[A] c.s. vorderen dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. verklaart voor recht dat de overkapping van [A] c.s. in zijn geheel op het perceel [gemeente] , sectie G, [nummer] staat en geen sprake is van overbouw;
II. [C] c.s. veroordeelt tot betaling van € 485,00 aan kadasterkosten aan [A] c.s., te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na betekening van het vonnis tot aan de dag van volledige betaling;
III. [C] c.s. veroordeelt om binnen een maand na dit vonnis de overstekende afwateringspijpjes van de dakkapellen te verwijderen, op straffe van een dwangsom van € 500,00 voor iedere dag dat [C] c.s. hiermee in gebreke blijven, tot een maximum van € 50.000,00;
IV. [C] c.s. veroordeelt tot het herstel (rechtzetten) van de schutting op het perceel [gemeente] , sectie G, [nummer] , dan wel zodanige maatregelen te nemen dat deze geen schade toebrengt aan het eigendom van [A] c.s., op straffe van een dwangsom van € 500,00 voor iedere dag dat [C] c.s. hiermee in gebreke blijven, tot een maximum van € 50.000,00;
V. [C] c.s. veroordeelt in de proceskosten, alsmede de buitengerechtelijke incassokosten van € 925,00 en € 72,75 en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na betekening van het vonnis tot aan de dag van volledige betaling.