ECLI:NL:RBOVE:2022:3966

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
21 december 2022
Publicatiedatum
27 december 2022
Zaaknummer
10185153 \ EJ VERZ 22-353
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet van een chef-kok bij een contractcateringbedrijf na overtreding van instructies

In deze zaak gaat het om een ontslag op staande voet van een werkneemster, die als chef-kok werkzaam was bij Moods & Roots Events B.V., een bedrijf dat contractcatering verzorgt op een schip voor de huisvesting van vreemdelingen. De werkneemster had expliciete instructies gekregen om zaken met betrekking tot het schip alleen te bespreken met twee aangewezen personen. Desondanks heeft zij buiten deze personen om een hutsleutel geregeld voor een nieuwe keukenhulp, wat leidde tot haar ontslag op staande voet. De kantonrechter heeft de verzoeken van de werkneemster om vernietiging van het ontslag en toekenning van vergoedingen afgewezen, omdat het ontslag terecht was gegeven. De kantonrechter oordeelde dat de werkneemster in strijd had gehandeld met de gegeven instructies en dat de werkgever niet kon worden gevergd om de arbeidsovereenkomst voort te zetten. De persoonlijke omstandigheden van de werkneemster, zoals haar kortdurende dienstverband, werden niet als voldoende zwaarwegend beschouwd om het ontslag te rechtvaardigen. De kantonrechter heeft ook het verzoek van de werkgever om terugbetaling van een te veel betaald salaris toegewezen.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer : 10185153 \ EJ VERZ 22-353
Beschikking van de kantonrechter van 21 december 2022
in de zaak van
[verzoekster],
wonende te [woonplaats] ,
verzoekende partij, tevens verwerende partij in het voorwaardelijk tegenverzoek,
hierna te noemen [verzoekster] ,
gemachtigde: mr. F. Kaoui, ARAG SE Rechtsbijstand
tegen
de besloten vennootschap
MOODS & ROOTS EVENTS B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Kampen,
verwerende partij, tevens verzoekster van het voorwaardelijk tegenverzoek,
hierna te noemen werkgever of Moods & Roots,
gemachtigde: mr. J.W. Both, advocaat

1.De procedure

1.1.
[verzoekster] heeft op 8 november 2022 een verzoek ingediend tot vernietiging van het door haar werkgever gegeven ontslag op staande voet en daarbij om werkgever te veroordelen haar toe te laten tot het verrichten van de gebruikelijke werkzaamheden en tot doorbetaling van het salaris. Moods & Roots heeft een verweerschrift ingediend met daarin een voorwaardelijk tegenverzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst.
1.2.
Op 7 december 2022 heeft in het gerechtsgebouw in Zwolle de mondelinge behandeling van het verzoek plaatsgevonden. [verzoekster] heeft de zitting op afstand bijgewoond via een digitale beeldverbinding. Wegens een technisch probleem was [verzoekster] voor de aanwezigen in de zittingzaal alleen te horen en niet te zien. De gemachtigde van [verzoekster] was aanwezig in de zittingzaal. Ook de directeur van Moods & Roots – [X] – met de gemachtigde waren in de zittingzaal aanwezig. De gemachtigden van partijen hebben ieder een pleitnota voorgedragen en overgelegd. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen verder ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht.
1.3.
Ten slotte is bepaald dat de kantonrechter vóór 25 december 2022 een beschikking zal wijzen.

