ECLI:NL:RBOVE:2022:4022

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
28 december 2022
Publicatiedatum
5 januari 2023
Zaaknummer
C/08/269776 / HA ZA 21-333
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering splitsing vakgroep en vaststelling vakgroepreglement niet onrechtmatig

In deze zaak vorderden de nucleair geneeskundigen dat de rechtbank zou verklaren dat het besluit van MAATSCHAP MEDISCH SPECIALISTISCH BEDRIJF ISALA (MSB-I) om niet over te gaan tot splitsing van de vakgroep Medische Beeldvorming in een vakgroep Nucleaire Geneeskunde en een vakgroep Radiologie onrechtmatig was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de nucleair geneeskundigen, die als eiseressen optraden, in een langdurig conflict waren verwikkeld met de radiologen binnen MSB-I. De rechtbank oordeelde dat MSB-I voldoende gemotiveerd had toegelicht dat samenwerking tussen de nucleair geneeskundigen en de radiologen noodzakelijk was voor goede patiëntenzorg en dat de besluiten van MSB-I niet onrechtmatig waren. De rechtbank wees de vorderingen van de nucleair geneeskundigen af en veroordeelde hen in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan op 28 december 2022.

Uitspraak

RECHTBANK Overijssel

Civiel recht
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer: C/08/269776 / HA ZA 21-333
Vonnis van 28 december 2022
in de zaak van

1.[eiseres 1] ,

te [vestigingsplaats] ,
2.
[eiseres 2],
te [vestigingsplaats] ,
3.
[eiseres 3],
te [vestigingsplaats] ,
4.
[eiseres 4],
te [vestigingsplaats] ,
5.
[eiseres 5],
te [vestigingsplaats] ,
6.
[eiseres 6],
te [vestigingsplaats] ,
7.
[eiseres 7],
te [vestigingsplaats] ,
eiseressen,
hierna samen te noemen: de nucleair geneeskundigen,
advocaat: mr. N. van den Burg te Utrecht,
tegen
MAATSCHAP MEDISCH SPECIALISTISCH BEDRIJF ISALA,
te Zwolle,
gedaagde,
hierna te noemen: MSB-I,
advocaat: mr. A.C. de Die te Amsterdam.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het vonnis in incident van 27 oktober 2021 waarbij tevens in de hoofdzaak een mondelinge behandeling is bepaald;
- de akte overlegging producties (71a t/m 77) van de zijde van de nucleair geneeskundigen;
- de spreekaantekeningen van de nucleair geneeskundigen;
- de pleitnota van MSB-I;
- de mondelinge behandeling van 2 maart 2022 waarvan de griffier zittingsaantekeningen heeft gemaakt.
1.2.
Nadat de behandeling van de zaak was aangehouden ten behoeve van minnelijk overleg en dit overleg tussen partijen niet tot een regeling heeft geleid, hebben de nucleair geneeskundigen de rechtbank verzocht om vonnis te wijzen, waarmee MSB-I heeft ingestemd.
1.3.
Tot slot is vonnis bepaald.

2.Waar gaat deze zaak over?

2.1.
Kort gezegd draait het in deze zaak om de vraag of (1) de weigering van MSB-I tot splitsing van de vakgroep Medische Beeldvorming in een vakgroep Nucleaire Geneeskunde en een vakgroep Radiologie en (2) het door MSB-I vastgestelde Vakgroepreglement Medische Beeldvorming tegenover de nucleair geneeskundigen onrechtmatig is en/of in strijd met de redelijkheid en billijkheid tot stand is gekomen. De rechtbank beantwoordt deze vragen ontkennend en zal dat hierna toelichten. In dat kader zijn de volgende feiten relevant.

3.De feiten

3.1.
Eiseressen zijn de praktijkvennootschapen van de nucleair geneeskundigen
[A] , [B] , [C] , [D] , [E] , [F] en [G] .
3.2.
Op 11 november 2014 zijn eiseressen sub 1 t/m 6 een regiomaatschap aangegaan met de radiologen van het ziekenhuis Stichting Isala Klinieken te Zwolle (hierna: Isala). Per 31 december 2014 is deze regiomaatschap omgezet in de besloten vennootschap Medisch Diagnostische en Therapeutische Beeldvorming Groep Nederland B.V. (hierna: MDTBGN). Per 1 januari 2015 zijn de persoonlijke toelatingsovereenkomsten van de hiervoor bedoelde eiseressen en radiologen met Isala beëindigd. Vanaf die datum zijn zij met hun praktijkvennootschappen in Isala praktijk gaan houden via MSB-I en vormen zij binnen MSB-I de vakgroep Medische Beeldvorming.
3.3.
Eind 2014 hebben de nucleair geneeskundigen en de radiologen vooruitlopend op een definitieve aandeelhoudersovereenkomst de “Tijdelijke aandeelhoudersovereenkomst tevens inhoudende intentieovereenkomst tussen de aandeelhouders van Medisch Diagnostische en Therapeutische Beeldvorming Groep Nederland B.V.” gesloten. In deze overeenkomst is, voor zover hier van belang, het volgende opgenomen:
NEMEN IN AANMERKING DAT
f. de Aandeelhouders wensen de voorwaarden van hun samenwerking binnen de Vennootschap uiteindelijk neer te leggen in een aandeelhoudersovereenkomst;
g. tot het moment van ondertekenen van een dergelijke aandeelhoudersovereenkomst wensen de Aandeelhouders hun samenwerking zoveel mogelijk conform het maatschapscontract (hierna: 'het Maatschapscontract') en het huishoudelijk reglement (hierna: 'het Huishoudelijk Reglement') in te richten;
KOMEN OVEREEN ALS VOLGT

