Hofstede, advocaat te Doetinchem, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:opzettelijk professioneel vuurwerk (waaronder meerdere (flash)bangers en babyvuurpijlen) aan een minderjarige ter beschikking heeft gesteld;
feit 2:professioneel vuurwerk (waaronder meerdere (flash)bangers en babyvuurpijlen) heeft opgeslagen/voorhanden heeft gehad;
feit 3:opzettelijk professioneel vuurwerk (917 stuks en 9.8 kilogram (flash)bangers) heeft opgeslagen/voorhanden heeft gehad;
feit 4:opzettelijk 43,7 gram cocaïne aanwezig heeft gehad.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1
hij in of omstreeks de periode van 13 oktober 2019 tot en met 19 oktober 2019
te Lochem en/of Doetinchem, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en), althans alleen, opzettelijk, aan een ander dan een persoon met gespecialiseerde kennis, te weten [betrokkene] (minderjarig) professioneel vuurwerk, te weten
- tien, althans meerdere, althans één stuk(s) (banger/flashbanger) Blanco Vlinder(s) in plastic netje (pag.7 COV rapportage procesdossier 2019493409); en/of
- 0.20 gram knalvuurwerk (banger/flashbanger van het merk Black Widow, producent Triplex) (pag.13 COV rapportage procesdossier 2019493409); en/of
- 825 stuks, althans meerdere, althans één stuk(s) (banger/flashbanger van het merk Demon ACF47, producent Shiu Fung Fireworks Ltd) (pag. 17 COV rapportage procesdossier 2019493409); en/of
- 0.3 gram vuurwerksoort babyvuurpijl (pag.22 COV rapportage procesdossier 2019493409), ter beschikking heeft gesteld;
2
Primair
hij in of omstreeks de periode van 13 oktober 2019 tot en met 19 oktober 2019
te Lochem en/of Doetinchem, althans in Nederland, als een ander dan een persoon met gespecialiseerde kennis, professioneel vuurwerk, te weten (onder meer):
- tien, althans meerdere, althans één stuk(s) (banger/flashbanger) Blanco Vlinder(s) in plastic netje (pag. 7 COV rapportage procesdossier 2019493409); en/of
- 0.20 gram knalvuurwerk (banger/flashbanger van het merk Black Widow, producent Triplex) (pag.13 COV rapportage procesdossier 2019493409); en/of
- 825 stuks, althans meerdere, althans één stuk(s) (banger/flashbanger van het merk Demon ACF47, producent Shiu Fung Fireworks Ltd) (pag.17 COV rapportage procesdossier 2019493409); en/of
- 0.3 gram vuurwerksoort babyvuurpijl (pag.22 COV rapportage procesdossier 2019493409), in elk geval een hoeveelheid professioneel vuurwerk, heeft opgeslagen, voorhanden heeft gehad en/of tot ontbranding heeft gehad;
Subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 13 oktober 2019 tot en met 19 oktober 2019
te Lochem en/of Doetinchem, althans in Nederland, professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten (onder meer):
- tien, althans meerdere, althans één stuk(s) (banger/flashbanger) Blanco Vlinder(s) in plastic netje (pag.7 COV rapportage procesdossier 2019493409); en/of
- 0.20 gram knalvuurwerk (banger/flashbanger van het merk Black Widow, producent Triplex) (pag.13 COV rapportage procesdossier 2019493409); en/of
- 825 stuks, althans meerdere, althans één stuk(s) (banger/flashbanger van het merk Demon ACF47, producent Shiu Fung Fireworks Ltd) (pag.17 COV rapportage procesdossier 2019493409); en/of
- 0.3 gram vuurwerksoort babyvuurpijl (pag.22 COV rapportage proces dossier 2019493409), binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht en/of heeft opgeslagen en/of heeft vervaardigd en/of voorhanden heeft gehad en/of aan een ander ter beschikking heeft gesteld;
3
Primair
hij op of omstreeks 21 oktober 2019 te Doetinchem, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en), althans alleen, opzettelijk, als een ander dan een persoon met gespecialiseerde kennis, professioneel vuurwerk, te weten
- 917 stuks stuks, althans één of meerdere stuks knalvuurwerk (banger/ flashbanger van het merk super cobra , Di Blasio Elio Fireworks; en/of
- 9.8 kilo, althans een hoeveelheid knalvuurwerk (banger/flashbanger, van het merk Demon, Shiu Fung Fireworks Ltd, heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad en/of tot ontbranding heeft gebracht;
Subsidiair
hij op of omstreeks 21 oktober 2019 te Doetinchem, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en), althans alleen, opzettelijk, professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten:
- 917 stuks stuks, althans één of meerdere stuks knalvuurwerk (banger/ flashbanger van het merk super cobra , Di Blasio Elio Fireworks; en/of
- 9.8 kilo, althans een hoeveelheid knalvuurwerk (banger/flashbanger, van het merk Demon, Shiu Fung Fireworks Ltd, heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad en/of aan een ander ter beschikking heeft gesteld;
4
hij op of omstreeks 21 oktober 2019 te Doetinchem, althans in Nederland, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, ongeveer 43,70 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsoverwegingen

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder 1, 2 primair en 3 primair tenlastegelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen verklaard. Verdachte dient van het onder 4 tenlastegelegde te worden vrijgesproken vanwege het ontbreken van wettig bewijs.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte van het onder 4 ten laste gelegde dient te worden vrijgesproken vanwege het ontbreken van wettig bewijs.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
feit 4: vrijspraak
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte onder 4 is ten laste gelegd vanwege het ontbreken van wettig bewijs, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken. Het dossier bevat slechts een indicatieve test dat de aangetroffen stof cocaïne betrof. Dit is onvoldoende om te kunnen vaststellen dat het daadwerkelijk om cocaïne ging.
