ECLI:NL:RBOVE:2022:4045

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
3 juni 2022
Publicatiedatum
12 april 2023
Zaaknummer
08-215843-21 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkeersongeval met dodelijke afloop en zwaar lichamelijk letsel door onvoorzichtig rijgedrag

Op 3 juni 2022 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een man die op 9 januari 2021 betrokken was bij een verkeersongeval in Saasveld, gemeente Dinkelland. De verdachte, als bestuurder van een Citroën Berlingo, reed met een snelheid tussen de 76 en 93 km/u op een weg waar de maximumsnelheid 60 km/u was. Tijdens het nemen van een S-bocht verloor hij de controle over het voertuig, waardoor hij in botsing kwam met twee voetgangers, wat resulteerde in de dood van één van hen en zwaar lichamelijk letsel bij de ander. De rechtbank oordeelde dat de verdachte aanmerkelijk onvoorzichtig, onoplettend en onachtzaam had gereden, wat leidde tot het ongeval. De verdachte werd veroordeeld tot een taakstraf van 240 uur en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor een jaar. De rechtbank hield rekening met de ernst van het feit, de impact op de slachtoffers en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die een first offender was.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08-215843-21 (P)
Datum vonnis: 3 juni 2022
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] in [geboorteplaats 1] ,
wonende in [woonplaats 1] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 13 en 20 mei 2022.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie,
mr. E. Agelink, en van wat door verdachte en zijn raadsvrouw, mr. J. Klomp, advocaat in Enschede, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
primair:als bestuurder van een bedrijfsauto, zodanig onvoorzichtig en/of onoplettend en/of onachtzaam heeft gereden dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor [slachtoffer 1] is komen te overlijden en [slachtoffer 2] zwaar lichamelijk letsel werd toegebracht, of
subsidiair:als bestuurder van een bedrijfsauto zich zodanig op de weg heeft gedragen dat daardoor gevaar op de weg werd veroorzaakt.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
hij op of omstreeks 9 januari 2021 te Saasveld in de gemeente Dinkelland als
verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (bedrijfsauto),
daarmede rijdende over de weg, Gunnerstraat,
zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig, onoplettend en/of onachtzaam heeft
gereden, hierin bestaande dat verdachte,
-terwijl hij ter plaatse (zeer) goed bekend is en/of
-terwijl het door hem bestuurde voertuig de apk vervaldatum reeds had bereikt
en/of
-terwijl het door hem bestuurde voertuig rijtechnisch in onvoldoende staat van
onderhoud verkeerde en/of
-terwijl de remschijven op de voorste wielen geheel dan wel grotendeels waren
versleten en/of in ernstige mate door corrosie waren aangetast en/of
-terwijl (onderdelen van) de reminrichting (een trommelremsysteem) linksachter,
althans de wielremcilinder, remvloeistof lekte, althans inwendige en/of uitwendige
lekkage vertoonde, en/of de automatische afstelinrichting van het
trommelremsysteem linksachter niet naar behoren functioneerde en/of
- terwijl (onderdelen van) de reminrichting (een trommelremsysteem) rechtsachter,
althans de wielremcilinder, remvloeistof lekte, althans inwendige en/of uitwendige
lekkage vertoonde en/of
-terwijl tussen beide achterwielen het remkrachtverschil meer dan 40% bedroeg
en/of
-terwijl op het linkerachterwiel een band was gemonteerd welke band op
voornoemde datum ongeveer 18 jaar oud dan wel sterk verouderd was en/of
-terwijl hij, verdachte, in een s-bocht (verlopend eerst naar links) reed waarvan de
rijbaan ongeveer 4 meter breed was,
- in of bij het uitrijden van voornoemde s-bocht onvoldoende rechts heeft
gehouden, maar (meer) links is gaan rijden en/of de bocht (aldus) heeft afgesneden,
terwijl na de s bocht voetgangers aan de linkerkant van de weg liepen (vanuit de
rijrichting van verdachte) en/of
- ( vervolgens) naar rechts is uitgeweken, althans naar rechts heeft gestuurd, terwijl
hij aldaar reed met een snelheid ongeveer gelegen tussen de 76 en 93 kilometer per
uur, in elk geval met een hogere snelheid dan de aldaar maximum toegestane
snelheid van 60 kilometer per uur, in elk geval met een hogere snelheid dan die voor
een veilig verkeer ter plaatse geboden was, en/of
- het verloop van die weg (de Gunnerstraat) niet heeft gevolgd en/of niet op de
rijbaan is blijven rijden en/of
- het door hem bestuurde onvoldoende onder controle heeft gehouden, immers is