2.Samenvatting / inleiding

Deze zaak heeft betrekking op een ontslag op staande voet. De werkgever is een onderneming op het gebied van contractcatering. In dat kader verzorgt de werkgever de catering op een schip gelegen in Hendrik Ido Ambacht, waarop vreemdelingen worden gehuisvest. Werkneemster is aangesteld als chef-kok. Kort nadat zij een uitdrukkelijke instructie had gekregen om zaken aangaande het schip uitsluitend met twee aangewezen personen te bespreken, is werkneemster buiten die personen om betrokken geweest bij het regelen van een hutsleutel voor een nieuwe keukenhulp. De werkgever is daarvoor ter verantwoording geroepen bij de gemeente. Nadat de directeur van werkgever de werkneemster over het voorval heeft gehoord, heeft hij haar op staande voet ontslagen. Werkneemster verzoekt om vernietiging van dat ontslag met toekenning van een billijke vergoeding, een transitievergoeding en een gefixeerde schadevergoeding. De kantonrechter wijst die verzoeken af en legt onder 6. in deze beschikking uit waarom dat zo is.
Daaraan voorafgaand worden eerst de feiten opgesomd (onder 3.) die bij die beoordeling van belang zijn en worden de verzoeken en het verweer (onder 4. en 5.) nader omschreven.

3.De feiten

3.1.
Moods & Roots is een onderneming die werkzaam is op het gebied van contractcatering. In dat kader huurt Moods & Roots de keuken en verzorgt zij de catering op een cruiseschip dat door de overheid is gehuurd voor de huisvesting van vreemdelingen.
3.2.
[verzoekster] , geboren [geboortedatum] , is op 9 mei 2022 voor bepaalde tijd tot en met 30 januari 2023 in dienst getreden bij Moods & Roots in de functie van chef-kok in de keuken op een schip voor vreemdelingen in de gemeente Hendrik Ido Ambacht. Haar salaris bedraagt € 3.240,= bruto per maand exclusief vakantietoeslag. In de arbeidsovereenkomst is bepaald dat de cao contractcatering daarop van toepassing is en dat de arbeidsovereenkomst niet tussentijds opzegbaar is.
3.3.
Op 9 augustus 2022 vond er een overleg plaats met betrekking tot de gang van zaken op het schip. Daar was [verzoekster] bij aanwezig. In die vergadering is benoemd dat [betrokkene 1] en [betrokkene 2] de enige aanspreekpunten zijn voor het geval dat medewerkers van Moods & Roots zaken willen bespreken die met het schip te maken hebben.
3.4.
Op 13 september 2022 vond er een bespreking plaats waarbij naast [verzoekster] aanwezig waren de directeur van Moods en Roots ( [X] ), de manager van Moods & Roots ( [betrokkene 3] ), de locatiemanager van het schip ( [betrokkene 2] ) en de vertegenwoordiger van de gemeente ( [betrokkene 1] ). Daarbij is uitdrukkelijk afgesproken dat voor alle zaken die met het schip te maken hebben alleen contact mag worden opgenomen met [betrokkene 1] of [betrokkene 2] .
3.5.
Op of omstreeks 22 september 2022 is [verzoekster] betrokken geweest bij het regelen van een sleutel voor een hut op het schip voor een nieuwe keukenhulp. Zij heeft daarover een technicus op het schip benaderd. De directeur van Moods & Roots is daarvan op de hoogte gesteld en daarover ter verantwoording geroepen door de vertegenwoordiger van de gemeente. Op vrijdag 23 september 2022 heeft de directeur over het voorval telefonisch contact op genomen met [verzoekster] . Op maandag 26 september 2022 heeft de directeur oog in oog met [verzoekster] over het voorval gesproken in het bijzijn van [betrokkene 3] .
3.6.
[verzoekster] is vervolgens op staande voet ontslagen. Dat volgt uit de brief van 27 november 2022, waarin Moods & Roots de arbeidsovereenkomst met [verzoekster] met onmiddellijke ingang opzegt wegens een dringende reden. Het voorval met de hutsleutel staat daarin centraal. De kern van het beschreven verwijt aan het adres van [verzoekster] is dat zij heeft gehandeld in strijd met een uitdrukkelijk gegeven opdracht die kort daarvoor aan haar was gegeven.

