4.3Het oordeel van de rechtbank
De feiten en omstandigheden
De rechtbank stelt op grond van de behandeling ter terechtzitting en het onderhavige dossier de navolgende feiten en omstandigheden vast. In de voetnoten in het vonnis zal worden verwezen naar de voor de bewezenverklaring redengevende bewijsmiddelen.
Op 2 december 2021 om 20:14 uur ontvangt de politie een telefonische melding van [slachtoffer 1] dat hij kort daarvoor in het park Eekhout aan de Burgemeester van Roijensingel te Zwolle is bedreigd met een mes en beroofd van een PlayStation 5. [slachtoffer 1] doet diezelfde avond aangifte. Enkele minuten na de melding van [slachtoffer 1] ontvangt de 112-alarmcentrale een melding van [medeverdachte] dat hij een jongen op de grond heeft aangetroffen in het park Eekhout. Een ambulance komt ter plaatse en brengt de jongen naar het ziekenhuis. Later die avond meldt de moeder van verdachte bij de politie dat verdachte met een steekwond in zijn rug in het Isala ziekenhuis te Zwolle ligt. Er is sprake van ruggenmergletsel en na een verblijf op de intensive care volgt een periode van revalidatie en herstel.
Verdachte ontkent iedere betrokkenheid bij het incident waarvan [slachtoffer 1] melding en aangifte heeft gedaan. Verdachte verklaart bij de politie en ook ter terechtzitting dat hij in de avond van 2 december 2021 samen met [medeverdachte] een joint heeft gerookt op het Centraal Station Zwolle, waarna zij samen naar het park Eekhout zijn gelopen om naar huis te gaan. Nadat verdachte en [medeverdachte] bij het park ieder hun eigen weg zijn gegaan, is verdachte in het park aangevallen, waarbij hij met een mes in zijn rug is gestoken.
De overwegingen en conclusies
De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of wettig en overtuigend bewijs voorhanden is om tot een bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit te komen.
[slachtoffer 1] verklaart in zijn aangifte dat hij via Snapchat op 2 december 2022 met [naam 1] in Zwolle heeft afgesproken om zijn PlayStation 5 aan haar te laten zien. [slachtoffer 1] komt die dag omstreeks 19.39 uur met de trein aan op het Centraal Station en draagt zijn PlayStation 5 in een tas bij zich. Op het moment van aankomst bericht [naam 1] aan [slachtoffer 1] dat zij elkaar in park Eekhout zullen ontmoeten. [slachtoffer 1] loopt vervolgens via de Westerlaan de Parkstraat in naar het park Eekhout, waarbij hij tegenover de parkeergarage twee mannen ziet zitten op een bankje, waarvan een donker is getint en de ander blank is. Halverwege het park komen er twee mannen op [slachtoffer 1] afgelopen die er hetzelfde uitzien als de mannen die hij eerder op het bankje bij het station had gezien en terwijl hij in het park wacht op [naam 1] hoort hij dat de blanke jongen hem om een vuurtje vraagt. Ook de donkere jongen loopt naar hem toe en hij vraagt [slachtoffer 1] wat hij in zijn tas heeft, waarop [slachtoffer 1] zegt: “Dat is van mij en niet van jou”. [slachtoffer 1] ziet dat de donkere jongen vervolgens zijn arm om hem heen slaat en nog een keer vraagt wat hij in zijn tas heeft, waarop [slachtoffer 1] zijn antwoord herhaalt. Op dat moment trekt de donkere jongen zijn arm om de nek van [slachtoffer 1] en buigt hij hem naar achter. [slachtoffer 1] hoort een klikkend geluid wat hij herkent als het uitschuiven van een mes en voelt iets puntigs tegen zijn buik. [slachtoffer 1] ziet dat de blanke man dit mes tegen hem aandrukt, maar hij ziet alleen een glans van het mes. [slachtoffer 1] ziet vervolgens dat de blanke jongen zijn tas waar de console in zit van hem afpakt. De getinte jongen laat [slachtoffer 1] los en [slachtoffer 1] ziet beiden wegfietsen. [slachtoffer 1] rent achter hen aan en roept heel hard: “Dat is van mij, geef dat terug”, waarop de getinte jongen naar hem toe fietst. [slachtoffer 1] schopt hem van zijn fiets, waarop hij valt en [slachtoffer 1] geeft hem nog een schop in zijn maag.Tijdens het verhoor bij de politie op 26 januari 2022 komt [slachtoffer 1] hierop terug en verklaart hij dat hij op het moment dat de donkere jongen terug komt fietsen met een mes dat hij in de zakken van zijn jas vond in zijn richting zwaait, waarna de jongen op de grond valt.Tijdens dit verhoor verklaart [slachtoffer 1] ook dat de blanke jongen op het moment dat hij het mes tegen hem aandrukt tegen hem zegt: “Het is die PlayStation of je leven”.
