10.De beslissing
- verklaart niet bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt haar daarvan vrij;
- verklaart bewezen dat verdachte het subsidiair ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt haar daarvan vrij;
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
het misdrijf:
zware mishandeling
- verklaart verdachte strafbaar voor het subsidiair bewezen verklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
18 (achttien) maanden;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
9 (negen) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarde(n) niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich binnen drie dagen na het ingaan van de proeftijd en gedurende de proeftijd meldt bij GGZ reclassering Limburg Nederland, Laurentiusplein 10 in Roermond (0475-319747) op de door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo frequent en zo lang deze instelling dat nodig acht;
- zich laat opnemen in FPA Stevig te Oostrum of een soortgelijke zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname duurt zolang de reclassering dat nodig vindt, maar maximaal 18 (achttien) maanden. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, beleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt veroordeelde mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
- zich (aansluitend aan de klinische opname) ambulant laat behandelen bij een instelling, ter beoordeling van de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering dit noodzakelijk acht. Verdachte zal zich houden aan de regels die door of namens de leiding van de instelling zullen worden gegeven;
- ( aansluitend aan de klinische opname) verblijft in een nader te bepalen instelling of een andere instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, of meewerkt aan woonbegeleiding, te bepalen door de reclassering. Het verblijf start aansluitend aan de klinische opname en duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor haar heeft opgesteld;
- geen alcohol en drugs gebruikt en meewerkt aan controles op dit verbod. De controles geschieden aan de hand van urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest). De reclassering bepaalt hoe vaak betrokkene wordt gecontroleerd;
- draagt de reclassering op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
- beveelt dat de op grond van artikel 14c Sr gestelde voorwaarden en het op grond van artikel 14c, zesde lid, Sr uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot een bedrag van € 2.000,00 (bestaande uit immateriële schade);
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van
€ 2.000,00 (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 2 mei 2022);
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 2.000,00, (zegge: tweeduizend euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 2 mei 2022 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 30 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.T. Bos, voorzitter, mr. A. van Holten en mr. S.H. Peper, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.K. van Haren, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 20 december 2022.
Buiten staat
Mr. M.T. Bos is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2022191545. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1. Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] van 2 mei 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 14-15):
Op 2 mei 2022 bevond ik mijte Deventer. Ik zag dat die vrouw haar fiets op de standaard zette. Ik voelde plotseling een steek aan de rechterkant van mijn hals. Ik werd 3 keer gestoken. 1 keer in mijn hals en 2 keer op de rechterzijde van mijn gezicht. Terwijl ik daar stond begon ik heftige pijn te voelen aan de rechterzijde van mijn hoofd en ik merkte dat ik heftig bloedde.
2. De verklaring van verdachte zoals afgelegd ter terechtzitting van 6 december 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Toen ik de jongen op een afstand zag, pakte ik een mes en liep ik naar hem toe met het mes in mijn hand. Ik wilde hem in zijn wang snijden. Ik was boos op hem, omdat ik dacht dat hij mijn fiets had gestolen en ik wilde hem daarom pijn doen. Ik heb hem meerdere keren geraakt.
3. Een schriftelijk bescheid, te weten een verslag van [huisarts] van 4 mei 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina 52):
0 Re wang kaakhoek snijwond 5 cm en midden op wang
0 snijwond van 10 cm beide gehecht
4. Een schriftelijk bescheid, te weten het Fotoblad behorende bij dossier nr 2022191545 – Foto’s van de verwondingen van de aangever (pagina 38 -41).
5. Een schriftelijk bescheid, te weten de foto’s behorende bij het verzoek tot schadevergoeding van [slachtoffer] .