Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
[eiseres]”,
[gedaagde]”,
1.Samenvatting
2.Het verloop van de procedure
- het tussenvonnis van 26 oktober 2021,
- de door [eiseres] ingediende “akte overleggen producties en vermeerdering van eis”, ter griffie ontvangen op 25 januari 2022,
- de mondelinge behandeling van 8 februari 2022,
- de spreekaantekeningen van [gedaagde] .
3.De vaststaande feiten
4.De vordering en het verweer
De vordering
- een verklaring voor recht dat [gedaagde] aansprakelijk is voor de door haar geleden en nog te lijden schade als gevolg van de toerekenbare tekortkomingen in de nakoming van contractuele verbintenissen en de onrechtmatige daad door [gedaagde] , nader te begroten in een schadestaatprocedure, te vermeerderen met wettelijke rente,
- veroordeling van [gedaagde] om aan [eiseres] plus te betalen:
- dat de vordering met betrekking tot de contante geldopnames en de daarover gevorderde wettelijke rente moet worden afgewezen,
- dat de vorderingen tot vergoeding van onderzoekskosten en beslagkosten gedeeltelijk moeten worden afgewezen,
- dat de proceskosten moeten worden gecompenseerd.
5.De beoordeling
6.De beslissing
31 mei 2022voor
uitlating door [gedaagde]of hij (tegen)bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en/of door een ander bewijsmiddel,