ECLI:NL:RBOVE:2022:4052

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
23 juni 2022
Publicatiedatum
18 april 2023
Zaaknummer
08.287414.21; 08.283197.21; 08.003121.20
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor belaging en overtreding van een gebiedsverbod met gevangenisstraf en contactverbod

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 23 juni 2022 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die schuldig werd bevonden aan belaging van twee slachtoffers en het overtreden van een gebiedsverbod. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 300 dagen, waarvan 70 dagen voorwaardelijk, en een contactverbod van 5 jaar met een van de slachtoffers. De verdachte, geboren in 1964, heeft gedurende een lange periode zijn curator en zus stelselmatig lastiggevallen door hen te bellen en beledigende berichten te sturen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan belaging door inbreuk te maken op de persoonlijke levenssfeer van de slachtoffers met het oogmerk hen te dwingen iets te doen of vrees aan te jagen. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de psychische toestand van de verdachte, die lijdt aan een schizofreniespectrumstoornis, en heeft besloten geen tbs-maatregel op te leggen, omdat er geen direct gevaar voor anderen werd geconstateerd. De rechtbank heeft de op te leggen straf gemotiveerd door de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers, en heeft bijzondere voorwaarden verbonden aan de voorwaardelijke straf, waaronder ambulante behandeling en meldplicht bij de reclassering.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummers: 08.287414.21; 08.283197.21 (ttz. gevoegd); 08.003121.20 (vordering tul).
Datum vonnis: 23 juni 2022
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1964 in [geboorteplaats 1] ,
wonende aan de [woonplaats] ,
nu verblijvende in P.I. Vught.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 3 maart 2022, 14 april 2022 en 9 juni 2022.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. I.L. Blonk - van Groningen en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. W.B. Lisi, advocaat in Utrecht, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
in de zaak met parketnummer 08.287414.21
feit 1:in de periode van 1 januari 2021 tot en met 12 september 2021 [slachtoffer 1] heeft belaagd dan wel bedreigd;
feit 2:in de periode van 1 mei 2021 tot en met 23 oktober 2021 [slachtoffer 2] heeft belaagd dan wel beledigd;
in de zaak met parketnummer 08.283197.21
op 19 oktober 2021 te [plaats 3] een gebiedsverbod heeft overtreden.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
in de zaak met parketnummer 08.287414.21
1
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2021 tot en met 12 september 2021 te [plaats 2] , althans in Nederland,
wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 1] , met het oogmerk die [slachtoffer 1] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen, door
- die [slachtoffer 1] stelselmatig en/of veelvuldig, althans meermalen, te bellen (meermalen op een dag en/of in de voornachtrust bestemde tijd) en/of (daarbij) (op een dominante toon) teksten van beledigende/bedreigende aard gezegd zoals onder andere:
'Jo, vieze straathoer, geef eens antwoord. Jouw kop gaat eraf he. Vies varken. He. Vieze, vieze kankerjood. He. Vieze kankerjood dat je daar bent. Vieze, vieze kankerhoer. je kop gaat eraf' en/of 'Hey tante, luister, '...', Anders krijg je gewoon een kogel door je hoofd. Ja? heb je me gehoord? Een kogel door je hoofd Ja? Dat zeggen ze allemaal in het park. Ja? Dan gaan we je benen breken, je armen breken en je kop gaat eraf. Vies varken.
Afrekenen.', althans teksten van dergelijke aard en/of strekking en/of
- stelselmatig en/of veelvuldig, althans meermalen, sms berichten te sturen (meermalen op een dag en/of in de voor de nachtrust bestemde tijd) naar die [slachtoffer 1] , met teksten van beledigende/ bedreigende aard, zoals onder andere:
'varken je gaat betalen vrijwillig of onvrijwillig ! je mag kiezen! en/of 'Mijn deurwaarders uit tunesie en eygipte maken jullie af.Begrepen!', althans berichten van dergelijke aard en/of strekking;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2021 tot en met 12 september 2021 te [plaats 2] , althans in Nederland,
op een of meerdere tijdstippen, [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer 1] , (telefonisch) dreigend de woorden toe te voegen "Je kop gaat eraf" en/of "Een kogel door je hoofd" en/of "We gaan
afrekenen. Want je krijgt een mes in je nek, joh.", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
2
hij in of omstreeks de periode van 1 mei 2021 tot en met 23 oktober 2021 te [plaats] , althans in Nederland,
wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 2] , met het oogmerk die [slachtoffer 2] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen door
- die [slachtoffer 2] stelselmatig en/of veelvuldig, althans meermalen, te bellen (meermalen op een dag en/of in de voornachtrust bestemde tijd) en/of
- stelselmatig en/of veelvuldig, althans meermalen, sms berichten te sturen (meermalen op een dag en/of in de voor de nachtrust bestemde tijd) naar die [slachtoffer 2] , met teksten van beledigende aard, zoals onder andere: 'Sterf met je kankerfamilie gore hoer!' en/of 'Kanker varken sterf maar langzaam kanker mongooltje', althans berichten van dergelijke aard en/of strekking;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 1 mei 2021 tot en met 23 oktober 2021 te [plaats] , althans in Nederland, op een of meerdere malen telkens opzettelijk [slachtoffer 2] , in haar tegenwoordigheid, mondeling, heeft beledigd door haar (telefonisch) de woorden toe te voegen: 'Hoer' en/of 'kanker varken' en/of 'Vieze vuile tering poot', althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
in de zaak met parketnummer 08.283197.21
hij op of omstreeks 19 oktober 2021 te [plaats 3] ,
opzettelijk niet heeft voldaan aan een bevel of een vordering, krachtens enig wettelijk voorschrift, te weten een gebiedsverbod, krachtens een wettelijk voorschrift, te weten artikel 172a van de Gemeentewet, gedaan door of namens de burgemeester van [plaats 3] , in elk geval een ambtenaar als bedoeld in artikel 184 Wetboek van Strafrecht, eerste en/of tweede lid, inhoudende dat hij, verdachte, zich in de periode van 15 oktober 2021 tot en met 15 januari 2022 niet mocht bevinden in [locatie 2] met als grens de [locatie 1] en de [straatnaam] , door,
zich op voornoemde datum om ongeveer 15:45 uur in/op de [straatnaam 2] , althans op een openbare weg of plaats gelegen in voornoemd gebied, te bevinden.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsmotivering

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft – onder verwijzing naar het op schrift gestelde requisitoir – zich op het standpunt gesteld dat al het ten laste gelegde in de primaire variant wettig en overtuigend kan worden bewezen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
In de zaak met parketnummer 08.287414.21 heeft de raadsman – conform zijn overlegde pleitnota – partiële vrijspraak bepleit van het onder feit 1 primair ten laste gelegde. Volgens hem kan de belaging niet worden bewezen voor de periode van 1 januari 2021 tot en met 20 februari 2021, omdat er geen bewijs is dat verdachte aangeefster in die periode heeft gebeld.
De raadsman heeft integrale vrijspraak bepleit van het onder feit 2 primair ten laste gelegde, wegens het ontbreken van de wederrechtelijkheid. Daartoe heeft hij onder meer aangevoerd dat aangeefster verdachte niet heeft verzocht te stoppen met het sturen van berichten en dat zij zelf ook berichten stuurde. Daarnaast is geen sprake geweest van een stopgesprek of een stopbrief, aldus de raadsman.
Ten aanzien van het overige ten laste gelegde heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Voor wat betreft de bewezenverklaring in de zaak met parketnummer 08.283197.21 heeft de raadsman zich aan het oordeel van de rechtbank gerefereerd.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
In de zaak met parketnummer 08.287414.21
Feit 1
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich in de periode van 1 januari 2021 tot en met 12 september 2021 schuldig heeft gemaakt aan belaging van zijn curator [slachtoffer 1] .
Gelet op het verweer van de raadsman ten aanzien van de pleegperiode, overweegt de rechtbank in het bijzonder het volgende. Uit de bij de aangifte gevoegde uitdraai van het gesprekverslag blijkt dat verdachte aangeefster, zoals aangeefster ook verklaart, al vanaf januari 2021 heeft gebeld. Het verweer van de raadsman wordt om die reden verworpen.
De rechtbank concludeert dat verdachte gedurende een periode van ruim acht maanden aangeefster veelvuldig heeft gebeld, haar voicemail heeft ingesproken en haar berichten heeft gestuurd. Daarbij heeft hij zich tegenover aangeefster dreigend, beledigend en intimiderend uitgelaten. Door op voornoemde, zeer indringende en obsessieve wijze te handelen heeft verdachte stelselmatig opzettelijk inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van aangeefster.
De rechtbank leidt uit de inhoud van de door verdachte gestuurde berichten en voicemails af dat het zijn bedoeling was om aangeefster – zijn curator – te dwingen om hem te betalen. Daarnaast heeft verdachte aangeefster gedwongen te dulden dat hij stelselmatig contact met haar had en heeft hij haar vrees aangejaagd, door haar voicemails en berichten met dreigende taal te sturen.
Feit 2
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich in de periode van 1 mei 2021 tot en met 23 oktober 2021 schuldig heeft gemaakt aan de belaging van [slachtoffer 2] .
Ter zitting heeft de raadsman de wederrechtelijkheid van het handelen van de verdachte betwist. De rechtbank overweegt het volgende.
Tussen verdachte en [slachtoffer 2] is sprake van een familierelatie en in zo’n relatie kan contact, frequent contact en ook ruzie-achtig contact normaal zijn. Doorgaans zal dit niet wederrechtelijk zijn. Van wederrechtelijkheid is in dit geval wel sprake, omdat verdachte met een grote intensiteit, frequentie en over een langere periode zijn zus nare, beledigende en intimiderende berichten heeft gestuurd, waarbij zij bovendien op enig moment, door haar nummer te blokkeren voor verdachte, duidelijk heeft gemaakt dat zij die berichten niet wilde ontvangen.
De rechtbank verwerpt derhalve het verweer.
De rechtbank komt tot de conclusie dat verdachte gedurende een periode van ruim vijf maanden aangeefster veelvuldig berichten heeft gestuurd en gebeld. Daarbij heeft hij zich tegenover aangeefster – zijn eigen zus - zeer beledigend en dreigend uitgelaten. Door op deze wijze te handelen heeft verdachte stelselmatig opzettelijk inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van aangeefster. Daardoor heeft hij haar gedwongen te dulden dat hij stelselmatig contact met haar had en heeft hij haar vrees aangejaagd, door haar berichten met dreigende taal te sturen.
4.3.2
In de zaak met parketnummer 08.283197.21
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen: [1]
1. het proces-verbaal van de terechtzitting van 9 juni 2022, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte, als bedoeld in artikel 359, derde lid laatste volzin Sv;
