ECLI:NL:RBOVE:2022:3082
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag maatwerkvoorziening persoonsgebonden budget op grond van de Wmo 2015
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, op 24 oktober 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een inwoner van Den Ham, en het college van burgemeester en wethouders van Twenterand. Eiser had een aanvraag ingediend voor een maatwerkvoorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget (pgb) op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015). De aanvraag werd door verweerder afgewezen, omdat volgens hen sprake was van gebruikelijke hulp die door de ouders van eiser kon worden geboden. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing en beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft de zaak behandeld op 6 oktober 2022, waarbij zowel eiser als de gemachtigde van verweerder aanwezig waren. Eiser ontving voor de invoering van de Wmo 2015 zorg vanuit de Algemene wet bijzondere ziektekosten (AWBZ) en had sinds 2015 een pgb. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een lange voorgeschiedenis is van zorgverlening en dat er tussen partijen een geschil is ontstaan over de noodzaak van de maatwerkvoorziening.
De rechtbank oordeelde dat verweerder terecht had beslist zonder (actueel) medisch advies, omdat eiser zelf had aangegeven niet langer te willen wachten op een medisch advies. De rechtbank concludeerde dat de hulp die eiser van zijn ouders ontving, als gebruikelijke hulp kon worden aangemerkt en dat er geen noodzaak was voor een maatwerkvoorziening. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard, wat betekent dat de afwijzing van de aanvraag door verweerder standhield. Eiser kreeg geen vergoeding van proceskosten en het griffierecht werd niet teruggegeven.