1.INTENTIE AANDEELHOUDERSOVEREENKOMST

1.1
Partijen zullen de gesprekken omtrent de inrichting van hun samenwerking in de Vennootschap voortzetten en streven ernaar uiterlijk 31 december 2015 een aandeelhoudersovereenkomst te sluiten die alsdan het Maatschapscontract en deze Overeenkomst zal vervangen.”
Het als Bijlage I bij de Tijdelijke Aandeelhoudersovereenkomst gevoegde Maatschapscontract (Versie 4.0, Datum: 10 november 2014) is in artikel 2.1. van overeenkomstige toepassing verklaard tot het moment van sluiten van de aandeelhoudersovereenkomst. Hierin is, voor zover hier van belang, het volgende opgenomen:
Artikel 15 Bijzondere bepalingen
Lid 4 '2015' clausule
Partijen zijn zich ervan bewust dat de oprichting van 'Medisch Specialistische Bedrijven' als gevolg van de integrale tarieven per 1 januari 2015 en het vervallen van de fiscale vrijstelling voor vrijgevestigd medisch specialisten consequenties zal hebben voor de wijze waarop zij hun onderlinge samenwerking gestalte dienen te geven. Partijen zullen alles doen wat nodig is om te komen tot een inrichting van de afspraken met bijbehorende structuur om te waarborgen dat de nucleair geneeskundigen zullen kunnen blijven werken in de ziekenhuizen waar zij nu ook praktijk uitoefenen (…). Daartoe behoort eveneens het meewerken aan de uitwerking en implementatie van de juridische, fiscale en organisatorische aspecten.
De uitwerking, per ziekenhuis en medisch specialistisch bedrijf, zal dienen te borgen dat deze recht blijft doen aan de ideeën, bedoelingen en uitgangspunten die ten grondslag lagen aan de oprichting van de gezamenlijke maatschap namelijk dat partijen als eenheid functioneren zoals dat gebruikelijk is tussen medisch specialisten die als 'maten' aan elkaar verbonden zijn.
De uitwerking zal per ziekenhuis c.q. medisch specialistisch bedrijf worden voorgelegd aan de maten, waarbij over de uitwerking zal worden gestemd met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen. Wordt een uitwerking niet aangenomen ter vergadering, dan hebben partijen [A t/m F]gezamenlijk het recht de onderhavige overeenkomst schadeloos buitenrechtelijk te ontbinden, waarna Partijen overeenkomstig de afspraken in onderhavige overeenkomst zullen komen tot een afrekening en alles zullen doen de verhouding tot een afronding te brengen, waarbij partijen [A t/m F] gerechtigd zijn hun praktijk binnen de ziekenhuizen voort te zetten als voorheen. De overige leden van de maatschap blijven aan elkaar verbonden op grond van de afspraken uit hoofde van onderhavige overeenkomst.”
3.4.
Vanwege verstoorde onderlinge verhoudingen hebben de radiologen medio 2015 een mediationtraject gestart onder begeleiding van de heer [H] .
3.5.
Bij memo van 20 april 2016 hebben de nucleair geneeskundigen hun zorgen geuit over de situatie, waarbij zij hebben aangegeven dat zij zich het recht voorbehouden om de samenwerking te beëindigen als de interne problemen bij de radiologen niet worden opgelost.
3.6.
Nadat [H] zijn rapport had uitgebracht, hebben de nucleair geneeskundigen bij memo van 14 juni 2016 kenbaar gemaakt dat zij de samenwerking binnen MDTBGN per 1 juli 2016 wensen te beëindigen.
3.7.
Bij brief van 19 juli 2016 heeft het bestuur van MSB-I haar zorgen geuit over onder meer de ontwikkelingen ten aanzien van de fusie tussen de nucleair geneeskundigen en de radiologen en borging van zaken als continuïteit, kwaliteit en opleiding. Zij heeft aangegeven nauw betrokken te willen zijn bij het vervolgtraject.
3.8.
In oktober 2016 hebben de Raad van Bestuur van Isala (hierna: de RvB), MSB-I, de nucleair geneeskundigen en de radiologen mevrouw [K] als mediator ingeschakeld.
3.9.
In 2017 hebben de nucleair geneeskundigen en de radiologen gezamenlijk gedragen uitgangspunten voor een vakgroepreglement geformuleerd (hierna: de Uitgangspunten 2017).
3.10.
Bij brief van 19 juli 2018 hebben de nucleair geneeskundigen op grond van, onder meer, de '2015' clausule (zie 3.3) hun samenwerking met de radiologen binnen MDTBGN per 31 december 2018 opgezegd en hebben zij de radiologen verzocht om mee te werken aan vereffening en splitsing van MDTBGN.
3.11.
Bij brief van 13 september 2018 hebben de radiologen betwist dat de nucleair geneeskundigen een rechtsgeldig beroep op de '2015' clausule hebben gedaan en hebben zij nakoming gevorderd van de aandeelhoudersovereenkomst en de samenwerking.
3.12.
Op 27 september 2018 heeft [K] haar eindrapport uitgebracht met een advies hoe verder.
3.13.
Op 26 augustus 2019 heeft tussen de nucleair geneeskundigen en het bestuur van MSB-I een gesprek over de ontstane situatie plaatsgevonden.
3.14.