2. het proces-verbaal van aanhouding verdachte opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] van 19 oktober 2021, p. 4.
4.3
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven en in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
in de zaak met parketnummer 08.287414.21
1. primair
hij in de periode van 1 januari 2021 tot en met 12 september 2021 in Nederland,
wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 1] , met het oogmerk die [slachtoffer 1] , te dwingen iets te doen, te dulden en vrees aan te jagen, door
- die [slachtoffer 1] stelselmatig en veelvuldig te bellen (meermalen op een dag en in de voor nachtrust bestemde tijd) en (daarbij) (op een dominante toon) teksten van beledigende/bedreigende aard gezegd zoals onder andere:
'Jo, vieze straathoer, geef eens antwoord. Jouw kop gaat eraf he. Vies varken. He. Vieze, vieze kankerjood. He. Vieze kankerjood dat je daar bent. Vieze, vieze kankerhoer. je kop gaat eraf' en 'Hey tante, luister, '...', Anders krijg je gewoon een kogel door je hoofd. Ja? heb je me gehoord? Een kogel door je hoofd Ja? Dat zeggen ze allemaal in het park. Ja? Dan gaan we je benen breken, je armen breken en je kop gaat eraf. Vies varken. Afrekenen.', en
- stelselmatig en veelvuldig sms berichten te sturen (meermalen op een dag en in de voor de nachtrust bestemde tijd) naar die [slachtoffer 1] , met teksten van beledigende/ bedreigende aard, zoals onder andere: 'varken je gaat betalen vrijwillig of onvrijwillig ! je mag kiezen! en 'Mijn deurwaarders uit tunesie en eygipte maken jullie af. Begrepen!';
2 primair
hij in de periode van 1 mei 2021 tot en met 23 oktober 2021 in Nederland,
wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 2] , met het oogmerk die [slachtoffer 2] , te dwingen iets te dulden en vrees aan te jagen door
- die [slachtoffer 2] stelselmatig en veelvuldig te bellen (meermalen op een dag en in de voor nachtrust bestemde tijd) en
- stelselmatig en veelvuldig, sms berichten te sturen (meermalen op een dag en in de voor de nachtrust bestemde tijd) naar die [slachtoffer 2] , met teksten van beledigende aard, zoals onder andere: 'Sterf met je kankerfamilie gore hoer!' en 'Kanker varken sterf maar langzaam kanker mongooltje';
in de zaak met parketnummer 08.283197.21
hij op 19 oktober 2021 te [plaats 3] ,
opzettelijk niet heeft voldaan aan een bevel, te weten een gebiedsverbod, krachtens een wettelijk voorschrift, te weten artikel 172a van de Gemeentewet, gedaan door de burgemeester van [plaats 3] , een ambtenaar als bedoeld in artikel 184 Wetboek van Strafrecht, eerste lid, inhoudende dat hij, verdachte, zich in de periode van 15 oktober 2021 tot en met 15 januari 2022 niet mocht bevinden in [locatie 2] met als grens de [locatie 1] en de [straatnaam] , door zich op voornoemde datum om 15:45 uur op de [straatnaam 2] te bevinden.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 184 en 285b van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
in de zaak met parketnummer 08.287414.21
feiten 1 en 2
telkens het misdrijf: belaging;
in de zaak met parketnummer 08.283197.21
het misdrijf: opzettelijk niet voldoen aan een bevel, krachtens wettelijk voorschrift gedaan door een ambtenaar met de uitoefening van enig toezicht belast.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf in duur gelijk aan de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht. Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd dat aan verdachte de maatregel terbeschikkingstelling (tbs) met dwangverpleging wordt opgelegd. Tot slot heeft de officier van justitie gevorderd aan verdachte een contactverbod met aangeefster [slachtoffer 1] - in de vorm van een 38v Sr maatregel - op te leggen.
7.2
Het standpunt van de verdediging
Primair heeft de raadsman verzocht om een gevangenisstraf op te leggen gelijk aan de duur van het voorarrest. Subsidiair heeft de raadsman verzocht om naast een onvoorwaardelijk strafdeel een voorwaardelijk strafdeel op te leggen met daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarde van ambulante behandeling.
Ten aanzien van de door de officier van justitie gevorderde tbs-maatregel, heeft de raadsman geconcludeerd tot afwijzing van de vordering. Daartoe heeft hij aangevoerd dat niet is voldaan aan de wettelijke vereisten, nu verdachte geen gevaar vormt voor (zichzelf en) anderen. Daarnaast stelt de raadsman dat de maatregel niet is bedoeld om erop toe te zien dat medicatie wordt ingenomen. Tot slot meent de raadsman dat de noodzaak om recidive te beperken middels een tbs-maatregel onvoldoende is gebleken.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Aard en ernst van de feiten