4.Het verzoek van werknemer

4.1.
[verzoekster] verzoekt:
Primair, op grond van artikel 7:681 lid 1 BW vernietiging van het ontslag op staande voet van 27 september 2022 en daarnaast weder tewerkstelling (op straffe van een dwangsom) met doorbetaling van haar salaris en betaling van wettelijke verhoging en wettelijke rente over achterstallig salaris met afgifte loonspecificaties (op straffe van een dwangsom).
Subsidiair, toekenning van een billijke vergoeding (€ 17.000,= bruto) en veroordeling van Moods & Roots tot betaling van de gefixeerde schadevergoeding van 7:672 lid 11 BW (€ 16.620,92 bruto) en tot betaling van een transitievergoeding van € 525,61 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente over die bedragen, en veroordeling tot afgifte van een deugdelijke eindafrekening (op straffe van een dwangsom).
In beide gevallen verzoekt zij daarnaast veroordeling van Moods & Roots tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten van € 1.050,= en veroordeling van Moods & Roots in de kosten en de nakosten van de procedure.
Voorlopige voorziening:
4.2.
Daarnaast verzoekt [verzoekster] bij wege van een voorlopige voorziening veroordeling van Moods & Roots om haar weer toe te laten tot haar werkzaamheden van chef-kok, binnen 48 uur na de te wijzen beslissing, op straffe van een dwangsom van € 250,= per dag, met betaling van het aan [verzoekster] toekomende salaris te rekenen vanaf 27 september 2022 te vermeerderen met wettelijke verhoging en rente en met afgifte van een loonspecificatie.

5.Het verweer en het (voorwaardelijke) tegenverzoek van werkgever

5.1.
Moods & Roots heeft verweer gevoerd. Zij vraagt om afwijzing van de verzoeken van [verzoekster] .
5.2.
Daarbij verzoekt Moods & Roots onvoorwaardelijk om veroordeling van [verzoekster] tot betaling van een bedrag van € 153,37. Volgens Moods & Roots is dit bedrag bij de eindafrekening van het dienstverband per 27 november 2022 teveel aan [verzoekster] uitbetaald.
5.3.
Voor het geval de kantonrechter zal oordelen dat de arbeidsovereenkomst sinds 27 september 2022 nog voortduurt, verzoekt Moods & Roots de ontbinding daarvan.

