ECLI:NL:RBOVE:2022:3062

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
20 oktober 2022
Publicatiedatum
20 oktober 2022
Zaaknummer
08-710017-14
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging terbeschikkingstelling van een man met schizofrenie en verslavingsproblematiek

Op 20 oktober 2022 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling van een 37-jarige man. De rechtbank heeft de terbeschikkingstelling met twee jaar verlengd, op verzoek van het Openbaar Ministerie. De man, die sinds 22 september 2016 ter beschikking is gesteld na een veroordeling voor doodslag, verblijft momenteel in het Forensisch Psychiatrisch Centrum Pompestichting. De rechtbank heeft overwogen dat de man gediagnosticeerd is met schizofrenie en een persoonlijkheidsstoornis, en dat hij verslavingsproblematiek heeft, maar momenteel in langdurige remissie verkeert.

De rechtbank heeft kennisgenomen van het verlengingsadvies van de kliniek, waarin wordt gesteld dat de man stabiel functioneert en goed contact heeft met het behandelteam. Er is echter nog steeds een risico op recidive, vooral als de terbeschikkingstelling zou worden beëindigd. De rechtbank heeft ook de positieve ontwikkelingen in de resocialisatie van de man in overweging genomen, maar concludeert dat de verlenging van de terbeschikkingstelling noodzakelijk is om de veiligheid van anderen te waarborgen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de terbeschikkingstelling moet worden verlengd, omdat de behandeling en resocialisatie meer tijd in beslag zullen nemen dan de resterende termijn van een jaar. De rechtbank heeft de beslissing genomen om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, zodat de man de tijd krijgt om verder te werken aan zijn resocialisatie en om te wennen aan de toenemende vrijheden en verantwoordelijkheden.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08-710017-14
Datum uitspraak: 20 oktober 2022
Beslissingop de vordering van het Openbaar Ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van:
[terbeschikkinggestelde],
geboren op [geboortedatum] 1985 te [geboorteplaats] ),
verblijvende in Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) Pompestichting,
Weg door Jonkerbos 55, 6532 CN Nijmegen,
hierna te noemen: de terbeschikkinggestelde.

1.De aanleiding

De terbeschikkinggestelde is bij arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van
28 april 2016 ter beschikking gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege, na bewezenverklaring van de misdrijven:
  • doodslag;
  • opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
  • mishandeling, terwijl het feit is begaan tegen zijn levensgezel.
Het gerechtshof heeft daarbij overwogen dat de bewezenverklaarde doodslag een misdrijf is als bedoeld in artikel 38e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht (Sr), waardoor de duur van de maatregel onbepaald is.
De terbeschikkingstelling is ingegaan op 22 september 2016. De terbeschikkingstelling is laatstelijk verlengd bij beslissing van deze rechtbank van 15 oktober 2020 en eindigt, behoudens nadere voorziening, op 22 september 2022.

2.De stukken

De rechtbank heeft kennis genomen van de op grond van artikel 6:6:12 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) overgelegde stukken, te weten:
  • het verlengingsadvies van FPC Pompestichting (hierna: de kliniek) van 13 juli 2022, opgemaakt en ondertekend door drs. B. Scholten, behandelcoördinator en GZ-psycholoog en E.P.M.T. Brouns, psychiater, directeur patiëntenzorg en plaatsvervangend hoofd van de instelling;
  • de wettelijke aantekeningen over de periode van 1 april 2020 tot 1 augustus 2022.

3.De procedure

Het Openbaar Ministerie heeft op 10 augustus 2022 een vordering ingediend tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaren.
De vordering is behandeld op de openbare zitting van 6 oktober 2022 waar zijn gehoord:
  • de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsman mr. R.W. van Faassen, advocaat te Zwolle;
  • de officier van justitie mr. X. Tromp;
  • de deskundige B. Scholten, voornoemd.
De officier van justitie heeft ter zitting de vordering gehandhaafd.
De terbeschikkinggestelde en zijn raadsman hebben gesteld dat zij geen bezwaar hebben tegen verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling met twee jaren.