Verdachte heeft gedurende een lange periode zijn curator en zijn zus stelselmatig lastiggevallen. Hij heeft hen veelvuldig gebeld en berichten verstuurd, ondanks het feit dat het hem duidelijk moet zijn geweest dat zij daarvan niet gediend waren. Daarbij heeft hij zich ook bedreigend en beledigend uitgelaten. Aangevers hebben het als erg onaangenaam en ingrijpend ervaren, zoals ook blijkt uit de door [slachtoffer 1] ter terechtzitting voorgelezen slachtofferverklaring.
Belaging is een ernstig feit, omdat het gaat om een misdrijf gericht tegen de persoonlijke vrijheid van slachtoffers. Verdachte heeft een forse inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van aangevers en de rechtbank rekent dit hem zeer aan. Daarnaast heeft verdachte een gebiedsverbod overtreden. De aard en ernst van de feiten rechtvaardigen naar het oordeel van de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
Persoon van verdachte
Bij de op te leggen straf houdt de rechtbank in stafverzwarende zin rekening met het strafblad van verdachte van 12 april 2022, waaruit blijkt dat hij eerder onherroepelijk is veroordeeld en in een proeftijd liep.
Voor wat betreft de persoon van verdachte heeft de rechtbank acht geslagen op het pro Justitia rapport van 9 maart 2022, waarin over verdachte is gerapporteerd door GZ-psycholoog D.J. Burck.
In het rapport is te lezen dat verdachte lijdt aan een psychische stoornis in de vorm van een andere gespecificeerde schizofreniespectrum en andere psychotische stoornis, die wordt gekenmerkt door expansieve en paranoïde wanen. Daarnaast is sprake van een psychische stoornis in het gebruik van cannabis en alcohol. Verdachte was als gevolg van de verstoorde realiteitstoetsing en het beperkte beoordelingsvermogen voortvloeiend uit de eerstgenoemde stoornis onvoldoende in staat om de situatie waarin hij zich ten tijde van de delicten bevond te analyseren en handelingsalternatieven te overzien, zodanig dat geadviseerd wordt hem de ten laste gelegde feiten in sterk verminderde mate toe te rekenen. De psycholoog schat het risico op geweld bij belaging niet hoog in, maar beschrijft dat niet verwacht kan worden dat de stalking en bedreigingen vanzelf zullen overgaan, wat tot steeds meer psychosociale schade zal leiden. Er bestaat een grote kans dat een terugval in belaging zal optreden, indien er opnieuw spanning in het leven van verdachte ontstaat.
De psycholoog stelt dat verdachte gebaat zou zijn bij medicatie zodat het psychotisch toestandsbeeld in ernst afneemt en acht nader onderzoek van belang. Gelet op het feit dat verdachte niet openstaat voor behandeling, wordt een klinische behandeling geadviseerd van maximale duur, met een gemiddeld beveiligingsniveau. Een dergelijke behandeling zou volgens de psycholoog plaats kunnen vinden in het kader van een deels voorwaardelijke straf, terwijl de behandelverplichting (medicatie en nader onderzoek) vorm kan krijgen in het kader van een zorgmachtiging op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Gelet op de complexiteit van een dergelijke constructie en het feit dat de zorgmachtiging elk half jaar moet worden verlengd, zou het volgens de psycholoog meer aangewezen zijn om de klinische behandeling vorm te geven in het kader van een tbs-maatregel met voorwaarden, maar onduidelijk is of verdachte aan deze maatregel medewerking verleent.
De rechtbank heeft tevens acht geslagen op het pro Justitia rapport van 26 mei 2022, waarin over verdachte is gerapporteerd door psychiater F. Nhass.
Volgens de psychiater is verdachte lijdende aan een ongespecificeerde
schizofreniespectrumstoornis of andere stoornis. Op de voorgrond staan uitgesponnen paranoïde wanen en complottheorieën, waardoor de psychiater in eerste instantie dacht aan een waanstoornis. Gelet op het feit dat in het laatste contact met verdachte auditieve en visuele hallucinaties niet konden worden uitgesloten, kan volgens hem een late-onset schizofrenie echter niet uitgesloten worden. De benadelingswaan beïnvloedde de gedragskeuzes en gedragingen van verdachte ten tijde van het delict en daarom adviseert de psychiater om verdachte de ten laste gelegde feiten in sterk verminderde mate toe te rekenen.
De psychiater schat het recidiverisico hoog in en adviseert een klinische opname en medicatie-inname. Ten aanzien van het strafrechtelijk kader, overweegt de psychiater dat het geven van een eenduidig advies niet mogelijk is gebleken. Volgens hem kan worden gedacht aan een zorgmachtiging in het kader van artikel 2.3 Wfz, (al dan niet met) een voorwaardelijk strafdeel of een tbs-maatregel (al dan niet met voorwaarden). Daarbij merkt de psychiater op dat gedwongen medicatie in het kader van een zorgmachtiging niet tot de mogelijkheden behoort, nu verdachte geen direct gevaar voor zichzelf of anderen vormt.
