ECLI:NL:RBOVE:2022:297

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
24 januari 2022
Publicatiedatum
3 februari 2022
Zaaknummer
08/258524-21 en 08/238086-21 (ter terechtzitting gevoegd) (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor heling en diefstal met meerdere feiten in Zwolle

De rechtbank Overijssel heeft op 24 januari 2022 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 31-jarige man, die werd beschuldigd van heling en diefstal. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar. De man had gedurende drie maanden goederen verkocht waarvan hij redelijkerwijs had moeten vermoeden dat deze van diefstal afkomstig waren. Hij maakte gebruik van andermans woning en Marktplaatsaccount om zijn strafbare handelingen te verbergen. Naast de gevangenisstraf werd de verdachte ook verplicht om bijna 60 euro schadevergoeding te betalen en moest hij een eerder voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van 212 dagen uitzitten. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan meerdere feiten, waaronder het verwerven en doorverkopen van gestolen fietsen, een accuboormachine, en andere goederen. De rechtbank achtte de verdachte strafbaar en legde een straf op die rekening hield met zijn verleden en de ernst van de feiten. De verdachte had eerder al een voorwaardelijke straf gekregen, maar bleef zich schuldig maken aan nieuwe feiten, wat leidde tot deze veroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08/258524-21 en 08/238086-21 (ter terechtzitting gevoegd) (P)
Datum vonnis: 24 januari 2022
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1990 in [geboorteplaats] ,
wonende aan [adres 1] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 10 januari 2022.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. A. Leschot en van wat door verdachte en zijn raadsvrouw mr. T.H. Westerhof-Dijkstra, advocaat in Zwolle, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Voor de leesbaarheid van dit vonnis nummert de rechtbank de feiten van de zaak met parketnummer 08/238086-21 als feiten 1 en 2 en de feiten van de zaak met parketnummer 08/258524-21 als feiten 3, 4, 5, 6, 7 en 8.
De verdenking komt er, na wijziging van de tenlastelegging van 10 januari 2022, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:een fiets heeft geheeld dan wel gestolen;
feit 2:een accu en een lader van een elektrische fiets heeft geheeld;
feit 3:met (een) ander(en) fietszitjes, een boor en een elektrische fiets heeft geheeld;
feit 4:met (een) ander(en) een scooter(frame) heeft geheeld;
feiten 5 en 7:met (een) ander(en) een fiets heeft geheeld;
feit 6:met (een) ander(en) een JBL box, harde schijven, een koptelefoon, kabels en geheugenkaarten heeft geheeld;
feit 8:een PlayStation, Chromebook, laptop, fototoestel, sleutelbos, tassen, geld en een paspoort heeft weggenomen uit een woning.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1.
primair
hij op of omstreeks 4 september 2021 te Zwolle, althans in Nederland,een fiets (merk Batavus), althans een goed heeft verworven, voorhanden heeftgehad, en/of heeft overgedragen,terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist,althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregengoed betrof;1 subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 27 augustus 2021 tot en met 2 augustus 2021 teZwolleeen fiets (merk Batavus), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [aangever 1], in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomenmet het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2
hij in of omstreeks de periode van 30 augustus 2021 tot en met 4 september 2021 teZwolle, althans in Nederland,een accu en/of een lader (behorende tot een elektrische fiets), althans een goedheeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen,terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist,althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregengoed betrof;3
hij op of omstreeks 24 september 2021 te Zwolle,tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,een of meerdere fietszitjes en/of een boor en/of een elektrische fiets, althans eengoed heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen,terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhandenkrijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoedendat het een door misdrijf verkregen goed betrof;4
hij op of omstreeks 7 september 2021 te Zwolle,tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,een (frame van een) scooter, althans een goed heeft verworven, voorhanden heeftgehad en/of heeft overgedragen,terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhandenkrijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoedendat het een door misdrijf verkregen goed betrof;5
hij in of omstreeks in de periode van 22 augustus 2021 tot en met 7 september 2021
te Zwolle, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,een fiets (merk: Gazelle), althans een goed heeft verworven, voorhanden heeftgehad en/of heeft overgedragen,terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhandenkrijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoedendat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
6
hij in of omstreeks in de periode van 16 september 2021 tot en met 25 september 2021
te Zwolle, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,een JBL box, een of meerdere harde schijven en/of een koptelefoon en/of een ofmeerdere kabels en/of geheugenkaarten, althans een goed heeft verworven,voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen,terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhandenkrijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoedendat het een door misdrijf verkregen goed betrof;7
hij op of omstreeks 7 september 2021 te Zwolle,tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,een fiets (merk: BSP), althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehaden/of heeft overgedragen,terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhandenkrijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoedendat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
8
hij op of omstreeks 27 juni 2021 te Zwolleeen playstation en/of een chromebook en/of een laptop en/of een fototoestel en/ofeen sleutelbos en/of een of meerdere tassen en/of geld en/of een paspoort, in elkgeval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [aangever 2] , in elk geval aan eenander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zichwederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats vanhet misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeftgebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming en/of een valsesleutel.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaardingen geldig zijn, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaken, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsmotivering

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie vordert vrijspraak van het onder 4 ten laste gelegde en stelt zich op het standpunt dat de onder 1 primair, 2, 3, 5, 6, 7 en 8 ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw bepleit vrijspraak van alle ten laste gelegde feiten.
Ten aanzien van de feiten 1 en 3 voert de raadsvrouw primair aan dat sprake is van een burgerpseudokoop en dat de wettelijke eisen niet zijn nageleefd, omdat de officier van justitie geen schriftelijke toestemming heeft verleend. Dit levert een onherstelbaar vormverzuim op dat moet leiden tot bewijsuitsluiting van de voor verdachte belastende stukken die voortvloeien uit deze koop. Daarnaast bepleit de raadsvrouw met betrekking tot het feiten 1 en 2 dat verdachte, gezien de uiterlijke kenmerken van de fiets, niet wist of had moeten vermoeden dat het goed van diefstal afkomstig was.
De raadsvrouw voert ten aanzien van feit 4 aan dat er geen bewijsmiddel is dat verdachte ‘linkt’ aan dit strafbare feit.
Met betrekking tot de feiten 5 en 7 is het aannemelijk dat [naam 1] , die de advertenties heeft geplaatst, zelf heeft gehandeld. Zijn verklaring dat hij dit in opdracht deed van verdachte, vindt geen steun in een ander bewijsmiddel.
Wat feit 6 betreft geldt dat de JBL box van verdachte is, dat hij een aannemelijke verklaring heeft voor de koptelefoon en dat niet blijkt dat de bij hem in de woning aangetroffen kabels en geheugenkaarten aan aangever [aangever 3] toebehoren.
Ten aanzien van feit 8 betwist de raadsvrouw de herkenningen van de vier verbalisanten. Immers, verdachte ontkent en de kleding die verdachte in zijn bezit heeft, komt niet overeen met de op de camerabeelden zichtbare kleding van de dader. Daarnaast is het DNA-profiel dat op een in de woning aangetroffen sigaret is aangetroffen niet van verdachte, want de matchkans is erg klein.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Vrijspraak
De rechtbank acht, net als de officier van justitie en de verdediging, niet bewezen wat aan verdachte onder 4 is ten laste gelegd. Zij zal verdachte dan ook vrijspreken van dat feit.
Bewezenverklaring
Burgerpseudokoop of niet?
Volgens de raadsvrouw is in deze zaken sprake geweest van een burgerpseudokoop als bedoeld in artikel 126ij van het Wetboek van Strafvordering (Sv). Dit betreft de situatie waarin de burger in een strafrechtelijk onderzoek goederen afneemt van een verdachte ten behoeve van de opsporing. Deze bepaling ziet meer in het bijzonder op situaties waarin de officier van justitie of de politie een burger met het oog op de opsporing inschakelt in het kader van een door de autoriteiten geregisseerde aankoop. [1] Als wordt overgegaan tot een burgerpseudokoop, moet de officier van justitie een schriftelijke overeenkomst opstellen. Vast staat dat dergelijke stukken niet zijn opgesteld. De rechtbank zal ten aanzien van de feiten 1 en 3 toetsen of sprake is van burgerpseudokoop en, zo ja, welk rechtsgevolg moet worden verbonden aan het ontbreken van een schriftelijke overeenkomst.
Feit 1 primair
Uit de aangifte van [aangever 1] blijkt dat zijn Batavus fiets is gestolen voor zijn woning in Zwolle. Dit zou zijn gebeurd tussen 27 augustus 2021 en 29 augustus 2021. Een paar dagen later zag [aangever 1] dat zijn fiets door ene [alias verdachte] werd aangeboden op Marktplaats.nl. [aangever 1] besloot zich voor te doen als geïnteresseerde en reageerde op de advertentie. [aangever 1] en [alias verdachte] kwamen overeen dat [aangever 1] de fiets voor € 80,- kon kopen en deze op
4 september 2021 om 19.00 uur zou afhalen aan [adres 2] . Hierna nam [aangever 1] contact op met de politie. Met een verbalisant werd afgesproken dat [aangever 1] naar het bureau zou komen. De officier van justitie verleende de politie toestemming om met [aangever 1] mee te gaan. Aangekomen bij de afgesproken locatie, zag de verbalisant dat er een man van de trap aan de buitenzijde van de flat kwam, die een blauwe fiets aan de hand naar beneden droeg. [aangever 1] sprak de man aan met [alias verdachte] , en de man reageerde met ‘ja’. De verbalisant herkende deze man als verdachte. Terwijl [aangever 1] een proefritje maakte op de fiets, hoorde de verbalisant hem zeggen dat hij 100% zeker wist dat het zijn fiets was.
Feit 3
Op 20 september 2021 heeft [aangever 4] aangifte gedaan diefstal van een elektrische fiets (merk Azor) met een kinderzitje voor- en achterop en een accuboormachine (merk Makita) uit zijn schuur aan [adres 3] . Een paar dagen later heeft hij gezien dat zijn fietszitjes te koop werden aangeboden via Marktplaats.nl. Daarop heeft hij contact gelegd met de aanbieder. Aangever en aanbieder hebben afgesproken dat [aangever 4] de fietsstoeltjes op 24 september 2021 kon kopen op het adres [adres 4] . . Op verzoek van verbalisant [verbalisant 1] heeft aangever de datum in overleg met verdachte verzet naar 24 september 2021. [aangever 4] is voor de zekerheid op donderdag 23 september 2021 op voorverkenning gegaan en heeft voor de flat zijn elektrische fiets zien staan. Deze heeft hij naar eigen zeggen laten staan om de kans op een aanhouding te doen laten slagen. Na afloop van deze voorverkenning heeft hij verbalisant [verbalisant 1] telefonisch daarover geïnformeerd. De politie heeft van de officier van justitie toestemming gekregen om over te gaan tot de koop. Twee verbalisanten hebben daarop [aangever 4] vergezeld naar de afgesproken locatie. Zij zagen buiten twee fietsstoeltjes voor de deur staan waarbij [aangever 4] deze herkende als de zijne. Op het moment dat de verbalisant verdachte kenbaar maakte dat hij aangehouden was, rende hij weg.
Overweging van de rechtbank
De rechtbank overweegt dat zich in beide gevallen niet een situatie heeft voorgedaan waarin de politie met het oog op de opsporing een burger (in dit geval [aangever 1] en [aangever 4] ) heeft ingeschakeld in het kader van een door de autoriteiten geregisseerde aankoop. Het initiatief tot verkoop is genomen door verdachte zelf door de gestolen goederen op Marktplaats.nl aan te bieden. Het initiatief tot het terugvinden, en daarmee het eerste initiatief tot de terugkoop, van hun gestolen spullen is genomen door [aangever 1] respectievelijk [aangever 4] die hun goederen hebben gezocht op Marktplaats.nl en daar ook hebben gevonden. Pas nadat zij een afspraak hadden gemaakt met de aanbieder, hebben zij contact opgenomen met de politie. De bemoeienis van de politie is beperkt gebleven tot het vergezellen van de aangevers bij de koop op het afgesproken tijdstip, met toestemming van de officier van justitie, teneinde verdachte te kunnen aanhouden. Niet gebleken is dat de politie initiatiefnemer of inhoudelijk betrokken is geweest bij de koop. Artikel 126ij Sv is op deze situatie niet van toepassing, zodat van een verzuim van enig in die bepaling gegeven voorschrift geen sprake is. De rechtbank verwerpt aldus het verweer van de raadsvrouw op dat punt.
Ten aanzien van feit 1 primair (vervolg):
De rechtbank stelt vast dat verdachte ter terechtzitting heeft bekend dat hij de Batavus fiets heeft verworven, voorhanden heeft gehad en heeft overgedragen. Hij heeft verklaard dat hij de fiets van ene [naam 2] had gekregen en dat hij de [alias verdachte] was die de fiets aanbood. Verdachte heeft niet gevraagd naar de herkomst van de spullen en had naar eigen zeggen wel vermoedens dat het niet klopte. Aldus kan het onder 1 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend worden bewezen.
Ten aanzien van feit 2:
Op 2 september 2021 doet [aangever 5] aangifte van diefstal van een accu en een lader van de elektrische fiets uit haar schuur aan [adres 5] tussen 29 augustus 2021 en 30 augustus 2021. Een paar dagen later zag zij dat deze spullen werden aangeboden door [alias verdachte] op Marktplaats.nl en door [verdachte] en [naam 3] op Facebook Marketplace. Uit de politiesystemen blijkt dat [naam 4] de naam van de dochter van verdachte en [naam 3] is. Volgens een medewerker van Marktplaats.nl was er een deal gesloten om de accu en lader op 4 september 2021 op te halen aan [adres 6] (zijnde het toenmalige adres van verdachte).
Verdachte heeft bekend dat hij de accu en lader heeft verworven, voorhanden heeft gehad en heeft overgedragen. Hij had deze spullen wederom van [naam 2] gekregen. Verdachte had niet gevraagd naar de herkomst van de spullen en had naar eigen zeggen wel vermoedens dat het niet klopte. Aldus kan het onder 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend worden bewezen.
Ten aanzien van feit 3 (vervolg):
- Elektrische fiets
Verdachte heeft ontkend dat hij de elektrische fiets heeft geheeld. De rechtbank stelt vast dat op basis van het dossier niet eenduidig kan worden vastgesteld dat verdachte deze elektrische fiets op enig moment heeft verworven of voorhanden heeft gehad. Het enkele feit dat [aangever 4] deze fiets voor de flat aan [adres 7] heeft zien staan, vanaf welk adres verdachte wel eens goederen verkocht, is daartoe naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende. Verdachte zal daarom worden vrijgesproken van dit onderdeel.
- Fietszitjes
Verdachte heeft verklaard dat hij de fietszitjes die hij voorhanden had in de nacht van zaterdag 18 september 2021 op zondag 19 september 2021 had gevonden bij een grofvuilplaats. De rechtbank schuift deze verklaring als kennelijk leugenachtig terzijde, omdat de bewuste fietszitjes toen – zo blijkt uit de aangifte – nog niet waren gestolen. Uit deze leugenachtige verklaring en het feit dat verdachte de fietszitjes niet vanaf zijn eigen adres wilde verkopen, leidt de rechtbank af dat verdachte redelijkerwijs vermoedde dat de fietszitjes, die hij voorhanden had, van diefstal afkomstig waren. Ook het wegrennen voor de politie vormt een indicatie voor die wetenschap.