hij met de rechterwielen van het door hem bestuurde voertuig in de rechterberm
gereden, althans terechtgekomen, en/of is het door hem bestuurde voertuig (bij het
terugsturen naar de rijbaan) met de achterzijde naar rechts uitgebroken en/of
rechtsom om de as gedraaid en/of
- ( alzo) naar de linkerkant van die weg (de Gunnerstraat) in een zijwaartse beweging
is gegleden/gereden, alwaar voornoemde voetgangers aanwezig waren, en/of in
botsing is gekomen met, althans is gereden tegen, deze voetgangers,
en aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten
verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor een ander (genaamd [slachtoffer 1] )
werd gedood en/of een ander (genaamd [slachtoffer 2] ) zwaar lichamelijk
letsel of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of
verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 9 januari 2021 te Saasveld in de gemeente Dinkelland als
bestuurder van een voertuig (bedrijfsauto), daarmee rijdende op de weg,
Gunnerstraat,
-terwijl hij ter plaatse (zeer) goed bekend is en/of
-terwijl het door hem bestuurde voertuig de apk vervaldatum reeds had bereikt
en/of
-terwijl het door hem bestuurde voertuig rijtechnisch in onvoldoende staat van
onderhoud verkeerde en/of
-terwijl de remschijven op de voorste wielen geheel dan wel grotendeels waren
versleten en/of in ernstige mate door corrosie waren aangetast en/of
-terwijl (onderdelen van) de reminrichting (een trommelremsysteem) linksachter,
althans de wielremcilinder, remvloeistof lekte, althans inwendige en/of uitwendige
lekkage vertoonde, en/of de automatische afstelinrichting van het
trommelremsysteem linksachter niet naar behoren functioneerde en/of
- terwijl (onderdelen van) de reminrichting (een trommelremsysteem) rechtsachter,
althans de wielremcilinder, remvloeistof lekte, althans inwendige en/of uitwendige
lekkage vertoonde en/of
-terwijl tussen beide achterwielen het remkrachtverschil meer dan 40% bedroeg
en/of
-terwijl op het linkerachterwiel een band was gemonteerd welke band op
voornoemde datum ongeveer 18 jaar oud dan wel sterk verouderd was en/of
-terwijl hij, verdachte, in een s-bocht (verlopend eerst naar links) reed waarvan de
rijbaan ongeveer 4 meter breed was,
- in of bij het uitrijden van voornoemde s-bocht onvoldoende rechts heeft
gehouden, maar (meer) links is gaan rijden en/of de bocht (aldus) heeft afgesneden,
terwijl na de s bocht voetgangers aan de linkerkant van de weg liepen (vanuit de
rijrichting van verdachte) en/of
- ( vervolgens) naar rechts is uitgeweken, althans naar rechts heeft gestuurd, terwijl
hij aldaar reed met een snelheid ongeveer gelegen tussen de 76 en 93 kilometer per
uur, in elk geval met een hogere snelheid dan de aldaar maximum toegestane
snelheid van 60 kilometer per uur, in elk geval met een hogere snelheid dan die voor
een veilig verkeer ter plaatse geboden was, en/of
- het verloop van die weg (de Gunnerstraat) niet heeft gevolgd en/of niet op de
rijbaan is blijven rijden en/of
- het door hem bestuurde onvoldoende onder controle heeft gehouden, immers is
hij met de rechterwielen van het door hem bestuurde voertuig in de rechterberm
gereden, althans terechtgekomen, en/of is het door hem bestuurde voertuig (bij het
terugsturen naar de rijbaan) met de achterzijde naar rechts uitgebroken en/of
rechtsom om de as gedraaid en/of
- ( alzo) naar de linkerkant van die weg (de Gunnerstraat) in een zijwaartse beweging
is gegleden/gereden, alwaar voornoemde voetgangers aanwezig waren, en/of in
botsing is gekomen met, althans is gereden tegen, deze voetgangers,
door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt,
althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd,
althans kon worden gehinderd.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsmotivering

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het primair tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard, met dien verstande dat sprake is van aanmerkelijk onvoorzichtig en onachtzaam rijgedrag. Hierdoor is sprake van schuld in de zin van artikel 6 WVW 1994.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit van het primair en subsidiair tenlastegelegde, omdat geen sprake is geweest van aanmerkelijke onvoorzichtigheid, onoplettendheid en onachtzaamheid en dat betekent ook dat het ongeval niet aan zijn schuld te wijten is; enige mate van schuld is niet aanwezig.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Op grond van het dossier en de behandeling ter terechtzitting stelt de rechtbank het volgende vast.
