Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- het tussenvonnis van 1 december 2021 waarin een mondelinge behandeling is gelast,
- de door [eiser] op 25 januari 2022 overgelegde producties ten behoeve van de mondelinge behandeling,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 4 februari 2022 met daaraan gehecht de pleitnota namens [eiser] en de brieven in reactie op het proces-verbaal namens [eiser] d.d. 15 februari 2022 en namens Domijn d.d. 17 februari 2022.
2.Waar gaat deze zaak over
3.Waarvan uitgegaan kan worden (vaststaande feiten)
Bvan de koop-intentieovereenkomst staat dat Domijn (dat wil zeggen: haar rechtsvoorganger SWL) als tegenprestatie niet alleen de koopsom zal voldoen, maar ook de betaling (de kosten voor) het bouw- en woonrijp maken van de drie kavels voor [eiser] .
4.De vordering
5.De standpunten van [eiser] en Domijn.
6.De beoordeling door de rechtbank
fase 2A/B. Hieruit leidt de rechtbank af dat fase 2A samengenomen wordt met fase 2B. Er moet kennelijk een bestemmingsplanwijziging voor alle percelen ( [kavelnummer 2] , [kavelnummer 3] en [kavelnummer 4] ) zijn, voordat met ontwikkeling van percelen [kavelnummer 2] en [kavelnummer 3] wordt begonnen.
definitiefniet doorgaan, maar
nogniet doorgaan. [4] De rechtbank volgt [eiser] daarin niet. De bepaling is geformuleerd als situatie waarin vast staat dat Domijn niet gaat ontwikkelen. Dat is ook logisch want zolang er serieuze en reële plannen bij Domijn bestaan om tot ontwikkeling van perceel [kavelnummer 4] over te gaan, wordt de toegangsweg tot percelen [kavelnummer 2] en [kavelnummer 3] daarin meegenomen. Zoals hiervoor overwogen bestaan er nog steeds reële plannen en mogelijkheden om perceel [kavelnummer 4] te ontwikkelen voor woningbouw.