Op 11 september 2019 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen de nucleair geneeskundigen en de radiologen, in aanwezigheid van de heer [L] namens MSB-I als toehoorder.
3.15.
Bij brief van 9 oktober 2019 heeft het bestuur van MSB-I haar zorgen uitgesproken over de slepende discussie omtrent de samenwerking tussen de radiologen en de nucleair geneeskundigen. Daarbij “
hebben het MSB-bestuur en de Raad van Bestuur gezamenlijk besloten tot volgend pakket van aanbevelingen en maatregelen met de intentie om deze impasse te doorbreken.
1. Het MSB-bestuur en de Raad van Bestuur adviseren met klem om de BV te splitsen in een radiologisch en een nucleair deel. Uit eerder ingewonnen advies blijkt dat deze oplossing ervoor zorgt dat er niet fiscaal afgerekend hoeft te worden over de goodwill. Het maken van afspraken over samenwerking zal dan vervolgens geadresseerd worden en daarbij zijn de volgende punten van belang.
2. Het MSB-bestuur en de Raad van Bestuur streven naar 1 RVE beeldvorming op afzienbare termijn. Gezamenlijk zullen zij daartoe alles in het werk stellen om dat doel te bereiken.
3. De vakgroep Radiologie – Nucleaire geneeskunde blijft intact en zal in afwachting van een definitief vakgroep reglement de regels volgen van het standaard vakgroep reglement zoals dat bij het MSB-I beschikbaar is voor vakgroepen (zie bijlage). Voor alle duidelijkheid: Het bestuur van het MSB-I staat het vormen van een separate vakgroep nucleaire geneeskunde, dan wel radiologie, niet toe.
4. Het bestuur van de vakgroep Radiologie – Nucleaire geneeskunde mandateert een aantal “jonge” specialisten uit de vakgroep om een roadmap voor samenwerking en hybride inzet van de specialisten te maken.
5. Bij aanstelling van nieuwe maten zal een voorwaarde zijn dat ze “hybride” kunnen worden ingezet.
6. Het bestuur van de vakgroep bespreekt met individuele leden van de vakgroep, die moeite hebben met de gang van zaken, wat het bestuur concreet kan doen om hun werkvreugde te optimaliseren, Uitgaande van de intrinsieke motivatie. We willen graag bereiken dat iedereen met plezier zijn vak kan uitoefenen. Dit in samenspraak met het MSB-bestuur en de Raad van Bestuur.
7. De aanstelling van [G] als maat vindt op korte termijn plaats. (…). “
3.16.
Op 11 februari 2020 is tijdens de algemene ledenvergadering van de vakgroep Radiologie en Nucleaire geneeskunde, in aanwezigheid van MSB-I en de RvB, het uitgewerkte zevenpuntenplan (zie 3.15) besproken. De nucleair geneeskundigen hebben hiermee (voorwaardelijk) ingestemd, terwijl de radiologen een intentieverklaring hebben afgegeven. Partijen hebben vervolgens weer een gesprek met elkaar gehad.
3.17.
Naar aanleiding van de brief van de nucleair geneeskundigen van 9 april 2020 heeft [L] namens MSB-I dezelfde dag, voor zover hier van belang, als volgt gereageerd:
“Wij zijn akkoord met de inhoud, maar hebben een opmerking over de mogelijke splitsing van de vakgroep.
Deze splitsing is alleen noodzakelijk indien de radiologische BV aandeelhouders binnen de gestelde termijn het splitsingsvoorstel niet ondertekenen. Bovendien zal de splitsing tijdelijk van aard zijn. Hierbij willen we eveneens opmerken dat er na de splitsing een periode zal volgen van “afkoeling” om de gemoederen te laten bedaren.”
3.18.
Op 3 juni 2020 heeft, in aanwezigheid van de heer [M] namens de RvB, tussen partijen een gesprek plaatsgevonden.
3.19.
Bij e-mail van 6 juni 2020 heeft MSB-I ten behoeve van het vervolggesprek op 8 juni 2020 met de nucleair geneeskundigen een voorstel voor een plan van aanpak toegezonden. Daarin staat naast een stappenplan, onder meer, het volgende vermeld:
“6. Een dergelijke noodgedwongen vakgroep-splitsing is slechts een middel om zaken met de BV nu geregeld te krijgen.
Mocht het zo ver komen dan is de periode na de vakgroep splitsing bedoeld als afkoelperiode. In deze periode wordt nadrukkelijk ook weer toegewerkt naar één gezamenlijke vakgroep.
Rest ons te zeggen dat een vakgroep splitsing voor beide partijen nadelig kan/zal uitpakken kijkend naar:
  • de opleiding
  • meerjarig investeringsplannen
  • steun MSB en RvB voor innovatieve projecten van individuele specialisten
  • mogelijke discussies over verrichtingen pakket binnen Isala. Wat valt binnen radiologie en wat bij nucleaire? (interne concurrentie)”
3.20.
Op 8 juni 2020 is het stappenplan besproken en bij e-mail van dezelfde datum zijn de gemaakte afspraken door de nucleair geneeskundigen bevestigd.
3.21.
Medio oktober 2020 hebben de aandeelhouders van MDTBGN overeenstemming bereikt over de splitsing van deze vennootschap. De formele splitsing heeft plaatsgevonden op 17 december 2020.
3.22.
