9.De beslissing
- verklaart niet bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart bewezen dat verdachte het subsidiair ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
het misdrijf:
zware mishandeling;
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) maanden;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
119 (honderdnegentien) dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarden niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich gedurende de proeftijd meldt bij Tactus Reclassering, Raiffeisenstraat 75 in Enschede, of een andere door de Reclassering te bepalen locatie, op de door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo frequent en zo lang deze instelling dat nodig acht;
- zich ambulant laat behandelen bij de Tactus Verslavingszorg en Trajectum of een soortgelijke zorgverlener, ter beoordeling van de reclassering, indien en zo lang als de reclassering dit noodzakelijk acht. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt. Bij een terugval in middelengebruik tijdens het behandeltraject kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende klinische opname. Indien de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende klinische opname indiceert zal, na rechterlijke goedkeuring, de verdachte zich laten opnemen in een zorginstelling te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De kortdurende klinische opname duurt 7 weken of zoveel korter als de reclassering dat nodig vindt;
- verblijft in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, indien geïndiceerd te bepalen door de reclassering. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
- meewerkt aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. Verdachte geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden;
- zich niet vestigt op een ander adres zonder toestemming van het Openbaar Ministerie;
- meewerkt aan controle van het gebruik van alcohol en drugs om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;
- draagt de reclassering op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
- beveelt dat de op grond van artikel 14c Sr gestelde voorwaarden en het op grond van artikel 14c, zesde lid, Sr uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn;
- veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
80 (tachtig) uren;
- beveelt, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
40 (veertig) dagen.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Scheeper, voorzitter, mr. L.J.C. Hangx en
mr. M.A.H. Heijink, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E.L. Vedder en C.L. Struik, griffiers, en is in het openbaar uitgesproken op 11 november 2022.
Buiten staat
C.L. Struik is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2022064876. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1. Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] (pagina 1 tot en met 4), inhoudende, voor zover van belang:
Op 12 februari 2022 was ik in mijn huis in Hengelo. Op een gegeven moment sloeg [verdachte] mij met een glas tegen het hoofd. Ik zag dat hij mij sloeg met een kapot bierflesje. Hij sloeg mij hiermee op de linkerkant van mijn hoofd. Alles zat onder het bloed. In het ziekenhuis kreeg ik te horen dat mijn oor waarschijnlijk niet meer te redden was. Ik had toen pas in de gaten dat mijn oor er bijna af was.
2. Het proces-verbaal ter terechtzitting van 28 oktober 2022, voor zover inhoudende als verklaring van verdachte:
Op 12 februari 2022 had ik ruzie met mijn stiefvader, [slachtoffer] . Ik pakte een bierflesje. Ik heb het bierflesje op zijn voorhoofd geslagen. Daarna sloeg ik met het flesje op de zijkant van zijn hoofd. Toen ben ik naar buiten gelopen en zag ik dat ik onder het bloed zat.
3. Een ander geschrift, te weten een brief van [ziekenhuis] van 12 februari 2022, betreffende [slachtoffer] (pagina 6 tot en met 8), inhoudende, voor zover van belang:
Anamnese: gevochten met stiefzoon. Stiefzoon sloeg met bierflesje op het hoofd. Oor links ligt er half af.
Conclusie: traumatisch oorletsel door glasverwonding na ruzie thuis.
4. Een ander geschrift, te weten een ontslagbrief van [ziekenhuis] van 12 februari 2022, betreffende [slachtoffer] (pagina 9 tot en met 10), inhoudende, voor zover van belang:
Operatie/ingreep: reconstructie van oor met autoloog transplantaat.
5. Het proces-verbaal van bevindingen van 14 maart 2022 (pagina 11), inhoudende, voor zover van belang:
Op 14 maart 2022 had ik contact met aangever [slachtoffer] . Ik hoorde dat [slachtoffer] vertelde dat zijn letsel geheeld was, behalve zijn oor. Het eerder getransplanteerde stuk huid werd afgestoten door zijn lichaam. Daarom moet [slachtoffer] binnenkort opnieuw geopereerd worden.