Op 9 januari 2021 omstreeks 14.00 uur reed verdachte als bestuurder van een bedrijfsauto (merk Citroën, type Berlingo) over de Gunnerstraat in de richting van Saasveld, gemeente Dinkelland. Verdachte reed buiten de bebouwde kom. Omstreeks dat tijdstip liepen
[slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] naast elkaar aan de linkerzijde van de Gunnerstraat, eveneens gaande in de richting van Saasveld.
De Gunnerstraat is bestemd voor verkeer in beide richtingen. De breedte van die weg is circa vier meter en de weg is niet verdeeld in rijstroken. Aan weerszijden is op de rijbaan een onderbroken witte streep aangebracht. Aan weerszijden ligt naast de rijbaan een grasberm. Verder is gebleken dat het op dat moment helder en droog weer was. Het wegdek was schoon en toonde goed onderhouden. Gezien de rijrichting van verdachte zou hij de voetgangers passeren op een recht weggedeelte direct na een S-bocht naar rechts. Vlak na deze S-bocht naar rechts ligt aan de linkerzijde van de weg een bosperceel en staat een bomenrij aan de rechterzijde van de weg vlak naast de berm. Daardoor had verdachte, bezien vanuit zijn rijrichting, minder zicht op het verloop van de weg.
Verdachte kent de weg ter plaatse goed. Hij reed daar op dat moment naar eigen zeggen 70 km per uur; een snelheid die volgens verdachte bij de situatie ter plaatse passend was. Door de politie is berekend dat verdachte aan het begin van de zichtbare slipsporen minimaal 76 km per uur en maximaal 93 km per uur reed. De toegestane maximumsnelheid ter plaatse bedroeg 60 km per uur, wat ook was aangegeven met borden aan weerszijden van de weg.
Uit ervaring weet verdachte dat op die weg vaak wielrenners rijden. Hij weet ook dat het zicht in de bocht niet goed is. Om die reden was hij voor de S-bocht op het midden van de weg gaan rijden. Verdachte zag de voetgangers aan de linkerzijde van de weg lopen op het moment dat hij de S-bocht naar rechts doorkwam. Op dat moment stuurde hij de auto naar rechts, kwam daar in de berm, dacht dat hij tegen een boom aan zou rijden en stuurde de auto vervolgens weer naar links de weg op. Daarop raakte de auto in een slip en brak de achterzijde van de auto naar rechts uit. Daarna draaide de auto rechtsom om de as en gleed vervolgens in een zijwaartse beweging naar de linkerzijde van de weg, waarna het voertuig met de rechterzijde in aanrijding kwam met de voetgangers. Het voertuig botste daarna met de rechterzijde tegen een boom en kwam daar tot stilstand.
Ten gevolge van deze aanrijding is [slachtoffer 1] ter plaatse aan zijn verwondingen overleden. Bij [slachtoffer 2] was sprake van een breuk van het rechter uitsteeksel van het schedelbot rond het achterhoofdsgat, een breuk van de tweede halswervel, een breuk van de eerste rib links op de rugzijde, breuken van de uitsteeksels van de derde borstwervel, breuken van de linker elleboog, breuken van het onderste deel van het scheenbeen (het uitsteeksel aan de binnenzijde van de enkel) en het onderste deel van het kuitbeen
van het linkerbeen en oppervlakkige schaafplekken op de neus, linkerhandrug en rechterknie.
Door de politie is onderzoek gedaan naar de technische staat van het voertuig waarin verdachte reed. Daaruit kwam naar voren dat het voertuig rijtechnisch in onvoldoende staat van onderhoud verkeerde; de remschijven op de voorste wielen waren grotendeels versleten, de reminrichting linksachter lekte remvloeistof, de automatische afstelinrichting van de linkerachterrem functioneerde niet naar behoren, de wielremcilinder rechtsachter lekte remvloeistof, tussen beide achterwielen bedroeg het remkrachtverschil meer dan 40% en op het linkerachterwiel was een band gemonteerd die ten tijde van de aanrijding ongeveer achttien jaren oud was. Daarnaast bleek bij raadpleging van het kentekenregister van de RDW dat de APK van het voertuig op 15 augustus 2020 was verlopen en dat het voertuig nadien niet was aangeboden voor nieuwe of herhaalde periodieke keuring. Verdachte was van dit alles niet op de hoogte.
Aan zijn schuld te wijten
Om tot bewezenverklaring te kunnen komen van overtreding van artikel 6 WVW 1994 is onder meer vereist dat het verkeersongeval aan de schuld van de verdachte te wijten is. Om tot het oordeel te komen dat sprake is van schuld in de zin van artikel 6 WVW moet in ieder geval sprake zijn van een aanmerkelijke mate van verwijtbare onvoorzichtigheid, onachtzaamheid en/of onoplettendheid van verdachte. Daarbij is van belang dat niet reeds uit de ernst van de gevolgen van verkeersgedrag dat in strijd is met één of meer wettelijke gedragsregels in het verkeer kan worden afgeleid dat sprake is van schuld in vorenbedoelde zin. Gekeken moet worden naar het geheel van gedragingen van verdachte, naar de aard en de concrete ernst van de verkeersovertreding en verder naar de omstandigheden waaronder die overtreding is begaan.