4.De beoordeling

De vordering is op 10 augustus 2022 en dus tijdig ingediend.
De rechtbank dient op grond van het bepaalde in de artikelen 38d en 38e Sr te bepalen of de termijn van de maatregel van terbeschikkingstelling moet worden verlengd.
De rechtbank neemt bij haar overwegingen het over de terbeschikkinggestelde opgemaakte advies van de kliniek en de toelichting van de deskundige ter zitting in aanmerking.
Het verlengingsadvies van de kliniek en de toelichting van de deskundige ter zitting
Het adviesrapport van de kliniek houdt, zakelijk weergegeven, onder meer het volgende in.
De terbeschikkinggestelde is gediagnosticeerd met schizofrenie. Verder is sprake van een persoonlijkheidsstoornis met borderline en vermijdende trekken en van verslavingsproblematiek (cocaïne, alcohol en cannabis), inmiddels in langdurige remissie in een gereguleerde omgeving. De terbeschikkinggestelde is medicatietrouw en heeft enig inzicht in zijn psychotische kwetsbaarheid.
Sinds het laatste verlengingsadvies is de situatie ongewijzigd. De terbeschikkinggestelde functioneert blijvend stabiel. Hij heeft goed contact met het behandelteam en zet zich in voor zijn behandeling. Er is nog wel regelmatig sprake van zucht naar cocaïne. De terbeschikkinggestelde weet dit goed te hanteren en te bespreken met het behandelteam.
Op basis van de uitgevoerde risicotaxatie wordt het risico op recidive als hoog ingeschat wanneer de terbeschikkingstelling met dwangverpleging zou worden beëindigd. De verdere resocialisatie zal voorlopig in (de omgeving van) Nijmegen worden vormgegeven. Er is nog onvoldoende sprake van maatschappelijke inbedding. Ambulante hulpverlening is nog niet opgebouwd en verwacht wordt dat de terbeschikkinggestelde dit zonder gedwongen kader moeilijk zelf opzoekt. Het netwerk van de terbeschikkinggestelde is beperkt en wordt niet als voldoende ondersteunend ingeschat. De terbeschikkinggestelde verblijft sinds april 2022 in een Tiny House op het terrein van de kliniek. Het behandelteam is van plan om de komende periode naast het huidige contact met de reclassering ook het expertteam van Iriszorg te betrekken. Tijdens zijn verblijf in het Tiny House kan de terbeschikkinggestelde in de omgeving van de kliniek verder oefenen met de toenemende vrijheden en verantwoordelijkheden en bekend raken met het ambulante hulpverleningsnetwerk. Zo kan de overgang naar zelfstandig wonen stapsgewijs worden gemaakt. Verwacht wordt dat de toekenning van een zelfstandige woning nog enige tijd in beslag zal nemen. De inschatting is dat dit eind 2022/begin 2023 aan de orde zal zijn. Wanneer de terbeschikkinggestelde hier stabiel functioneert zal proefverlof worden aangevraagd. Het hele traject zal naar verwachting de duur van een jaar overschrijden voordat sprake kan zijn van een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging. Zowel de kliniek als de terbeschikkinggestelde zien het belang van een rustig verloop van het traject. De kliniek adviseert om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen.
De deskundige heeft het advies ter zitting gehandhaafd en heeft aanvullend opgemerkt dat de positieve lijn die de terbeschikkinggestelde bij de vorige zitting heeft laten zien, is voortgezet. Er is een machtiging voor een zelfstandige woning. Het wachten is nu op het toegekend krijgen van een woning, waarna kan worden gestart met het proefverlof. Het contact met Iriszorg is gelegd, er moet echter nog een psychiater aan dit team worden toegevoegd in verband met de medicatie die de terbeschikkinggestelde slikt. In overleg met de terbeschikkinggestelde is geadviseerd om de terbeschikkingstelling voor twee jaar te verlengen omdat één jaar naar verwachting te krap is, ook om goed zicht te hebben op het verloop van het proefverlof. Dit geeft ook de tijd om voor de volgende verlengingszitting een rapport van de reclassering over de (on)mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege te laten opstellen.
Het oordeel van de rechtbank
Gelet op het verlengingsadvies en hetgeen ter zitting is besproken stelt de rechtbank vast dat er sprake is van een aanwezige stoornis en is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen eist dat de maatregel van terbeschikkingstelling wordt verlengd. Aan de criteria voor verlenging van de terbeschikkingstelling is daarmee voldaan. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat de maatregel is opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, te weten doodslag. Er is sprake van een zogenoemde niet-gemaximeerde terbeschikkingstelling.
De rechtbank hanteert als uitgangspunt dat, indien aannemelijk is geworden dat de behandeling en resocialisatie van de terbeschikkinggestelde in het bestaande juridische kader meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging met een jaar, de terbeschikkingstelling in beginsel verlengd dient te worden met een termijn van twee jaren. De rechtbank stelt vast dat niet te verwachten is dat binnen een jaar gronden aanwezig zullen zijn die een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege rechtvaardigen.
De rechtbank constateert dat de terbeschikkinggestelde de door hem ingezette positieve lijn heeft weten vast te houden. Dit heeft erin geresulteerd dat hij de afgelopen periode verdere vooruitgang heeft geboekt in zijn resocialisatietraject heeft kunnen zetten en er een machtiging ligt voor zelfstandig wonen. Het wachten is op de toewijzing van een eigen woning.
Hoewel de ontwikkelingen positief zijn, wordt het recidiverisico bij een beëindiging van de maatregel van terbeschikkingstelling nog als hoog ingeschat en bij een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege als matig. De komende periode is voortzetting van de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege dan ook nog noodzakelijk. Dit geeft de terbeschikkinggestelde en het behandelteam de tijd om de (contacten met de) ambulante hulpverlening verder op te bouwen. Ook geeft dit de terbeschikkinggestelde de tijd om te wennen aan en te oefenen met de verdere vrijheden en verantwoordelijkheden gedurende het proefverlof. De rechtbank onderschrijft de noodzaak van de geleidelijkheid van dit traject. Gelet op het voorgaande zal de rechtbank de terbeschikkingstelling met twee jaren verlengen. De rechtbank gaat ervan uit dat, zoals door de deskundige ter zitting is verklaard, indien de kliniek daartoe aanleiding ziet, voorafgaand aan de volgende verlengingszitting een maatregelrapport zal worden aangevraagd.

5.De beslissing

De rechtbank:
- verlengt de terbeschikkingstelling van
[terbeschikkinggestelde]met
twee jaren.
Aldus gegeven door mr. M.H. van der Lecq, voorzitter, mr. C. Verdoold en mr. drs. K.A. Schönbeck, rechters, in tegenwoordigheid van mr. W.H. Bomans-Weekhout als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 20 oktober 2022.
Buiten staat
Mr. drs. K.A. Schönbeck is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.