Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De bewijsmotivering
Je moet me pijpen’. Ze zag dat aangeefster bang was voor verdachte. De inhoud van de aangifte komt overeen met wat aangeefster direct na het incident tegen haar vriendin heeft verteld. Verder vindt de verklaring van aangeefster steun in de verklaring van getuige [getuige 2] (NS-medewerker). Hij heeft verklaard dat verdachte in de richting van aangeefster heeft geschreeuwd: ‘Ze moet me pijpen!’. Aldus vindt de aangifte van aangeefster voldoende steun in het overige gebezigde bewijsmateriaal, zoals hiervoor weergegeven.
‘Don’t touch me’en de hand van verdachte weggeduwd. Verdachte liet zich hier evenwel niet door beletten om aangeefster tegen haar wil op verschillende lichaamsdelen te betasten. Gelet op het onverhoedse karakter en de verscheidene handelingen, is er sprake van een feitelijkheid waarmee verdachte aangeefster heeft gedwongen de ontuchtige handelingen te dulden.
5.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
feitelijke aanranding van de eerbaarheid.
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
- een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden met een proeftijd van drie jaren, met daarbij de oplegging van bijzondere voorwaarden zoals de reclassering heeft geadviseerd, te weten: een meldplicht bij de reclassering, een ambulante behandeling (met mogelijkheid tot kortdurende klinische opname) en de verplichting om mee te werken aan middelencontrole (alcohol en drugs). De officier van justitie heeft gevorderd deze bijzondere voorwaarden aan te vullen met de verplichting om mee te werken aan het verkrijgen van dagbesteding en een woonvoorziening;
- een onvoorwaardelijke taakstraf van honderdtachtig uren, indien niet of niet naar behoren verricht te vervangen door negentig dagen hechtenis.
8.De toegepaste wettelijke voorschriften
9.De beslissing
feitelijke aanranding van de eerbaarheid.
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden;
- bepaalt dat deze gevangenisstraf
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte zich gedurende de proeftijd:
- meldt bij de reclassering (Fivoor, adres: Johanna Westerdijkplein 40 (2521 EN) in Den Haag) op de door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo vaak en zolang deze instelling dat nodig vindt;
- (of zoveel korter als de reclassering nodig vindt) ambulant laat behandelen door de forensische polikliniek Fivoor of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering, indien en zolang als de reclassering dit noodzakelijk vindt. Verdachte zal zich houden aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling. Bij overmatig middelengebruik of ernstige zorgen over het psychiatrische toestandsbeeld kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende klinische opname voor detoxificatie, stabilisatie, observatie en/of diagnostiek. Als de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende klinische opname indiceert, laat verdachte zich opnemen in een zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De kortdurende klinische opname duurt maximaal zeven weken of zoveel korter als de reclassering nodig vindt;
- meewerkt aan controle op het gebruik van alcohol en drugs door middel van urineonderzoek en/of ademonderzoek (blaastest) om het (eventueel) middelengebruik te beheersen, indien en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht.
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
80 (tachtig) uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
40 (veertig) dagen;