2.3De parkeeropgave wordt als volgt bepaald:
a. Het gemiddelde in de bandbreedte van het Parkeerkencijfer CROW bepaalt de parkeeropgave. Het realiseren van meer parkeerruimte is toegestaan tot aan de bovengrens die in de bandbreedte van het Parkeerkencijfer CROW is aangegeven.
b. Bij het bepalen van de parkeeropgave wordt onderscheid gemaakt in aandelen gebruikers en bezoekers. Gebruikers zijn de bewoners en de bedrijven die in een bouwwerk of op een terrein woonachtig of gevestigd zijn;
c. Als er gerekend wordt met meerdere functies met afwijkende aanwezigheidspercentages wordt rekening gehouden met meervoudig gebruik, mits aannemelijk is dat dat in de praktijk ook als zodanig zal functioneren;
d. In geval van een functiewijziging van een bouwwerk en/of een terrein wordt rekening gehouden met aanwezige parkeerplaatsen die op basis van die functie en de huidige parkeerkencijfers aan die te vervallen functie kunnen worden toegeschreven, mits die functie in de laatste twee jaren vóór de datum van aanvraag omgevingsvergunning in de praktijk aanwezig was.
2.4.1Het bevoegd gezag kan, indien en voor zover het voldoen aan de parkeeropgave op eigen terrein op overwegende bezwaren vanuit stedenbouwkundige redenen stuit, de omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in de voorgaande leden voor het aandeel gebruikers van de parkeeropgave, indien;
a. in een parkeervergunningengebied het maximaal aantal uit te geven parkeervergunningen van de parkeersector niet is en/of door toevoeging van het plan niet wordt bereikt en / of;
b. in een parkeervergunningengebied het maximaal aantal uit te geven parkeervergunningen van de parkeersector is en/of door toevoeging van het plan wordt overschreden, alleen onder de voorwaarde dat het gebouw op de POET-lijst wordt geplaatst en dat het aannemelijk en gewaarborgd is dat op een andere wijze in de parkeeropgave is voorzien binnen het invloedgebied en / of op een bij de functie van het plan behorende maximale acceptabele loopafstand en / of;
c. buiten het parkeervergunningengebied de parkeerdruk in de openbare ruimte binnen het invloedgebied door het plan onder de 80% is en blijft en / of;
d. buiten het parkeervergunningengebied de parkeerdruk in de openbare ruimte binnen het invloedgebied door het plan boven de 80% is of komt alleen onder de voorwaarde dat het aannemelijk en gewaarborgd is dat op een andere wijze in de parkeeropgave is voorzien binnen het invloedgebied en/of;
e. door een maatregel geen of minder dan de nodige parkeergelegenheid dan wel laad- of losruimte noodzakelijk is.
2.4.2Van de parkeeropgave voor het aandeel bezoekers wordt alleen afwijking verleend voor zover de parkeerdruk binnen het invloedgebied door het plan voor het aandeel bezoekers onder de 80% is en blijft, tenzij het aannemelijk en gewaarborgd is dat op andere wijze in de parkeeropgave voor het aandeel bezoekers is voorzien binnen het invloedgebied.
2.4.3Het bevoegd gezag kan de omgevingsvergunning verlenen in afwijking van de bovengrens indien het voldoen aan die regel door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit.
2.4.4De ruimte in uit te geven parkeervergunningen in een parkeersector ten behoeve van gebruikers en/of een toevoeging aan de parkeerdruk in het invloedgebied van een plan die eenmaal in aanmerking zijn genomen bij het verlenen van een omgevingsvergunning en/of het toestaan van een plan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijven bij de beoordeling van latere plannen buiten beschouwing.