Tijdens de algemene ledenvergadering van de Vakgroep Radiologie en Nucleaire geneeskunde op 12 november 2020 is de conceptversie V8.2 van het vakgroepreglement Radiologie en Nucleaire geneeskunde besproken waarbij discussie is ontstaan over de door de nucleair geneeskundigen gewenste divisiestructuur. [K] is vervolgens opnieuw ingeschakeld om dit proces te begeleiden.
3.23.
Op 16 december 2020 is de maatschapsovereenkomst MSB-I laatstelijk gewijzigd. Op dat moment zijn er zeven nucleair geneeskundigen en 21 radiologen die binnen MSB-I zijn verenigd in de vakgroep Medische Beeldvorming.
3.24.
Op 23 december 2020 heeft [K] in samenspraak met de nucleair geneeskundigen de “Notitie nucleair geneeskundigen: uitgangspunten en plan van aanpak gezamenlijke vakgroep radiologen en nucleair geneeskundigen Isala” opgesteld.
3.25.
Op 4 januari 2021 is deze notitie door de RvB, MSB-I, het (tijdelijke) vakgroepbestuur en [K] besproken. Uit de “korte bespreekpunten en afspraken” volgt: “
Uiterlijk eind januari 2021 vindt besluitvorming plaats waarbij helder is welke vakgroepstructuur er komt.”
3.26.
Op 20 januari 2021 hebben de RvB, MSB-I en het (tijdelijke) vakgroepbestuur het voorstel van de nucleair geneeskundigen voor uitgangspunten voor een gecombineerde vakgroep Nucleaire Geneeskunde en Radiologie besproken. Naar aanleiding van deze bespreking hebben de nucleair geneeskundigen op 27 januari 2021 hun voorstel op onderdelen gewijzigd. De radiologen hebben dat gewijzigd voorstel verworpen.
3.27.
Op 3 februari 2021 hebben de nucleair geneeskundigen, MSB-I, de RvB en het (tijdelijke) vakgroepbestuur de ontstane situatie besproken, waarvan [K] onder meer de volgende notulen heeft opgemaakt:
“Samenvatting bespreekpunten en afspraken:
(…).
7. Hoe nu verder? Beste oplossing lijkt nu twee vakgroepen.
Afkoelingsperiode waarin de jongeren in de praktijk gaan oefenen met hybride werken.
8. [betrokkenen] benoemen als gezamenlijk: de opleiding, hybride werken en 1 RVE.
9. De RVE heeft een tweehoofdig management en een adviserende Medical Board.
10. Deze medical board kan bestaan uit de beide vakgroep voorzitters.
11. Aan de medical board kan een cie hybride werken en een cie opleiding gekoppeld worden. Dit zal duidelijk uitgewerkt moeten worden in een governance/ besluitvormingsstructuur met ook mandaat vanuit de beide vakgroepen. De medical board hoeft niet opnieuw te worden uitgevonden. Er zijn formats en reglementen, waarbij kan worden aangesloten.
12. Afspraak: radiologen en nucleair geneeskundigen doen een gezamenlijk verzoek aan het MSB-bestuur voor splitsing van de huidige gezamenlijke vakgroep inclusief bovengenoemde structuur met medical board en cie’s hybride werken resp. opleiding.
13. MSB-bestuur neemt in overleg met RvB een besluit.”
3.28.
In een memo van 19 februari 2021, herhaald op 15 maart 2021, gericht aan MSB-I heeft het RVE-bestuur Medische Beeldvorming haar zorgen geuit over een mogelijke splitsing van de vakgroep en de gevolgen daarvan voor de RVE en Isala.
3.29.
Bij brief van 11 maart 2021 hebben de radiologen MSB-I verzocht de vakgroep te splitsen, bij voorkeur per 1 januari 2020.
3.30.
Bij brief van 18 maart 2021 hebben de nucleair geneeskundigen MSB-I verzocht de vakgroep (tijdelijk) te splitsen.
3.31.
Bij brief van 9 april 2021 heeft MSB-I aan de leden van de vakgroep Medische Beeldvorming meegedeeld dat zij tot de conclusie is gekomen “
dat een vakgroep splitsing het grote gevaar in zich heeft van interne concurrentie met suboptimale inzet van zowel mensen als middelen. Bovendien past het niet in het 7 puntenplan dat door alle vakgroep leden is geaccepteerd in een eerdere fase.” Daarnaast heeft MSB-I de leden van de vakgroep Medische Beeldvorming in gebreke gesteld in verband met het niet tijdig vaststellen van een vakgroepreglement en heeft zij aangekondigd dat het als bijlage gevoegde reglement binnen een maand na dagtekening van de brief in werking treedt als de vakgroep niet binnen die termijn tot een eigen opgesteld en goedgekeurd reglement komt.
3.32.
Bij brief van 23 april 2021, aangevuld op 6 juli 2021, hebben de nucleair geneeskundigen bezwaar gemaakt tegen deze gang van zaken en hebben zij betwist dat zij in verzuim zijn. Ook zijn de nucleair geneeskundigen het oneens met het (gewijzigde) vakgroepreglement, zoals dat door MSB-I eenzijdig is opgesteld.
3.33.
Bij brief van 26 april 2021 hebben de radiologen aangegeven dat zij zich grotendeels in de tekst van het door MSB-I opgestelde vakgroepreglement kunnen vinden.
3.34.
Nadat partijen en de RvB op 12 mei 2021 over deze kwestie hadden gesproken, heeft MSB-I op 12 juli 2021 het Vakgroepreglement Medische Beeldvorming vastgesteld.