- Accuboormachine
Naar aanleiding van de koop van de fietszitjes wordt besloten om op 25 september 2021 de woning aan de [adres 4] te betreden. Op dit adres is [naam 5] woonachtig. De verbalisant ziet in de hoek van de kamer een rugtas liggen, met daarin een accuboormachine. [naam 5] verklaarde direct uit zichzelf dat deze tas van verdachte was.
Verdachte heeft verklaard dat de accuboormachine van hemzelf was. De rechtbank acht deze verklaring ongeloofwaardig. In de eerste plaats omdat [aangever 4] de accuboormachine heeft herkend als de zijne. Ten tweede is in de telefoon van verdachte een WhatsAppgesprek met [naam 5] aangetroffen, waarin verdachte verschillende foto’s aan [naam 5] stuurt. Laatstgenoemde maakt vervolgens de opmerking: “Hij s nog op pad geweest hoor”. Verdachte stuurt even later dat hij ook nog een ‘Makitaaaaatjee’ heeft en voegt daar een foto bij van de accuboormachine.
De rechtbank komt dan ook tot een bewezenverklaring van het onder 3 ten laste gelegde, met uitzondering van de elektrische fiets. De rechtbank acht eveneens bewezen dat verdachte dit feit tezamen en in vereniging met een ander heeft gepleegd. Zij weegt daarbij mee dat [naam 5] , gelet op de inhoud van de WhatsAppgesprekken, blijkbaar op de hoogte was van het feit dat verdachte goederen ronselde die een criminele herkomst hadden, maar toch de spullen in zijn woning bewaarde.
Ten aanzien van de feiten 5 en 7:
Gelet op de samenhang tussen de onder 5 en 7 ten laste gelegde feiten, zal de rechtbank deze gezamenlijk bespreken.
Op 24 augustus 2021 heeft [aangever 6] aangifte gedaan van diefstal van de Gazelle fiets van haar dochter. Deze was tussen 22 augustus 2021 en 23 augustus 2021 weggenomen voor hun woning in Zwolle. Zij zag de volgende dag dat ene [naam 1] eenzelfde fiets te koop aanbood op Marktplaats.nl. [aangever 6] besloot zich voor te doen als geïnteresseerde en legde contact met de aanbieder. Naar aanleiding van een oproep van [aangever 6] op Facebook, ontdekte [getuige] dat [naam 1] ook haar BSP fiets, die eerder was gestolen, op Marktplaats.nl aanbood. [aangever 6] en [getuige] zijn daarop samen naar de woning van [naam 1] gegaan, die hen vertelde dat hij de fietsen voor verdachte te koop had gezet. De twee vrouwen zijn vervolgens naar het adres [adres 6] gereden, waar verdachte volgens [naam 1] zou wonen. Daar aangekomen herkenden [aangever 6] en [getuige] de tuin als de tuin waar de fiets van de dochter van [aangever 6] werd gefotografeerd. [getuige] herkende de hal in de woning aan [adres 6] als de hal waarin de fiets stond op de foto op het account van [naam 1] op Marktplaats.nl.
[naam 1] is door de politie gehoord. Hij heeft verklaard dat verdachte hem twee fietsen bracht, dat hij de sloten daarvan heeft doorgeslepen en dat hij zijn Marktplaatsaccount ter beschikking heeft gesteld voor de verkoop daarvan. [naam 1] zei dat vaker voor verdachte te hebben gedaan. Hij kreeg daar € 100,- of € 150,- voor. Verdachte heeft echter verklaard dat hij [naam 1] de sleutel van zijn woning heeft gegeven en dat [naam 1] alleen heeft geopereerd. De rechtbank acht die verklaring van verdachte ongeloofwaardig. Zij zal uitgaan van de juistheid van de verklaring van [naam 1] . In de eerste plaats omdat hij niet enkel belastend over verdachte heeft verklaard, maar ook over zichzelf. Daarnaast heeft hij volledige medewerking verleend aan het onderzoek. Hij heeft via WhatsApp contact gehouden met [aangever 6] en haar steeds op de hoogte gehouden van ontwikkelingen. De rechtbank weegt tevens mee dat op de telefoon die onder verdachte in beslag is genomen een foto is aangetroffen van de gestolen BSP fiets. Deze fiets is bovendien aangetroffen in een berging van de [adres 4] . Vanaf dit adres heeft verdachte vaker gestolen goederen verkocht (feiten 3 en 6). De rechtbank is van oordeel dat hieruit wel degelijk de strafbare betrokkenheid van verdachte volgt.
De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 5 en 7 ten laste gelegde feiten heeft begaan. Zij vindt eveneens dat voldoende is gebleken van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en [naam 1] . Er was sprake van een onderlinge taakverdeling. Verdachte regelde de fietsen en [naam 1] verving de sloten en regelde de verkoop daarvan in ruil voor een geldbedrag dat hij van verdachte ontving.
Ten aanzien van feit 6:
Op 16 september 2021 heeft [aangever 3] aangifte gedaan van een diefstal uit zijn woning, die diezelfde dag tussen 03.30 uur en 06.00 uur had plaatsgevonden. Hierbij zijn meerdere goederen weggenomen, waaronder een JBL box, harde schijven, een koptelefoon, kabels en geheugenkaarten. Een aantal dagen na de aangifte heeft [aangever 3] ontdekt dat ene [naam 6] een soortgelijke JBL speaker en koptelefoon te koop aanbood op Marktplaats.nl. [aangever 3] heeft contact met haar gelegd, waarbij de aanbieder hem aangaf dat hij beter contact kon opnemen met de vriend waarvoor zij de goederen verkocht en hem het adres en telefoonnummer van verdachte gaf. Het bleek echter dat de JBL box al was verkocht voor een bedrag van € 50,-. Uit het dossier blijkt dat die koop in eerste instantie zou plaatsvinden op het adres van verdachte, maar dat de koper later kreeg te horen dat hij naar [adres 4] moest gaan, omdat de verkoper bij een kameraad was. Op 25 september 2021 treffen twee verbalisanten in de woning van verdachte een zwart tasje aan met daarin onder meer een USB kabel, harde schijven en een geheugenkaart. [aangever 3] heeft deze goederen herkend als de goederen die bij de diefstal waren weggenomen.
- JBL box en koptelefoon
[naam 6] is door de politie verhoord. Zij heeft verklaard dat zij de JBL box op verzoek van verdachte op Marktplaats.nl te koop heeft aangeboden. Zij heeft de box uiteindelijk niet zelf verkocht, maar de verkoop aan verdachte overgelaten. Verdachte was toen bij [naam 5] , aldus [naam 6] .
Verdachte heeft verklaard dat hij de JBL box en koptelefoon van [naam 2] had gekregen. Hij had er geen vragen over gesteld, omdat [naam 2] zelf ook zo’n boxje bezat. De rechtbank acht echter ongeloofwaardig dat verdachte vermoedens had van de criminele herkomst. Verdachte deed vaker louche zaken met [naam 2] (feiten 1 en 2). Hierdoor had hij moeten vermoeden dat het ook ditmaal geen zuivere koffie was. Bovendien is in de telefoon van verdachte een WhatsAppgesprek met [naam 5] aangetroffen, waarin verdachte onder meer een foto van de JBL box naar [naam 5] stuurt. Laatstgenoemde maakt vervolgens de opmerking: “Hij s nog op pad geweest hoor”. Op deze telefoon staat ook een foto van de koptelefoon. En tot slot stelt de rechtbank vast dat verdachte niet zelf de goederen te koop heeft aangeboden. De rechtbank leidt daaruit af dat verdachte er minst genomen rekening mee hield dat deze goederen van misdrijf afkomstig waren.
- Harde schijven, kabels en geheugenkaarten
Verdachte heeft verklaard dat het zwarte tasje met inhoud van [naam 1] was. Hij had dit ongeveer twee maanden eerder meegenomen naar zijn woning. De rechtbank schuift deze verklaring als kennelijk leugenachtig terzijde, omdat de bewuste goederen toen – zo blijkt uit de aangifte – nog niet waren gestolen. Uit deze leugenachtige verklaring en het feit dat verdachte een ander ronselde om de goederen te koop aan te bieden, leidt de rechtbank af dat verdachte redelijkerwijs vermoedde dat de goederen, die hij voorhanden had, van diefstal afkomstig waren.
De rechtbank komt dan ook tot een bewezenverklaring van het onder 6 ten laste gelegde. De rechtbank acht niet bewezen dat verdachte het feit tezamen en in vereniging met (een) ander(en) heeft gepleegd, zodat zij hem van dat onderdeel zal vrijspreken. Naar het oordeel van de rechtbank ontbreekt het bewijs dat [naam 6] wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat de door haar aangeboden goederen van misdrijf afkomstig waren.
Ten aanzien van feit 8:
Op 27 juni 2021 om 07.15 uur kwam [aangever 2] tot de ontdekking dat er ingebroken was in zijn woning in Zwolle. In de achterdeur zat de huissleutel van zijn zoon die aan de fietssleutel van zijn zoon zat. Die fiets stond in de schuur achter in de tuin, en die schuur zat niet op slot. In zijn aangifte verklaart [aangever 2] dat er diverse goederen waren weggenomen, waaronder die in de tenlastelegging zijn opgesomd. In de hal van de woning lag een sigaret op de grond. Aangezien niemand thuis rookt, leek dit een daderspoor te zijn. De peuk is daarom onderzocht door het Nederlands Forensisch Instituut (NFI), die tot de conclusie kwam dat de kans dat het daarop aangetroffen DNA-profiel van een ander dan verdachte afkomstig is kleiner is dan één op één miljard. Dit is de hoogste vorm van waarschijnlijkheid die het NFI in dergelijke onderzoeken afgeeft. Daarnaast zijn er door buurtbewoners camerabeelden overgelegd waarop de dader van de inbraak te zien is. Meerdere verbalisanten hebben verdachte op de beelden herkend. Zij hebben die herkenning uitgebreid toegelicht en zij kennen verdachte ambtshalve en hebben hem in het recente verleden aangehouden of meermalen gezien. Verder zijn er in de woning van verdachte een jas en een paar schoenen aangetroffen die zeer sterke gelijkenissen vertonen met de kleding die de dader, zo blijkt uit veiliggestelde en op verzoek van de raadsvrouw ter zitting afgespeelde camerabeelden, droeg. Tot slot heeft de politie in de woning aan de [adres 4] de bij de inbraak weggenomen sleutelbos gevonden. Uit onderzoek is gebleken dat verdachte op dit adres gestolen goederen opslaat en verkoopt. Bovendien heeft de bewoner, [naam 5] , verklaard dat de sleutels niet van hem waren.
