[eiseressen] vorderen dat de voorzieningenrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. [gedaagde] veroordeelt om de woning zoals nader (kadastraal) beschreven onder punt 1 van de dagvaarding, uiterlijk binnen drie dagen na betekening van het vonnis te verlaten, de woning ter vrije beschikking van [eiseressen] te stellen onder afgifte van de sleutels en reservesleutels van de woning en de erfafscheiding, en niet in de woning terug te keren, op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag dat [gedaagde] daarmee in gebreke blijft tot een maximum van € 50.000,00,
II. [gedaagde] gebiedt om bij het verlaten van de woning alle inboedelgoederen en persoonlijke goederen/zaken van moeder/erflater, waaronder de gehele inboedel, in de woning achter te laten en deze op deze wijze aan [eiseressen] af te geven en enkel zijn persoonlijke eigendommen te ontruimen, op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag dat [gedaagde] daarmee in gebreke blijft, tot een maximum van € 50.000,00,
III. [eiseressen] machtigt bij gebreke van volledige voldoening door [gedaagde] aan het onder I en II gevorderde, deze verlating en ontruiming zelf te bewerkstelligen met behulp van de sterke arm van politie en justitie en op kosten van [gedaagde] ,
IV. [gedaagde] veroordeelt in de kosten van deze procedure, daaronder begrepen de griffierechten en een bedrag aan salaris voor de advocaat van [eiseressen] , alsmede de nakosten van € 163,00 (zonder betekening) en € 248,00 (met betekening) voor afwikkeling van het dossier na dit vonnis,
V. voor het overige een beslissing neemt zoals de voorzieningenrechter in goede justitie vermeent te behoren.