ECLI:NL:RBOVE:2022:4030

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
5 december 2022
Publicatiedatum
21 februari 2023
Zaaknummer
C/08/287114 / FA RK 22-2531
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot benoeming bijzondere curator en verzoek om GI te gelasten Kind en Gezin in te schakelen afgewezen

In deze beschikking van de Rechtbank Overijssel, gedateerd 5 december 2022, is het verzoek van de gecertificeerde instelling (GI) om een bijzondere curator voor de minderjarige te benoemen afgewezen. De GI stelde dat de ouders niet in staat zijn om samen afspraken te maken over de verzorging en opvoeding van hun kind, wat de belangen van de minderjarige in gevaar zou brengen. De rechtbank oordeelde echter dat er geen concrete aanleiding was voor de benoeming van een bijzondere curator, aangezien de ouders nog gebruik kunnen maken van de hulp van jeugdbeschermers zolang er een ondertoezichtstelling is. De rechtbank benadrukte dat de benoeming van een bijzondere curator alleen in wezenlijke problemen kan plaatsvinden en dat de huidige situatie niet voldeed aan deze criteria.

Daarnaast werd het zelfstandig verzoek van de moeder om de GI opdracht te geven Kind en Gezin in te schakelen afgewezen. De rechtbank stelde dat de GI verantwoordelijk is voor de uitvoering van de ondertoezichtstelling en dat het aan hen is om te bepalen welke hulpverlening nodig is. De rechtbank concludeerde dat zowel het verzoek van de GI als het zelfstandig verzoek van de moeder moesten worden afgewezen, en dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. De beschikking werd openbaar uitgesproken door kinderrechter J.H. Olthof, met griffier G.H. Mensink-Heuver aanwezig.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

locatie Almelo
team familie- en jeugdrecht
zaaknummer: C/08/287114 / FA RK 22-2531

beschikking van 5 december 2022

in de zaak van

Stichting Jeugdbescherming Overijssel,

de gecertificeerde instelling,
hierna te noemen: de GI,
gevestigd te Hengelo (O) ,
verzoekster.
betreffende

[de minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2017 te [geboorteplaats] ,

hierna te noemen: [de minderjarige] .
De rechtbank merkt als belanghebbenden aan:

[belanghebbende sub 1] ,

hierna te noemen: de moeder,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. L. van Straten, en

[belanghebbende sub 2] ,

hierna te noemen: de vader,
wonende te [woonplaats] ,
gezamenlijk ook te noemen de ouders.