6.De beoordeling

Het verzoek van werknemer

6.1.
[verzoekster] is bij brief van 27 september 2022 op staande voet ontslagen. Het gaat in deze zaak primair om de vraag of het ontslag op staande voet moet worden vernietigd. De kantonrechter gaat hierna eerst in op wat de wet en de jurisprudentie van de Hoge Raad daarover hebben bepaald. Daarna zal de kantonrechter bespreken wat dat betekent voor de arbeidsovereenkomst tussen Moods & Roots en [verzoekster] .
Wettelijk kader
6.2.
In het Burgerlijk Wetboek is bepaald wanneer een arbeidsovereenkomst mag worden opgezegd. Een ontslag op staande voet is een bijzondere opzegging, omdat het een opzegging met onmiddellijke ingang betreft. In artikel 7:677, lid 1 BW is bepaald dat iedere partij bevoegd is om de arbeidsovereenkomst onverwijld (dus met onmiddellijke ingang) op te zeggen om een dringende reden, onder onverwijlde mededeling (dat wil zeggen directe mededeling) van die reden aan de wederpartij. Ingevolge artikel 7:678 lid 1 BW worden voor de werkgever als dringende redenen beschouwd zodanige daden, eigenschappen of gedragingen van werknemer, die tot gevolg hebben dat van werkgever redelijkerwijs niet gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren.
6.3.
Vooropgesteld wordt dat een ontslag op staande voet een uiterste middel is. Het mag slechts worden gegeven als van de werkgever op grond van een dringende reden niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst met de betreffende werknemer nog langer te laten voortduren. Bij de beoordeling van de vraag of van zo’n dringende reden sprake is, moeten alle omstandigheden van het geval, in onderling verband en samenhang, in aanmerking worden genomen. Ook de persoonlijke omstandigheden van de werknemer spelen daarbij een rol. Daarbij dient niet alleen te worden gelet op de aard en de ernst van de aan de werknemer verweten gedraging, maar in de afweging wordt ook betrokken de aard van de dienstbetrekking, de duur daarvan en de wijze waarop de werknemer die dienstbetrekking heeft vervuld. Daarnaast moet rekening worden gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de werknemer, zoals leeftijd en de gevolgen van een ontslag voor de werknemer. Ook indien deze gevolgen ingrijpend zijn, kan een afweging van deze persoonlijke omstandigheden tegen de aard en ernst van de dringende reden tot de slotsom leiden dat een onmiddellijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst gerechtvaardigd is (vergelijk HR 20 april 2012, ECLI:NL:HR: 2012:BV9532).
Het ontslag van 27 september 2022
6.4.
De kantonrechter komt na een afweging van alle feiten en omstandigheden tot de conclusie dat het ontslag op staande voet dat Moods & Roots op 27 september 2022 aan [verzoekster] heeft gegeven terecht is geweest. Hierna wordt uitgelegd waarom dat zo is.
De dringende reden
6.5.
De werkgever heeft aangevoerd dat zij uitdrukkelijk met [verzoekster] heeft afgesproken dat zij voor alle zaken die te maken hebben met het schip alleen contact mag zoeken met [betrokkene 1] of [betrokkene 2] . Dat is op 9 augustus 2022 in een vergadering waar [verzoekster] zelf bij aanwezig was, expliciet ter sprake geweest. Nog belangrijker is, dat dit op 13 september 2022 nog eens uitdrukkelijk onderwerp van gesprek is geweest. De werkgever heeft [verzoekster] toen op het hart gedrukt om zich aan die afspraak te houden. [verzoekster] heeft op de mondelinge behandeling erkend dat die afspraak toen is gemaakt en dat zij die ook heeft begrepen. Toch meent [verzoekster] dat zij met betrekking tot het incident waar het hier om gaat – de hutsleutel voor een keukenhulp – niet verkeerd heeft gehandeld. De kantonrechter zal haar argumenten daarvoor bespreken en uitleggen waarom die geen stand houden.
6.6.
[verzoekster] heeft aangevoerd dat zij bij aanvang van haar dienstverband anders is ingewerkt en dat zij toen had begrepen dat er mogelijkheden waren voor personeel om op het schip te overnachten. De kantonrechter kan in het midden laten of [verzoekster] wel of niet anders is ingewerkt. Voor de beoordeling van het incident met de hutsleutel is immers met name van belang wat er kort daarvoor expliciet met [verzoekster] is afgesproken. Eventuele eerdere afspraken of mededelingen zijn niet meer van belang als er op 13 september 2022 uitdrukkelijk een andere instructie is gegeven. Overigens heeft de werkgever betwist dat personeel van Moods & Roots op het schip kan overnachten. Dat kan volgens haar alleen bij hoge uitzondering, maar het is niet aan Moods & Roots om daarover te beslissen.