4.Het geschil

4.1.
De nucleair geneeskundigen vorderen dat de rechtbank bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
Primair:
(I) voor recht zal verklaren dat het besluit van MSB-I (zoals gecommuniceerd bij brief van
9 april 2021) om niet over te gaan tot splitsing van de vakgroep Medische Beeldvorming in een vakgroep Nucleaire Geneeskunde en een vakgroep Radiologie jegens de nucleair geneeskundigen onrechtmatig is, dan wel in strijd is met de redelijkheid en billijkheid die door MSB-I jegens de nucleair geneeskundigen in acht moet worden genomen dan wel op onzorgvuldige wijze tot stand is gekomen;
(II) het door MSB-I genomen besluit (zoals gecommuniceerd bij brief van 9 april 2021) zal vernietigen dan wel buiten werking zal stellen;
(III) voor recht zal verklaren dat het besluit van MSB-I van 12 juli 2021 strekkende tot het aan de vakgroep Medische Beeldvorming opleggen van een vakgroepreglement jegens de nucleair geneeskundigen onrechtmatig is, dan wel in strijd is met de redelijkheid en billijkheid die door MSB-I jegens de nucleair geneeskundigen in acht moet worden genomen dan wel op onzorgvuldige wijze tot stand is gekomen;
(IV) het door MSB-I genomen besluit van 12 juli 2021 zal vernietigen dan wel buiten werking zal stellen;
(V) MSB-I zal gebieden om alsnog te besluiten tot splitsing van de vakgroep Medische Beeldvorming in een vakgroep Nucleaire Geneeskunde en een vakgroep Radiologie en de vakgroep gesplitst te houden tot het moment dat de maten van de vakgroep Nucleaire Geneeskunde en de maten van de vakgroep Radiologie gezamenlijk (en unaniem) om samenvoeging van de vakgroepen verzoeken, althans een periode van minimaal 3 jaar (afkoelingsperiode).
Subsidiair:
(I) voor recht zal verklaren dat het besluit van MSB-I van 12 juli 2021 strekkende tot het aan de vakgroep Medische Beeldvorming opleggen van een vakgroepreglement jegens de nucleair geneeskundigen onrechtmatig is, dan wel in strijd is met de redelijkheid en billijkheid die door MSB-I jegens de nucleair geneeskundigen in acht moet worden genomen dan wel op onzorgvuldige wijze tot stand is gekomen;
(II) het door MSB-I genomen besluit van 12 juli 2021 zal vernietigen dan wel buiten werking zal stellen;
(III) MSB-I zal gebieden om bij handhaving van een gezamenlijk vakgroep Medische Beeldvorming voor de duur van een afkoelingsperiode van 3 jaar een tijdelijk vakgroepreglement op te leggen dat voldoet aan de uitgangspunten die op 27 januari 2021 in samenspraak met de nucleair geneeskundigen en het vakgroepbestuur zijn geformuleerd, inclusief de besluitenmatrix;
Meer subsidiair:
(I) voor recht zal verklaren dat het besluit van MSB-I van 12 juli 2021 strekkende tot het aan de vakgroep Medische Beeldvorming opleggen van een vakgroepreglement jegens de nucleair geneeskundigen onrechtmatig is, dan wel in strijd is met de redelijkheid en billijkheid die door MSB-I jegens de nucleair geneeskundigen in acht moet worden genomen dan wel op onzorgvuldige wijze tot stand is gekomen;
(II) het door MSB-I genomen besluit van 12 juli 2021 zal vernietigen dan wel buiten werking zal stellen;
(III) MSB-I zal gebieden om bij handhaving van een gezamenlijk vakgroep Medische Beeldvorming de gesprekken over de inhoud van een vakgroepreglement voort te zetten en partijen hierbij op kosten van MSB-I te faciliteren door het inzetten van een externe procesbegeleider;
Primair, subsidiair en meer subsidiair:
(I) MSB-I zal veroordelen in de proces- en nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
4.2.
Aan hun vorderingen leggen de nucleair geneeskundigen, samengevat, ten grondslag dat (a) het besluit van MSB-I van 9 april 2021 om niet over te gaan tot splitsing van de vakgroep Medische Beeldvorming in een vakgroep Nucleaire Geneeskunde en een vakgroep Radiologie en (b) het besluit van MSB-I van 12 juli 2021 tot vaststelling van het Vakgroepreglement Medische Beeldvorming in strijd zijn met gemaakte afspraken en dat deze besluiten tegenover hen onrechtmatig zijn dan wel in strijd zijn met de redelijkheid en billijkheid die jegens de nucleair geneeskundigen in acht moet worden genomen dan wel op onzorgvuldige wijze tot stand zijn gekomen. De nucleair geneeskundigen vorderen (primair) – kort gezegd – verklaringen voor recht, vernietiging van beide besluiten en (tijdelijke) splitsing van de vakgroep.
4.3.
MSB-I voert als verweer dat zij en de RvB altijd consistent zijn geweest in hun doel en streven, namelijk één RVE (Resultaat Verantwoordelijke Eenheid) en één vakgroep Medische Beeldvorming, en dat zij met de gewraakte besluiten noodgedwongen een oplossing heeft geforceerd, waartoe zij overigens bevoegd was en die getuigen van bestuurlijke verantwoordelijkheid. MSB-I stelt dat splitsing van de vakgroep zeer ongewenst is. MSB-I betwist dat zij tijdens de bijeenkomst van 3 februari 2021 ter zake bindende afspraken heeft gemaakt en/of rechtens afdwingbare toezeggingen heeft gedaan. Verder meent MSB-I dat zij bij de vaststelling van het vakgroepreglement zoveel mogelijk rekening heeft gehouden met de belangen van de nucleair geneeskundigen als minderheidsgroep ten opzichte van de radiologen.
4.4.
Op de stellingen van partijen zal de rechtbank hierna, voor zover nodig voor de beoordeling van het geschil, nader ingaan.