Verdachte heeft verklaard dat hij niet bij de diefstal uit de woning betrokken is geweest. Gelet op alle hiervoor genoemde bewijsmiddelen, acht de rechtbank deze verklaring ongeloofwaardig. Zij komt dan ook tot een bewezenverklaring van het onder 8 ten laste gelegde feit.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1 primair, 2, 3, 5, 6, 7 en 8 ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1. primair
hij op 4 september 2021 te Zwolle een fiets (merk Batavus), voorhanden heeftgehad en heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van dit goed redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
2
hij in de periode van 30 augustus 2021 tot en met 4 september 2021 te Zwolle een accu en een lader (behorende tot een elektrische fiets), heeft verworven, voorhanden heeft gehad en heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving van dit goed redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
3
hij op 24 september 2021 te Zwolle, tezamen en in vereniging met een ander, fietszitjes en een boor heeft verworven en voorhanden heeft gehad, terwijl hij en zijn mededader ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed redelijkerwijs hadden moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
5
hij in de periode van 22 augustus 2021 tot en met 7 september 2021 te Zwolle, tezamen en in vereniging met een ander, een fiets (merk: Gazelle) heeft verworven en voorhanden heeftgehad, terwijl hij en zijn mededader ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed redelijkerwijs hadden moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
6
hij in de periode van 16 september 2021 tot en met 25 september 2021 te Zwolle een JBL box, harde schijven, een koptelefoon, kabels en geheugenkaarten, heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
7
hij op 7 september 2021 te Zwolle, tezamen en in vereniging met een ander, een fiets (merk: BSP), heeft verworven en voorhanden heeft gehad, terwijl hij en zijn mededader ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed redelijkerwijs hadden moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
8
hij op 27 juni 2021 te Zwolle een PlayStation, een Chromebook, een laptop, een fototoestel,een sleutelbos, meerdere tassen, geld en een paspoort, die aan [aangever 2] , in elk geval aan een ander toebehoorde, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van een valse sleutel.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte onder 1 primair, 2, 3, 5, 6, 7, en 8 meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 47, 311 en 417bis van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feiten 1 primair, 2 en 6
telkens het misdrijf:
schuldheling;
feiten 3, 5 en 7
telkens het misdrijf:
medeplegen van schuldheling;
feit 8
het misdrijf:
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van valse sleutels.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden, waarvan vier maanden voorwaardelijk, met aftrek van het voorarrest, met een proeftijd van drie jaren. Daarnaast eist de officier van justitie de oplegging van de bijzondere voorwaarden, zoals door de reclassering geadviseerd. Over het contactverbod kan zij nog niets concreets zeggen.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw verzoekt, in geval van een veroordeling tot een gevangenisstraf, een deels voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, waarvan het onvoorwaardelijke gedeelte gelijk wordt gesteld aan de duur van het voorarrest. Zij verwijst daartoe naar de reclasseringsrapportages waaruit blijkt dat het steeds beter gaat met verdachte.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte, zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan diverse vermogensfeiten. Dit zijn hinderlijke feiten. Verdachte heeft met de bewezen verklaarde feiten aangetoond geen respect te hebben voor de eigendommen van een ander. Verdachte heeft gedurende drie maanden goederen voorhanden gehad en te koop aangeboden waarvan hij redelijkerwijs moest vermoeden dat deze van diefstal afkomstig waren. Delicten als (schuld)heling bevorderen het plegen van delicten, zoals diefstallen. Door de bijdrage van helers worden de daders van dergelijke delicten immers verzekerd van de afzet van de als gevolg van deze misdrijven verkregen goederen. Bovendien heeft verdachte anderen betrokken bij zijn strafbare handelingen doordat hij gebruik maakte van andermans woning of Marktplaatsaccount als afzetlijn. Door zijn handelen heeft verdachte meegewerkt aan het in stand houden van een crimineel circuit. De rechtbank neemt het verdachte kwalijk dat hij geen oog heeft gehad voor de gevolgen van zijn handelen en zijn eigen financieel gewin voorop heeft gesteld. Dergelijke misdrijven dragen bovendien bij aan de in de samenleving levende gevoelens van onrust en onveiligheid.
De rechtbank heeft gelet op het strafblad van verdachte van 26 november 2021. Hieruit blijkt dat hij in het verleden eerder is veroordeeld voor vermogensdelicten. Een deel van de feiten is bovendien gepleegd tijdens een lopende proeftijd. Verdachte trekt zich blijkbaar weinig aan van de in die veroordeling besloten liggende waarschuwing. Dit vindt de rechtbank een strafverzwarende omstandigheid. Dat verdachte bijzonder hardleers is, blijkt ook wel uit het feit dat hij op 4 september 2021 is aangehouden en daarna ‘gewoon’ is doorgegaan met het plegen van strafbare feiten.
Daarnaast heeft de rechtbank kennis genomen van het over verdachte opgemaakte reclasseringsrapport van 18 november 2021 en de aanvulling daarop van 5 januari 2022. Hieruit blijkt dat verdachte momenteel bij [instelling] verblijft. Daar wordt hem een strak kader geboden. De reclassering schrijft dat een dergelijk kader van belang is voor de recidivebeperking op de langere termijn. Op dit moment wordt het recidiverisico ingeschat als hoog. Daarbij weegt mee dat verdachte een veelpleger is en hij op diverse leefgebieden problemen heeft. Ook speelt mee dat verdachte gediagnostiseerd is met een lichtverstandelijke beperking. Hierdoor realiseert hij zich de problemen in zijn sociaal netwerk en zijn middelengebruik slechts ten dele. Verdachte geeft aan dat hij beseft dat hij zich geen misstappen meer kan veroorloven. Zijn wil tot verandering lijkt oprecht, maar hij onderschat de inspanning die ervoor nodig is om een delict vrij leven op te bouwen. Daarom schat de reclassering het risico op onttrekking aan voorwaarden in als hoog. De reclassering adviseert bij een veroordeling de oplegging van een (deels) voorwaardelijke straf met een meldplicht bij de reclassering, deelname aan de gedragsinterventie cognitieve vaardigheden, een ambulante behandeling (met mogelijkheid tot kortdurende klinische opname), een verblijf bij een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang, een verbod om deel te nemen aan kansspelen, een contactverbod met medeverdachten en dat verdachte zal meewerken aan schuldhulpverlening, middelencontrole, (het vinden van) dagbesteding en inzicht geeft in zijn sociale contacten.
Gezien de ernst en de veelheid van de gepleegde feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De rechtbank overweegt dat verdachte meer dan genoeg laatste kansen zijn geboden. Het vonnis van de rechtbank van 5 augustus 2021 illustreert dat. Verdachte was zich heel bewust van deze waarschuwing, wat ook blijkt uit het feit dat hij telkens wegrende voor de politie en bij zijn aanhoudingen verklaarde dat hem nog een voorwaardelijke straf boven zijn hoofd hing. Zij zal daarom niet meegaan in het voorstel van de raadsvrouw, maar voornamelijk inzetten op afstraffing. Tegelijkertijd ziet de rechtbank de problematiek van verdachte. Zij hoopt dat een fors voorwaardelijk strafdeel met een pakket bijzondere voorwaarden ditmaal wél het beoogde effect zal bewerkstelligen. Zij zal verdachte daarom veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van negen maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk, met aftrek van het voorarrest. Gelet op het feit dat artikel 63 Sr van toepassing is bij het zwaarste feit, valt de straf lager uit dan de eis van de officier van justitie. De rechtbank bepaalt de proeftijd op drie jaren en zal – met uitzondering van het contactverbod – tevens de bijzondere voorwaarden stellen, zoals door de reclassering geadviseerd.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
7.4
De voorlopige hechtenis
De voorlopige hechtenis van verdachte is bij eerdere beslissing geschorst. Gelet op de veroordeling tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van zes maanden en in het bijzonder op het feit dat verdachte naar het oordeel van de rechtbank zijn kansen heeft verspeeld.is de rechtbank van oordeel dat de persoonlijke belangen van verdachte niet langer behoren te prevaleren boven de belangen van strafvordering. Verdachte heeft na de veroordeling door de rechtbank op 5 augustus 2021 voor soortgelijke feiten, waarbij hem weer een kans werd geboden, de keuze gemaakt om reeds in zijn proeftijd door te gaan met het plegen van dergelijke feiten. Om die reden wordt de schorsing van de voorlopige hechtenis opgeheven.

