ECLI:NL:RBOVE:2022:3353

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
18 oktober 2022
Publicatiedatum
15 november 2022
Zaaknummer
9828653 \ EJ VERZ 22-134
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om transitievergoeding en billijke vergoeding na onrechtmatige beëindiging arbeidsovereenkomst

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 18 oktober 2022 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van een werknemer, hierna te noemen [verzoeker], tegen haar werkgever Beliani Nederland B.V. [verzoeker] heeft een verzoek ingediend met betrekking tot de beëindiging van haar arbeidsovereenkomst, die volgens haar onrechtmatig was. De werkgever, Beliani, is niet verschenen op de zittingen en heeft geen verweer gevoerd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [verzoeker] op basis van een arbeidsovereenkomst als medewerker klantenservice bij Beliani heeft gewerkt en dat haar contract op 31 januari 2022 zou zijn geëindigd. Echter, [verzoeker] heeft aangevoerd dat haar contract na deze datum is voortgezet en dat zij op 24 februari 2022 is ontslagen, wat door Beliani niet is betwist. De kantonrechter heeft geoordeeld dat het ontslag niet rechtsgeldig was, omdat er geen schriftelijke instemming van de werknemer was en er sprake was van een opzegverbod wegens ziekte. Hierdoor heeft de kantonrechter het verzoek van [verzoeker] om een verklaring voor recht dat het ontslag niet rechtsgeldig is, toegewezen.

Daarnaast heeft [verzoeker] aanspraak gemaakt op een transitievergoeding, een gefixeerde schadevergoeding en een billijke vergoeding. De kantonrechter heeft de transitievergoeding van € 727,45 bruto toegewezen, evenals een vergoeding van € 1.900,= bruto voor de opzegtermijn. Tevens is er een billijke vergoeding van € 5.000,= bruto toegekend, rekening houdend met de omstandigheden van de zaak, waaronder de duur van het dienstverband en de gevolgen van het ontslag voor [verzoeker]. Tot slot is Beliani veroordeeld tot het opmaken van een deugdelijke eindafrekening en tot betaling van de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer : 9828653 \ EJ VERZ 22-134
Beschikking van de kantonrechter van 18 oktober 2022
in de zaak van
[verzoeker],
wonende te [woonplaats],
verzoekende partij, hierna te noemen [verzoeker],
gemachtigde: mr. P.F.A. Reichenbach
tegen
de besloten vennootschap
BELIANI NEDERLAND B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Zwolle,
verwerende partij, hierna te noemen Beliani,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
[verzoeker] heeft op 21 april 2022 een verzoekschrift ingediend met betrekking tot het einde van de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst.
1.2.
Het verzoek is vervolgens mondeling behandeld op 23 mei 2022. Op die zitting is Beliani niet verschenen. Van Beliani werd ook geen verweerschrift of bericht van verhindering ontvangen.
1.3.
Beliani is nogmaals opgeroepen voor een mondelinge behandeling op 4 oktober 2022. De oproep is per aangetekende post aan Beliani verzonden op 26 juli 2022. Op 29 juli 2022 is van Postnl bericht ontvangen dat het poststuk is geweigerd.
1.4.
Bij brief van 21 september 2022 heeft [verzoeker] de grondslag voor haar verzoek om toekenning van een billijke vergoeding gewijzigd van artikel 7:682 lid 3 BW naar artikel 7:681 BW. Een afschrift van deze brief is per gewone post naar Beliani gestuurd.
1.5.
Op 4 oktober 2022 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. Op die zitting is [verzoeker] verschenen. Beliani is niet verschenen en van Beliani is geen (schriftelijke) reactie ontvangen. De griffier heeft aantekeningen gemaakt.
1.6.
De beslissing is bepaald op heden.

