Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het procesverloop
- [de minderjarige] ,
- [A] , namens de raad.
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de Raad voor de Kinderbescherming verzocht om de benoeming van een tijdelijk voogd voor een minderjarige die sinds 15 augustus 2022 in Nederland woont, terwijl haar ouders op de Nederlandse Antillen verblijven. De minderjarige, die in verband met haar studie in Nederland is, woont bij haar tante. De Raad stelde voor om de tante als tijdelijk voogd te benoemen. De rechtbank heeft op 13 oktober 2022 de zaak behandeld, waarbij de ouders en de tante aanwezig waren. De rechtbank oordeelde dat de ouders niet in de onmogelijkheid verkeren om het gezag uit te oefenen, aangezien zij goed bereikbaar zijn en dagelijks contact onderhouden met de minderjarige. De rechtbank heeft het verzoek van de Raad afgewezen, omdat niet voldaan was aan de wettelijke vereisten voor de benoeming van een voogd. De ouders zijn in staat om het gezag over de minderjarige uit te oefenen, en er zijn geen financiële of andere redenen die een tijdelijke voogdij noodzakelijk maken. De beslissing is openbaar uitgesproken door mr. A. Flos, kinderrechter.