ECLI:NL:RBOVE:2022:3574

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
29 november 2022
Publicatiedatum
29 november 2022
Zaaknummer
08.159933.22 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor ontucht met een minderjarige, met gevangenisstraf en voorwaarden

Op 29 november 2022 heeft de Rechtbank Overijssel een 38-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. De man had een seksuele relatie met een 13-jarig meisje, terwijl hij 36 jaar oud was. De rechtbank oordeelde dat de man, die eerder een relatie had met de moeder van het meisje, zich ernstig had misdragen door de kwetsbare positie van het meisje te misbruiken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man ontuchtige handelingen heeft gepleegd, waaronder het seksueel binnendringen van het lichaam van het meisje. Naast de gevangenisstraf moet de man zich laten behandelen en mag hij geen contact opnemen met het slachtoffer. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn rol als zorgdrager voor het gezin van het meisje en zijn eerdere strafblad. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie gevolgd, die een gevangenisstraf had geëist, en heeft bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een meldplicht bij de reclassering en een contactverbod met het slachtoffer.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08.159933.22 (P)
Datum vonnis: 29 november 2022
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1984 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 11 oktober 2022 en van 15 november 2022.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. S. Markink-Grolman en van wat door verdachte en zijn raadsvrouw mr. E.M. Keulen, advocaat in Enschede, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er na nadere omschrijving van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van 15 november 2022, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:in de periode van 1 februari 2022 tot en met 26 juni 2022 met de minderjarige [slachtoffer] ontucht heeft gepleegd, wat (mede) bestond uit het seksueel binnendringen van haar lichaam ;
feit 2:in de periode van 1 februari 2022 tot en met 26 juni 2022 met de minderjarige [slachtoffer] ontucht heeft gepleegd door haar billen en borsten te betasten, zijn penis te laten betasten en/of te laten aftrekken door haar en met haar te (tong)zoenen;
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 februari
2022 tot en met 26 juni 2022 te Vroomshoop en/of
Westerhaar-Vriezenveensewijk (gemeente Twenterand), althans in
Nederland,
met een kind dat hij verzorgde of opvoedde als behorend tot zijn gezin
en/of een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde
minderjarige,
te weten [slachtoffer] , geboren [geboortedatum 2] 2008,
die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had
bereikt,
buiten echt,
een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of
mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die
[slachtoffer] ,
te weten:
- het brengen van zijn penis in de vagina en/of mond van die [slachtoffer]
en/of
- het brengen van (één of meer van) zijn vingers en/of tong in de vagina
en/of tussen de schaamlippen van die [slachtoffer] en/of
- het betasten van de borsten en/of billen en/of schaamstreek van die
[slachtoffer] en/of
- het laten betasten en/of aftrekken van zijn penis door die [slachtoffer] en/of
- het (tong)zoenen van die [slachtoffer] ;
2
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 februari
2022 tot en met 26 juni 2022 te Vroomshoop en/of
Westerhaar-Vriezenveensewijk (gemeente Twenterand), althans in
Nederland,
met een kind dat hij verzorgde of opvoedde als behorend tot zijn gezin
en/of een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde
minderjarige,
te weten [slachtoffer] , geboren [geboortedatum 2] 2008,
die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt
buiten echt,
een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd,
te weten:
- het betasten van de borsten en/of billen en/of schaamstreek van die
[slachtoffer] en/of
- het laten betasten en/of aftrekken van zijn penis door die [slachtoffer] en/of
- het (tong)zoenen van die [slachtoffer] ;