8.De schade van benadeelde

8.1
De vordering van de benadeelde partij
[aangever 1] (feit 1) heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 56,90, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- Slot vervangen € 32,95;
- Montage slot € 10,00;
- Lakstift voor bijwerken beschadigingen aan frame € 13,95.
8.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie vordert dat de vordering van de benadeelde partij wordt toegewezen, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente.
8.3
Het standpunt van de verdediging
Verdachte is bereid de schade van de benadeelde partij te vergoeden.
8.4
Het oordeel van de rechtbank
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het onder 1 primair bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De opgevoerde schadeposten zijn voldoende onderbouwd en aannemelijk en niet betwist. De rechtbank zal het gevorderde daarom geheel toewijzen tot een bedrag van € 56,90, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop het strafbare feit is gepleegd.
8.5
De schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij heeft verzocht en de officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht (mede) aansprakelijk is voor de schade die door het feit is toegebracht.
Als door de verdachte niet volledig wordt betaald, kan deze verplichting worden aangevuld met één dag gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.

9.De vordering tenuitvoerlegging

9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie vordert dat de vordering tot tenuitvoerlegging wordt toegewezen.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw verzoekt om afwijzing van de vordering dan wel om verlenging van de proeftijd.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de vordering van de officier van justitie moet worden toegewezen. Het is gebleken dat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd aan het plegen van nieuwe strafbare feiten heeft schuldig gemaakt. De rechtbank ziet, mede gezien de aard, ernst en veelheid van de feiten geen aanknopingspunten om de proeftijd te verlengen, zoals door de raadsvrouw verzocht.

10.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c en 57 Sr.

11.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 4 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 primair, 2, 3, 5, 6, 7 en 8 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 1 primair, 2, 3, 5, 6, 7 en 8 meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feiten 1 primair, 2 en 6telkens het misdrijf:
schuldheling;
feiten 3, 5 en 7telkens het misdrijf:
medeplegen van schuldheling;
feit 8het misdrijf:
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van valse sleutels;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1 primair, 2, 3, 5, 6, 7 en 8 bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
9 (negen) maanden;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
3 (drie) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarde(n) niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich gedurende de proeftijd meldt bij Reclassering Nederland, Leger des Heils, op het adres Dobbe 70, 8023 JX Zwolle, op de door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo frequent en zo lang deze instelling dat nodig acht;
- zich ambulant laat behandelen bij de Tactus Verslavingszorg of een soortgelijke instelling, ter beoordeling van de reclassering, indien en zo lang als de reclassering dit noodzakelijk acht. Verdachte zal zich dan houden aan de regels die door of namens de leiding van de polikliniek zullen worden gegeven. De reclassering kan een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende klinische opname voor crisisbehandeling, detoxificatie, stabilisatie, observatie of diagnostiek. Indien dit geïndiceerd wordt door een voor de indicatie verantwoordelijke instantie, laat verdachte zich opnemen in een zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De kortdurende klinische opname duurt maximaal zeven weken of zoveel korter als de reclassering nodig vindt;
- verblijft in beschermd wonen [instelling] , of een andere instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
- actief deelneemt aan de gedragsinterventie CoVa plus of een andere gedragsinterventie die is gericht op cognitieve vaardigheden, ter beoordeling van de reclassering. Verdachte zal zich dan houden aan de regels die door of namens de trainer/begeleider zullen worden gegeven;
- meewerkt aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening en/of bewindvoering in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. Verdachte geeft de reclassering en/of zijn zorgverlener inzicht in zijn financiën en schulden;
- meewerkt aan controle van het gebruik van alcohol en drugs om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urine- en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle en bepaalt hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;
- niet deelneemt aan kansspelen;
- actief meewerkt aan (het vinden van) dagbesteding, zolang de reclassering dat nodig acht;
- meewerkt aan het bespreken van en inzicht geven in zijn sociaal netwerk aan de reclassering, zo lang de reclassering dat nodig acht;
- draagt de reclassering op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
schadevergoeding
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[aangever 1](feit 1 primair): van een bedrag van € 56,90 (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf
4 september 2021), verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het onder 1 primair bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 56,90, (zegge: zesenvijftig euro en negentig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 4 september 2021 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van één dag kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
opheffing schorsing voorlopige hechtenis
-
heftde schorsing van de voorlopige hechtenis
opmet ingang van heden;
tenuitvoerlegging voorwaardelijke straf met parketnummer
- beveelt de
tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van Rechtbank Overijssel (parketnummer 08/095319-21) van 5 augustus 2021 voorwaardelijk opgelegde
gevangenisstrafvoor de duur van
212 dagen.
Dit vonnis is gewezen door mr. drs. H.M. Braam, voorzitter, mr. A.J. de Loor en mr. C.H. Zuur, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.K. van Haren en mr. E.H. Doldersum, griffiers, en is in het openbaar uitgesproken op 24 januari 2022.
Buiten staat
Mr. de Loor en mr. Zuur zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2021416126 (feiten 1 primair en 2) en PL0600-2021449058 (feiten 3, 5, 6, 7 en 8). Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Feit 1 primair:
1. De verklaring van verdachte zoals afgelegd ter terechtzitting van 10 januari 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:

(…) Ik heb dingen via Marktplaats verkocht. (…) Ik ben de [alias verdachte] . (…) Ik had de fiets gekregen van [naam 2] uit de [wijk] . Als ik wat voor hem verkocht, kreeg ik er een procentje van. (…) De voorzitter vraagt mij hoe die [naam 2] aan die spullen kwam. Ik had op dat moment veel beter na moeten denken, ook vanwege mijn voorwaardelijke gevangenisstraf. Ik heb niet gevraagd of de spullen eerlijk waren. (…) Ik had op dat moment wel mijn vermoedens. (…) Achteraf had ik wel moeten weten dat een aantal dingen gestolen was. (…) Ik heb wel een paar keer gedacht van: dit klopt niet. (…)

2. Het proces-verbaal van aanhouding van verdachte [verdachte] van 4 september 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven: (pagina's 6-8):
(...) Op 4 september 2021, omstreeks 19:10 uur kwam ik, [verbalisant 2] , ter plaatse aan [adres 8] . Ik was daar samen met aangever [aangever 1] . Aangever [aangever 1] had zijn fiets gezien die op Marktplaats aangeboden werd. Van de diefstal fiets had hij aangifte gedaan onder BVH nummer [nummer 1] . (...) Op 4 september 2021 zag aangever [aangever 1] dat zijn fiets op Marktplaats aangeboden werd door ene [alias verdachte] . (...) Vervolgens kwam het na een aantal
berichten via Marktplaats tot een afspraak. Vervolgens nam aangever [aangever 1] contact op met de politie. Ik hoorde van de aangever dat de afspraak was dat hij de fiets voor 80 euro kon kopen en dat hij om 19:00 uur bij het adres [adres 8] zou zijn. (...) Ik zag dat een man met een fiets van de trap aan de buitenzijde van de flat, met
daarin onder andere huisnummer [adres 8] , naar beneden kwam. (...) Ik hoorde dat aangever [aangever 1] de man aansprak door de naam [alias verdachte] te zeggen. Ik hoorde dat de man reageerde met: "Ja." Toen de man beneden kwam en op straat stond
hoorde ik dat de man zei: "Mooie fiets he." Ik herkende op dat moment [verdachte] als de man die met de fiets naar beneden was gekomen. (...) Ik stond vervolgens naast hem en zei dat hij was aangehouden op verdenking van heling omdat de fiets gestolen is. Ik hoorde dat verdachte [verdachte] vragen zei: "Gestolen fiets." Ik hoorde dat verdachte [verdachte] zei dat hij nog veel dagen boven zijn hoofd had hangen. Ik hoorde dat verdachte [verdachte] zei dat hij nog lang moet zitten. Ik zag en hoorde dat verdachte [verdachte] zei: "Dat ga ik echt niet doen." Ik zag dat verdachte [verdachte] wegrende in de richting van [adres 7] . (...)
3. Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] van 4 september 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven: (pagina's 16-17):

(...) Plaats delict : [adres 9] (…) "Mijn fiets is gestolen in het weekend van 27-29 augustus 2021. Bij thuiskomst op zondag 29 augustus 01:30 zag ik dat de fiets van mijn vriendin aan de kant was geschoven. Het viel mij direct op dat mijn fiets die normaal gesproken naast haar fiets staan er niet meer stond. (...) Dit alles was voor mijn huis aan [adres 9] . Het betreft een helderblauwe Batavus dinsdag met draadloze fietscomputer. (...)

