ECLI:NL:RBOVE:2022:3398

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
17 november 2022
Publicatiedatum
17 november 2022
Zaaknummer
08-996005-15 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in vervolging wegens overlijden verdachte

Op 17 november 2022 heeft de Rechtbank Overijssel in Zwolle uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die is overleden. De rechtbank heeft vastgesteld dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk is in de vervolging van de verdachte, in overeenstemming met de vordering van het OM. De verdachte was beschuldigd van het opzettelijk voorhanden hebben van 96 valse facturen en gewoontewitwassen van een aanzienlijk bedrag van € 3.224.255,35. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officieren van justitie, mr. C.V. van Overbeeke en mr. J.M. Mul, en van de verdediging door de raadslieden van de verdachte, mr. M. Hendriks en mr. M. van Leeuwen.

De zittingen vonden plaats op 6 juli 2020, 22 augustus 2022, 20 oktober 2022 en 3 november 2022. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. Aangezien de verdachte op een onbekende datum in 2021 is overleden, heeft de rechtbank geoordeeld dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vervolging. Dit vonnis is uitgesproken door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, en is openbaar gemaakt op de genoemde datum.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08-996005-15 (P)
Datum vonnis: 17 november 2022
Verstekvonnis in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1965 in [geboorteplaats] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 6 juli 2020, 22 augustus 2022, 20 oktober 2022 en 3 november 2022.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officieren van justitie
mr. C.V. van Overbeeke en mr. J.M. Mul en van wat door de raadslieden
van verdachte, mr. M. Hendriks en mr. M. van Leeuwen, beiden advocaat in Nijmegen, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage I van dit vonnis opgenomen. De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:in de periode van 6 maart 2009 tot en met 4 april 2017 samen met een ander opzettelijk 96 valse facturen voorhanden heeft gehad en van die valse facturen gebruik heeft gemaakt;
feit 2:zich in de periode van 1 januari 2009 tot en met 4 april 2017 samen met een ander schuldig heeft gemaakt aan gewoontewitwassen van een totaalbedrag van
€ 3.224.255,35.

3.De voorvragen

De geldigheid van de dagvaarding
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is.
De bevoegdheid van de rechtbank
De rechtbank heeft vastgesteld dat zij bevoegd is tot kennisneming van de zaak.
De ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie
De rechtbank heeft er kennis van genomen dat verdachte op [datum] 2021 is overleden, zodat het Openbaar Ministerie – overeenkomstig zijn vordering – niet-ontvankelijk zal worden verklaard in de vervolging van verdachte.

4.De beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing:
- verklaart
het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk in de vervolgingvan verdachte.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Melaard, voorzitter, mr. M. van Berlo en mr. R. ter Haar, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S.R. Kuiper, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 17 november 2022.
Mr. Ter Haar is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
1.
hij in of omstreeks de periode van 6 maart 2009 tot en met 4 april 2017 te Hellendoorn en/of te Luttenberg, althans in Nederland en/of in het Verenigd Koninkrijk en/of in Liechtenstein,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
opzettelijk een of meer valselijk opgemaakt(e) en/of vervalst(e) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen, voorhanden heeft gehad en/of daarvan gebruik heeft gemaakt,
te weten 96, althans een of meer facturen afkomstig van [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] gericht aan [bedrijf 3] ,
Vindplaats: D-272 en D-274
bestaande die valsheid hierin dat voren omschreven factuur/facturen geheel in strijd met de waarheid zijn opgemaakt,
terwijl hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat dit/deze geschrift(en) bestemd was/waren om gebruik van te maken als ware het echt en onvervalst;
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2009 tot en met 4 april 2017 in Enschede en/of Hellendoorn en/of Hengelo en/of Oldenzaal en/of Raalte en/of Luttenberg en/of Hilversum, althans in Nederland en/of in het Verenigd Koninkrijk en/of in Liechtenstein,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, althans zich schuldig heeft gemaakt aan witwassen,
hierin bestaande dat hij, verdachte,
- van een of meer voorwerpen, bestaande uit een of meer geldbedragen tot een
totaalbedrag van: o EURO 3.224.255,35
(sub a)
de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, dan wel heeft verborgen of verhuld wie de rechthebbende(n) op dat/die voorwerp(en) was/waren, en/of wie bovenomschreven voorwerp(en) voorhanden heeft/hebben gehad; en/of
(sub b)
bovenomschreven voorwerpen heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of
heeft overdragen en/of omgezet en/of van voornoemd(e) voorwerp(en) gebruik
heeft gemaakt,
terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en) - althans
redelijkerwijze moest(en) vermoeden - dat dit/deze geldbedrag(en) - onmiddellijk of middellijk - (deels) afkomstig was/waren uit enig(e) misdrij(f)(ven).