De rechtbank neemt de in voornoemde rapportages vermelde conclusies ten aanzien van de toerekeningsvatbaarheid over en oordeelt dat de bewezen verklaarde feiten in sterk verminderde mate aan verdachte kunnen worden toegerekend.
De rechtbank heeft ook kennisgenomen van de over verdachte opgemaakte reclasseringsadviezen van 23 februari 2022 en 3 juni 2022.
Onder verwijzing naar de hierboven genoemde pro Justitia rapportages, adviseert de reclassering om geen voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden op te leggen, nu vanwege het gebrek aan ziekte-inzicht er een grote kans is op onttrekking aan de voorwaarden.
Indien de rechtbank toch besluit dat bijzondere voorwaarden dienen te worden opgelegd, adviseert zij onderstaande voorwaarden, met een proeftijd van drie jaren en met dadelijke uitvoerbaarheid van het toezicht, op te leggen:
- meldplicht;
- opname in een zorginstelling;
- ambulante behandeling;
- begeleid wonen of maatschappelijk opvang.
Tot slot overweegt de reclassering dat, gelet op hetgeen is overwogen in de pro Justitia rapportages, als de rechtbank geen oplegging van een tbs-maatregel met dwangverpleging overweegt, een zorgmachtiging in het kader van artikel 2.3 Wfz passend zou zijn.
Straf of maatregel?
De vraag die de rechtbank moet beantwoorden is of, de oplegging van een gevangenisstraf, eventueel met bijzondere voorwaarden, of het opleggen van een tbs-maatregel met dwangverpleging, zoals gevorderd door de officier van justitie, geïndiceerd is. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Een tbs-maatregel met dwangverpleging kan worden opgelegd indien bij de verdachte ten tijde van het begaan van het feit een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens bestond. Daarnaast dient het door de verdachte begane feit, voor zover hier van belang, een misdrijf te zijn zoals omschreven in artikel 37a lid 1 Sr en dient de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van de maatregel te eisen.
In de pro Justitia rapportages is beschreven dat verdachte geen (direct) gevaar vormt voor anderen respectievelijk dat het risico op geweld bij belaging niet hoog wordt ingeschat. Anders dan door de officier van justitie, is de rechtbank op basis van deze omstandigheden, in combinatie met het strafblad van verdachte waarop fysieke geweldsdelicten ontbreken en de manier van stalking in onderhavige zaak (enkel via berichten/telefonisch) van oordeel dat niet kan worden vastgesteld dat is voldaan aan het gevaarscriterium. De rechtbank zal derhalve geen tbs-maatregel met dwangverpleging opleggen.
Alles overwegend, zal de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 300 dagen, waarvan 70 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren opleggen.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet.
Daarnaast bepaalt de rechtbank, dat aan de voorwaardelijke gevangenisstraf de voorwaarden worden verbonden, zoals door de reclassering geadviseerd, met uitzondering van de opname in de zorginstelling.
De rechtbank besluit hiertoe omdat verdachte, mede gelet op zijn psychische stoornis, hulp en ondersteuning nodig heeft. In het verleden is gebleken dat hij zich heeft gehouden aan afspraken met de reclassering en ook ter zitting heeft verdachte toegezegd dat hij zal meewerken aan ambulante behandeling.
De rechtbank merkt op dat in de rapportages wordt gesproken over een zorgmachtiging als alternatief om behandeling van verdachte te bewerkstelligen. Deze is echter al aangevraagd en afgewezen kort voor/bij aanvang van de voorlopige hechtenis zodat dat op dit moment geen reële optie is.
Tot slot is de rechtbank van oordeel dat een contactverbod in de vorm van een 38v Sr maatregel dient te worden opgelegd. Deze maatregel houdt in dat verdachte op geen enkele wijze direct contact heeft of zoekt met [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum 2] te [geboorteplaats 2] . Bij elke overtreding kan hechtenis van twee weken worden opgelegd.
De rechtbank is van oordeel dat de op grond van artikel 38v Sr opgelegde maatregel dadelijk uitvoerbaar moet zijn, omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte opnieuw een strafbaar feit zal plegen en/of zich belastend zal gedragen jegens een bepaalde persoon of bepaalde personen, gelet op het recidiverisico ten aanzien van belaging en het feit dat verdachte eerder het contactverbod in het kader van schorsende voorwaarden heeft overtreden.