Feit 2:
1. De verklaring van verdachte zoals afgelegd ter terechtzitting van 10 januari 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:

(…) Ik heb dingen via Marktplaats verkocht. (…) Ik had deze goederen ook van [naam 2] gekregen en voor hem verkocht. (…) De voorzitter vraagt mij hoe die [naam 2] aan die spullen kwam. Ik had op dat moment veel beter na moeten denken, ook vanwege mijn voorwaardelijke gevangenisstraf. Ik heb niet gevraagd of de spullen eerlijk waren. (…) Ik had op dat moment wel mijn vermoedens. (…) Achteraf had ik wel moeten weten dat een aantal dingen gestolen was. (…) Ik heb wel een paar keer gedacht van: dit klopt niet. (…)

2. Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 5] van 2 september 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina's 36-38):
(...) Plaats delict: [adres 5]
Pleegdatum/tijd: tussen zondag 29 augustus 2021 om 20:30 en maandag 30 augustus 2021 om 8:20 (...) Dinsdagochtend bij het openen van de schuur zagen we dat de accu en de lader van de elektrische fiets weg waren. (...)
ACCU (VOERTUIG)
Merk: CORTINA
Type: FIETSLADER
Aantal: 1 stuks
Bijzonderheden: U 4 ACCU EN LADER
ACCULADER (VOERTUIG)
Aantal: 1 stuks (...)
3. Het proces-verbaal van bevindingen van 9 september 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina's 39-40):
(...) Ik hoorde dat aangever [aangever 5] zei dat zij op Marktplaats en Facebook marketplace de accu en lader had gezien die uit hun schuur was weggenomen. Daarnaast had zij op Marktplaats een advertentie gezien waarin de racefiets die uit hun schuur was weggenomen werd aangeboden. Deze goederen werden aangeboden door dezelfde [alias verdachte] als de [alias verdachte] die de fiets aanbood die verdachte [verdachte] probeerde te verkopen bij de pseudokoop. (...)
Ik hoorde dat aangever [aangever 5] zei dat de accu en lader ook via Facebook Marketplace werden aangeboden. Zij stuurde mij de advertenties. (…) Ik keek in de politie informatiesystemen en zag dat [naam 4] de naam van de dochter van verdachte [verdachte] is en dat [naam 3] de moeder van [naam 4] is. (…)
4. Het proces-verbaal van bevindingen van 10 september 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 71-72):
(…) Ik hoorde dat [naam 7] zei dat er een deal was over de accu en lader met
Marktplaatsgebruiker [naam 8] uit Drachten en dat deze accu op zaterdag 4
september 2021 aan [adres 6] zou komen om de accu en lader op te halen. (…)
Feit 3:
1. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] van 25 september 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina's 176-179):
(...) V: Wie is die vriend die het op marktplaats heeft gezet?
A: Die heet [naam 5] .
V: waar woont hij?
A: Op [adres 4] . Daar zijn gisteren ook die kopers gekomen. (...)
2. Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 4] van 20 september 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina's 133-134):
(...) Plaats delict: [adres 3]
Pleegdatum/tijd: tussen zondag 19 september 2021 om 23:00 en maandag 20 september 2021 om 8:00 (...)
Verklaring: Er is een elektrische fiets en een accuboormachine gestolen uit mijn schuur. (...)
ACCU (GEREEDSCHAP)
Merk: MAKITA (...)
ELEKTRISCHE FIETS (…)
Bijzonderheden: voorzien van een kinderstoel voor- en achterop. (…)
3. Het proces-verbaal van aanhouding van verdachte [verdachte] van 24 september 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina's 23-25):
(...) Op vrijdag 24 september 2021 omstreeks 20:02 uur, hielden wij op de locatie [adres 4] ter hoogte van nummer [adres 4] , als verdachte aan:
Achternaam: [verdachte]
Voornamen: [verdachte]
Geboren: [geboortedatum] 1990
Geboorteplaats [geboorteplaats] in Nederland (...)
Omstreeks 19:15 uur kregen wij het verzoek van onze Operationeel Commandant, collega [verbalisant 1] , om te ondersteunen bij een pseudokoop. Wij hoorden dat er zich een aangever van diefstal van kinderfietsstoeltjes had gemeld bij de politie. Wij hoorden dat de aangever zei dat hij via Marktplaats had gezien dat zijn fietsstoeltjes te koop werden aangeboden. Wij hoorden dat de aangever zei dat hij inmiddels contact had gehad met de verkoper en dat hij de fietsstoeltjes mogelijk op 24 september rond 19:45 uur kon kopen. (...) Wij hoorden dat de aangever zei dat het om [adres 4] ging. (...) Toen wij, de aangever en verbalisant [verbalisant 3] , op de galerij bij nummer [adres 4] waren zag ik, verbalisant [verbalisant 3] ; dat er twee fietsstoeltjes buiten voor de deur stonden. Ik zag dat toen wij aan kwamen lopen de voordeur open ging. Ik zag dat de voor mij ambtshalve bekende [verdachte] de deur open deed. Ik zag dat hij naar de fietsstoeltjes keek en zei dat hij er ook nog een andere steun bij had. Ik zag dat hij deze steun ook al in zijn handen had. (...) Ik vertelde hem vervolgens dat hij werd verdacht van heling en dat hij was aangehouden. Ik zag dat de verdachte vervolgens hard wegrende. (...)
4. Het proces-verbaal van aanhouding van verdachte [naam 5] van 25 september 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina's 36-37):

(...) Op 25 september 2021 omstreeks 14:15 waren wij ter plaatse op [adres 4] . (...) Tijdens het zoeken van [verbalisant 4] ben ik, verbalisant [verbalisant 3] , bij de bewoner in de woonkamer gebleven. Hier zag ik dat er in de hoek van de kamer een grote stapel met kleren lag. Ik zag dat er bij deze kleren een rugtas lag. Ik zag dat deze rugtas open was en dat hier een accuboormachine in zat. (...) Wij verbalisanten hoorden dat de verdachte direct uit zichzelf verklaarde dat de tas waar de accuboormachine in zat van [verdachte] was. (...)

5. Het proces-verbaal van bevindingen van 24 september 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina's 57-58):
(...) Tijdens mijn dienst zag ik een melding open staan van de heer [aangever 4] . In de melding stond vermeld dat [aangever 4] aangifte van diefstal had gedaan bij de politie, vermeld onder registratienummer PL0600-2021441737. Echter was aangever [aangever 4] er vandaag achter gekomen dat zijn gestolen goederen werden aangeboden op marktplaats. Naast een elektrische fiets zou het gaan om en een accuboormachine, zaten er op de fiets ook 2 kinderzitjes. (...) Op donderdag 23 september werd ik, verbalisant [verbalisant 1] gebeld door de aangever [aangever 4] . Hij vertelde mij dat hij contact had gekregen met de aanbieder van zijn gestolen goederen. De aanbieder zou ene [naam 9] zijn. In deze berichten werd de aangever verteld dat hij naar het adres [adres 4] moest komen om de goederen te kopen. (...) Op donderdagavond 23 september 2021 werd ik, verbalisant [verbalisant 1] nog een keer gebeld door [aangever 4] . Ik hoorde hem zeggen dat hij voor de zekerheid toch langs het genoemde adres was gereden en daar voor de flat zijn gestolen fiets had zien staan. (...) Na overleg met Officier van Justitie Schouten werd besloten om tot een pseudokoop over te gaan. (...)
6. Het proces-verbaal van bevindingen van 29 september 2021 (pagina 163), inclusief een bijgevoegd screenshot (pagina’s 164-165), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
(...) Op zondag 26 september 2021, omstreeks 09.00 uur heb ik de telefoon van [verdachte] bekeken. (...)- Ik zag dat er in de telefoon veel foto's stonden van diverse goederen die vermoedelijk van diefstal afkomstig waren.- Deze foto's waren van een (…) Makita accu boormachine (…)
- Ik zag deze foto's ook werden gestuurd via Whatsapp naar ene [naam 10] en [naam 11] .- Ik zag dat hij aan [naam 10] en [naam 11] vroeg of zij de goederen wilden verkopen op marktplaats. (...)
7. Het proces-verbaal van bevindingen van 7 januari 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (aanvullend proces-verbaal, door de officier van justitie tijdens de terechtzitting verstrekt, pagina’s 1-3):
(…) Ik, verbalisant, [verbalisant 2] verklaar het volgende:
Op 2 oktober 2021 gaf ik, [verbalisant 2] , de accuboormachine, merk Makita die in beslag was
genomen op het adres [adres 4] , terug aan aangever [aangever 4] . Ik sprak aangever [aangever 4] in de hal van het politiebureau te Zwolle. Ik liet hem de accuboormachine zien. Ik hoorde dat aangever [aangever 4] zei dat het zijn accuboormachine was en dat hij blij was dat hij hem weer terug had. (…)
Feiten 5 en 7:
1. Het proces-verbaal van bevindingen van 24 september 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina 70):
(...) Op 7 september 2021, omstreeks 13:30 uur deed ik onderzoek in de telefoon waar [verdachte] eerder aftstand van had gedaan onder procesnummer PL0600- 2021414194 -7. (...) Ik had een aantal afbeeldingen van fietsen opgeslagen. Onder andere naar aanleiding van 1 afbeelding van een fiets waarop ik de achtergrond herkende als een muur in de bergingen van de flats aan [adres 7] gingen wij naar het adres [adres 4] zoals beschreven onder proces-verbaalnummer PL0600-2021434398-2.
In de berging van deze woning zag ik een fiets, merk BSP, waarvan ik de afbeelding in de telefoon die bij [verdachte] in beslag was genomen had gezien. (...)
2. Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 6] van 24 augustus 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina's 80-82):
(...) Plaats delict: [adres 10] )
Pleegdatum / tijd: Tussen zondag 22 augustus 2021 te 20:00 uur en maandag 23 augustus 2021 te 13:00 uur (...) De splinternieuwe Gazelle fiets van mijn dochter is vannacht voor mijn huis gestolen. De fiets stond op slot, er zijn geen getuigen. Zojuist is eenzelfde fiets te koop aangeboden op marktplaats hier in Zwolle door ene [naam 1] .
Marktplaats advertentienummer: [nummer 2] (...)
Bijlage goederen (...)
Voertuig: Fiets (Dames)
Merk/type: Gazelle Inter M Multi C (...)
Registratienummer: 12587940865743
Eigenaar: [aangever 6] (...)
3. Het proces-verbaal van verhoor van aangeefster [aangever 6] van 24 september 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina's 83-86):