6.7.
Volgens [verzoekster] heeft zij geen sleutel geregeld, maar heeft zij slechts navraag gedaan naar de mogelijke beschikbaarheid van een sleutel. Wat hier ook van zij, vaststaat dat [verzoekster] haar vraag niet heeft voorgelegd aan de aangewezen personen. Daarmee heeft zij gehandeld in strijd met de kort daarvoor gegeven instructie. [verzoekster] heeft nog tegengeworpen dat zij tegen de keukenhulp nog zou hebben gezegd dat ze het nog met Adri zou moeten overleggen en dat ze was overvallen door het feit dat de keukenhulp al zo snel een sleutel in handen kreeg. Dat maakt hier echter geen verschil. Zij heeft hoe dan ook de vraag om een sleutel - dan wel de vraag naar een sleutel - niet voorgelegd aan één van de uitdrukkelijk aangewezen personen. En dat had zij wel moeten doen. Zij had bovendien direct tegen de keukenhulp moeten zeggen dat zij geen bevoegdheid had om iets te zeggen over de beschikbaarheid van een hut op het schip.
6.8.
[verzoekster] heeft ook aangevoerd dat de betreffende instructie haar niet schriftelijk is gegeven. Het voorval zou haar daarom niet zo zwaar mogen worden aangerekend. Dit argument kan [verzoekster] niet baten. Het staat immers wel vast dat de instructie al op 9 augustus 2022 aan de orde is geweest en dat deze uitdrukkelijk op 13 september 2022 nog eens is besproken door de werkgever. [verzoekster] erkent dat ook. Het klopt dat het hier een mondelinge instructie betreft, maar ook van een mondelinge afspraak mag de werkgever nakoming verlangen.
6.9.
Verder bepleit [verzoekster] dat een ontslag op staande voet een te zware sanctie is voor hetgeen is voorgevallen. Volgens [verzoekster] had zij eerst gewaarschuwd moeten worden dat er mogelijk ontslag zou kunnen volgen. Ten aanzien van dit argument van [verzoekster] is van belang of [verzoekster] begreep of had moeten begrijpen welk belang er voor de werkgever op het spel stond bij de op 13 september 2022 gegeven instructie. De kantonrechter is van oordeel dat [verzoekster] dat belang en het gewicht ervan voldoende heeft moeten begrijpen. [verzoekster] heeft namelijk als chef-kok een leidinggevende positie in de keuken. Zij werd in die positie betrokken bij besprekingen over de gang van zaken op het schip. Uit het verweerschrift en de daarbij overgelegde verklaringen blijkt dat er op 9 augustus 2022 een bespreking plaatshad. Daar is volgens de overgelegde verklaringen gesproken over het belang om geen geruchten over het schip te verspreiden omdat dit tot onrust en spanning op het schip kan leiden. Volgens de betrokkenen bij dat gesprek betekende dat, dat je met een vraag over een ander onderdeel van het schip uitsluitend terecht kan bij de twee aangewezen personen, namelijk [betrokkene 2] of [betrokkene 1] . Die afspraak is gemaakt met de bedoeling dat die personen overzicht en regie houden op het schip met al zijn verschillende werknemers (o.a. beveiligers, technici en het keukenpersoneel van Moods & Roots) en bewoners (vreemdelingen met verschillende achtergronden). Kort daarna, op 13 september 2022, is dat belang juist ten aanzien van [verzoekster] nogmaals benadrukt omdat zaken toch niet goed verliepen. [verzoekster] heeft niet betwist dat deze besprekingen hebben plaatsgevonden en zij heeft erkend dat de bedoelde afspraak is gemaakt. Daar komt bij dat Moods & Roots door de gemeente als opdrachtgever was aangesteld voor het verzorgen van de catering op het schip. Het was daarom in het belang van Moods & Roots dat de samenwerking op het schip goed zou verlopen, anders liep het contract van Moods & Roots met de gemeente gevaar. [verzoekster] heeft niet betwist dat zij ook dat belang kende. Juist het feit dat [verzoekster] bekend was met de achtergrond en het belang van de instructie om alleen de aangewezen personen te benaderen, en zij kort daarna aan die instructie voorbij gaat, maakt die overtreding extra zwaarwegend. De kantonrechter is van oordeel dat in die omstandigheden van de werkgever niet meer kan worden gevergd om [verzoekster] nog langer als chef-kok in dienst te houden. [verzoekster] was immers niet betrouwbaar gebleken en zij bracht de samenwerking met de gemeente daarmee in gevaar. In die situatie is een ontslag op staande voet, ook zonder een voorafgaande schriftelijke waarschuwing, gerechtvaardigd.
6.10.
De persoonlijke omstandigheden van [verzoekster] leiden niet tot een ander oordeel. [verzoekster] kan niet leunen op een langdurig dienstverband. Zij is immers pas met ingang van 9 mei 2022 bij Moods & Roots in dienst. Verder moet worden aangenomen dat [verzoekster] in de huidige arbeidsmarkt in staat zal zijn om binnen afzienbare tijd ander werk te vinden.
Onverwijld gegeven ontslag en onverwijld meegedeeld
6.11.
Voor een rechtsgeldig gegeven ontslag op staande voet is vereist dat het ontslag onverwijld wordt gegeven en dat de reden voor het ontslag onverwijld aan de werknemer wordt meegedeeld. De kantonrechter is van oordeel dat aan die vereisten van onverwijldheid is voldaan. Moods & Roots heeft onbetwist aangevoerd dat zij op donderdagavond 22 september 2022 door de gemeente werd gebeld over hetgeen zich had voorgedaan met betrekking tot [verzoekster] en haar betrokkenheid bij het regelen van een hutsleutel. De volgende dag, op vrijdag 23 september 2022, heeft de directeur van Moods & Roots daarover telefonisch contact opgenomen met [verzoekster] . Bij die gelegenheid is [verzoekster] op non-actief gesteld. In het daarna volgende weekend heeft [verzoekster] niet gewerkt. Omdat de werkgever [verzoekster] ook graag in een fysiek gesprek wilde horen over haar kant van het verhaal, heeft er op maandag 26 september 2022 een gesprek plaatsgevonden op een afgesproken locatie in een hotel. Daarbij was ook de manager van Moods & Roots aanwezig. Daarna heeft Moods & Roots op 27 september 2022 het ontslag op staande voet aan [verzoekster] meegedeeld. In de ontslagbrief wordt het verwijt aan het adres van [verzoekster] meegedeeld. Verder legt de werkgever uit waarom het voorval zo zwaarwegend is dat het tot ontslag moet leiden. De kantonrechter is van oordeel dat het ontslag daarmee voldoende onverwijld is gegeven. Overigens heeft [verzoekster] de onverwijldheid van het ontslag niet concreet ter discussie gesteld.
Afwijzing van de verzoeken
6.12.
De kantonrechter heeft hiervoor toegelicht waarom het ontslag op staande voet stand houdt. Dat oordeel brengt mee dat de arbeidsovereenkomst op 27 september 2022 is geëindigd en dat de verzoeken van [verzoekster] moeten worden afgewezen. Die afwijzing geldt ook voor de gevraagde voorlopige voorziening.
Het voorwaardelijke tegenverzoek van werkgever strekkende tot ontbinding
6.13.
Moods & Roots heeft voor het geval het ontslag niet zou standhouden, verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [verzoekster] . De voorwaarde die Moods & Roots aan het verzoek de voorwaarde heeft verbonden is in dit geval niet in vervulling gegaan. Dat betekent dat het ontbindingsverzoek geen verdere bespreking nodig heeft.
6.14.
Moods & Roots heeft daarnaast onvoorwaardelijk verzocht om veroordeling van [verzoekster] tot betaling van een bedrag van € 153,37. Dat bedrag betreft volgens Moods & Roots een teveel aan [verzoekster] betaald netto salarisbedrag. Moods & Roots heeft bij brief van 2 november 2022 aan [verzoekster] uitgelegd waarom er ten onrechte teveel is betaald. Daarbij heeft zij verzocht om terugbetaling van dit bedrag, maar terugbetaling heeft (nog ) niet plaatsgevonden.
6.15.
[verzoekster] heeft geen verweer gevoerd tegen het verzoek tot terugbetaling van genoemd bedrag. Het verzoek van Moods & Roots wordt daarom toegewezen.
De proceskosten
6.16.
Zowel ten aanzien van haar eigen verzoek als ten aanzien van het tegenverzoek van Moods & Roots is [verzoekster] in het ongelijk gesteld. Zij wordt daarom veroordeeld in de kosten van de procedure. Deze kosten worden tot aan deze uitspraak aan de kant van Moods & Roots begroot op € 747,= voor salaris gemachtigde.

7.De beslissing

De kantonrechter:
op het verzoek van werknemer,
7.1.
wijst de verzoeken van [verzoekster] af ;
op het tegenverzoek van de werkgever,
7.2.
veroordeelt [verzoekster] om aan Moods & Roots te betalen een bedrag van € 153,37;
en, in beide gevallen,
7.3.
veroordeelt [verzoekster] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Moods & Roots tot en met vandaag vaststelt op € 747,= voor salaris gemachtigde;
7.4.
verklaart deze beschikking, voor wat betreft de kostenveroordeling, uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.M. Koene, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 21 december 2022. (ap)