De rechtbank verwerpt het door de verdediging gevoerde verweer op het punt van de betrouwbaarheid van de door [slachtoffer 1] afgelegde verklaringen. De verklaringen van [slachtoffer 1] zijn uitgebreid en voldoende specifiek, concreet en gedetailleerd en daarom kan aan de inhoud daarvan voldoende waarde worden gehecht. De rechtbank is van oordeel dat de verklaringen van [slachtoffer 1] bovendien, anders dan door de verdediging is bepleit, in voldoende mate worden ondersteund door andere bewijsmiddelen.
In dit verband is allereerst van belang dat de door de politie uitgekeken camerabeelden laten zien dat verdachte samen met [medeverdachte] op het station aanwezig is als [slachtoffer 1] daar in de avond van 2 december 2021 aankomt.Op de beelden is ook te zien dat verdachte en [medeverdachte] [slachtoffer 1] volgen als hij op de Westerlaan in de richting van Park Eekhout loopt.
Daarnaast is een Apple iPhone XR bij verdachte in beslag genomen en uitgelezen. Weliswaar blijkt dat aan de telefoon een Apple ID met de naam van de oom van verdachte, [naam 2] , is gekoppeld, maar de rechtbank kent doorslaggevende betekenis toe aan het feit dat uit het onderzoek ook naar voren is gekomen dat aan de telefoon een Apple ID met de naam van verdachte is gekoppeld en dat verdachte de telefoon veel in gebruik had.Naar het oordeel van de rechtbank ondersteunen de onderzoeksresultaten van de uitgelezen telefoonde aangifte van [slachtoffer 1] . Uit de uitgelezen informatie blijkt allereerst dat op de telefoon een notitie van 7 december 2021 is opgeslagen, waarin staat: “
heeft me bad[slachtoffer 1][onderstreping door de rechtbank]
heeft me gestoken in me badk wacht maar als ik er weer ben machete gaat swars door je back1p”.De rechtbank stelt vast dat [slachtoffer 1] de voornaam [slachtoffer 1] heeft. Verder is sprake van een snapchataccount genaamd “ [naam 3] ” dat is gekoppeld aan de Apple ID van verdachte.Uit de uitgelezen informatie blijkt verder dat “ [naam 3] ” in een snapchatgesprek van 7 december 2022 vraagt naar wie hem heeft gestoken, waarop een deelnemer antwoordt dat hij in Oldenzaal woont.De rechtbank stelt vast dat [slachtoffer 1] in Oldenzaal woont. Daarnaast geeft “ [naam 3] ” in een chatgesprek van
23 december 2021 aan een PlayStation te hebben.Ook hebben in de periode voor en na 2 december 2021 meerdere chats tussen “ [naam 3] ” en “ [naam 1] ” plaatsgevonden. Verder blijkt dat “ [naam 3] ” op 11 en 15 december 2021 meerdere malen chat met [medeverdachte] , waarbij “ [naam 3] ” aangeeft dat de politie naar hem zoekt in verband met het afleggen van een verklaring en dat hij een tip voor hem heeft als hij niet opgepakt wil worden.
Tot slot bevestigen ook de gegevens van de uitgelezen telefoon van [medeverdachte] de aangifte van [slachtoffer 1] . Daaruit komt naar voren dat op 2 december 2021 tussen 21:23 uur en 22:00 uur een snapchatgesprek heeft plaatsgevonden tussen “ [naam 4] ” en “ [naam 5] ”, waarin [medeverdachte] een PlayStation 5 te koop aanbiedt voor 200 euro. Tussen het chatten door is op Google gezocht naar ‘playstation 5’.Daarnaast blijkt uit de uitgelezen informatie dat op 3 december 2021 op internet is gezocht naar 112 meldingen, “steekpartij zwolle” en “steekpartij zwolle vandaag”.
De rechtbank is gezien het voorgaande van oordeel dat er voldoende wettig bewijs is en acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich op 2 december 2021 schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van diefstal van een PlayStation 5, vergezeld door geweld en bedreiging met geweld. Uit de feiten en omstandigheden kan duidelijk worden afgeleid dat sprake was van een vooropgezet gezamenlijk plan en ook van een gezamenlijke daadwerkelijke uitvoering. De gedragingen van verdachte zijn daarnaast van zodanige aard dat daarin ook het opzet op de diefstal met geweld ligt besloten.