Het procesverloop

Op 14 oktober 2022 is het verzoekschrift met bijlagen binnengekomen bij de griffie.
Op 21 oktober 2022 is een emailbericht van mr. Van Straten binnengekomen bij de griffie.
Op 21 november 2022 is een verweerschrift met zelfstandig verzoek met bijlagen binnengekomen bij de griffie.
De mondelinge behandeling heeft met gesloten deuren plaatsgevonden op
24 november 2022, gelijktijdig met zaaknummer: C/08/287302 / FA RK 22-2572 (wijziging gezag), waarin afzonderlijk wordt beslist.
Verschenen en gehoord zijn:
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat,
- de vader,
- [A] en [B] namens de GI.
- [C] namens de raad voor de kinderbescherming, hierna te noemen: de raad.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [de minderjarige] wordt uitgeoefend door de ouders.
[de minderjarige] woont formeel bij de moeder. Zij verblijft de ene week bij de moeder en de andere week bij de vader.
Bij beschikking van 4 juli 2022 is de ondertoezichtstelling van [de minderjarige] laatstelijk verlengd tot 30 januari 2023
Bij beschikking van 22 juli 2022 is op verzoek van de GI binnen het kader van de ondertoezichtstelling de volgende voorlopige zorg- en contactregeling vastgesteld:
- [de minderjarige] verblijft met ingang van 27 augustus om 12:00 uur tot 3 september 12:00 uur bij de moeder en van 3 september 12:00 uur tot 10 september 12:00 uur bij de vader en vervolgens om en om;
- Kerst oneven jaren: 24 december bij de moeder vanaf 16:00 uur tot 25 december 16:00 uur. 25 december 16:00 tot 27 december 12:00 bij de vader. Oud en nieuw oneven jaren: 31 december 12:00 uur tot 1 januari 12:00 uur bij de moeder. 1 januari 12:00 uur tot 2 januari 12:00 uur bij de vader. Op de overige dagen in de kerstvakantie verblijf [de minderjarige] bij de ouder bij wie zij volgens de reguliere regeling zou verblijven.
- Kerst even jaren: 24 december bij de vader vanaf 16:00 uur tot 25 december 16:00 uur.
25 december 16:00 tot 27 december 12:00 bij de moeder. Oud en nieuw even jaren
31 december 12:00 uur tot 1 januari 12:00 uur bij de vader. 1 januari 12:00 uur tot 2 januari 12:00 uur bij de moeder. Op de overige dagen in de kerstvakantie verblijf [de minderjarige] bij de ouder bij wie zij volgens de reguliere regeling zou verblijven.
- Voorjaarsvakantie: oneven jaar bij de moeder, even jaar bij de vader. Start van de vakantie zaterdag 12:00 uur tot zaterdag 12:00 uur:
- Meivakantie: oneven jaar eerste week bij moeder, tweede week bij de vader. Wisselmoment zaterdag 12:00 uur. Even jaar eerste week bij de vader, tweede week bij moeder
- Zomervakantie: Oneven jaar: eerste drie weken bij de moeder, laatste drie weken bij de vader. Start vakantie 12:00 uur, wisselmoment zaterdag 12:00 uur. Even jaar: eerste drie weken bij de vader, laatste drie weken bij moeder. Start vakantie 12:00 uur, wisselmoment zaterdag 12:00 uur.
- Herfstvakantie: oneven jaar bij de vader, even jaar bij de moeder. Start van de vakantie zaterdag 12:00 uur tot zaterdag 12:00 uur.
- Pasen: oneven jaar bij moeder. Even jaar bij vader. Start eerste Paasdag 12:00 uur tot tweede Paasdag 18:00 uur;
- Pinksteren: even jaar bij vader, oneven jaar bij moeder. Start: eerste Pinksterdag 12:00 uur tot tweede Pinksterdag 18:00 uur;
- Hemelvaartsdag: even jaar bij moeder, oneven jaar bij vader. Start 10:00 uur tot volgende dag 10:00 uur;
- Bevrijdingsdag: even jaar bij moeder, oneven jaar bij vader. Start 10:00 uur tot volgende dag 10:00 uur;
- Verjaardagen van de ouders: [de minderjarige] is op de verjaardagen van de ouder: vanaf de dag ervoor 18:00 uur tot de dag erna 10:00 uur bij de ouders die jarig is.
- op Moederdag is zij bij moeder; op Vaderdag is [de minderjarige] bij vader;
- verjaardagen halfbroertjes/halfzusjes: [de minderjarige] is op de verjaardagen van halfbroertjes/zusje: vanaf de dag ervoor 18:00 uur tot de dag erna 10:00 bij de ouder waarvan het kind jarig is;
- op feesten/speciale dagen van bijvoorbeeld school (buiten de thuissituaties om) en andere activiteiten van [de minderjarige] zijn beide ouders welkom (bijvoorbeeld diplomazwemmen, musicals oudergesprekken etc.);
- activiteiten waar [de minderjarige] in de toekomst aan gaat deelnemen: de ouder waar [de minderjarige] is, zorgt dat zij daar aanwezig is;
- het vervoer voor de wisselingen zal als volgt worden vormgegeven: de ouder bij wie [de minderjarige] op dat moment verblijft zorgt dat [de minderjarige] bij de andere ouder wordt gebracht;
- moeder draagt zorg dat [de minderjarige] wordt aangemeld bij het [zwembad] voor zwemlessen en organiseert ook de financiële afwikkeling. In de weken dat [de minderjarige] bij de vader is, zorgt hij dat de zwemlessen gecontinueerd worden.
- de dag voordat [de minderjarige] naar de andere ouder gaat, draagt de ouder waar [de minderjarige] op dat moment is zorg voor een schriftelijke overdracht per e-mail. Hierin wordt een beeld geschetst van de week die [de minderjarige] bij die ouder gehad heeft. Uitzondering hierop is dat bij medische zorg en bijzonderheden de andere ouder zo spoedig mogelijk op de hoogte wordt gebracht;
- tijdens de vakantie is er wekelijks belcontact tussen [de minderjarige] en de andere ouder, op dinsdag om 17:00 uur;
- wanneer er plannen zijn om op vakantie gaan wordt dit twee maanden van te voren kenbaar gemaakt aan de andere ouder en zorg gedragen voor een toestemmingsformulier voor het reizen naar het buitenland indien noodzakelijk.
- wanneer beide ouders overeenstemming vinden kan er afgeweken worden van bovengenoemde afspraken.
Er loopt nog een procedure bij deze rechtbank, bekend onder zaaknummer C/08/218596 / FA RK 18-1334, waarin nog moet worden beslist over de zorg- en contactregeling, welk verzoek door de vader is ingediend. Deze zaak is op 22 juli 2022 verwezen naar de rol van 9 januari 2023 voor uitlating partijen omtrent het verdere verloop van de procedure dan wel voor dagbepaling voortgezette behandeling.

