Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
wonende te [woonplaats] ,
Gemeente Rijssen-Holten,
zetelend te Rijssen,
1.De beslissing in het kort
‘home’in de zin van artikel 8 van het EVRM en dat de gemeente de positieve verplichting heeft om [eiser] te faciliteren bij het verkrijgen van sanitaire- en nutsvoorzieningen, om zo de winter door te komen. Concreet betekent dit dat de gemeente aan [eiser] een tijdelijke privaatrechtelijke toestemming voor het gebruik van de in gebruik genomen standplaats zal dienen te verlenen en de berging met sanitair voor hem zal moeten openstellen.
2.De procedure
3.De feiten
4.Het geschil
5.De beoordeling
‘home’in de zin van dat artikel. De kantonrechter merkt in dat verband op dat het begrip
‘home’een autonoom begrip is binnen het EVRM en onafhankelijk van het nationale recht moet worden uitgelegd.
‘home’in de zin van artikel 8 EVRM moet volgens het EHRM sprake zijn van een voldoende
‘sufficient and continuous link’met een bepaalde plaats. [1] Daarbij merkt de kantonrechter verder op dat de kwalificatie van
‘home’in de zin van artikel 8 EVRM niet afhankelijk is van de legaliteit van de bewoning. Aldus is het feit dat [eiser] [het adres] illegaal heeft betrokken geen belemmering voor de kwalificatie van zijn woning als
‘home’in de zin van artikel 8 EVRM. Nu tussen partijen niet in geschil is dat [eiser] de standplaats al sinds maart van dit jaar heeft betrokken door daar zijn woonwagen op te plaatsen en hij deze woonwagen op die standplaats ook daadwerkelijk als zijn woning gebruikt, is de kantonrechter van oordeel dat er voldoende
‘sufficient and continuous link’met de specifieke plaats ( [het adres] ) aanwezig is, zodat de woning van [eiser] als
‘home’in de zin van artikel 8 EVRM kan worden aangemerkt.
Hudrovi and others v. Slovenia) tot uitgangspunt, waarin het EHRM het volgende overweegt:
‘persistent and longstanding lack of access’tot verwarming kan, zeker gedurende de wintermaanden, naar zijn aard leiden tot
‘adverse consequences for health and human dignity’. Aldus kan op de staat, of de gemeente als onderdeel daarvan, onder omstandigheden de positieve verplichting rusten om een bewoner van een woning te faciliteren in het verkrijgen van de toegang tot sanitaire en nutsvoorzieningen.
‘wide discretion’heeft bij het stellen van prioriteiten bij het realiseren van de toegang tot drinkwatervoorzieningen en nutsvoorzieningen, omdat het realiseren daarvan grotendeels af zal hangen van een complexe en landspecifieke beoordeling van diverse behoeften en prioriteiten waarvoor (publieke) middelen moeten worden verstrekt. [3] Aldus zal moeten worden beoordeeld of de gemeente, door geen toestemming te verlenen en de berging met sanitaire voorzieningen niet open te stellen, de grenzen van haar
‘wide discretion’in dit geval heeft overschreden.
‘wide discretion’heeft overschreden, temeer nu zonder verwarming in de winter en bij een langdurig gebrek aan sanitaire voorzieningen, een bijzonder nijpende situatie voor [eiser] kan ontstaan. Nu ter zitting door (de advocaat van) [eiser] is gesteld dat een tijdelijke privaatrechtelijke toestemming voor het gebruik van de standplaats voldoende zou moeten zijn voor de aanvraag van nutsvoorzieningen, zal de kantonrechter de gemeente veroordelen om die tijdelijke toestemming voor de periode tot en met februari 2023 te verstrekken. De kantonrechter zal de gevorderde huurovereenkomst afwijzen, temeer nu uit artikel 8 EVRM geen algemeen recht op een huurovereenkomst kan worden afgeleid. Verder zal de gemeente worden veroordeeld om gedurende de wintermaanden (dus tot en met februari 2023) de berging met sanitair behorende bij [het adres] voor [eiser] open te stellen.
tijdelijketoestemming, zijn beide partijen in wezen gedeeltelijk in het ongelijk gesteld, zodat de proceskosten kunnen worden gecompenseerd.