(...) De fiets van mijn dochter is dus weggenomen in de nacht. De volgende dag stond hij al op Marktplaats. De aanbieder stond met voor en achternaam op Marktplaats namelijk [naam 1] (...) Ik had met [naam 1] afgesproken bij zijn huis. (...) Hij zei dat hij de fiets voor [verdachte] te koop had gezet. Ik vroeg hem waar die [verdachte] woonde. Hij zei aan [adres 6] . (...) Op 30 augustus 2021 ging ik samen met [naam 12] naar het adres [adres 6] gegaan om te kijken wie daar woont. (...) Ik zag dezelfde tegels met vlekken, hetzelfde grint, dezelfde schutting maar de fiets was er niet. Vervolgens herkende [naam 12] ook de plek in de hal waar haar fiets had gestaan volgens de foto's die op Marktplaats aangeboden was geweest door [naam 1] . Zelfde deur en klink, zelfde vloerbedekking, zelfde muur met dezelfde vlekken. (...)

4. Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige] van 27 september 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina's 97-98): (feit 5)
(...) Ik hoorde dat [naam 1] zei dat hij er die avond bij was dat [verdachte] met twee fietsen aan kwam lopen en dat hij deze fietsen voor [verdachte] op zijn Marktplaatsaccount had gezet. (...) Wij vroegen aan [verdachte] wie de fietsen had gestolen en toen zei [naam 1] [verdachte] en noemde het adres [adres 6] als het adres van [verdachte] . (...)Ik liep door naar de tuin en ik herkende de tuin als de tuin waarop de fiets van de dochter van [naam 13] op Marktplaats van [naam 1] stond. (...) Ik herkende in de hal de hal waarin mijn fiets stond op de foto die op Marktplaats op het account van [naam 1] stond.
V: Wat maakte de hal zo specifiek?
A: de witte muur en de donkergrijze vloerbedekking en ik zag zwarte vlekken op de muur en dezelfde klink van de deur. (…)
5. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [naam 1] van 29 september 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina's 203-206):
(...) V: wat heb jij nou precies gedaan met en voor [verdachte] ?
A: Fietsen meegenomen, sloten door slijpen en mijn markplaatsaccount ter beschikking stellen. (…) Hij kwam met twee fietsen en ik heb geholpen met sloten te vervangen en ze te koop aan te bieden op marktplaats. (...)
V: Hoe vaak het jij iets voor [verdachte] op Marktplaats gezet?
A: Heel vaak. (…)
V: Heb jij daar geld voor gekregen?
A: Ja, ik heb daar wel geld voor gekregen, 100 of 150,- euro. (...)
Feit 6:
1. Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 3] van 16 september 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina's 104-108):
(...) Plaats delict: [adres 11] (...)
Op donderdag 16 september 2021 te 03:30 uur was ik thuis. De woning was deugdelijk afgesloten. De achterdeur stond niet op slot. Op donderdag 16 september 2021 te 06:00 uur zag ik dat er in de woning was ingebroken en dat er enig goed was weggenomen. Ik zag namelijk dat de kastendeuren, buitendeur, schuurdeur en schuttingdeur open stonden. Ik zag dat er meerdere goederen waren weggenomen. (...)
Bijlage goederen (...)
Object: Kabel
Merk/type: Garmin (...)
Object: Geheugenkaart
Aantal: 3 stuks
Merk/type: Sandisk (...)
Bijzonderheden: 128Gb en 32gb (...)
Object: Adapter (...)
Object: Luidspreker
Merk/type: Jbl Charge 3 (...)
Object: Hoofdtelefoon (...)
Bijzonderheden: Met kabel (…)
Object: Hoofdtelefoon (...)
Merk/type: Beats By Dr. Dre Solo 3 (…)
Object: Harddisk
Aantal: 2 stuks
Merk/type: Seagate 1Tb en 2 Tb (...)
Kleur: Zwart (...) Tweede is rood. (...)
2. Het proces-verbaal van bevindingen van 21 september 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina 112):
(...) Ik vroeg (...) aangever [aangever 3] (...) hoe de adverteerder heet waarop hij de JBLbox en de koptelefoon gezien had. Ik hoorde dat [aangever 3] zei [naam 6] de adverteerder was. Ik keek op Marktplaats en zag de advertentie met nummer [nummer 2] . Ik zag dat de tekst van deze advertentie Beats by dre Solo3. Ik zag dat de plaatsingsdatum en tijd 16 september 2021, 14:14 uur was. (…) Ik vroeg hem waar de verkoop plaats zou moeten hebben gevonden. Ik hoorde dat hij zei dat dat de [adres 6] was. Ik las in een verslag van collega [verbalisant 5] dat de verkoper het adres [adres 6] had doorgegeven met telefoonnummer [telefoonnummer 1] .
Dit telefoonnummer is in het politie-informatiesysteem op 6 juni 2021 ingevoerd als telefoonnummer van [verdachte] , geboren op [geboortedatum] 1990. Op het adres [adres 6] staat [verdachte] , geboren op [geboortedatum] 1990 ingeschreven. (…)
3. Het proces-verbaal van bevindingen van 28 september 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina 113):

(...) Aangever [aangever 3] (...) stuurde mij een deel van dat gesprek. In het gesprek zegt [naam 6] dat de koper beter direct kan opnemen met de vriend waarvoor [naam 6] verkoopt. [naam 6] geeft het adres [adres 6] , dat is het adres van verdachte [verdachte] , en het telefoonnummer [telefoonnummer 1] dat ik herken als het nummer van [verdachte] dat eerder in BVH is vastgelegd als nummer van verdachte [verdachte] . (...)

4. Het proces-verbaal van bevindingen van 24 september 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina 115):
(...) Op 24 september 2021 ontving ik van Marktplaats de gegevens van de verkoper van de JBL geluidsbox die door [naam 6] was aangeboden op Marktplaats.
Ik hoorde dat [naam 7] van Marktplaats zei dat de box gekocht was door [naam 14] met e-mailadres [mailadres] en telefoonnummer [telefoonnummer 2] . Ik hoorde dat [naam 7] zei dat in het gesprek met de aanbieder een bedrag van 50 euro overeen was gekomen. Ik hoorde dat [naam 7] zei dat de aanbieder in het gesprek had gezegd voor iemand anders te verkopen en dat de aanbieder aan de koper vertelde dat hij naar het adres [adres 6] in Zwolle kon gaan voor de koop van de box en dat de aanbieder later zei dat de koper naar het adres [adres 4] moest gaan omdat de verkoper bij een kameraad was. (...)
5. Het proces-verbaal van bevindingen van 25 september 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina's 144-145):
(...) Vervolgens gingen wij naar de woning van [verdachte] , [adres 6] . (...) Ik, [verbalisant 4] , hoorde van [verdachte] dat zijn sleutels nog in de woning aan de [adres 4] lagen. In de woonkamer zagen wij dat dit de woonkamer van [verdachte] was omdat hier foto's van hem hingen. Wij zagen
er rechts naast de televisie een zwart tasje stond. Uit dit zwarte tasje stak een USB kabel. Mij, [verbalisant 4] ; was bekend dat er meerdere harde schijven waren weggenomen bij een insluiping waar [verdachte] in verdacht werd. Ik, [verbalisant 4] , pakte het tasje en zag dat hierin twee harde schijven zaten en nog wat andere goederen. Ik heb dit tasje
vervolgens in beslag genomen.
Op het bureau zag ik dat er het volgende in eerder genoemde tasje zat:
- Seagate harde schijf zwart
- Seagate harde schijf rood
- Seagate geheugen kaart reader (...)
6. Het proces-verbaal van bevindingen van 29 september 2021 (pagina 163):

(...) Op zondag 26 september 2021, omstreeks 09.00 uur heb ik de telefoon van [verdachte] bekeken. (...)

