ECLI:NL:RBOVE:2022:3370

• Datum uitspraak: 11 november 2022
• Publicatiedatum: 16 november 2022
• Zaaknummer: C/08/283502 / FA RK 22-1749
• Instantie: Rechtbank Overijssel
• Type: Uitspraak
• Rechtsgebied: Civiel recht; Personen- en familierecht
• Procedures: Beschikking
• Rechters: K. van Leeuwen; A.H. Wiersma
• Vindplaatsen: Rechtspraak.nl

AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd

Wijziging van echtscheidingsconvenant en ouderschapsplan met betrekking tot kinderalimentatie

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 11 november 2022 een beschikking gegeven inzake de wijziging van een echtscheidingsconvenant en ouderschapsplan. De zaak betreft de verzoeken van de vrouw, die als bewindvoerder optreedt voor haar minderjarige kind, om een maandelijkse kinderalimentatie van € 239,- van de man. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van een relevante wijziging van omstandigheden, waardoor een hernieuwd onderzoek naar de behoefte en draagkracht noodzakelijk is. Ondanks dat beide partijen dezelfde bewindvoerder hebben, oordeelt de rechtbank dat de belangen van beide partijen voldoende zijn gewaarborgd door de aanwezigheid van een onafhankelijke bewindvoerder en eigen advocaten voor beide partijen.

De rechtbank heeft de verzoeken van de vrouw toegewezen, waarbij de man zich heeft gerefereerd aan het gewijzigde verzoek. De rechtbank heeft de wijziging van het echtscheidingsconvenant en ouderschapsplan goedgekeurd, waarbij de maandelijkse bijdrage voor de kosten van verzorging en opvoeding van het minderjarige kind is vastgesteld op € 239,-, te voldoen door de man aan de vrouw. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de man direct aan de verplichtingen moet voldoen, ongeacht eventuele rechtsmiddelen die hij zou kunnen aanwenden.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

locatie Zwolle

team familie- en jeugdrecht

zaaknummer: C/08/283502 / FA RK 22-1749 pso

beschikking van 11 november 2022

inzake

De Financiële Hulpverlener B.V.,

gevestigd te Deventer,

handelend in de hoedanigheid van bewindvoerder van:

[betrokkene] ,

verder te noemen: de vrouw,

wonende te [woonplaats] ,

verzoekster,

advocaat: mr. S.H.G. Swennen,

en

De Financiële Hulpverlener B.V.,

gevestigd te Deventer,

tevens handelend in de hoedanigheid van bewindvoerder van:

[belanghebbende] ,

verder te noemen: de man,

wonende te [woonplaats] ,

belanghebbende,

advocaat: mr. S. van Beers.

1. Het procesverloop

1.1.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de volgende stukken:

- het verzoekschrift, met bijlagen, binnengekomen op 11 juli 2022;

- het op 18 juli 2022 ontvangen F9-formulier van mr. Swennen van 12 juli 2022, met bijlagen, waaronder de akkoordverklaring van de bewindvoerder van de vrouw;

- het op 18 juli 2022 ontvangen F2-formulier van mr. Van Beers;

- het op 27 september 2022 ontvangen wijzigingsverzoek van mr. Swennen;

- het op 3 oktober 2022 ontvangen F9-formulier van mr. Van Beers;

- het op 10 oktober 2022 ontvangen F9-formulier van mr. Swennen;

- het op 3 november 2022 ontvangen F9-formulier van mr. Van Beers, met bijlagen.

2. De feiten

2.1.

Partijen zijn met elkaar gehuwd geweest, uit welk huwelijk is geboren het navolgende minderjarige kind:

[minderjarige] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] .

2.2.

Partijen hebben de gevolgen van hun voornemen om te scheiden geregeld en neergelegd in het door beiden op 4 juni 2018 ondertekende echtscheidingsconvenant en ouderschapsplan. In dit convenant en ouderschapsplan zijn partijen, voor zover thans van belang, als volgt overeengekomen:

“
Er is op dit moment geen reden kinderalimentatie vast te stellen gezien de schuldenproblematiek van de ouders. Eventuele draagkracht zal worden aangewend voor het aflossen van schulden. Als de schulden afgelost zijn kan, indien daar behoefte aan bestaat, een bijdrage van de andere ouder gevraagd worden. Mocht dit aan de orde zijn dat zal volledige openheid van zaken worden gegeven betreffende het inkomen en zal zo mogelijk in onderling overleg een bijdrage worden vastgesteld.”

2.3.

Bij beschikking van 5 juli 2018 heeft deze rechtbank de echtscheiding tussen partijen uitgesproken, welke beschikking op 10 september 2018 is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.

2.4.

Bij voormelde beschikking heeft de rechtbank voorts, voor zover thans van belang, bepaald dat de inhoud van hiervoor bedoeld echtscheidingsconvenant en ouderschapsplan deel uitmaakt van die beschikking.

2.5.

Bij beschikking van de kantonrechter van de rechtbank Overijssel van

3 april 2017 zijn de goederen die (zullen) toebehoren aan de vrouw onder bewind gesteld, met benoeming van de Financiële Hulpverlener B.V. te Deventer tot bewindvoerder.

2.6.

Bij beschikking van de kantonrechter van de rechtbank Overijssel van

3 april 2017 zijn de goederen die (zullen) toebehoren aan de man onder bewind gesteld, met benoeming van de Financiële Hulpverlener B.V. te Deventer tot bewindvoerder.

3. Het verzoek

De vrouw verzoekt, na wijziging, de rechtbank bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, te bepalen dat de man met ingang van de datum van de in deze te wijzen beschikking maandelijks bij vooruitbetaling te voldoen een alimentaire bijdrage van € 239,- voor [minderjarige] aan de vrouw zal voldoen.

4. De beoordeling

De ontvankelijkheid

4.1.

Niet in geschil is dat sprake is van een relevante wijziging van omstandigheden. Dit maakt een hernieuwd onderzoek naar de behoefte en draagkracht noodzakelijk en gerechtvaardigd.

4.2.

Beide partijen hebben weliswaar dezelfde bewindvoerder, maar de rechtbank is van oordeel dat, omdat er een onafhankelijk bewindvoerder is en beide partijen een eigen advocaat hebben, de processuele belangen van beide partijen voldoende zijn gewaarborgd.

4.3.

De vrouw kan in haar verzoek worden ontvangen.

De beoordeling

4.4.

De man heeft zich gerefereerd aan het gewijzigde verzoek van de vrouw en de bewindvoerder staat achter de voorgestelde wijziging van de kinderbijdrage. De rechtbank zal het verzoek daarom toewijzen. Gesteld noch gebleken is dat sprake zou zijn van een terugbetalingsverplichting.

5. De beslissing

De rechtbank:

5.1.

wijzigt het echtscheidingsconvenant en ouderschapsplan van 4 juni 2018, die deel uitmaken van de beschikking van deze rechtbank 5 juli 2018, in die zin dat de bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van het minderjarige kind van partijen:

[minderjarige] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,

met ingang van heden wordt vastgesteld op
€ 239,- (tweehonderdnegenendertig EURO) per maand, voor de toekomst telkens bij vooruitbetaling door de man aan de vrouw te voldoen;

5.2.

verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.

Deze beschikking is gegeven door mr. K. van Leeuwen, in tegenwoordigheid van mr. A.H. Wiersma en in het openbaar uitgesproken op 11 november 2022.