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsmotivering

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend kunnen worden bewezen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen. [1]
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 15 november 2022, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
Het proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer] van 4 juli 2022 (pagina 66 t/m 75).
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1
hij in de periode van 1 februari 2022 tot en met 26 juni 2022 in Nederland,
met een kind dat hij verzorgde als behorend tot zijn gezin, te weten [slachtoffer] , geboren [geboortedatum 2] 2008, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had
bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten:
- het brengen van zijn penis in de vagina en mond van die [slachtoffer] en
- het brengen van zijn vingers en tong in de vagina van die [slachtoffer] en
- het betasten van de borsten en billen en schaamstreek van die [slachtoffer] en
- het laten betasten en aftrekken van zijn penis door die [slachtoffer] en
- het (tong)zoenen van die [slachtoffer] ;
2
hij in de periode van 1 februari 2022 tot en met 26 juni 2022 in Nederland,
met een kind dat hij verzorgde als behorend tot zijn gezin, te weten [slachtoffer] , geboren [geboortedatum 2] 2008, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt
buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten:
- het betasten van de borsten en billen en schaamstreek van die [slachtoffer] en
- het laten betasten en aftrekken van zijn penis door die [slachtoffer] en
- het (tong)zoenen van die [slachtoffer] .
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij daarvan zal vrijspreken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 245 en 247, in samenhang gelezen met artikel 248 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
Eendaadse samenloop van:
feit 1
het misdrijf: met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, terwijl de schuldige het feit begaat tegen een kind dat hij verzorgt of opvoedt als behorend tot zijn gezin, meermalen gepleegd.
en
feit 2
het misdrijf: met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen terwijl de schuldige het feit begaat tegen een kind dat hij verzorgt of opvoedt als behorend tot zijn gezin, meermalen gepleegd.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vierentwintig maanden, waarvan acht maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit aan verdachte een deels voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden op te leggen, waarvan het onvoorwaardelijk deel gelijk is aan het voorarrest en daarnaast een taakstraf van 150 of 200 uur. De raadsvrouw heeft zich gerefereerd ten aanzien van de duur van de proeftijd. Dit alles gelet op de persoon van verdachte en de van belang zijnde omstandigheden.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Verdachte heeft gedurende een aantal maanden een seksuele relatie gehad met [slachtoffer] (hierna: [slachtoffer] ). Verdachte was toen die relatie begon 36 jaar oud, terwijl [slachtoffer] toen 13 jaar oud was. Verdachte heeft daarvoor een relatie gehad met de moeder van [slachtoffer] en zorgde in die periode mede voor het gezin. Ter verduidelijking wordt opgemerkt dat verdachte en [slachtoffer] geen familie van elkaar zijn, hoewel zij dezelfde achternaam hebben. [slachtoffer] beschouwde verdachte evenwel als vader en noemde verdachte “papa”. [slachtoffer] was ten tijde van de relatie uit huis geplaatst en woonde doordeweeks bij [zorginstelling] , een GGZ- instelling voor jeugdigen die zich al in een uiterst kwetsbare positie bevinden. De moeder van [slachtoffer] was niet voldoende in staat om de zorg voor haar (en haar zus) te dragen en verdachte heeft die rol in bepaalde mate overgenomen. Zo verbleef [slachtoffer] in de weekenden bij hem in plaats van bij haar moeder.
Verdachte heeft zich laten leiden door zijn eigen driften en geen enkel oog gehad voor de belangen van [slachtoffer] die hij als zijn dochter beschouwde. Hij is daarmee als volwassene en vaderfiguur ernstig tekortgeschoten in de verantwoordelijkheid die hij had ten opzichte van [slachtoffer] . Het is algemeen bekend dat zedenfeiten zoals deze verstrekkende gevolgen kunnen hebben voor slachtoffers. Verdachte ziet het kwalijke van zijn handelen maar ten dele in. Hij meent dat hij geen misbruik van [slachtoffer] heeft gemaakt omdat er sprake was van gevoelens over en weer en [slachtoffer] ook instemde met de seks. Verdachte onttrekt zich daarmee aan zijn verantwoordelijkheid die hij heeft voor de jonge en zeer kwetsbare [slachtoffer] . Dit rekent de rechtbank verdachte aan.
De rechtbank heeft acht geslagen op het uittreksel uit de Justitiële Documentatie van verdachte van 12 oktober 2022, waaruit blijkt dat verdachte recentelijk niet met politie en justitie in aanraking is geweest en geen documentatie heeft op het gebied van zeden.
De rechtbank weegt in haar oordeel ook mee het over verdachte opgemaakte reclasseringsadvies van 22 september 2022 en het uit een indicatieoverleg voortvloeiend advies van het NIFP van 21 juli 2022. Daaruit komt naar voren dat bij verdachte geen aanwijzingen zijn voor een seksuele voorkeur voor kinderen. Tegelijkertijd heeft verdachte nog steeds gevoelens voor [slachtoffer] . Er lijkt sprake van beperkt cognitief beoordelingsvermogen, waardoor hij beperkt oorzaak-gevolg inzicht heeft. Ook is sprake van antisociale trekken. Er zijn zorgen over de (eerdere) relaties van verdachte, zijn psychosociaal functioneren en het middelengebruik. De reclassering adviseert in geval van een (deels) voorwaardelijke straf aan verdachte de volgende bijzondere voorwaarden op te leggen:
  • meldplicht bij reclassering;
  • ambulante behandeling;
  • contactverbod;
  • meewerken aan middelencontrole.
In het door Reclassering Nederland op 10 november 2022 opgemaakte voorgangsverslag over het schorsingstoezicht sinds 12 oktober 2022 is onder meer te lezen dat het reclasseringstoezicht nog in een opstartfase zit, verdachte zich coöperatief opstelt, onderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming plaatsvindt naar het ouderschap van verdachte, hij is aangemeld voor diagnostiek en behandeling bij Transfore, en er een negatieve middelen controle is geweest.
Verder heeft de rechtbank rekening gehouden met de omstandigheid dat drie van de vier kinderen van verdachte op dit moment bij zijn ouders wonen. Met zijn vierde kind heeft verdachte in het geheel geen contact. De moeder van de drie kinderen is recent komen te overlijden en verdachte is, onder begeleiding, bezig om de zorg voor hen op zich te kunnen nemen zodat zij op termijn bij hem kunnen wonen. De rechtbank heeft oog voor die omstandigheden, maar dat neemt niet weg dat voor de ernstige feiten die verdachte heeft begaan ook een duidelijk signaal moet worden afgegeven.
Gelet op de ernst van het gepleegde feit, het leeftijdsverschil tussen verdachte en [slachtoffer] en hun vader-dochter-verhouding, de periode waarbinnen en de omstandigheden waaronder de ontuchtige handelingen, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, hebben plaatsgevonden, is de rechtbank van oordeel dat niet anders kan worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur. Daarnaast zal een deel van de gevangenisstraf voorwaardelijk aan verdachte worden opgelegd en zullen daaraan de geadviseerde bijzondere voorwaarden worden verbonden, zodat verdachte voor zijn problematiek kan worden behandeld en het recidiverisico kan worden verminderd.
7.4
De inbeslaggenomen voorwerpen
De officier van justitie en de raadsvrouw hebben het standpunt ingenomen dat de inbeslaggenomen telefoons van verdachte aan hem kunnen worden teruggegeven.
Het betreft:
PL0600-2022287652-2772802 = Samsung zwart;
PL0600-2022287652-2772800 = Samsung blauw;
PL0600-2022287652-2773774 = Samsung Galaxy J5;
PL0600-2022287652-2773807 = Alcatel Pixi 3.
De rechtbank zal de teruggave aan de verdachte gelasten van de aan verdachte toebehorende hierboven vermelde telefoons, aangezien deze niet vatbaar zijn voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer en het belang van strafvordering zich niet tegen teruggave verzet.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c, 55 en 57 Sr.

