In deze zaak heeft eiser een motorboot gekocht van gedaagde, maar stelt dat de boot non-conform is, omdat de motor niet voldoet aan de verwachtingen die hij mocht hebben. Gedaagde betwist dit en stelt dat hij aan zijn mededelingsplicht heeft voldaan en dat eiser niet aan zijn onderzoeksplicht heeft voldaan. De kantonrechter oordeelt dat de boot niet de eigenschappen bezit die eiser op grond van de overeenkomst mocht verwachten. De mededelingsplicht van gedaagde gaat boven de onderzoeksplicht van eiser, en hij had moeten weten dat de staat van de motor slecht was. Eiser heeft de overeenkomst rechtsgeldig ontbonden en de kantonrechter wijst de vordering tot terugbetaling van de koopsom toe, terwijl de gevorderde schadevergoeding slechts gedeeltelijk wordt toegewezen.
De procedure begon met een tussenvonnis op 12 juli 2022, gevolgd door een mondelinge behandeling op 27 september 2022. Eiser heeft de boot op 16 juli 2021 gekocht, maar deze viel stil tijdens het varen. Na een noodreparatie bleek de motor in slechte staat te verkeren. Eiser heeft de koopovereenkomst op 19 oktober 2021 ontbonden. De kantonrechter concludeert dat gedaagde tekort is geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen en dat de boot non-conform is. Eiser heeft recht op terugbetaling van de koopsom en een schadevergoeding van € 1.263,61, terwijl de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten worden afgewezen. Gedaagde wordt veroordeeld in de proceskosten van eiser.