ECLI:NL:RBOVE:2022:3119

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
25 oktober 2022
Publicatiedatum
27 oktober 2022
Zaaknummer
C/08/285268 / KG ZA 22-194
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot medewerking aan ondertekening opdrachtovereenkomst inzake waardebepaling van gezamenlijke onderneming

In deze zaak vordert Themba B.V. (hierna: Themba) van Otac Beheer B.V. (hierna: Otac) medewerking aan het ondertekenen van een opdrachtovereenkomst voor de waardebepaling van hun gezamenlijke onderneming, Commplaza B.V. Themba en Otac zijn ieder voor 50% aandeelhouder van Commplaza en gezamenlijk bevoegd bestuurder. Themba heeft haar aandelen in Commplaza aangeboden aan Otac, maar er is onenigheid over de benoeming van een valuator en de kosten daarvan. Themba stelt dat er een impasse is ontstaan die de bedrijfsvoering van Commplaza in gevaar brengt, en vraagt om een spoedige beslissing in kort geding. De mondelinge behandeling vond plaats op 11 oktober 2022, waarbij beide partijen vertegenwoordigd waren door hun directeuren en advocaten. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat Themba onvoldoende spoedeisend belang heeft aangetoond, en heeft de vorderingen van Themba afgewezen. De kosten van de procedure zijn voor rekening van Themba, die als in het ongelijk gestelde partij is veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan Otac.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer / rolnummer : C/08/285268 / KG ZA 22-194
Vonnis in kort geding van 25 oktober 2022
in de zaak van
besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
THEMBA B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Heino,
eisende partij, hierna te noemen Themba,
advocaat: mr. L. Meijerink te Enschede,
tegen
besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
OTAC BEHEER B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Markelo,
gedaagde partij, hierna te noemen Otac,
advocaten: mr. B.C. Hopmans en mr. A.J.A. Jansen te Amsterdam.

1.De procedure

Themba B.V. (hierna: Themba) heeft op 3 oktober 2022 de dagvaarding met producties 1 tot en met 13 aan Otac B.V. (hierna: Otac) laten betekenen. Bij e-mail van 6 oktober 2022 heeft de advocaat van Themba verzocht om de hiervoor genoemde dagvaarding te vernietigen. De bij de e-mail bijgevoegde dagvaarding treedt daar voor in de plaats. Otac heeft op voorhand aan Themba laten weten vrijwillig te zullen verschijnen, reden waarom deze dagvaarding niet betekend is. Bij e-mail van 7 oktober 2022 heeft Themba de aanvullende productie 14 in het geding gebracht. Bij e-mail van 10 oktober 2022 heeft Otac de aanvullende producties
1 tot en met 7 in het geding gebracht.
De mondelinge behandeling heeft vervolgens plaatsgevonden op 11 oktober 2022. Themba is verschenen, vertegenwoordigd door haar directeur de heer [A] , bijgestaan door zijn advocaat mr. Meijerink. Otac is verschenen, vertegenwoordigd door haar directeur de heer [B] en bijgestaan door zijn advocaten mr. Hopmans en mr. Jansen. Tevens was de heer [C] van Otac aanwezig. Tijdens de mondelinge behandeling heeft mr. Hopmans een pleitnota overgelegd en voorgedragen. Van de zitting heeft de griffier aantekeningen gemaakt. Het vonnis wordt vandaag uitgesproken.

2.De inleiding: waar gaat de zaak over?Themba en Otac zijn ieder voor 50% aandeelhouder van Commplaza B.V. (hierna: Commplaza) en gezamenlijk bevoegd bestuurder.Themba wil haar aandelen in Commplaza verkopen. Themba heeft de aandelen conform de blokkeringsregeling in de statuten aangeboden aan Otac. Otac wil de aandelen kopen, mits voor een juiste prijs. Partijen zijn het er over eens dat er een valuator benoemd moet worden die de prijs van de aandelen vaststelt. Themba stelt dat er overeenstemming was over een valuator, Otac betwist dat. Over de vraag voor wiens rekening de kosten van de valuator moet komen, verschillen de partijen van mening. Volgens Themba zijn partijen daardoor in een impasse terecht gekomen en komt de bedrijfsvoering van Commplaza ernstig in gevaar. Daarom vordert Themba in kort geding om Otac te veroordelen haar medewerking te verlenen aan het ondertekenen van een opdrachtovereenkomst inzake de waardebepaling van Commplaza. De vorderingen van Thema worden afgewezen vanwege het ontbreken van spoedeisend belang. De motivering van deze beslissing volgt hieronder.