2.Waar het verzoek over gaat

2.1.
[verzoeker] heeft op basis van een arbeidsovereenkomst als medewerker klantenservice gewerkt bij Beliani. Het volgens [verzoeker] derde tijdelijke contract liep af op 31 januari 2022, maar tijdens een teampresentatie op 8 december 2021 werd verteld dat haar contract verlengd zou worden. Volgens Japser is zij na 31 januari 2022 in dienst gebleven. Op 10 januari 2022 heeft [verzoeker] zich ziek gemeld en op 6 februari 2022 heeft zij in verband daarmee een afspraak gehad met de arbodienst van Beliani. Op 24 februari 2022 werd [verzoeker] gebeld door haar leidinggevende [A]. Die vertelde haar dat hij van het hoofdkantoor van Beliani te horen had gekregen dat haar arbeidsovereenkomst vanwege haar ziekte moest worden beëindigd. Zij was dus ontslagen. Volgens [verzoeker] heeft Beliani in strijd met de daarvoor geldende regels de arbeidsovereenkomst met haar willen opzeggen. [verzoeker] berust in het ontslag, maar maakt wel aanspraak op een gefixeerde schadevergoeding, een transitievergoeding en een billijke vergoeding.

3.De feiten

3.1.
[verzoeker], geboren [1990], is op 1 januari 2021 voor bepaalde tijd (tot en met 31 juli 2021) in dienst getreden bij het bedrijf Tulip Furniture B.V. Met ingang van 1 juli 2021 heeft Beliani de arbeidsovereenkomst met [verzoeker] overgenomen en voortgezet. In de arbeidsovereenkomst met Beliani staat dat partijen in aanmerking nemen dat
werkgever de rechten en plichten, welke voortvloeien uit de per 1 januari 2021 gesloten arbeidsovereenkomst met Tulip Furniture B.V. overneemt’.De arbeidsovereenkomst met Beliani betrof in eerste instantie een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van 1 juli 2021 tot en met 31 juli 2021. Daarna zijn partijen een overeenkomst van 1 augustus 2021 tot en met 31 januari 2022 aangegaan.
3.2.
Het salaris van [verzoeker] bedroeg € 1.900,= bruto per maand.
3.3.
Over de maand februari 2022 heeft [verzoeker] twee maal een loonstrook ontvangen. Het betreft een loonstrook met daarop de vermelding van een netto te betalen bedrag voor die maand van € 1.724,11 en een andere loonstrook met de vermelding ‘uit dienst 31-1-2022’ en met een bedrag van € 0,00.
3.4.
[verzoeker] heeft in 2022 op haar bankrekening de volgende bijschrijvingen ontvangen van Beliani:
- op 26 januari 2022 een bedrag van € 1.724,11 met omschrijving ‘Salaris januari 2022’;
- op 28 februari 2022 een bedrag van € 1.724,11 met omschrijving ‘Salaris 2022-2-M’;
- op 24 maart 2022 een bedrag van € 31,00 met omschrijving ‘Salary correction Jan-Feb 2022’;

4.Het verzoek

4.1.
[verzoeker] verzoekt,
a. a) een verklaring voor recht dat het ontslag niet rechtsgeldig is gegeven en dat er geen sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten aan de zijde van [verzoeker];
b) betaling van een transitievergoeding ter hoogte van € 727,45 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd, dat wil zeggen vanaf 24 februari 2022;
c) betaling van een bedrag van € 1.900,= bruto als gefixeerde schadevergoeding ex artikel 7:672 lid 11 BW, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd (24 februari 2022), zoals bepaald in artikel 7:686a lid 1 BW;
d) betaling van primair een bedrag van € 28.500,= en subsidiair een bedrag van € 11.400,= als billijke vergoeding ex artikel 7:681 BW, dan wel een door de kantonrechter te bepalen bedrag;
e) het opmaken van een deugdelijke eindafrekening, onder uitbetaling van de vakantietoeslag en de opgebouwde, maar niet genoten vakantiedagen, onder oplegging van een dwangsom van € 500,= voor iedere dag of gedeelte hiervan dat Beliani in gebreke blijft aan de afgifte te voldoen;
f) betaling van de kosten van deze procedure.

