ECLI:NL:RBOVE:2022:3027

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
4 oktober 2022
Publicatiedatum
19 oktober 2022
Zaaknummer
9914998 \ CV EXPL 22-2117
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van reparatiekosten aan bedrijfsbus en geschil over garantie

In deze zaak vordert de eiseres, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, betaling van de kosten voor uitgevoerde reparatiewerkzaamheden aan de bedrijfsbus van de gedaagde, eveneens een besloten vennootschap. De gedaagde stelt dat een deel van de werkzaamheden onder de garantie van Fiat valt en weigert daarom betaling. De kantonrechter heeft op 4 oktober 2022 geoordeeld dat de werkzaamheden niet onder de garantie vallen, waardoor de kosten voor rekening van de gedaagde komen. De gedaagde erkent dat de kosten voor motorolie, filter en benzine terecht zijn en moet deze ook betalen.

De procedure begon met een tussenvonnis op 28 juni 2022, gevolgd door een mondelinge behandeling op 16 september 2022, waarbij beide partijen vertegenwoordigd waren. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde de kosten voor de motorolie en het oliefilter moet vergoeden, aangezien deze kosten door de gedaagde zijn erkend. De eiseres heeft in totaal € 1.341,50 gevorderd, inclusief wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke incassokosten.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat de werkzaamheden aan de AdBlue-storing niet onder de garantie van Fiat vallen, omdat er geen defecte onderdelen zijn hersteld of vervangen. De eiseres heeft enkel de AdBlue uit de tank verwijderd en vervangen, wat niet onder de garantie valt. De kantonrechter heeft de vordering van de eiseres toegewezen en de gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 809,33, plus nakosten van € 93,50. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Enschede
Zaaknummer : 9914998 \ CV EXPL 22-2117
Vonnis van 4 oktober 2022
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres] B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te [vestigingsplaats] ,
eisende partij, hierna te noemen [eiseres] ,
gemachtigde: BBU Juristen & Incasso's,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
COLLECTIEF ONDERHOUD B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Denekamp,
gedaagde partij, hierna te noemen Collectief Onderhoud,
verschenen in persoon.

1.Samenvatting

1.1.
[eiseres] vordert betaling van de uitgevoerde (reparatie)werkzaamheden aan de bedrijfsbus van Collectief Onderhoud. Collectief Onderhoud stelt dat een deel van het werk onder de garantie van Fiat valt en wil die kosten daarom niet betalen. De kosten voor de motorolie, filter en benzinekosten zijn volgens haar wel terecht en wil zij wel betalen.
1.2.
De kantonrechter oordeelt dat de uitgevoerde werkzaamheden niet onder de garantieverklaring van Fiat vallen. De kosten voor de werkzaamheden komen daarom voor rekening van Collectief Onderhoud. De kosten voor de motorolie, filter en benzinekosten moet zij ook betalen, nu zij erkent dat deze terecht aan haar in rekening zijn gebracht.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 28 juni 2022,
- de mondelinge behandeling op 16 september 2022, waarbij de heren [A] en [B] zijn verschenen namens [eiseres] , bijgestaan door gemachtigde mr. A.C. van der Waal, en waarbij de heer [C] is verschenen namens Collectief Onderhoud. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat tijdens de mondelinge behandeling is besproken.
2.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

3.De feiten

3.1.
Op 8 mei 2020 heeft Collectief Onderhoud een bus van het merk Fiat geleverd gekregen van een derde. Op de bus zat toen (nog) twee jaar fabrieksgarantie.
3.2.
In de garantieverklaring van Fiat staat:
“Onder de 24 maanden fabrieksgarantie worden alle eventuele fabricagefouten kosteloos verholpen, waarbij defecte onderdelen worden hersteld of vervangen. Werkuren en verbruiksmaterialen die nodig zijn voor de vervanging of herstelling zijn eveneens inbegrepen.”
3.3.
Op 28 maart 2021 heeft een monteur van Collectief Onderhoud AdBlue getankt met de bus. Op 29 maart 2021 is de bus ter reparatie naar [eiseres] gebracht in verband met een AdBlue-storing.
3.4.
[eiseres] heeft de AdBlue uit de tank verwijderd en vervangen door nieuwe AdBlue. Er is daarna geen storingsmelding meer gekomen.
3.5.
[eiseres] heeft in totaal een bedrag van € 1.082,43 gefactureerd voor de (reparatie)werkzaamheden. Op 31 maart 2021 heeft zij een factuur gestuurd van € 681,62 (het verhelpen van de AdBlue-storing, motorolie en -filter) en op 1 april 2021 een factuur van € 400,81 (vervangend vervoer). Collectief Onderhoud heeft de facturen niet betaald.

4.Het geschil

4.1.
[eiseres] vordert betaling van een bedrag van € 1.341,50 (bestaande uit een bedrag van € 1.082,43 aan hoofdsom, € 96,71 aan wettelijke handelsrente tot en met 30 maart 2022 en € 162,36 aan buitengerechtelijke incassokosten), te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over € 1.082,43 vanaf 14 mei 2022 tot de dag van volledige betaling. Daarnaast vordert zij dat Collectief Onderhoud wordt veroordeeld in de proceskosten en de nakosten.
4.2.
[eiseres] stelt dat zij (reparatie)werkzaamheden aan de bedrijfsbus van Collectief Onderhoud heeft verricht en dat Collectief Onderhoud daarvoor moet betalen. Volgens [eiseres] declareert zij reparatiewerkzaamheden bij Fiat als die onder de garantie vallen. De reparatie aan de bus valt volgens haar echter niet onder de garantie van Fiat, omdat de storing een van buiten komende oorzaak heeft. Volgens [eiseres] is de storing namelijk ontstaan doordat de AdBlue in de tank van de bus niet de vereiste kwaliteit had. Die AdBlue is door Collectief Onderhoud toegevoegd. Er is om de storing te verhelpen geen onderdeel vervangen. [eiseres] kan de kosten dus niet bij Fiat declareren.
4.3.
Collectief Onderhoud voert verweer. Zij betwist dat de door haar getankte AdBlue niet de vereiste kwaliteit had. Volgens Collectief Onderhoud staat op het etiket van de tankklep van de bus dat de AdBlue moet voldoen aan de ISO 22241. Zij stelt dat zij de AdBlue bij AVIA heeft getankt en dat deze aan die norm voldoet.
Volgens Collectief Onderhoud heeft AVIA ook geen andere klachten over de AdBlue ontvangen en tankt zij vaker AdBlue bij AVIA zonder problemen. Volgens haar moet de storing dus zijn veroorzaakt door een fout in de sensor en valt de reparatie daarom wel onder de garantie van Fiat. De gevorderde kosten voor de motorolie, filter en brandstof zijn terecht en wil zij wel betalen. Zij heeft hier echter geen nieuwe factuur voor ontvangen, zoals door haar was verzocht.

5.De beoordeling

Kosten motorolie, filter en brandstof

5.1.
Aangezien Collectief Onderhoud erkent dat de kosten voor het vervangen van de motorolie en het oliefilter en de kosten voor (de brandstof van) het vervangend vervoer terecht zijn, zal de kantonrechter deze bedragen toewijzen.
Kosten in verband met AdBlue-storing
5.2.
Tussen partijen staat vast dat de bedrijfsbus van Collectief Onderhoud een AdBlue-storing heeft gehad. [eiseres] stelt dat zij de elektronica van de bus heeft uitgelezen en dat daaruit is gebleken dat de storing is veroorzaakt doordat de AdBlue in de tank van de bus niet de vereiste kwaliteit had.
5.3.
Uit de garantieverklaring van Fiat blijkt dat
fabricagefouten waarbij defecte onderdelen worden hersteld of vervangenkosteloos worden verholpen (inclusief de werkuren en verbruiksmaterialen die daarbij nodig zijn).
5.4.
[eiseres] heeft onbetwist gesteld dat zij slechts de AdBlue uit de tank van de bus heeft verwijderd en de tank heeft schoongemaakt en gevuld met nieuwe AdBlue. Zij heeft dus geen (defecte) onderdelen van de bus hersteld of vervangen. Collectief Onderhoud heeft niet betwist dat de sensor niet is vervangen en erkent dat de bus tot op heden (ongeveer anderhalf jaar later) geen AdBlue-storing meer heeft gehad. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft [eiseres] de storing dus opgelost, maar vallen de uitgevoerde werkzaamheden niet onder de garantieverklaring van Fiat. De kantonrechter zal de vordering ter zake van de reparatiewerkzaamheden met betrekking tot de AdBlue-storing daarom toewijzen.
Wettelijke handelsrente
5.5.
De gevorderde handelsrente is op de wet gegrond en niet weersproken en zal daarom worden toegewezen.
Buitengerechtelijke incassokosten
5.6.
[eiseres] maakt aanspraak op vergoeding van de buitengerechtelijke kosten. De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (het Besluit) van toepassing is. Collectief Onderhoud is geen consument. [eiseres] heeft voldoende gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. De buitengerechtelijke incassokosten zijn daarom toewijsbaar. Het gevorderde bedrag komt overeen met het in het Besluit bepaalde tarief en zal worden toegewezen.
Proceskosten
5.7.
Collectief Onderhoud wordt in deze procedure in het ongelijk gesteld.
Zij zal daarom worden veroordeeld in de proceskosten. De proceskosten van [eiseres] worden begroot op:
  • dagvaarding € 113,33
  • griffierecht € 322,00
  • salaris gemachtigde € 374,00(2,0 punt x tarief € 187,00)
totaal € 809,33
5.8.
De apart gevorderde nakosten zijn ook toewijsbaar en zullen zoals gebruikelijk worden begroot op een half punt van het toegewezen salaris, met een maximum van € 124,00. Dat leidt in dit geval tot toewijzing van een bedrag van € 93,50 aan nakosten.

6.De beslissing

De kantonrechter
6.1.
veroordeelt Collectief Onderhoud om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eiseres] te betalen een bedrag van € 1.341,50, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW over € 1.082,43 vanaf 14 mei 2022 tot de dag van volledige betaling,
6.2.
veroordeelt Collectief Onderhoud in de kosten van deze procedure, tot op heden aan de zijde van [eiseres] begroot op € 809,33, en in de nakosten begroot op € 93,50,
6.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. K.J. Haarhuis, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 4 oktober 2022.
(SL(O)