5.De beoordeling

5.1.
De rechtbank stelt voorop dat partijen het erover eens zijn dat de oorzaak van hun geschil vooral gezocht moet worden in de negatieve dynamiek binnen de groep van de radiologen die reeds bestond voordat integratie van de nucleair geneeskundigen en de radiologen in één vakgroep aan de orde was. Dit heeft ertoe geleid dat ook de verhoudingen tussen de nucleair geneeskundigen en de radiologen verstoord zijn geraakt en dat zij als gevolg hiervan, ondanks jarenlang overleg en externe begeleiding, er samen niet in zijn geslaagd om hun onderlinge samenwerking vorm en inhoud te geven met een vakgroepreglement waarin beide specialismen zich kunnen vinden. Daarbij spelen vooral de aspecten gelijkwaardigheid en autonomie een belangrijke rol.
5.2.
Voordat de rechtbank afzonderlijk zal ingaan op de gewraakte besluiten van MSB-I stelt zij eerst vast dat (het bestuur van) MSB-I ingevolge artikel 16 leden 1 en 4 van de maatschapsovereenkomst MSB-I in samenhang gelezen met artikel 3.7 van de Samenwerkings- en dienstverleningsovereenkomst 2021-2023 het beslissingsbevoegde orgaan is als het gaat om het instellen en ontbinden (waaronder tevens valt het splitsen) van vakgroepen, alsmede het vaststellen of wijzigen van een vakgroepreglement, en dat MSB-I ter zake een ruime mate van beoordelingsvrijheid toekomt. Dit laatste impliceert dat MSB-I bij de uitoefening van de hiervoor bedoelde bevoegdheden rekening moet houden met alle daarbij betrokken belangen en dat de gewraakte besluiten met de nodige terughoudendheid moeten worden getoetst. Slechts als duidelijk sprake is van onrechtmatige c.q. onevenredige besluiten, komen deze voor vernietiging in aanmerking.
Ten aanzien van het besluit van 9 april 2021: weigering splitsing vakgroep
5.3.
Tussen partijen is niet in geschil dat tussen de medisch specialismen radiologie en nucleaire geneeskunde overlap bestaat. Dit heeft er onder meer toe geleid dat de Nederlandse Vereniging voor Radiologie (NVvR) en de Nederlandse Vereniging voor Nucleaire Geneeskunde (NVNG) begin 2013 hebben besloten de beide specialistenopleidingen samen te voegen tot één geïntegreerde opleiding beeldvormende diagnostiek. MSB-I heeft onweersproken gesteld dat de nucleair geneeskundige en de radioloog zich allebei het afgelopen decennium in toenemende mate hebben ontwikkeld tot ondersteunende specialisten, in die zin dat zij de behandelend specialist ondersteunen bij de diagnostiek, de keuze van het therapeutisch beleid en evaluatie van het behandelingseffect, waarbij binnen de beeldvormende specialismen sprake is van een tendens waarin steeds meer orgaangericht wordt gewerkt (zorg en diagnostiek rondom de aandoening van de patiënt) in plaats van modaliteit-/subspecialismegericht. Daarnaast heeft MSB-I erop gewezen dat Isala onderdeel is van de Samenwerkende Topklinische opleidingsZiekenhuizen (STZ) waarvoor een nauwe samenwerking tussen diverse specialismen aangewezen is.
5.4.
Tegen deze achtergrond is de rechtbank van oordeel dat MSB-I voldoende gemotiveerd en overtuigend heeft toegelicht dat – vanuit het oogpunt van (a) goede patiëntenzorg, (b) onderwijs, opleiding en wetenschap, (c) de verplichtingen van MSB-I jegens Isala, (d) de dienstverlening aan andere specialisten en (e) financiën en kostenbeheersing – samenwerking en daarmee integratie tussen de nucleair geneeskundigen en de radiologen noodzakelijk is. Daarbij betrekt de rechtbank dat uit de chronologie van de feiten, zoals deze hiervoor is weergegeven, moet worden afgeleid dat MSB-I en de RvB zich altijd vanaf het begin van het integratieproces hebben ingezet voor één RVE (Resultaat Verantwoordelijke Eenheid) en één vakgroep en dat MSB-I en de RvB hebben getracht, nadat tussen de nucleair geneeskundigen en de radiologen door de MDTBGN-kwestie een langdurige patstelling was ontstaan, dit doel te verwezenlijken door kaders en randvoorwaarden te stellen – het zevenpuntenplan (zie 3.15) – in de hoop en verwachting dat de nucleair geneeskundigen en de radiologen samen (alsnog) tot een vergelijk zouden komen. MSB-I heeft de nucleair geneeskundigen en de radiologen jarenlang de tijd geboden om onderlinge overeenstemming te bereiken. Uiteindelijk is gebleken dat een overeenstemming niet kon worden bereikt.
5.5.
Anders dan de nucleair geneeskundigen betogen, kan naar het oordeel van de rechtbank uit de notulen van het overleg van 3 februari 2021 (zie 3.27) geen toezegging van MSB-I worden afgeleid dat zij onvoorwaardelijk met splitsing van de vakgroep zal instemmen. MSB-I had immers als voorwaarde gesteld dat de nucleair geneeskundigen en de radiologen gezamenlijk een splitsingsverzoek zullen indienen met daarin een gezamenlijk gedragen concreet voorstel voor een (tijdelijke) structuur met een (adviserende) medical board waaraan een commissie hybride werken en een commissie opleiding is gekoppeld. De afzonderlijke splitsingsverzoeken van de nucleair geneeskundigen en de radiologen (zie 3.29 en 3.30) voldoen niet aan deze voorwaarde. Van een gezamenlijk voorstel is geen sprake en daar komt bij dat geen van de voorstellen voorziet in een concrete invulling van de structuur van samenwerking. Mede gelet op de context waarin deze verzoeken zijn gedaan (zie de feiten), is de rechtbank niet gebleken van “