Het verzoek

De GI verzoekt de rechtbank bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, op grond van artikel 1:250 BW ambtshalve een bijzondere curator voor [de minderjarige] te benoemen, te weten een orthopedagoog met expertise op het gebied van complexe scheiding.
Ter onderbouwing van het verzoek stelt de GI dat is gebleken dat de gezaghebbende ouders samen geen afspraken kunnen maken over de verzorging en opvoeding van [de minderjarige] . Hierdoor lukt het niet om de belangen van [de minderjarige] voorop te stellen en lijkt de strijd vanuit ouders en eigen belang van een van beide ouders in strijd te zijn met het belang van [de minderjarige] . In de laatste beschikking van de verlenging ondertoezichtstelling zijn drie doelen gesteld voor de komende periode: het aanstellen van een hulpverlener die het belang van [de minderjarige] behartigt, een traject opstarten voor beide ouders om hun ouderschap op een zo goed mogelijke manier voor [de minderjarige] vorm te geven en een definitieve verdeling van de zorg- en opvoedingstaken vast te laten stellen in een beschikking. Aan alle drie de gestelde doelen kan niet voldoende worden gewerkt, waardoor die doelen niet worden bereikt. De GI is van mening dat hiermee [de minderjarige] ’s belangen in conflict zijn met de belangen van de gezaghebbende ouders. Op geen enkele wijze komen ouders tot overeenstemming, behalve als de kinderrechter een besluit neemt. Het is van belang dat een belangenbehartiger van [de minderjarige] juridisch zeggenschap heeft, zodat ouders zich hierin voegen. Daarom is het noodzakelijk dat er een bijzondere curator wordt benoemd die de belangen van [de minderjarige] kan vertegenwoordigen.
Het verweer van de ouders
Moeder voert verweer tegen het verzoek van de GI tot benoeming van een bijzondere
curator. Zij heeft in haar e-mails aan de GI van 13 juli 2022 en 5 september 2022
haar voorkeur uitgesproken voor het inschakelen van Kind en Gezin. Moeder begrijpt niet
waarom de GI aan haar voorkeur voor het inschakelen van Kind en Gezin voorbij gaat.
Moeder vraagt zich af wat een bijzondere curator meer kan doen dan de GI de afgelopen
jaren heeft kunnen doen. Een bijzondere curator wordt door de rechtbank voor een concrete
taak benoemd en is niet jarenlang in beeld. Een bijzondere curator heeft bovendien geen
juridische zeggenschap en kan daardoor geen knopen doorhakken, waardoor [de minderjarige] tussen
beide ouders in zal blijven staan. Moeder is daarom van mening dat het verzoek van de GI
tot benoeming van een bijzondere curator afgewezen dient te worden. Tijdens de mondelinge
behandeling heeft moeder gezegd zich uiteindelijk wel te kunnen neerleggen bij het
benoemen van een bijzondere curator in de persoon van een orthopedagoog. Moeder is het er
niet mee eens dat deze persoon deskundig moet zijn op het gebied van ouderverstoting,
omdat niet duidelijk is dat hiervan sprake is en hier eerst onderzoek naar zou moeten worden
gedaan. Moeder is van mening dat nader onderzoek door Kind en Gezin meer effect kan
hebben voor [de minderjarige] en voor beide ouders dan het aanstellen van een bijzondere curator.
Vanuit de rol als orthopedagoog/pedagogisch-maatschappelijk werker kan er vanuit Kind en
Gezin met [de minderjarige] gepraat worden, zodat [de minderjarige] voldoende gehoord wordt. Bovendien kan
Kind en Gezin nog enige tijd zicht op [de minderjarige] houden en een vinger aan de pols houden, als
er een wijziging komt in de gezagssituatie of als de ondertoezichtstelling van [de minderjarige] zou eindigen. Moeder verzoekt daarom bij wege van zelfstandig verzoek om de GI opdracht te
geven Kind en Gezin te [woonplaats] in te schakelen voor het uitvoeren van een
onderzoekstraject om meer zicht te krijgen op het ouderschap en voor het voeren van
kindgesprekken met [de minderjarige] om meer zicht te krijgen in haar belangen.
Vader is het niet eens met het benoemen van een bijzondere curator voor [de minderjarige] . Hij is
van mening dat de GI op geen enkele wijze actief heeft geprobeerd een oplossing te
bewerkstelligen. Er wordt bovendien geen concrete persoon als bijzondere curator
voorgesteld. De totstandkoming van het verzoek is volgens vader volledig buiten zijn
medeweten om ontstaan. De GI heeft daarover met hem vooraf geen overleg gevoerd en niet naar zijn mening gevraagd. [de minderjarige] over te leveren aan een vooralsnog onbekende, dus niet
toetsbare, bijzondere curator en deze onbekende zelfs juridische bevoegdheden te geven, kan
en mag wettelijk gezien niet. Vader voelt zich door de GI niet gehoord. De GI heeft als taak
om ouders gelijkwaardig te behandelen, maar dat is vanaf het moment van uitspreken van de
ondertoezichtstelling niet gebeurd. Vader heeft tijdens de mondelinge behandeling gezegd zich neer te kunnen leggen bij de benoeming van een bijzondere curator, mits die persoon deskundig is op het gebied van ouderverstoting, want daarvan is in deze casus wel degelijk sprake volgens vader. Hij wordt door moeder verstoten als ouder.

