Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
[gedaagde 3],
1. De procedure
3.De feiten
4.Het geschil
5.De beoordeling
956,00(2,0 punten × tarief € 478,00)
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 26 oktober 2022 uitspraak gedaan in een civiele procedure waarin de eiser vorderingen heeft ingesteld tegen de gedaagden met betrekking tot de levering van een woning. De eiser stelt dat de levering van de woning aan gedaagde 1 moet worden vernietigd op grond van paulianeus handelen, zoals bedoeld in artikel 3:45 BW. De eiser betoogt dat gedaagde 3, die de woning heeft overgedragen aan gedaagde 1, wist dat hij een aanzienlijke schuld had aan de eiser en dat de woning voor een niet-marktconforme prijs is overgedragen, waardoor de verhaalsmogelijkheden van de eiser zijn benadeeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de levering van de woning geen onverplichte rechtshandeling betreft, omdat gedaagde 3 en gedaagde 2 in verband met hun verplichtingen jegens een derde partij, de heer A, genoodzaakt waren de woning te verkopen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de vorderingen van de eiser tot vernietiging van de rechtshandeling en retro-overdracht van de woning moeten worden afgewezen, omdat niet is voldaan aan de voorwaarden van artikel 3:45 BW. De eiser is als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 2.257,00. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 26 oktober 2022.