een 180 graden omdraaien van standpunt” door MSB-I, zoals de nucleair geneeskundigen stellen. Van onterecht opgewekte verwachtingen is evenmin gebleken. Een onzorgvuldig of onredelijk handelen van MSB-I kan daaruit dan ook niet worden afgeleid.
5.6.
Tot slot heeft MSB-I zich bij haar besluitvorming mede kunnen en mogen baseren op de memo van het RVE-bestuur van de vakgroep Medische Beeldvorming van 19 februari 2021, herhaald op 15 maart 2021, waarin het RVE-bestuur haar zorgen uit over een mogelijke splitsing van de vakgroep en de (financiële) gevolgen daarvan voor de RVE en Isala. Zo wijst het RVE-bestuur onder meer op het risico van interne concurrentie door de overlap in productie (domeindiscussies). Dat MSB-I deze visie van het RVE-bestuur in aanmerking heeft genomen bij haar besluitvorming kan haar niet worden tegengeworpen. De nucleair geneeskundigen hebben ook geen omstandigheden aangevoerd die dat anders maakt.
5.7.
Het voorgaande leidt de rechtbank tot de conclusie dat niet gezegd kan worden dat het besluit van MSB-I van 9 april 2021 tot weigering van de splitsing van de vakgroep Medische Beeldvorming in een vakgroep Radiologie en Nucleaire geneeskunde tegenover de nucleair geneeskundigen onrechtmatig is dan wel in strijd is met de redelijkheid en billijkheid die door MSB-I jegens de nucleair geneeskundigen in acht moet worden genomen. Evenmin is sprake van een besluit dat onzorgvuldig tot stand is gekomen. De rechtbank is van oordeel dat MSB-I na jarenlange, vruchteloze onderhandelingen tussen de nucleair geneeskundigen en de radiologen over de uitgangspunten van hun onderlinge samenwerking terecht haar bestuurlijke verantwoordelijkheid heeft genomen en knopen heeft doorgehakt, waarbij MSB-I aan de belangen van de gehele maatschap en Isala, zoals deze hiervoor in 5.4 sub (a) t/m (e) zijn genoemd, bij handhaving van de vakgroep Medische Beeldvorming een zwaarder gewicht heeft mogen toekennen dan aan het belang van de nucleair geneeskundigen bij (tijdelijke) splitsing van deze vakgroep.
Dit betekent dat het primair gevorderde sub (I) en (II) moet worden afgewezen.
Ten aanzien van het besluit van 12 juli 2021: vaststelling vakgroepreglement
5.8.
Het voorgaande geldt in meer of mindere mate ook voor het door MSB-I vastgestelde Vakgroepreglement Medische Beeldvorming. Hoewel de nucleair geneeskundigen en de radiologen onder begeleiding van [K] in 2017 erin zijn geslaagd om gezamenlijk gedragen uitgangspunten voor hun vakgroepreglement te formuleren, hebben zij geen overeenstemming kunnen bereiken over de tekst en inhoud van dit reglement. Dit geldt in het bijzonder voor de organisatiestructuur en de besluitvormingsmatrix. Teneinde de impasse tussen de nucleair geneeskundigen en de radiologen te doorbreken, was MSB-I zeer nauw betrokken bij dit proces en heeft zij uiteindelijk bij besluit van 12 juli 2021 eenzijdig het vakgroepreglement vastgesteld. Daarbij heeft MSB-I zich gebaseerd op het door haar als productie 2 overgelegde model vakgroepreglement en de Uitgangspunten 2017 (zie 3.9). Hoewel het door MSB-I vastgestelde vakgroepreglement uitgaat van één RVE en geen divisies kent, kent dit reglement wel dezelfde acht secties zoals die ook in de Uitgangspunten 2017 (en het Opleidingsplan Radiologie) zijn opgenomen. MSB-I heeft gemotiveerd toegelicht dat een topzware organisatiestructuur met twee RVE’s en twee divisies, zoals de nucleair geneeskundigen wensen, inefficiënt is en dat deze structuur ertoe zal leiden dat de discussie van de afgelopen jaren zich voortzet in plaats van eindigt. De nucleair geneeskundigen hebben dit onvoldoende weerlegd. Voorts acht de rechtbank het van belang dat MSB-I in het bestreden vakgroepreglement heeft voorzien in een ongelijkheidscompensatie waardoor de nucleair geneeskundigen (die getalsmatig in de minderheid zijn) niet kunnen worden “overlopen” door de radiologen en dat het reglement voorziet in een evaluatie na een jaar op basis waarvan het reglement kan worden gewijzigd en/of aangevuld. In dat kader merkt de rechtbank op dat MSB-I het vakgroepreglement reeds op 12 juli 2021 heeft vastgesteld en dat sindsdien van onwerkbare situaties niet is gebleken. Dit is door de nucleair geneeskundigen niet gemotiveerd weersproken.
5.9.