De beoordeling

Benoeming bijzondere curator
Het wettelijk criterium
Artikel 1:250 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt - voor zover hier van belang - het volgende. Wanneer in aangelegenheden betreffende de verzorging en opvoeding van de minderjarige de belangen van de met het gezag belaste ouders in strijd zijn met die van de minderjarige, kan de rechtbank, indien dit in het belang van de minderjarige noodzakelijk wordt geacht, daarbij in het bijzonder de aard van de belangenstrijd in aanmerking genomen, op verzoek van een belanghebbende of ambtshalve een bijzondere curator benoemen om de minderjarige terzake, zowel in als buiten rechte te vertegenwoordigen. De rechtbank mag slechts tot benoeming van een bijzondere curator overgaan indien dit in het belang van de minderjarige noodzakelijk is, mede gezien de aard van de belangenstrijd. Dit betekent dat slechts bij wezenlijke problemen een bijzondere curator kan worden benoemd.
Advies van de raad
Een bijzondere curator kan volgens de raad wel de stem van [de minderjarige] naar voren brengen en de raad vindt dat de GI goede redenen heeft gegeven voor het benoemen van een bijzondere curator. De raad stelt vast dat vader daarmee onder voorwaarden ook kan instemmen.
Het oordeel
De rechtbank stelt vast dat er nog enige tijd een ondertoezichtstelling zal zijn. De
jeugdbeschermers doen hun uiterste best om de geschilpunten tussen de ouders te voorkomen of te tackelen in het belang van [de minderjarige] . Zij hebben verzucht dat het voor hen wel moeilijk en – dus – op eieren lopen is om met de ouders makkelijk en goed tot zaken te komen. Het liefst zouden die jeugdbeschermers hun taak overdragen aan een bijzondere curator, die specifiek voor de belangen van [de minderjarige] kan opkomen en met haar mond kan spreken. Moeder zou zich hierbij uiteindelijk wel kunnen neerleggen en vader, met wat bedenkingen, mogelijk ook wel. Hij stelt daarbij de voorwaarde dat zo’n bijzondere curator verstand heeft van ouderverstoting, waarbij hij kennelijk van mening is dat moeder hem als vader verstoot en dat ze dat al doet vanaf de geboorte van hun gezamenlijk kind. De rechtbank kent wel een bijzondere curator die daar heel veel verstand van heeft, maar de rechtbank zal haar niet benaderen voor de vervulling van zo’n curatorschap en haar daartoe niet benoemen, omdat de rechtbank niet de illusie heeft dat het deze bijzonder gekwalificeerde gedragsdeskundige (orthopedagoog, GZ-psycholoog, kinder- en jeugdpsycholoog NIP en psycholoog-mediator) wel gaat lukken wat de jeugdzorgwerkers tot nu toe niet is gelukt en dat haar dat waarschijnlijk in de toekomst ook niet gaat lukken. [de minderjarige] zal het moeten doen met deze ouders die er geen moeite mee hebben om het voortdurend oneens te zijn met wat de ander als eerste voorstelt of wat die ander niet tijdig doet of niet goed doet. Een bijzondere curator zal het strijdtoneel nog vollediger maken en ouders een podium blijven geven voor hun strijd. Ze zou gaan praten met [de minderjarige] en van het kind horen wat ze prettig en niet prettig vindt in het contact met haar ouders of in de verhouding tussen haar ouders. Dat kan de bijzondere curator dan weer ‘delen’ met de ouders en het voorzienbare gevolg bij deze ouders is dat ze allebei hun eigen gelijk nog eens zullen benoemen en dat er alsnog een geschilpunt aan de rechter zal moeten worden voorgelegd. De rechtbank bespaart de bijzondere curator liever een dergelijke, voorzienbare gang van zaken en hoopt dat zij die bijzondere curator kan inzetten voor andere zaken waarin verwacht mag worden dat de ouders wel iets kunnen doen met haar wijsheid.