De rechtbank overweegt allereerst dat verdachte de maximaal toegestane snelheid aanzienlijk heeft overschreden, terwijl hij de situatie ter plaatse kende. Hij wist dat op die weg vaak wielrenners rijden, dat hij een S-bocht naderde, en dat er in die bocht geen goed zicht is. Ook was hem bekend dat de bomenrij aan de rechterzijde van de weg ervoor zorgde dat hij minder zicht had op het verkeer in en voorbij die bocht. Daarnaast is verdachte niet voldoende rechts op de weg blijven rijden, maar juist meer links op een weg die maar circa vier meter breed is. Verdachte had, gelet op de situatie ter plaatse, juist zijn snelheid moeten minderen en voldoende rechts moeten rijden. Doordat verdachte te hard reed en niet voldoende rechts op de weg is blijven rijden, moest hij bij het uitkomen van de S-bocht plotseling naar rechts sturen om een aanrijding met de twee voetgangers aan de linkerzijde van de weg te voorkomen. Verdachte is hierbij niet de gehele tijd op de rijbaan blijven rijden; het voertuig is deels door de berm gereden. Om niet zelf tegen een boom aan te rijden, stuurde verdachte het voertuig naar links. Als gevolg daarvan raakte de auto in een slip waarna het voertuig in aanrijding kwam met [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] . Aldus heeft verdachte zijn voertuig onvoldoende onder controle weten te houden. De technische staat van de auto doet daar niet aan af, omdat de technische gebreken de invloed van de factoren die bepalend zijn geweest voor het ontstaan van het ongeval (de gereden snelheid, de plaats op de weg, de controle over het voertuig wat betreft het in en uit de berm rijden) op het ongeval onverlet laten.
Zodanig verkeersgedrag kan, naar het oordeel van de rechtbank, mede gelet op de jurisprudentie van de Hoge Raad, de gevolgtrekking dragen dat verdachte zich aanmerkelijk onvoorzichtig, onoplettend en onachtzaam heeft gedragen en dat het verkeersongeval aan de schuld van verdachte als bedoeld in artikel 6 WVW 1994 te wijten is. Dat zou slechts anders kunnen zijn indien zich een uitzonderlijke omstandigheid heeft voorgedaan, bijvoorbeeld dat verdachte in een verontschuldigbare onmacht verkeerde ten tijde van het ongeval. Van een dergelijke omstandigheid, in de zin dat verdachte geen relevant verwijt treft, is – zoals hiervoor uitvoerig is overwogen – niet gebleken.
Gelet op het geheel van de gedragingen van verdachte, de aard en de ernst daarvan en de omstandigheden waaronder die gedragingen hebben plaatsgevonden, is de rechtbank van oordeel dat verdachte aanmerkelijk onvoorzichtig, onoplettend en onachtzaam heeft gereden.
Letsel
De rechtbank is op basis van het voorgaande van oordeel dat door het verkeersgedrag van verdachte een verkeersongeval heeft plaatsgevonden waardoor [slachtoffer 1] werd gedood en [slachtoffer 2] , gelet op de aard van haar letsel (onder andere meerdere (bot)breuken), zwaar lichamelijk letsel werd toegebracht.