In het licht van deze omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat niet gezegd kan worden dat het besluit van (het bestuur van) MSB-I van 12 juli 2021 tot vaststelling van het Vakgroepreglement Medische Beeldvorming tegenover de nucleair geneeskundigen onrechtmatig is, dan wel in strijd is met de redelijkheid en billijkheid die door MSB-I jegens de nucleair geneeskundigen in acht moet worden genomen. Evenmin is sprake van een besluit dat op onzorgvuldige wijze tot stand is gekomen. Dit betekent dat zowel het primair gevorderde sub (III) en (IV) als het (meer) subsidiair gevorderde sub (I) en (II) moeten worden afgewezen.
Ten aanzien van de alternatieve vorderingen
5.10.
Voor zover de gewraakte besluiten van MSB-I niet worden vernietigd dan wel buiten werking worden gesteld, vorderen de nucleair geneeskundigen primair een tijdelijke splitsing van de vakgroep totdat zij en de radiologen gezamenlijk (en unaniem) om samenvoeging van de vakgroepen verzoeken, althans een (afkoelings-)periode van minimaal drie jaar. Subsidiair vorderen de nucleair geneeskundigen dat MSB-I gedurende een afkoelingsperiode van drie jaar een tijdelijk vakgroepreglement zal vaststellen dat voldoet aan de uitgangspunten die op 27 januari 2021 in samenspraak met de nucleair geneeskundigen en het vakgroepbestuur zijn geformuleerd, inclusief de besluitenmatrix. Meer subsidiair vorderen de nucleair geneeskundigen dat de gesprekken over de inhoud van het vakgroepreglement worden voortgezet en dat partijen hierbij op kosten van MSB-I worden gefaciliteerd door het inzetten van een externe procesbegeleider.
5.11.
MSB-I voert als verweer dat niet is gebleken dat de radiologen met een tijdelijke noodoplossing instemmen, zodat de kans reëel is dat weer nieuwe discussiepunten ontstaan, bijvoorbeeld over de verdeling van de werkzaamheden en de productie, waarbij het eigen financiële belang voorop staat. Volgens MSB-I is een afkoelingsperiode zonder consensus gedoemd te mislukken en leidt dat hoogstens tot een
standstillen feitelijk tot het vooruitschuiven van het probleem, hetgeen niets oplevert omdat alle partijen gebaat zijn bij een oplossing en voortgang en dat geldt ook voor de andere maten en Isala. Verder wijst MSB-I erop dat de uitgangspunten van 27 januari 2021 door de nucleair geneeskundigen zijn geformuleerd en dat deze uitgangspunten voor de radiologen niet aanvaardbaar zijn. MSB-I betoogt dat voor de subsidiaire vordering een grondslag ontbreekt. Als de subsidiaire vordering niettemin toewijsbaar is, dan stelt MSB-I zich op het standpunt dat die slechts geldt in de relatie tussen partijen, dat de radiologen zich naar verwachting zullen verzetten, dat het vonnis dan zal moeten worden uitgevoerd in de vorm van een aanwijzing, dat de radiologen vervolgens op hun beurt in beroep zullen gaan en dat dit niet de weg naar een oplossing is. Tot slot meent MSB-I dat de meer subsidiaire vordering eveneens een grondslag ontbeert en bovendien te onbepaald is. Zo zijn de nucleair geneeskundigen volgens MSB-I niet duidelijk wat er in de tussentijd moet gebeuren en welke onderlinge afspraken gelden.
5.12.
De nucleair geneeskundigen hebben dit gemotiveerde verweer van MSB-I onvoldoende weersproken. Zo hebben zij niet toegelicht waarom een tijdelijke regeling, een afkoelingsperiode, dan wel een voortzetting van de gesprekken in de toekomst wel tot overeenstemming zou leiden. Dat betekent dat de nucleair geneeskundigen het subsidiaire en meer subsidiaire standpunt onvoldoende nader en concreet hebben onderbouwd. Daar komt bij dat het ook tijdens de langdurige aanhouding van deze procedure kennelijk niet is gelukt om overeenstemming te bereiken.
Verder is de rechtbank met MSB-I van oordeel dat alle betrokken partijen na jaren van vruchteloos overleg gebaat zijn bij duidelijkheid en rust, zodat weer gebouwd kan worden aan een constructieve samenwerking in het belang van een goede patiëntenzorg. Dit leidt ertoe dat ook het primair gevorderde sub (V) en (meer) subsidiair gevorderde sub (III) worden afgewezen.
Conclusie
5.13.
De rechtbank komt tot de slotsom dat alle vorderingen van de nucleair geneeskundigen, zowel primair als (meer) subsidiair, moeten worden afgewezen.
Proceskosten
5.14.
De nucleair geneeskundigen zijn de partijen die ongelijk krijgen en zij zullen daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van MSB-I als volgt vastgesteld:
- griffierecht € 667,00
- salaris advocaat
€ 1.126,00(2 punten x tarief € 563,00)
Totaal € 1.793,00

6.De beslissing

De rechtbank
6.1.
wijst de vorderingen van de nucleair geneeskundigen af,
6.2.
veroordeelt de nucleair geneeskundigen in de proceskosten, aan de zijde van MSB-I tot dit vonnis vastgesteld op € 1.793,00,
6.3.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.N. Bartels en in het openbaar uitgesproken op 28 december 2022. (PS)