ECLI:NL:RBOVE:2022:4034
Rechtbank Overijssel
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Beslissing over teruggave rijbewijs na invordering op grond van alcoholgebruik
Op 9 november 2022 heeft de enkelvoudige raadkamer van de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, uitspraak gedaan in een klaagschrift van een klager tegen de invordering van zijn rijbewijs. Het klaagschrift, ingediend op 2 november 2022, was gericht tegen de inhouding van het rijbewijs op basis van artikel 164 van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994). De klager, geboren in 1984, had onder invloed van alcohol een voertuig bestuurd en had een ademalcoholgehalte van 650 µg/l. Het rijbewijs was op 21 oktober 2022 ingevorderd en de officier van justitie had besloten het rijbewijs voor vier maanden in te houden.
Tijdens de zitting op 9 november 2022 werd de klager gehoord, evenals de officier van justitie, mr. C.P. Dronkers. De advocaat van de klager, mr. D.H.J. van Huykelom van de Pas van Baarsdorp, was niet aanwezig en bleek bovendien geen advocaat te zijn, waardoor hij niet op kon treden. De raadkamer heeft het klaagschrift gegrond verklaard, waarbij de persoonlijke omstandigheden van de klager, zoals zijn spijt over het gedrag en de noodzaak van het rijbewijs voor zijn werk, zwaar wogen. De rechtbank oordeelde dat de belangen van de klager in dit geval zwaarder wegen dan de verkeersveiligheid, en gelastte de teruggave van het rijbewijs.
De beslissing werd genomen door rechter mr. B.W.M. Hendriks, in aanwezigheid van griffier A. Bašić, en werd openbaar uitgesproken. De uitspraak benadrukt dat de gegrondverklaring van het klaagschrift niet te danken was aan de advocaat, maar aan de persoonlijke toelichting van de klager tijdens de zitting.