Conclusie
De rechtbank is op grond van het voorgaande van oordeel dat het primair tenlastegelegde wettig en overtuigend is bewezen, te weten dat verdachte zodanig aanmerkelijk onvoorzichtig, onoplettend en onachtzaam heeft gereden, dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden waardoor [slachtoffer 1] is gedood en [slachtoffer 2] zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 9 januari 2021 in de gemeente Dinkelland als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (bedrijfsauto), daarmede rijdende over de weg, Gunnerstraat,
aanmerkelijk, onvoorzichtig, onoplettend en onachtzaam heeft gereden, hierin bestaande dat verdachte,
- terwijl hij ter plaatse goed bekend is en
- terwijl het door hem bestuurde voertuig de apk vervaldatum reeds had bereikt
en
- terwijl het door hem bestuurde voertuig rijtechnisch in onvoldoende staat van
onderhoud verkeerde en
- terwijl de remschijven op de voorste wielen grotendeels waren versleten en
- terwijl de reminrichting (een trommelremsysteem) linksachter remvloeistof lekte en de automatische afstelinrichting van het trommelremsysteem linksachter niet naar behoren functioneerde en
- terwijl de wielremcilinder remvloeistof lekte en
- terwijl tussen beide achterwielen het remkrachtverschil meer dan 40% bedroeg en
- terwijl op het linkerachterwiel een band was gemonteerd welke band op
voornoemde datum ongeveer 18 jaar oud was en
- terwijl hij, verdachte, in een s-bocht (verlopend eerst naar links) reed waarvan de
rijbaan ongeveer 4 meter breed was,
- in voornoemde s-bocht onvoldoende rechts heeft gehouden, maar (meer) links is gaan rijden, terwijl na de s bocht voetgangers aan de linkerkant van de weg liepen (vanuit de
rijrichting van verdachte) en
- ( vervolgens) naar rechts heeft gestuurd, terwijl hij aldaar reed met een snelheid ongeveer gelegen tussen de 76 en 93 kilometer per uur, in elk geval met een hogere snelheid dan die voor een veilig verkeer ter plaatse geboden was, en
- niet op de rijbaan is blijven rijden en
- het door hem bestuurde voertuig onvoldoende onder controle heeft gehouden, immers is hij met de rechterwielen van het door hem bestuurde voertuig in de rechterberm gereden en is het door hem bestuurde voertuig (bij het terugsturen naar de rijbaan) met de achterzijde naar rechts uitgebroken en rechtsom om de as gedraaid en
- naar de linkerkant van die weg (de Gunnerstraat) in een zijwaartse beweging is gegleden/gereden, alwaar voornoemde voetgangers aanwezig waren, en is gereden tegen, deze voetgangers, en aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten
verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor een ander (genaamd [slachtoffer 1] )
werd gedood en een ander (genaamd [slachtoffer 2] ) zwaar lichamelijk
letsel werd toegebracht.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte primair meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 6 en 175 van de WVW 1994.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
primair
het misdrijf: overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander wordt gedood
en
overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander lichamelijk letsel wordt toegebracht.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor het bewezenverklaarde feit.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 240 uren, subsidiair 120 dagen hechtenis en een onvoorwaardelijke ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen voor de duur van een jaar.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht om bij het bepalen van de straf rekening te houden met de omstandigheid dat verdachte een first offender is en dat het ongeval impact op hem heeft gehad en zal blijven hebben. Daarnaast heeft de raadsvrouw bepleit dat verdachte zijn rijbewijs nodig heeft voor zijn werk. Zij heeft verzocht een onvoorwaardelijke rijontzegging op te leggen voor de dagen dat verdachte’s rijbewijs ingehouden is geweest en overigens een voorwaardelijke rijontzegging op te leggen in combinatie met een taakstraf. Bij een onvoorwaardelijke rijontzegging verliest verdachte mogelijk zijn baan. Indien de rechtbank toch een onvoorwaardelijke rijontzegging oplegt, geeft de raadsvrouw de rechtbank in overweging te bepalen dat verdachte in het weekend en in de avond niet mag rijden.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Verdachte heeft door zijn rijgedrag als hierboven omschreven een zeer ernstig ongeval veroorzaakt. [slachtoffer 1] is als gevolg van dit ongeval om leven gekomen en zijn vrouw, [slachtoffer 2] , werd zwaar lichamelijk letsel toegebracht. Hoewel de verdachte dit niet heeft gewild, is het ongeval en de tragische gevolgen ervan wel aan hem te wijten. Hij heeft door op deze manier te handelen het meest waardevolle wat er is, een mensenleven, weggenomen. De rechtbank realiseert zich dat het in deze zaak onmogelijk is om een straf op te leggen die recht doet aan het emotionele leed van de nabestaanden. Een strafrechtelijke reactie in welke vorm dan ook zal het door het verlies veroorzaakte intense leed nooit ongedaan kunnen maken.
Bij de strafbepaling houdt de rechtbank ook rekening met de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Verdachte heeft er blijk van gegeven dat de gevolgen van het verkeersongeval hem erg hebben aangegrepen. De rechtbank houdt rekening met het feit dat verdachte zich sinds de dag van het ongeval geconfronteerd zag met de noodlottige gevolgen van het verkeersongeval, de verwerking daarvan en de wetenschap dat deze strafzaak hem boven het hoofd hing. Daarnaast acht de rechtbank voor de straftoemeting van belang dat verdachte niet eerder met justitie in aanraking is geweest.
De rechtbank gaat bij de strafoplegging uit van de oriëntatiepunten voor straftoemeting en de afspraken van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht. Voor het veroorzaken van een verkeersongeval waarbij een ander is gedood en er sprake is van een aanmerkelijke verkeersfout is het uitgangspunt een taakstraf voor de duur van 240 uren en een ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen voor de duur van één jaar.