feiten 1, 2 primair en 3 primair:
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten 1, 2 primair en 3 primair op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen [1] .
  • een proces-verbaal van bevindingen van 23 oktober 2019 (pag. 87 e.v.);
  • een proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk van 19 november 2019 (pag. 36 e.v.)
- een proces-verbaal van verhoor van verdachte [betrokkene] van 12 november 2019 (pag. 22 e.v.) [3] ;
  • een proces verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk van 27 november 2019 (pag. 309 e.v.);
  • het proces-verbaal van het onderzoek ter terechtzitting van 21 februari 2022, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte.
nadere overweging feiten 1 en 2 primair
De officier van justitie heeft verzocht om de onder feiten 1 en 2 primair ten laste gelegde hoeveelheden als kennelijke verschrijvingen aan te merken omdat verschillende onjuiste eenheden zijn gebruikt:
- gedachtestreepjes 2 en 4: waar “gram” staat vermeld, dient kilogram te worden gelezen;
- gedachtestreepje 3: “825 stuks (flash)bangers” dient gelezen te worden als 825 gram flashbanger.
De raadsman heeft opgemerkt dat deze slordige wijze van ten laste leggen niet in het nadeel van verdachte mag uitpakken.
De rechtbank spreekt verdachte vrij van het tweede en vierde gedachtestreepje onder het 1 en 2 primair ten laste gelegde, alsmede partieel van de (verbeterd gelezen) woorden “825 gram” in het derde gedachtestreepje, omdat op basis van het dossier en hetgeen is behandeld ter terechtzitting onvoldoende is komen vast te staan dat verdachte dit ten laste gelegde professionele vuurwerk ter beschikking heeft gesteld en voorhanden heeft gehad.
Voor het overige zal de rechtbank de in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten verbeteren in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
feit 1:
hij in de periode van 13 oktober 2019 tot en met 19 oktober 2019 in Nederland, opzettelijk, aan een ander dan een persoon met gespecialiseerde kennis, te weten [betrokkene] (minderjarig) professioneel vuurwerk, te weten
- tien stuks (banger/flashbanger) Blanco Vlinder(s) in plastic netje; en
- meerdere (banger/flashbanger van het merk Demon ACF47, producent Shiu Fung Fireworks Ltd)
ter beschikking heeft gesteld;
feit 2, primair:
hij in de periode van 13 oktober 2019 tot en met 19 oktober 2019 in Nederland, als een ander dan een persoon met gespecialiseerde kennis, professioneel vuurwerk, te weten (onder meer):
- tien stuks (banger/flashbanger) Blanco Vlinder(s) in plastic netje; en
- meerdere (banger/flashbanger van het merk Demon ACF47, producent Shiu Fung Fireworks Ltd)
voorhanden heeft gehad;
feit 3, primair:
hij op 21 oktober 2019 te Doetinchem, opzettelijk, als een ander dan een persoon met gespecialiseerde kennis, professioneel vuurwerk, te weten
- 917 stuks knalvuurwerk (banger/flashbanger van het merk super cobra, Di Blasio Elio Fireworks; en
- 9.8 kilo knalvuurwerk (banger/flashbanger, van het merk Demon, Shiu Fung Fireworks Ltd),
voorhanden heeft gehad;.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

5.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is strafbaar gesteld in artikel 9.2.2.1 van de Wet Milieubeheer gelezen in samenhang met artikel 1.2.2 lid 2 en lid 3 van het Vuurwerkbesluit en de artikelen 1a, 2 en 6 van de Wet economische delicten .. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezen verklaarde levert op:
feiten 1 en 3 primair
telkens het misdrijf:
overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet Milieubeheer, opzettelijk begaan;
feit 2, primair
de overtreding:
overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet Milieubeheer.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezen verklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 227 dagen, waarvan 180 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht. Daarnaast dient aan verdachte een taakstraf voor de duur van 200 uur te worden opgelegd. Ten aanzien van feit 2 dient een geldboete van € 1.000,00 te worden opgelegd.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft naar voren gebracht zich te kunnen vinden in de eis van de officier van justitie, met dien verstande dat het meer passend zou zijn om de gevorderde geldboete voorwaardelijk op te leggen.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Verdachte heeft op verschillende tijdstippen professioneel vuurwerk voorhanden gehad. Daarnaast heeft hij professioneel vuurwerk aan een minderjarige ter beschikking gesteld en zijn er in het dossier voldoende aanknopingspunten naar voren gekomen om aan te nemen dat verdachte handel dreef in professioneel vuurwerk. Het is algemeen bekend dat het voorhanden hebben en het ter beschikking stellen van professioneel vuurwerk ernstig gevaar voor de omgeving (mens en milieu) kan opleveren. Daarom is het voorhanden hebben en gebruik ervan alleen toegestaan aan personen met gespecialiseerde kennis. Verdachte heeft zich van deze risico’s onvoldoende rekenschap gegeven en de rechtbank rekent dit verdachte aan. De rechtbank acht het extra kwalijk dat verdachte aan een minderjarige professioneel vuurwerk heeft verkocht en hij dit blijkens de in het dossier bevindende chat ook wist waarbij hij aangaf dat dit voor hem niets uitmaakte.
