In deze zaak heeft Calypso Techniek B.V. (hierna: Calypso) een vordering ingesteld tegen een vennootschap onder firma en twee natuurlijke personen (hierna gezamenlijk: [gedaagde]) wegens onbetaalde facturen die voortvloeien uit een servicecontract. Calypso heeft gedaagde ingehuurd voor het leveren van diensten, maar gedaagde heeft de facturen onbetaald gelaten. Gedaagde stelt dat Calypso tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst, omdat zij de storingen niet heeft geconstateerd, wat heeft geleid tot schade aan gedaagde. De kantonrechter heeft de vordering van Calypso gedeeltelijk toegewezen. De rechter oordeelt dat gedaagde hoofdelijk moet betalen voor de geleverde diensten, inclusief wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vordering van Calypso voor een deel gegrond is, terwijl andere delen van de vordering zijn afgewezen. De rechter heeft ook geoordeeld dat gedaagde in verzuim is, omdat hij niet heeft voldaan aan de betalingsverplichtingen ondanks meerdere aanmaningen. De kosten van de procedure zijn aan de zijde van Calypso begroot en gedaagde is veroordeeld in deze kosten.