Op dit moment liggen er, behalve de zorg- en contactregeling in de procedure met zaaknummer C/08/218596/FA RK 18-1334, geen geschilpunten meer voor waarover de
rechtbank of de kinderrechter zou moeten beslissen. In die procedure kunnen de jeugdbeschermers en of de raad de kinderrechter tegen de volgende zitting adviseren. Een concrete aanleiding voor de benoeming van een bijzondere curator is er daarom nu ook niet. Vooralsnog kunnen ouders nog gebruikmaken van de hulp van de jeugdbeschermers zolang er een ondertoezichtstelling is en daarnaast en of daarna van de deskundigheid van Kind en Gezin.
Zelfstandig verzoek van de moeder
Ten aanzien van het zelfstandig verzoek van de moeder om de GI opdracht te geven om
Kind en Gezin in te schakelen, geldt dat hiervoor een rechtsgrond ontbreekt en om die reden behoort dit verzoek reeds te worden afgewezen. Het gaat hierbij om de uitvoering van de ondertoezichtstelling en dat is aan de GI. In beginsel is het prima als ouders gebruik maken van Kind en Gezin en de inzet van die instantie kan in het belang van [de minderjarige] zijn, maar de rechtbank heeft net als bij het eventueel benoemen van een bijzondere curator niet de illusie dat de ouders gezamenlijk iets positiefs kunnen gaan doen met de suggesties van Kind en Gezin.
De GI heeft de leiding over de ondertoezichtstelling. Zij is belast met de uitvoering daarvan en zij bepaalt of en welke hulp voor een kind, in dit geval [de minderjarige] , behoort te worden ingezet om een ernstige ontwikkelingsbedreiging weg te nemen of te verkleinen. Het initiatief tot de inzet berust dus bij de GI. Aan de kinderrechter of de rechtbank komt niet de bevoegdheid toe om aan de GI een opdracht tot het inzetten van een bepaalde vorm van hulpverlening te geven. De GI en de rechter staan niet in een gezagsverhouding tot elkaar. Hooguit kan de kinderrechter in het kader van de beoordeling van een verzoek tot verlenging van ondertoezichtstelling of machtiging uithuisplaatsing aan de GI in overweging geven om een bepaald soort hulpverlening in te zetten. Moeder verzoekt een opdracht te geven en dat is niet mogelijk. Overigens vertrouwen de rechtbank en de kinderrechter er wel op dat de GI verder zal gaan op de koers om ten behoeve van [de minderjarige] Kind en Gezin in te zetten, temeer nu het verzoek tot benoeming van een bijzondere curator wordt afgewezen.
De rechtbank concludeert dat het verzoek van de GI tot benoeming van een bijzondere curator alsmede het zelfstandig verzoek van moeder om de GI opdracht te geven Kind en Gezin in te schakelen moeten worden afgewezen.

De beslissing

De rechtbank:
wijst af het verzoek van de GI tot benoeming van een bijzondere curator voor [de minderjarige] ;
wijst af het zelfstandig verzoek van de moeder om de GI opdracht te geven Kind en Gezin te [woonplaats] in te schakelen voor het verrichten van een onderzoekstraject om meer zicht te krijgen op het ouderschap alsmede voor het voeren van kindgesprekken met [de minderjarige] om meer zicht te krijgen in haar belangen;
compenseert de kosten van deze procedure in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.H. Olthof, kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken op 5 december 2022 in tegenwoordigheid van G.H. Mensink-Heuver, griffier.
Een afschrift van deze beschikking wordt gezonden aan de raad voor de kinderbescherming en de in deze beschikking vermelde gegevens worden door de raad opgenomen in zijn registratie.
[…]
[…]
[…]