Uit het uittreksel vanuit de justitiële documentatie van 21 februari 2022 blijkt dat verdachte geen relevante documentatie heeft.
De rechtbank heeft acht geslagen op de over verdachte opgemaakte reclasseringsrapportage van 30 september 2021.
Alles overwegend, en mede in acht nemend het tijdsverloop in deze zaak en de omstandigheid dat verdachte thans zo’n vijf uur per werkdag werkzaam is voor zijn onderneming (webshop), is de rechtbank van oordeel dat passend en geboden is om aan verdachte ten aanzien van feiten 1 en 3 (primair) op te leggen een taakstraf van 200 uur en een gevangenisstraf voor de duur van 228 dagen, met aftrek van de tijd dat verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, waarvan 180 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren.
Ten aanzien van feit 2 (primair) legt de rechtbank een voorwaardelijke geldboete van € 1.000,00 op, waarbij zij – door de geldboete voorwaardelijk op te leggen – rekening houdt met het, hierna te bespreken, verbeurd verklaren van de inbeslaggenomen goederen.
7.4
De inbeslaggenomen voorwerpen
De officier van justitie heeft het standpunt ingenomen dat het inbeslaggenomen geldbedrag en de twee mobiele telefoons verbeurd verklaard moeten worden.
De raadsman heeft betoogd dat het geldbedrag aan verdachte dient te worden geretourneerd omdat uit niets blijkt dat dit geld afkomstig is uit criminele activiteiten. Daarnaast heeft hij naar voren gebracht dat verdachte de telefoons niet terug hoeft.
De rechtbank is van oordeel dat het geldbedrag van € 546,65 verbeurd moet worden verklaard omdat het een voorwerp betreft dat aan verdachte toebehoort en dat geheel of grotendeels door middel van of uit de baten van de strafbare feiten (de handel in professioneel vuurwerk) is verkregen. De rechtbank is daarnaast van oordeel dat de twee mobiele telefoons (iPhone en Umidigi) moeten worden verbeurdverklaard omdat het voorwerpen betreffen waarmee de feiten zijn begaan of voorbereid.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 33, 33a, 57, 62 en 91 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 4 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2 primair en 3 primair ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feiten 1 en 3 primair
telkens het misdrijf:
overtreden van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet Milieubeheer, opzettelijk begaan;
feit 2, primair
de overtreding:
overtreden van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet Milieubeheer.
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1, 2 primair en 3 primair bewezen verklaarde;
straf
ten aanzien van feiten 1 en 3 primair:
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
228 (tweehonderdenachtentwintig) dagen;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
180 (honderden tachtig) dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
200 (tweehonderd) uren;
- beveelt, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
100 (honderd) dagen;
ten aanzien van feit 2 primair:
- veroordeelt de verdachte tot betaling van
een geldboete van € 1000,00 (zegge: duizend euro);
- bepaalt dat deze geldboete
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
de in beslag genomen voorwerpen
- verklaart verbeurd de in beslag genomen voorwerpen, te weten het geldbedrag van € 546,65 en de twee mobiele telefoons (iPhone en Umidigi).
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Wentink, voorzitter, mr. M. van Berlo en
mr. J.T. Pouw, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E. Koning, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 7 maart 2022.
Mr. Wentink is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2019470050. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.Van het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2019493409, dat in het dossier van verdachte is gevoegd.
3.Van het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2019493409, dat in het dossier van verdachte is gevoegd.