Vervolgens ligt de vraag voor of het aannemelijk is dat een bodemrechter tot het oordeel zal komen dat [B] met zijn werkzaamheden bij [X] het non-concurrentiebeding overtreedt, en zo ja of hij daarmee boetes heeft verbeurd.
Daarbij is van belang dat de onderneming [X] zoals reeds overwogen moet worden beschouwd als een directe concurrent van [A] , voor zover het betreft de markt voor bedrijfsmakelaardij in Twente. Beide bedrijven houden kantoor in [plaats 2] en hebben vergelijkbaar vastgoed in de portefeuille.
Dat [B] zich in zijn werk bij [X] alleen bezig houdt met vastgoed buiten de regio Twente is naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet aannemelijk. [A] heeft erop gewezen en [B] heeft zelf erkend dat de vastgoedportefeuille in de Stedendriehoek heel beperkt is en dat het [B] tot nu toe slecht lukt om daar iets op te bouwen. Dat hij zich de volledige werkweek bezig houdt met objecten buiten Twente is onwaarschijnlijk.
Daar komt bij dat is komen vast te staan dat [B] wel actief is binnen het kantoor van [X] met betrekking tot verschillende objecten binnen Twente. Op 25 oktober 2022 heeft hij een bezichtiging gedaan van een pand aan de Elsmorsweg in Oldenzaal. Ook heeft [B] niet betwist dat hij op 1 november 2022 contact heeft gehad met een geïnteresseerde voor datzelfde pand in Oldenzaal; [B] heeft hem gezegd dat men al bezig was met een andere kandidaat maar dat hij wel andere objecten in Twente met hem zou kunnen bespreken.
Op 2 november 2022 heeft iemand bij [X] gevraagd om te worden teruggebeld over een pand aan de Olieslagweg in Enschede: het was [B] die vervolgens contact heeft opgenomen en later per e-mail nog een pand aan de Ir. Schiffstraat in Enschede onder de aandacht heeft gebracht.
Voorgaande zaken vormen een overtreding, waarvoor op grond van artikel 13 een boete van
€ 2.500,00 per keer verschuldigd is, te vermeerderen met € 500,00 per dag dat de overtreding voortduurt. Het verweer dat het incidentele werkzaamheden zouden zijn, om even iets waar te nemen voor een collega, zal worden gepasseerd. [B] weet zelf heel goed wat hij wel en niet mag doen en moet zelf jegens zijn werkgever of opdrachtgever aangeven wat hij wel of niet kan doen.
[B] werkte in ieder geval in de periode van 25 oktober tot en met 1 november voor het object in Oldenzaal en op 2 november voor een object in Enschede. De verbeurde boete zal worden bepaald op € 2.500,00 plus (6 x € 500,00 = € 3.000) dus € 5.500,00.
Het enkele feit dat de auto van [B] regelmatig geparkeerd staat bij het kantoor in Enschede levert op zichzelf nog geen overtreding van het beding op. Het is immers niet zozeer van belang op welke plaats kantoorwerkzaamheden worden verricht als wel op welke regionale markt die werkzaamheden betrekking hebben.
Omdat de werkzaamheden van [B] bij [X] in ieder geval gedeeltelijk (namelijk voor zover ze te maken hebben met de regio Twente) in strijd zijn met het beding zal het verbod worden toegewezen, met dien verstande dat [B] zijn werkzaamheden en betrokkenheid bij [X] dient te staken
voor zover deze betrekking hebben op de regio Twente.Het staat [B] dus wel vrij om voor [X] te werken, maar enkel en alleen terzake vastgoed dat buiten Twente is gelegen. Hij mag ook geen indirecte werkzaamheden verrichten voor [X] , die verband houden met of ten gunste komen aan de vastgoedmarkt binnen Twente.