Gelet op het hiervoor overwogene komt de rechtbank, anders dan door de verdediging bepleit, tot een bewezenverklaring van het ten laste gelegde.
De feiten en omstandigheden
De rechtbank stelt op grond van de inhoud van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting de volgende feiten en omstandigheden vast. In de voetnoten in het vonnis zal worden verwezen naar de voor de bewezenverklaring redengevende bewijsmiddelen.
Op 12 juli 2022 ontvangt de politie een melding van de moeder van verdachte dat hij met een gele Jumbo tas vol drugs haar woning is uitgelopen in de richting van de Lijnbaan te Zwolle. De politie ziet even later een jongen staan onder de doorgang naar het Theodorahof gelegen aan de parkeerplaats van de Burgemeester Vos de Waelstraat te Zwolle.De politie herkent de man als verdachte. Kort daarna treft de politie onder struiken een gele Jumbo tas aan,met daarin zeven pakketjes in plasticfolie omhulde bruine blokken.Uit onderzoek blijkt dat sprake is van hasjiesj.
Op 12 juli 2022 verklaart [slachtoffer 2] , moeder van verdachte, dat verdachte haar die dag een gele Jumbo tas liet zien met daarin meerdere bruine pakken met doorzichtig plastic die zij herkent als hasj. Volgens de verklaringen van [slachtoffer 2] verlaat verdachte de woning met deze tas en één kruk.Verder verklaart [getuige 1] , bewoner van de [adres 2] te Zwolle, dat hij rond 13.00 uur vanaf zijn balkon een persoon met een getinte huidskleur ziet lopen met een loopkruk in zijn linkerhand en een gele tas in zijn rechterhand. Volgens [getuige 1] is de persoon die door de politie is aangehouden de man die hij heeft gezien met de gele tas.
Verdachte verklaart tegenover de politie dat hij niets afweet van een gele Jumbo tas met daarin hasjiesj.
Overwegingen en conclusies
De rechtbank stelt op grond van bovenstaande feiten en omstandigheden vast dat de door de politie aangetroffen tas met hasjiesj van verdachte is. De verklaring van verdachte ter terechtzitting dat hij de woning van zijn moeder heeft verlaten met een tas met daarin koekjes en snoep acht de rechtbank in het licht van deze feiten en omstandigheden ongeloofwaardig. De rechtbank komt dan ook tot een bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit.
De feiten en omstandigheden
De rechtbank stelt op grond van de inhoud van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting de volgende feiten en omstandigheden vast. In de voetnoten in het vonnis zal worden verwezen naar de voor de bewezenverklaring redengevende bewijsmiddelen.
Op 30 augustus 2022 doet [slachtoffer 2] , moeder van verdachte, aangifte van mishandeling door verdachte. Zij verklaart dat verdachte haar die ochtend tijdens een discussie op de trap in haar woning met zijn hand bij haar keel heeft gepakt, waarbij hij haar keel hard dichtkneep. [slachtoffer 2] ervaart daarbij pijn en kan niet meer ademhalen. [slachtoffer 2] denk dat zij stikt.Deze verklaring vindt steun in de verklaringen die de partner van [slachtoffer 2] , [getuige 2] , als getuige heeft afgelegd. [getuige 2] verklaart dat hij, terwijl hij in de ochtend van 30 augustus 2022 in de keuken van de woning staat, hoort dat sprake is van een hevige woordenwisseling op de trap tussen [slachtoffer 2] en verdachte, die op een handgemeen uitloopt.[getuige 2] is toen naar de trap gelopen en ziet dat verdachte de nek van [slachtoffer 2] vast heeft.
Verdachte bevestigt tegenover de politie dat er op 30 augustus 2022 op de trap van de woning van [slachtoffer 2] een incident tussen hem en [slachtoffer 2] heeft plaatsgevonden, maar hij ontkent dat hij [slachtoffer 2] daarbij bij de keel heeft gepakt. Verdachte verklaart dat hij [slachtoffer 2] tevergeefs een paar keer heeft gevraagd of ze aan de kant wilde gaan, waarop hij haar een duw heeft gegeven tegen de schouder.
Overwegingen en conclusie
De rechtbank stelt op grond van bovenstaande feiten en omstandigheden vast dat verdachte [slachtoffer 2] op 30 augustus 2022 een duw heeft gegeven en bij de keel heeft gepakt. Dat verdachte naar zijn zeggen [slachtoffer 2] slechts een duw heeft gegeven, acht de rechtbank in het licht van de verklaringen van [slachtoffer 2] en [getuige 2] niet aannemelijk. De rechtbank komt dan ook tot een bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit.