In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 1 november 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om ontruimingsbescherming op basis van artikel 7:230a BW. De verzoekster, een besloten vennootschap, huurt sinds 1 oktober 2017 een bedrijfsruimte voor € 750,00 per maand. De huurovereenkomst is jaarlijks verlengd, maar op 29 augustus 2022 heeft de verhuurder, [verweerder 1], de huurovereenkomst opgezegd met een ontruimingstermijn tot 30 september 2022. De verzoekster heeft de kantonrechter verzocht om de ontruimingstermijn te verlengen tot 1 september 2023, omdat het voor haar moeilijk is om een nieuwe bedrijfsruimte te vinden en zij financiële belangen heeft in verband met reeds gedrukte brochures.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurovereenkomst rechtsgeldig is opgezegd en dat de verzoekster recht heeft op ontruimingsbescherming. Na een belangenafweging heeft de kantonrechter besloten om de ontruimingstermijn te verlengen tot 1 februari 2023, waarbij de belangen van de verzoekster zwaarder wogen dan die van de verhuurder. Het verzoek van de verhuurder om een hogere gebruiksvergoeding tijdens de verlengde ontruimingstermijn werd afgewezen, en de gebruiksvergoeding werd vastgesteld op € 750,00 per maand. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt. De beschikking is openbaar uitgesproken door de kantonrechters A.J. Louter en K.J. Haarhuis.