8.De vordering tenuitvoerlegging

8.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft aanvankelijk de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straf gevorderd. Ter terechtzitting heeft de officier echter – gelet op de geëiste tbs met dwangverpleging – de rechtbank verzocht tot afwijzing van de vordering.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft om afwijzing van de vordering verzocht.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Hoewel verdachte zich gedurende de proeftijd schuldig heeft gemaakt aan nieuwe strafbare feiten, te weten de hiervoor bewezen verklaarde strafbare feiten, acht de rechtbank de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke straf thans niet opportuun en zij wijst de vordering dan ook af.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c, 38w en 57 sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde onder 1 en 2 primair van parketnummer 08.287414.21 en het ten laste gelegde onder 08.283197.21 heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
In de zaak met parketnummer 08.287414.21
feit 1 en 2, telkens het misdrijf:
belaging
In de zaak met parketnummer 08.283197.21
feit 2, het misdrijf:
opzettelijk niet voldoen aan een bevel, krachtens wettelijk voorschrift gedaan door een ambtenaar met de uitoefening van enig toezicht belast
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezen verklaarde, zoals hierboven beschreven;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
300 (driehonderd) dagen;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
70 (zeventig) dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarde(n) niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich gedurende de proeftijd meldt bij de reclassering, op de door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo frequent en zo lang deze instelling dat nodig acht;
- zich laat behandelen door een nader te bepalen ambulante zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling;
- verblijft in een nader te bepalen instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke
opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
- draagt de reclassering op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
maatregel
- legt aan de verdachte op de
maatregel strekkende tot beperking van de vrijheidals
bedoeld in artikel 38v Sr voor de duur van
5 (vijf) jaren;
- beveelt dat de verdachte gedurende
5 (vijf) jarenop geen enkele wijze – direct of
indirect – contact op zal nemen, zoeken of hebben met [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum 2] te [geboorteplaats 2] ;
- beveelt dat voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan de maatregel per overtreding wordt vervangen door
2 (twee) wekenhechtenis en bepaalt daarbij dat de maximale hechtenis zes maanden bedraagt;
- beveelt dat deze maatregel
dadelijk uitvoerbaaris, omdat er ernstig rekening mee moet
worden gehouden dat de verdachte opnieuw een strafbaar feit zal plegen en/of zich
belastend zal gedragen jegens [slachtoffer 1] ;
- toepassing van de vervangende hechtenis heft de verplichtingen ingevolge de opgelegde maatregel niet op;
opheffing bevel voorlopige hechtenis
- heft het bevel tot voorlopige hechtenis op met ingang van de dag dat het voorarrest gelijk wordt aan de opgelegde onvoorwaardelijke gevangenisstraf;
tenuitvoerlegging voorwaardelijke straf met parketnummer 08.003121.20
-
wijstde vordering
af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.S. Metgod, voorzitter, mr. drs. H.M. Braam en
mr. V.P.K. van Rosmalen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.R. Vis, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 23 juni 2022.
Buiten staat
De griffier is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer 2021496823. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Feit 1

1. proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 1] van 17 maart 2021, p. 18 , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangever:

(…) Vanaf 1 januari 2021 ontvang ik bedreigingen van [verdachte] . (…) ik ben zijn curator (…) Dagelijks ontvang ik meerdere voicemailberichten van [verdachte] met verschillende
Bedreigingen en opmerkingen gericht op mijn afkomst. (…)

2. een schriftelijk bescheid, te weten een als bijlage bij de aangifte van [slachtoffer 1] gevoegde uitdraai van het gespreksverslag, p. 20, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:

(…) telefonische stalking en bedreiging en intimidatie in de persoonlijke sfeer (…) januari t/m maart 2021: gem. 14 voicemailberichten per weekend, gem. 5 voicemails per werkdag, gem. 3 telefoontjes per dag tijdens spreekuur (…)

3. proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer 1] van 7 juli 2021, p. 22-23, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangever:

(…) Op 6 april 2021 is er (…) een stopgesprek geweest met [verdachte] . (…) Sinds 8 april 2021 krijg ik toch weer sms-jes van hem. Hij belt mij 's-nachts meerdere keren op mijn werktelefoon (…) Ik wil met deze aanvulling aangeven dat de bedreigingen van [verdachte] naar mij steeds heftiger worden. (…) Op 19 juni 2021 om 05.27 uur krijg ik een sms (…), om 10:24 uur (…), om 18:23 uur. (…) Op 4 juli 2021 01.39 uur kreeg ik een sms (…) Op 5 juli 2021 05:37 uur kreeg ik een sms van [verdachte] . (…)

4. proces-verbaal ontvangst klacht door hulpofficier van justitie van 7 juli 2021, p. 28, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:

(…) De klacht werd gedaan door (…) [slachtoffer 1] . (…) De klaagster verzocht uitdrukkelijk om tot vervolging van de mogelijke dader over te gaan. (…)

5. proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] van 6 april 2021, p. 52, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:

(…) Op dinsdag 6 april 2021 omstreeks 08:30 uur ben ik naar de herberg gegaan om aldaar het stopgesprek met de heer [verdachte] te voeren. (…) Ik legde uit dat mevrouw [slachtoffer 1] aan had gegeven dat hij haar lastig zou vallen en dat zij wilde dat dit per direct stopt. (…)

6. proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 4] van 3 september 2021, p. 56, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:

(…) Door de aangever was een voicemail aangeleverd welke dateerde van 20 juni 2021. Ik heb de voicemail beluisterd en hoorde een man op agressieve toon praten. Ik hoorde dat de man zei: "Jo, vieze staathoer, geef eens antwoord. Jouw kop gaat eraf, he. Vies varken. He. Vieze, vieze, vieze kanker jood. He. Vieze kankerjood dat je daar bent. Vieze, vieze kankerhoer. Je kop gaat eraf." (…)

6. proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 4] van 3 september 2021, p. 57, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:

(…) Door de aangever was een voicemail aangeleverd welke dateerde van 20 jun 2021. Ik heb de voicemail beluisterd en hoorde een man op agressieve toon praten. Ik hoorde dat de man zei: "Hey tante, luister, je gaat gewoon netjes afrekenen, he. Je gaat het huis betalen, je gaat de schade betalen, je gaat mijn bedrijf betalen, je gaat de goodwill betalen, dat loopt in de miljoenen, he tante? Dat weet jij heel goed. Vieze, vieze, vieze, arme tante. En dat ga jij betalen. Ja? Anders krijg je gewoon een kogel door je hoofd. Ja? Heb je me gehoord? Een kogel door je hoofd. Ja? Dat zeggen ze allemaal in het park. Ja? Dan gaan we je benen breken, je armen breken en je kop gaat eraf. Vies varken. Afrekenen." (…)

7. proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 4] van 24 oktober 2021, p. 73, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:

(…) In de specificatie van de belgegevens van de verdachte is te zien dat hij zeer veel berichten naar de aangever heeft verzonden. In een aantal door de aangever aangeleverde berichten zijn bedreigingen te lezen, de tekst is letterlijk overgenomen: (…) "Varken je gaat betalen vrijwillig of onvrijwillig! Je mag kiezen!" (…) "Mijn deurwaarders uit tunesie en eygipte maken jullie af. Begrepen!" (…)

8. proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 4] van 24 oktober 2021, p. 174-175, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:

(…) Door aangever [slachtoffer 1] werden tevens de volgende telefoonnummers doorgegeven:
[bedrijf 1] vast: [telefoonnummer 1] , [bedrijf 1] vast mobiel (het nummer van aangever [slachtoffer 1] ): [telefoonnummer 2] (…) Ik heb de specificaties van de facturen van verdachte [verdachte] bekeken en kan er het volgende over verklaren: Ik zag dat de facturen afkomstig waren van provider [bedrijf 2] en dat zij betrekking hadden op het telefoonnummer [telefoonnummer 3] . Dit is het door mij bij het CIOT bevraagde nummer en het nummer waarmee beide aangevers belaagd werden. Ik zag dat op alle facturen in de aanhef de gegevens van verdachte [verdachte] stonden.
(…) Ik zag dat vanaf het betreffende telefoonnummer in de periode van 21 juli 2021 tot 20 augustus naar (…) hierboven genoemde nummers gebeld is en berichten verzonden zijn.
Gespecificeerd: [bedrijf 1] vast: 26 keer gebeld, 66 bericht verzonden. [bedrijf 1] mobiel: 22 keer gebeld, 121 bericht verzonden.
(…) Ik zag dat vanaf het betreffende telefoonnummer in de periode van 21 juni 2021 tot 20 juli naar hierboven genoemde nummers gebeld is en berichten verzonden zijn. Gespecificeerd: [bedrijf 1] vast:41 keer gebeld, 70 bericht verzonden. [bedrijf 1] mobiel: 39 keer gebeld, 183 bericht verzonden.
(…) Ik zag dat vanaf het betreffende telefoonnummer in de periode van 21 mei 2021 tot 20 juni naar hierboven genoemde nummers gebeld is en berichten verzonden zijn. Gespecificeerd: [bedrijf 1] vast: 20 keer gebeld, 26 bericht verzonden. [bedrijf 1] mobiel: 16 keer gebeld, 138 bericht verzonden.
(…) Ik zag dat vanaf het betreffende telefoonnummer in de periode van 21 april 2021 tot 20 mei naar hierboven genoemde nummers gebeld is en berichten verzonden zijn. Gespecificeerd: [bedrijf 1] vast: 11 keer gebeld, 57 bericht verzonden. [bedrijf 1] mobiel: 9 keer gebeld, 145 bericht verzonden.
(…) Ik zag dat vanaf het betreffende telefoonnummer in de periode van 21 maart 2021 tot 20 april naar twee hierboven genoemde nummers gebeld is en berichten verzonden zijn. Gespecificeerd: [bedrijf 1] vast: 22 keer gebeld, 29 bericht verzonden. [bedrijf 1] mobiel: 9 keer gebeld, 27 bericht verzonden.
(…) Ik zag dat vanaf het betreffende telefoonnummer in de periode van 21 februari 2021 tot 20 maart naar hierboven genoemde nummers gebeld is en berichten verzonden zijn. Gespecificeerd: [bedrijf 1] vast: 91 keer gebeld, 2 bericht verzonden. In de periodes daarvoor is het aantal keren per maand dat verdachte [verdachte] naar aangever [slachtoffer 1] gebeld heeft ongeveer 7. (…)
Feit 2

1. proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 2] van 23 oktober 2021, p. 33, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangever:

(…) Feit: Stalking (…) [verdachte] (…) deed aangifte en verklaarde het volgende over het (…) vermelde feit. (…) Op zaterdag 3 juli 2021 heb ik aangifte van bedreiging gedaan tegen mijn broer genaamd [verdachte] . (…) [verdachte] heeft mij, tussen 21 mei 2021 en 20 juni 2021, ook heel vaak ge-sms't. Dit is zo’n 222 keer geweest. Hij deed dit op mijn telefoonnummer zijnde; [telefoonnummer 4] . (…) Toen ik de aangifte van bedreiging had gedaan, werd mij gezegd dat ik het telefoonnummer van [verdachte] moest blokkeren. Het nummer van [verdachte] is [telefoonnummer 5] . Ik heb het nummer van [verdachte] toen geblokkeerd. Ik heb toen een maand lang geen last meer gehad van [verdachte] . Na deze maand heeft [verdachte] een aantal keren mijn voicemail ingesproken. Hij deed dit met een ander telefoonnummer. (…) Kort nadat ik [verdachte]
gedeblokkeerd had, stuurde hij mij een sms'je en sprak hij een bericht in op mijn voicemail. (…) Ongeveer 3 maanden hierna, begon [verdachte] mij weer te bedreigen en te stalken. Hij sms'te
en sprak voicemailberichten in. (…)

2. een schriftelijk bescheid, te weten een als bijlage bij de aangifte van [slachtoffer 2] , gevoegde uitdraai van de sms-berichten, p. 44, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:

(…) Zondag 12 september 08:37 (…) Sterf met je kanker familie gore hoer!, Zondag 12 september 17:42 uur Hoer. Rot op met je kanker familievarken!, Maandag 13 september 03:46 (…) Kanker varken sterf maar langzaam kanker mongooltje! (…)

3. proces-verbaal ontvangst klacht door hulpofficier van justitie van 23 oktober 2021, p. 51, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:

(…) De klacht werd gedaan door (…) [slachtoffer 2] .(…) De klaagster verzocht uitdrukkelijk om tot vervolging van de mogelijke dader over te gaan. (…)

4. proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 4] van 24 oktober 2021, p. 174-175, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:

(…) Door aangever [slachtoffer 1] werden tevens de volgende telefoonnummers doorgegeven:
(…) Het telefoonnummer van aangever [slachtoffer 2] : [telefoonnummer 4] . (…) Ik heb de specificaties van de facturen van verdachte [verdachte] bekeken en kan er het volgende over verklaren: Ik zag dat de facturen afkomstig waren van provider [bedrijf 2] en dat zij betrekking hadden op het telefoonnummer [telefoonnummer 3] . Dit is het door mij bij het CIOT bevraagde nummer en het nummer waarmee beide aangevers belaagd werden. Ik zag dat op alle facturen in de aanhef de gegevens van verdachte [verdachte] stonden.
(…) Ik zag dat vanaf het betreffende telefoonnummer in de periode van 21 juli 2021 tot 20 augustus naar (…) hierboven genoemde nummers gebeld is en berichten verzonden zijn. Gespecificeerd: (…) Het telefoonnummer van aangever [slachtoffer 2] : 7 keer gebeld, 46 keer bericht verzonden.
(…) Ik zag dat vanaf het betreffende telefoonnummer in de periode van 21 juni 2021 tot 20 juli naar alle drie hierboven genoemde nummers gebeld is en berichten verzonden zijn. Gespecificeerd: (…) Het telefoonnummer van aangever [slachtoffer 2] : 2 keer gebeld, 144 keer bericht verzonden. (…) Ik zag dat vanaf het betreffende telefoonnummer in de periode van 21 mei 2021 tot 20 juni naar (…) hierboven genoemde nummers gebeld is en berichten verzonden zijn. Gespecificeerd: (…) Het telefoonnummer van aangever [slachtoffer 2] : 2 keer gebeld, 222 keer bericht verzonden. (…)

5. een schriftelijk bescheid, te weten een als bijlage bij het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 4] van 24 oktober 2021, gevoegd overzicht verbruikt tegoed, p. 177 en 189, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:

(…) Bellen binnen Nederland, [telefoonnummer 4] , 25-07-2021, 07:51:31 en 07:53:39. (…) 19-07-2021, 06:03:05. (…)

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland met nummer 2021490783. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.