ECLI:NL:RBOVE:2022:3940

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
22 december 2022
Publicatiedatum
23 december 2022
Zaaknummer
289582 KG RK 22-483
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wraking van een rechter in een civiele procedure

Op 6 december 2022 heeft verzoeker een wrakingsverzoek ingediend in een civiele zaak die geregistreerd staat onder nummer 10051953 CV EXPL 22-2989, behandeld door het Team kanton en handelsrecht van de Rechtbank Overijssel. Het verzoek richtte zich tegen de triagekamer in Zwolle, die volgens verzoeker zijn eerder verzonden verzoek van 21 november 2022 niet schriftelijk heeft bevestigd en niet tijdig heeft geretourneerd met een deugdelijke motivering. Verzoeker stelde dat de triagekamer niet conform (inter)nationale normen had gehandeld en dat hij daardoor in zijn rechten was geschaad.

De wrakingskamer heeft de procedure beoordeeld en vastgesteld dat een rechter kan worden gewraakt op basis van feiten die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. Er moet echter sprake zijn van objectief gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid, wat inhoudt dat er concrete feiten moeten zijn die deze vrees onderbouwen. In dit geval was de zaak op het moment van het wrakingsverzoek nog niet aan een rechter toebedeeld, waardoor het verzoek niet-ontvankelijk werd verklaard. De wrakingskamer heeft de uitgangspunten van het wrakingsprotocol van de rechtbank in acht genomen en geconcludeerd dat het verzoek niet betrekking had op de met de behandeling van de zaak belaste rechter.

De beslissing om verzoeker niet-ontvankelijk te verklaren werd openbaar uitgesproken op 22 december 2022 door de wrakingskamer, bestaande uit de rechters U. van Houten, J.H.M. Hesseling en R.F. van Aalst. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK OVERIJSSEL

Wrakingskamer
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer: 289582 KG RK 22-483
Beslissing van 22 december 2022
in de zaak van
[verzoeker] ,
wonende te [woonplaats] ,
verzoeker tot wraking.

1.De procedure

Op 6 december 2022 heeft verzoeker het verzoek tot wraking ingediend in een zaak die is geregistreerd onder nummer 10051953 CV EXPL 22-2989. Deze zaak wordt behandeld door het Team kanton en handelsrecht van deze rechtbank. Het verzoek richt zich tot, wat verzoeker omschrijft als, de triage(er)kamer voor de behandeling van ingekomen poststukken in Postbus 10067, 8000 GB Zwolle gericht aan en ten name van Rechtbank Overijssel.

2.Het verzoek

Verzoeker heeft het verzoek tot wraking ingediend omdat de door hem genoemde triagekamer te Zwolle tot op heden de ontvangst van een verzoek, dat verzoeker stelt op 21 november 2022 te hebben verzonden, niet schriftelijk heeft bevestigd. Die triagekamer heeft dat verzoek volgens verzoeker ook niet onverwijld respectievelijk zo snel mogelijk expliciet 100 % conform (inter)nationale gerechtelijke normen aan hem geretourneerd voorzien van de bijbehorende deugdelijke motivering. Ook heeft die kamer volgens verzoeker tot op heden niet conform (inter)nationaal geldende gerechtelijke normen, de procedurele beslissing over doorzending aan hem bekend gemaakt.

3.De beoordeling

3.1
Een rechter kan worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Uitgangspunt daarbij is dat de rechter uit hoofde van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich een uitzonderlijke omstandigheid voordoet, die een zwaarwegende aanwijzing oplevert voor het oordeel dat een rechter richting, tegenover, naar een partij bij een geding een vooringenomenheid koestert. De vrees dat dit het geval zal zijn, dient objectief gerechtvaardigd te zijn. Dat betekent dat sprake moet zijn van concrete feiten en omstandigheden waaruit objectief de vrees voor partijdigheid van de rechter kan worden afgeleid.
Daarnaast kan er onder omstandigheden reden zijn voor wraking, als - geheel afgezien van de persoonlijke opstelling van de rechter in de hoofdzaak - de bij een partij bestaande vrees voor partijdigheid van die rechter objectief gerechtvaardigd is, waarbij rekening moet worden gehouden met uiterlijke schijn.
3.2
In het wrakingsprotocol van deze rechtbank zijn de uitgangspunten neergelegd die de rechtbank in acht neemt bij de behandeling van een verzoek om wraking. Op grond van artikel 5, tweede lid, aanhef en onder e, van het wrakingsprotocol, kan een verzoek tot wraking zonder behandeling ter zitting niet-ontvankelijk worden verklaard als het verzoek geen betrekking heeft op de met de behandeling van de zaak belaste rechter. Naar het oordeel van de wrakingskamer doet die situatie zich in dit geval voor. De onder 1 genoemde zaak was op het moment dat het wrakingsverzoek werd gedaan namelijk nog niet aan een rechter toebedeeld.
3.3
Het verzoek is daarom niet-ontvankelijk.

4.De beslissing

De wrakingskamer verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot wraking.
Deze beslissing is gegeven door de mrs. U. van Houten, J.H.M. Hesseling en R.F. van Aalst, in tegenwoordigheid van de griffier en in openbaar uitgesproken op 22 december 2022.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.