Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
wonende te [woonplaats] ,
[gedaagde],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
Rechtbank Overijssel
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Overijssel op 17 oktober 2022, staat de vraag centraal of een werkgever de aan een werknemer verschuldigde Ziektewetuitkering mocht verrekenen met een vordering die de werkgever op die werknemer had. Tevens wordt onderzocht of de werkgever de uitbetaling van de Ziektewetuitkering mocht stopzetten omdat de werknemer zijn re-integratieverplichtingen niet zou zijn nagekomen. De eiser, een werknemer die sinds 25 januari 2021 in dienst was bij de gedaagde werkgever, ontving sinds 28 juli 2021 een Ziektewetuitkering. De werkgever, die eigenrisicodrager is voor de Ziektewet, heeft de uitkering over een bepaalde periode stopgezet en verrekend met te veel betaalde toeslagen door het UWV. De kantonrechter oordeelt dat de werkgever de beslagvrije voet in acht had moeten nemen bij de verrekening en dat de werknemer recht heeft op de Ziektewetuitkering over de betreffende periode. De rechter concludeert dat de werkgever niet gerechtigd was om de uitbetaling van de Ziektewetuitkering te staken zonder toestemming van het UWV. De vordering van de werknemer tot betaling van de Ziektewetuitkering wordt toegewezen, evenals de wettelijke rente, terwijl de vordering tot buitengerechtelijke incassokosten wordt afgewezen. De werkgever wordt veroordeeld in de proceskosten.