Alle omstandigheden in aanmerking genomen ziet de rechtbank in dit geval geen reden om af te wijken van de oriëntatiepunten en zal zij aan verdachte een taakstraf voor de duur van 240 uren, subsidiair 120 dagen hechtenis, en een ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen voor de duur van een jaar, opleggen.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 9, 22c, 22d, 57 Wetboek van Strafrecht en artikel 179 WVW 1994.

9.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
primair
het misdrijf: overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander wordt gedood
en
overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander lichamelijk letsel wordt toegebracht;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het primair bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren;
- beveelt, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
120 (honderdtwintig) dagen;
-
ontzegtde verdachte de
bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigenvoor de duur van
1 (een) jaar;
- beveelt dat de tijd gedurende welke het rijbewijs ingevorderd en ingehouden is geweest, ingevolge artikel 164 van de Wegenverkeerswet 1994, afgetrokken wordt van de duur van de ontzegging.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. Rikken, voorzitter, mr. C.C.S. Bordenga-Koppes en mr. R.G.J. Gehring, rechters, in tegenwoordigheid van mr. B.M. Hoek, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 3 juni 2022.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2021013713. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 13 mei 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte.
Ik ken de Gunnerstraat goed. Ik reed daar op 9 januari 2021 in de richting van Saasveld. Ik reed daar 70 km per uur. Ik weet dat de maximum toegestane snelheid 60 km per uur is. Ik rijd altijd naar het midden van de weg in die S-bocht, omdat daar ook vaak wielrenners rechts rijden, die ik anders op mijn motorkap zou krijgen. Ik weet dat je in die bocht niet goed zicht hebt. Op het moment dat ik de bocht naar rechts doorkwam, zag ik die twee voetgangers aan de linkerkant van de weg. Daarop heb ik mijn auto naar rechts gestuurd, de berm in. Ik dacht toen dat ik tegen een boom aan zou rijden en daarop heb ik de auto weer naar links gestuurd. Toen begon de auto te draaien en heb ik die voetgangers aangereden.
Het proces-verbaal VerkeersOngevalsAnalyse onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven, pagina’s 12, 13, 18, 24, 25, 30 en 35.
Op zaterdag 9 januari 2021, omstreeks 15.15 uur, hebben wij:
• [verbalisant 1] , brigadier van politie, senior Forensische Opsporing,
• [verbalisant 2] , brigadier van politie, senior Forensische Opsporing, en
• [verbalisant 3] , hoofdagent van politie, generalist Forensische Opsporing:
• [verbalisant 4] , hoofdagent van politie, generalist Forensische Opsporing (in opleiding),
conform de Instructie Afhandeling Verkeersongevallen van 1 juni 2015, een onderzoek ingesteld naar de oorzaak, toedracht en gevolgen van het plaatsgevonden verkeersongeval en de technische staat van het daarbij betrokken voertuig.
C. Aan de hand van de meest recente beschikbare onderzoeksgegevens kon de volgende
toedracht worden vermoed. De bestuurder van de Citroen Berlingo, hierna te noemen Citroen, reed over de Gunnerstraat, komende vanuit de richting Weerselo en gaande in de richting van Saasveld. De Citroen bestuurder naderde daar een bocht naar rechts. Ter hoogte van dit weggedeelte was ter linkerzijde een bosperceel gelegen en ter rechterzijde een bomenrij.
Na genoemde bocht liepen twee voetgangers op de rijbaan. Gelet op de verklaring van getuige [getuige] , die de twee voetgangers was gepasseerd, liepen zij naast elkaar aan de linkerzijde van de rijbaan, eveneens in de richting Saasveld.
De Citroen bestuurder reed genoemde bocht naar rechts door en stuurde daarbij naar rechts,
naar de rechterzijde van de rijbaan. De Citroen kwam daar in een slipbeweging en reed in dit
deel van het ongevalsverloop met de rechterwielen in de rechterberm. In het verdere verloop
van de slipbeweging roteerde de Citroen verder linksom en verplaatste zich verder in een
roterende en zijdelingse beweging naar de linkerzijde van de rijbaan. Vervolgens botste de
Citroen met de rechterzijde van dit voertuig met de beide voetgangers. Door de kracht van de
botsing werden de voetgangers verder weggeworpen en belandden in de berm aan de
linkerzijde van de rijbaan. In het verdere ongevalsverloop botste de Citroen met de rechterzijde
tegen een boom en kwam daar tot stilstand.
Ten gevolge van de botsing met de Citroen overleed de mannelijke voetganger ter plaatse en
werd de vrouwelijk voetganger met zwaar letsel vervoerd naar het ziekenhuis.
Het verkeersongeval had plaats gevonden op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, de Gunnerstraat;
• Gelegen buiten de bebouwde kom van Saasveld in de gemeente Dinkelland (bron: politie atias/BVH).
• Ik, verbalisant [verbalisant 1] , zag dat bij het verlaten van de bebouwde kom van respectievelijk
Weerselo en Saasveld, het einde daarvan was aangeduid door middel van bord H02A bijlage 1 RW 1990.
• De ter plaatse toegestane maximumsnelheid bedroeg 60 km/h. Ik, verbalisant [verbalisant 1] , zag
dat, bij het verlaten van de bebouwde kom van respectievelijk Weerselo en Saasveld, dit
kenbaar was gemaakt door middel van zonebord A01(60ZB) bijlage 1 RW1990.
• De Gunnerstraat heeft zijn verloop van Weerselo naar Saasveld en vice versa.
• Het ongeval vond, gezien de rijrichting van voertuig merk Citroen, plaats op een recht
weggedeelte dat daar direct na een bocht naar rechts was gelegen.
• De rijbaan had een breedte van circa 4 meter. Aan weerszijden waren onderbroken strepen
aangebracht.
• Naast de rijbaan lag aan weerszijden een grasberm.
Uit het proces-verbaal, opgemaakt door [verbalisant 5] van het team Noordoost-Twente bleek dat de volgende omstandigheden van toepassing waren bij aankomst van de eerste politie eenheden op de ongevallocatie op 9 januari 2021, omstreeks 14.30 uur;
• Het was droog weer
• Het zicht was helder
• Het wegdek bestond uit bitumen met dichte structuur (DAB)
• Het wegdek was vochtig.
• Het wegdek was schoon en toonde goed onderhouden
Op het moment van de aanrijding was het daglicht.
• Het tijdstip melding aan de eerste noodhulpeenheid was 14.08 uur
Het betrof hier een bedrijfsauto.
Kenteken [kenteken]
Merk CITROËN
Type BERLINGO 1.6HDI 600 55,2 KW
Voertuigcategorie Bedrijfsauto, N1
APK vervaldatum [datum]
De wielen aan de voorzijde waren voorzien van een systeem met remschijven.
De wielen aan de achterzijde waren voorzien van trommelremmen.
Bij metingen op een remmenbank van de RDW bleek dat er een remkrachtverschil bestond tussen beide achterwielen dat meer 40% bedroeg.
Wij zagen dat, hoewel wettelijk toegestaan, op de achteras twee verschillende merken banden waren gemonteerd.
- linksachter : merk Kleber, type Viaxer, maat 175 / 70R14, e, productie week 32 / 2003.
• Bij het lichten van de afdichtcupjes van de wielremcilinder van de rechterachterrem zagen wij de aanwezigheid van een overmatige hoeveelheid remvloeistof achter de remcupjes. Dit duidt op lekkage van de wielremcilinder.
Bij het lichten van de cupjes van de linkerachterrem liep er een overmatige hoeveelheid remvloeistof weg. Dit duidde op lekkage van de wielremcilinder. Wij zagen dat de automatische stelinrichting niet functioneerde.
• Op de remsystemen op de voorwielen waren nieuwe remblokken gemonteerd op nagenoeg
versleten remschijven. Ook het remschijfoppervlak zelf vertoonde slijtage. Zo vertoont het oppervlak diepe groeven. Bij het monteren van nieuwe remblokken op een remschijf met diepe groeven zal het effectieve remoppervlak worden verkleind tot het contactoppervlak dat het vlakke remblok heeft met het bovenste deel van de groeven op de remschijf.
Ook bleek ons dat de rechter remschijf een dikte had van 17,75mm, waarbij de minimale dikte (voor vervanging) van de remschijf op 18.4 mm mag bedragen.
Op zaterdag 9 januari 2021, omstreeks 16.60 uur, werd door ons, verbalisant [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , de lijkschouw van het slachtoffer bijgewoond. De lijkschouw werd verricht door GGD-arts, W. Santing op de ongevalslocatie.
Overledene : [slachtoffer 1] (man), [geboortedatum 3] te [geboorteplaats 2] , nationaliteit Nederlandse, laatst gewoond hebbende te [woonplaats 2] .
Ten tijde van de schouw werden meerdere letsels vastgesteld. GGD arts Santing stelde vast dat het slachtoffer een schedelbasisfractuur en rib-, bekken-, wervel- en been fracturen had.
Het aanvullend proces-verbaal VerkeersOngevalsAnalyse rij- en remproeven, onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven, pagina 6.