5.De beoordeling

De arbeidsovereenkomst

5.1.
Het verzoek heeft betrekking op het eindigen van de arbeidsovereenkomst tussen Beliani als werkgever en [verzoeker] als werknemer. Uit de door [verzoeker] bij het verzoekschrift overgelegde kopieën van de arbeidsovereenkomsten met achtereenvolgens Tulip Furniture en Beliani volgt dat er drie arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd zijn gepasseerd. [verzoeker] voert aan dat zij daarna in dienst is gebleven en dat daarmee een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is ontstaan. Zij baseert dat op een mededeling over de verlenging van haar arbeidscontract tijdens een interne bedrijfspresentatie op 8 december 2021, op voortzetting van contact met haar leidinggevende (over haar ziekte en doktersbezoek) in februari 2022, op contact met de arbodienst over haar ziekte en op de betaling van salaris over februari 2022. Deze door [verzoeker] aangevoerde feiten en omstandigheden zijn door Beliani niet weersproken. De kantonrechter gaat daarom uit van de juistheid daarvan. Dat leidt ertoe dat de kantonrechter er vanuit gaat dat het dienstverband van [verzoeker] bij Beliani met ingang van 1 februari 2022 voor onbepaalde tijd is voortgezet.
De beëindiging van de arbeidsovereenkomst
5.2.
Vervolgens is het dienstverband kennelijk door Beliani opgezegd. Volgens [verzoeker] is dat telefonisch gebeurd. Op 24 februari 2022 is haar in een telefoongesprek met haar leidinggevende ([A]) meegedeeld dat het dienstverband beëindigd werd. Dat is door Beliani niet betwist. De kantonrechter gaat daarom uit van opzegging van het dienstverband door Beliani per 24 februari 2022.
5.3.
Op grond van de niet weersproken feiten en omstandigheden uit het verzoekschrift gaat de kantonrechter ervanuit dat de opzegging door Beliani niet rechtsgeldig is gegeven. Er is immers niet gebleken van (schriftelijke) instemming van de werknemer met het ontslag en er is ook geen sprake van toestemming voor opzegging door het UWV of één van de andere situaties als omschreven in artikel 7:671 lid 1 BW. Bovendien is er sprake van een opzegverbod, want [verzoeker] is ziek. Verder is niet gebleken dat [verzoeker] aan Beliani een dringende reden zou hebben gegeven voor een onmiddellijke beëindiging van het dienstverband. De door [verzoeker] onder a) van haar verzoek gevraagde verklaring voor recht wordt daarom toegewezen.
Vergoedingen
5.4.
In verband met de hiervoor omschreven beëindiging van het dienstverband heeft [verzoeker] onder b) verzocht om toekenning van een transitievergoeding ter hoogte van € 727,45 bruto. De aanspraak op die vergoeding is op de wet gegrond en de hoogte daarvan is niet weersproken. De verzochte vergoeding is daarom toewijsbaar. De wettelijke rente over de transitievergoeding is toewijsbaar vanaf een maand na de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd (artikel 7:686a lid 1 BW). Dat is in dit geval vanaf 24 maart 2022.
5.5.
Verder maakt [verzoeker] onder c) van haar verzoek aanspraak op betaling door Beliani van een vergoeding gelijk aan het loon over de termijn dat de arbeidsovereenkomst bij regelmatige opzegging had behoren voort te duren (zoals bedoeld in artikel 7:672 lid 11 BW). Het gaat dan om een bedrag van € 1.900,= bruto met de wettelijke rente daarover vanaf 24 februari 2022. In dit geval is er sprake van een onregelmatige opzegging. Daarom wijst de kantonrechter dit verzoek toe.
5.6.
Ten slotte maakt [verzoeker] aanspraak op betaling aan haar van een billijke vergoeding. De kantonrechter is van oordeel dat aan [verzoeker] zo’n vergoeding toekomt. De opzegging van Beliani is immers gedaan in strijd met artikel 7:671 BW, want er is geen sprake van een opzegging met schriftelijke instemming van de werknemer en er is geen sprake van toestemming van het UWV of van één van de andere situaties uit laatst genoemd artikel. Bovendien is er sprake van een opzegging bij ziekte, zodat de opzegging is gedaan in strijd met een opzegverbod. Op basis van hetgeen is bepaald in artikel 7:681 BW komt dan aan [verzoeker] het recht toe om te berusten in de beëindiging van het dienstverband en te verzoeken om toekenning van een billijke vergoeding en dat verzoek heeft [verzoeker] gedaan.
5.7.
Om de hoogte van die vergoeding vast te stellen houdt de kantonrechter rekening met de volgende feiten en omstandigheden. Het dienstverband van [verzoeker], dat is begonnen bij Tulip Furniture en is voortgezet door Beliani heeft een jaar en bijna twee maanden geduurd. De gevolgen van het ontslag zijn in beginsel verdisconteerd in de transitievergoeding die aan [verzoeker] is toegekend. Op het moment van de beëindiging van het dienstverband was [verzoeker] ziek. In verband met haar ziekte (toen en nu) heeft [verzoeker] sinds 1 maart 2022 een ziektewet uitkering. De hoogte daarvan bedraagt 70% van het loon dat zij verdiende bij Beliani. Als [verzoeker] in dienst zou zijn gebleven bij Beliani had zij op grond van de arbeidsovereenkomst recht gehad op 100% van het loon gedurende het eerste ziekte jaar en op 70% van het loon gedurende het tweede ziekte jaar. Aangezien [verzoeker] (naar ter zitting is gebleken) nog steeds ziek is en niet duidelijk is wanneer zij weer hersteld zal zijn, gaat de kantonrechter ervanuit dat zij in elk geval niet voor het verstrijken van het eerste ziekte jaar ontslag zou hebben gekregen of genomen. Aannemelijk is daarom dat zij over dat eerste jaar een salaris van € 22.800,= bruto (12 x € 1.900) zou hebben genoten. Nu ontvangt zij over dat jaar 70% daarvan of te wel € 15.960,= bruto. Het verschil betreft een bedrag van € 6.840,=. De kantonrechter houdt er verder rekening mee dat aan [verzoeker] een bedrag gelijk aan het loon over de opzegtermijn, namelijk € 1.900,= bruto is toegekend. Rekening houdend met al deze feiten en omstandigheden en met de omstandigheid dat het aan Beliani is te wijten dat er sprake is van een niet rechtsgeldige opzegging, komt de kantonrechter tot toekenning van een billijke vergoeding van € 5.000,= bruto.
Afgifte eindafrekening
5.8.
[verzoeker] heeft verder verzocht om Beliani op te dragen om een deugdelijke eindafrekening van het dienstverband op te maken en af te geven op straffe van een dwangsom. Omdat Beliani op grond van de wet tot afgifte daarvan gehouden is, zal het verzoek worden toegewezen. Daarbij zal de dwangsom worden bepaald op € 50,00 per dag en gemaximeerd op een bedrag van € € 5.000,=.
Proceskosten
5.9.
De proceskosten komen voor rekening van Beliani, omdat zij ongelijk krijgt. De proceskosten van [verzoeker] worden tot aan deze uitspraak vastgesteld op een bedrag van € 693,= voor griffierecht en een bedrag van € 747,= voor salaris van de gemachtigde van werknemer.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
verklaart voor recht dat het ontslag niet rechtsgeldig is gegeven en dat er geen sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten aan de zijde van [verzoeker]
6.2.
veroordeelt Beliani om aan [verzoeker] te betalen:
  • een transitievergoeding ter hoogte van een bedrag van € 727,45 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 24 maart 2022 tot aan de dag van volledige betaling;
  • een vergoeding als bedoeld in artikel 7:672 lid 11 BW van een bedrag van € 1.900,= bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 24 februari 2022 tot aan de dag van volledige betaling;
  • een billijke vergoeding van een bedrag van € 5.000,= bruto
6.3.
veroordeelt Beliani tot het opmaken van een deugdelijke eindafrekening, onder uitbetaling van de vakantietoeslag en de opgebouwde, maar niet genoten vakantiedagen, onder oplegging van een dwangsom van € 50,= voor iedere dag of gedeelte hiervan dat Beliani vanaf een week na betekening van deze uitspraak in gebreke blijft aan deze afgifte te voldoen tot een maximum van € 5.000,=;
6.4.
veroordeelt Beliani tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van [verzoeker] tot en met vandaag vaststelt op € 693,= voor griffierecht en € 747,= voor salaris gemachtigde;
6.5.
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
6.6.
wijst af hetgeen meer of anders is verzocht.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.J.C.M. Manders, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 18 oktober 2022. (ap)