9.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
Eendaadse samenloop van:
feit 1:het misdrijf: met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, terwijl de schuldige het feit begaat tegen een kind dat hij verzorgt of opvoedt als behorend tot zijn gezin, meermalen gepleegd;
en
feit 2:het misdrijf: met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen terwijl de schuldige het feit begaat tegen een kind dat hij verzorgt of opvoedt als behorend tot zijn gezin, meermalen gepleegd.
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1 en 2 bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
24 (vierentwintig) maanden;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
8 (acht) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarde(n) niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich meldt op afspraken met de reclassering, zo vaak en zo lang de reclassering dat nodig vindt. De reclassering zal contact met verdachte opnemen voor de eerste afspraak;
- zich laat behandelen door een (forensische) instelling of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start zodra de proeftijd begint of zoveel later als er een behandelplaats beschikbaar is voor verdachte. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
- op geen enkele wijze contact opneemt en/of onderhoudt met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 2008, zo lang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig acht;
- meewerkt aan controle van het gebruik van alcohol en drugs om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak betrokkene wordt gecontroleerd;
- draagt de reclassering op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zo lang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
de inbeslaggenomen voorwerpen
- gelast de teruggave van de in beslag genomen telefoons (PL0600-2022287652-2772802 = Samsung zwart; PL0600-2022287652-2772800 = Samsung blauw; PL0600-2022287652-2773774 = Samsung Galaxy J5; PL0600-2022287652-2773807 = Alcatel Pixi 3) aan verdachte.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.P. van Campen, voorzitter, mr. M.A.H. Heijink en mr. V.P.K. van Rosmalen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. W.H. Bomans-Weekhout, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 29 november 2022.
Buiten staat
Mr. V.P.K van Rosmalen is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie-eenheid Oost-Nederland met nummer 2022287652. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.