De snelheid van de Citroën aan het begin van de zichtbare afgetekende slipsporen bedroeg minimaal 76 km/h en maximaal 93 km/h.
Het proces-verbaal van verhoor van verdachte, pagina 40, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte
Op 9 januari 2021 omstreeks 14.00 uur trad ik op als bestuurder van een personenauto
van het merk Citroen, type Berlingo, kleur wit en voorzien van het kenteken [kenteken] .
Ik reed opdat moment op Gunnerstraat te Saasveld van de gemeente Dinkelland.
Ik kwam uit de richting van Weerselo en reed in de richting van Saasveld. Op een gegeven moment zag ik een tweetal personen lopen aan de linkerzijde van de weg. Ik zag dat deze mensen naast elkaar liepen, deze mensen liepen richting Saasveld. Nadat ik die mensen zag, heb ik mijn auto naar rechts gestuurd. De mensen liepen toen opdat moment op de weg in een bocht. Dat gedeelte van de weg is een S-bocht, waar je niet zo goed zicht hebt op de diegene die je tegemoet komen rijden. Ik reed daarom wat aan de linkerzijde van de weg om
goed door de bocht heen te kunnen kijken. Vervolgens heb ik mijn auto naar de
rechterzijde van de weg gestuurd. Vermoedelijk heb ik wat te veel naar rechts
gestuurd, waardoor ik met mijn rechtervoorwiel in de berm geraakte. Ik kwam op de
zachte gedeelte van de berm terecht. Ik voelde aan het stuur dat de auto nog meer de
berm in wilde rijden, waardoor ik eventueel een boom zou kunnen raken. Nadat ik dat
voelde aan het stuur heb ik mijn stuur dusdanig veel naar links gecorrigeerd dat de
auto honderdtachtig graden op de weg draaide. Bij deze draai op de weg raakte de
rechterachterzijde van mijn auto de twee personen die op de weg liepen.
Toen ik mijn stuur corrigeerde zag ik in mijn ooghoek die twee personen lopen op de
weg. Ik zag dat ze heel dichtbij mijn auto waren. Ik heb toen mijn stuur nog meer
gecorrigeerd om deze mensen niet te raken. Ik heb niet gezien of die mensen
aanstalten maakten om weg te komen. Ik heb die personen ook alleen maar van achteren
gezien.
Na het maken van de draai van honderdtachtig graden ben ik met de auto doorgeschoten
naar de berm aan de linkerzijde van de weg en kwam tegen de boom tot stilstand.
Ik kwam met de rechterzijde kant tegen de boom aan. Nadat ik tot stilstand kwam ben
ik gelijk uitgestapt en heb gezocht naar die twee personen.
Achter de auto in de berm zag ik de vrouw liggen die ik zojuist had aangereden.
Een geschrift, te weten de letselrapportage forensische geneeskunde van 10 maart 2021, ondertekend door drs. M. Evers, forensisch arts, pagina’s 64 en 65, voor zover inhoudend.
Betrokkene is op 9 januari per ambulance op de SEH gekomen. Mevrouw is bij bewustzijn. Bij onderzoek wordt aan letsel gezien:
- een breuk van het rechter uitsteeksel van het schedelbot rond het achterhoofdsgat
- een breuk van de tweede halswervel
- een breuk van de eerste rib links op de rugzijde
- breuken van de uitsteeksels van de derde borstwervel
- breuken van de linker elleboog
- breuken van het onderste deel van het scheenbeen (het uitsteeksel aan de binnenzijde van de enkel) en onderste deel van het kuitbeen van linker been.
- oppervlakkige schaafplek neus, linker handrug, rechterknie
Mevrouw werd opgenomen op de afdeling orthopedie. De behandeling bestond uit:
- een operatie op 9 januari waarbij de breuken van linker scheen- en kuitbeen met behulp van een plaat en schroeven zijn vastgezet,
- aansluitend aan de operatie is de breuk van de linker elleboog handmatig gezet en ingegipst. Deze breuk zou na een week operatief moeten worden vastgezet.
- de breuken aan de schedel en wervels waren stabiel en behoefden derhalve geen operatie.
Tijdens de opname kreeg zij longembolieën en een longontsteking en is medicatie ter ontstolling gestart en intraveneuze antibiotica. Vanwege de ontstolling kon de operatieve vastzetting van de elleboog niet plaatsvinden, maar werd de breuk vanwege de afwijkende stand opnieuw handmatig gezet onder narcose.
Mevrouw werd op 20 januari in relatief goede gezondheid ontslagen naar een revalidatieafdeling in Borne, waarbij
- afspraken voor poliklinische controles en gipswissel
- handhaven van de ontstolling
- schroeven uit de enkel na ca 10 weken verwijderd moeten worden.