3.Het geschil

3.1.
Themba vordert -samengevat- dat de voorzieningenrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
1. Otac veroordeelt, voor zover nodig in afwijking van de statuten van Commplaza, om binnen een termijn van zeven dagen na dit vonnis haar medewerking te verlenen aan het ondertekenen van de opdrachtovereenkomst van Waardevisie inzake de waardebepaling van Commplaza, en het verstrekken daarvan aan de valuator, onder verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 per dag;
2. Otac veroordeelt in de proces- en nakosten van deze procedure.
3.2.
Otac voert verweer tegen de vordering van Themba.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Spoedeisend belang
4.1.
Themba vraagt om met spoed een beslissing te nemen en is daarom een kort geding begonnen. Het verschil met een reguliere (bodem) procedure is dat de eisende partij een spoedeisend belang moet hebben bij de gevraagde snelle beslissing. Themba zal daarom aannemelijk moeten maken dat zij een spoedeisend belang heeft bij toewijzing van de door haar gevraagde voorlopige voorziening en dat niet kan worden gewacht op een uitspraak in een bodemprocedure.
4.2.
Themba stelt dat zij een spoedeisend belang heeft omdat er al lange tijd sprake is van een impasse tussen partijen. De continuïteit van Commplaza komt daarmee in gevaar. Volgens Themba wenst Otac ook geen operationeel overleg meer te voeren, waardoor contracten niet worden verlengd en problemen van klanten niet worden opgelost. Nieuwe opdrachten komen daardoor in gevaar. Om voornoemde redenen vindt Themba dat deze impasse op zo kort mogelijke termijn moet worden doorbroken, teneinde de ondergang van Commplaza te voorkomen.
4.3.
Otac betwist dat Themba een spoedeisend belang heeft bij haar vorderingen. Volgens Otac is er geen sprake van de door Themba gestelde impasse en ook betwist Otac dat er geen overleg meer zou plaatsvinden. Partijen hebben deze maand nog overleg met elkaar gehad.
De bedrijfsvoering is volgens Otac niet in gevaar, sterker, de resultaten van Commplaza zijn goed. In het genoemde overleg hebben partijen besloten dat de aandeelhouders van Commplaza ieder een uitkering van € 100.000,00 ontvangen.
4.4.
De voorzieningenrechter overweegt als volgt. Themba heeft onvoldoende aangevoerd en onderbouwd dat op dit moment sprake is van een zodanige situatie dat van Themba niet gevraagd kan worden de uitkomst van een bodemprocedure af te wachten. Zo heeft Themba haar stelling dat de bedrijfsvoering van Commplaza is gevaar is, niet nader onderbouwd. Bovendien is niet gebleken dat klanten van Commplaza weglopen c.q. wegblijven. Ook heeft Themba niet onderbouwd dat de cijfers van Commplaza als gevolg daarvan slecht zijn. De verwijzing van Themba naar productie 14, de e-mail van
5 oktober 2022, is daartoe onvoldoende. Het gaat hier immers maar om één klant. Dit maakt dat er een spoedeisend belang ontbreekt en om die reden moet de vordering van Themba worden afgewezen. De overige stellingen van partijen behoeven daarom geen bespreking.
Proceskosten
4.5.
Themba zal als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Otac worden begroot op:
-griffierecht € 676,00
-salaris advocaat
656,00
Totaal € 1.332,00

5.De beslissing

De voorzieningenrechter in kort geding
5.1.
wijst de vorderingen af;
5.2.
veroordeelt Themba in de kosten van deze procedure, tot op heden aan de zijde van Otac begroot op € 1.332,00, waaronder € 656,00 aan salaris advocaat;
5.3.
verklaart dit vonnis ten aanzien van de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Smedes en in het openbaar uitgesproken op
25 oktober 2022.