- Ik zag dat er in de telefoon veel foto's stonden van diverse goederen die vermoedelijk van diefstal afkomstig waren.
- Deze foto's waren van een JBL Charge speaker, DR Dre koptelefoons, fietsen, Makita accu boormachine, Festool lader, USB harde schijven.
- Ik zag deze foto's ook werden gestuurd via Whatsapp naar ene [naam 10] en [naam 11] .
- Ik zag dat hij aan [naam 10] en [naam 11] vroeg of zij de goederen wilden verkopen op marktplaats. (...)
- Ik zag in het gesprek met [naam 10] dat [verdachte] een foto van een speaker stuurde met daaronder een bericht: "Belang bij". Vervolgens stuurtde [naam 10] het volgende bericht: Hij s nog op pad geweest hoor.". (...)
7. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [naam 6] van 27 september 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina's 196-202):
(...) V: Wie is [verdachte] ?
A: Is mijn ex vriend (...)
V: [verdachte] verklaarde dat jij wel eens spulletjes voor hem op Markplaats verkoopt
klopt dat?
A: Ja, ik heb wel eens een boxje voor hem moeten verkopen. Deze koper was ook van plan om een laptop van [verdachte] te kopen. Dit heb ik de koper afgeraden. Omdat ik zelf ook nooit wat van [verdachte] zou gaan kopen. Ik heb uiteindelijk de box niet zelf verkocht maar de koop aan [verdachte] overgelaten. Ik heb die man ook niet gezien. Hij was toen bij [naam 5] en moest daar naar beneden.
V: Wat heb jij allemaal voor hem via Marktplaats verkocht?
A: alleen de box (...)
V: Voor hoeveel geld heb jij deze JBL box verkocht? (50,-)
A: 50,- euro
V: In het gesprek met de koper heb jij aangegeven dat jij deze JBL box voor iemand
anders verkocht. Klopt dat?
A: Ja
V: Jij zou aan de koper ook hebben verteld dat hij naar het adres [adres 6] in Zwolle kon gaan voor de koop van de box. Klopt dat?
A: Ja, dat klopt
V: Later zou jij aan de koper hebben verteld dat hij naar het adres [adres 4] moest gaan, omdat de verkoper bij een kamerraad was. Klopt dat?
A: ja, dat klopt (...)
9. Het proces-verbaal van bevindingen van 7 januari 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (aanvullend proces-verbaal, door de officier van justitie tijdens de terechtzitting verstrekt, pagina’s 1-3):
(…) Ik, verbalisant, [verbalisant 2] verklaar het volgende:
(…) Op 2 oktober 2021 heb ik door collega [verbalisant 6] de goederen terug laten geven aan aangever [aangever 3] . (…) In aanloop naar de teruggave en tijdens het onderzoek had ik via What's app al contact gehad met aangever [aangever 3] . Ik had hem de foto's gestuurd van de aan [adres 6] aangetroffen tas en de inhoud van de tas met onder andere de harde schijven, de statieven en het horloge. Ik las dat aangever [aangever 3] in dat What's appgesprek zei dat hij de goederen herkende als zijn goederen. (…)
Feit 8:
1. Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 2] van 27 juni 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina's 207-211):
(...) Plaats delict: [adres 12]Op zondag 27 juni 2021 omstreeks 07.15 uur kwam ik beneden. Ik kwam de woonkamer binnen en zag direct dat de achterdeur openstond. Ik zag ook direct hierna dat de poortdeur openstond. Ik keek aan de buitenzijde van de achterdeur. Ik zag dat de huissleutel aan de buitenkant van de deur in het slot zat. Hier zat ook een fietssleutel aan van mij zoon. Deze heeft vermoedelijk nog in het fietsslot gezeten. (…) Hierna keek ik rond en zag ik al snel dat de playstation weg was. (...) We zagen dat er verschillende laden open stonden van de kasten in onze woonkamer. In de lade van de muurkast, rechts tegen de muur lag de chromebook. In de lade van het kleine kaste links tegen de muur lag een fototoestel en een laptop. Mijn vrouw zag dat er in haar handtas gekeken was. Zij zag dat alle risten openstonden van haar handtas. Hier zat contant geld in dat weg was. In de hal zag ik dat er jassen van de kapstok op de grond lagen. Ik zag dat er een sigaret naast lag. Deze is niet van ons. Niemand rookt van mijn gezin. (...) Ik zag dat er een rugzak met een Donald-Duck print weg was. (…) Ik zag dat een zwarte handgemaakte tas weg was. Hier zat het paspoort in van mijn dochter. Dat paspoort is dus ook weggenomen. (…) Ook zag ik dat een ledere handbagagetas van het merk Cowboy-bag, kleur taupe weg was. Ik zag dat een sleutelbos ook weg was. Hieraan zitten de sleutel van de voordeur, de sleutel van de achterdeur en een autosleutel van onze Mazda 5 met kenteken [kenteken] . (...)
2. Het proces-verbaal van bevindingen van 30 september 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina's 62-63):
(...) Op 7 september 2021 (…) ben ik met een machtiging tot binnentreden naar het adres [adres 4] gegaan. (...) Ik zag in de woning nog een sleutelbos met een autosleutel van Mazda (…) Ik hoorde dat [naam 5] zei dat ze niet van hem waren. (...) Deze Mazda sleutel aan de sleutelbos is te herleiden naar een insluiping woning op het adres [adres 12] van 27 juni 2021. (…)3. Het proces-verbaal herkenning persoon door opsporingsambtenaar van 28 september 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina's 228-230):
(...) De persoon op still 1 herken ik als: [verdachte] , [verdachte] (...) Ik ken hem vanuit mijn werkzaamheden als politie ambtenaar. Ik heb de persoon meerdere malen aangehouden en in contact gestaan met persoon. Zo onlangs nog 4 dagen geleden. (...) Ik herkende hem aan het totaalbeeld van zijn kenmerken. Bolle hoofd, haardracht, postuur en fiets met fiets zitje welke verdachte bij zich had. (...) Ik herkende hem onmiddellijk toen ik de still zag. Over zijn identiteit was mij door anderen geen informatie verstrekt. (...)4. Het proces-verbaal van bevindingen van 29 september 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina's 231-233):
(...) Op 27 juni 2021 vond er een insluiping plaats in een woning aan het [adres 12] . De verdachte van deze insluiping is vastgelegd op meerdere bewakingscamera's van omliggende woningen. (...) Op 29 september 2021 bekeek ik, verbalisant [verbalisant 7] , voornoemde beelden. Ik herken de persoon/ verdachte op de beelden met volledige zekerheid als zijnde; [verdachte] , geboren op [geboortedatum] 1990 te [geboorteplaats] .Ik ben zelf een geboren en getogen Zwollenaar en ben opgegroeid in het Zwolse deel, Zwolle Zuid. [verdachte] heeft ook een groot deel van zijn leven in Zwolle Zuid gewoond en zodoende heb ik hem regelmatig gezien. Ik kwam met mijn voetbalteam ook met enige regelmaat op de voetbalclub waar [verdachte] destijds speelde, te weten; [voetbalclub] .In de afgelopen tijd heb ik [verdachte] met enige regelmaat in Zwolle gezien. Ik weet dus heel goed hoe hij er tegenwoordig uit ziet. Ik herken [verdachte] onder andere aan zijn gezette postuur, kledingstijl en in combinatie met de fiets met kinderzitje achterop (zie fotobijlage)Het is mij daarnaast ook ambtshalve bekend dat [verdachte] zich veelvuldig bezighoudt met heling en insluipingen. (...)5. Het proces-verbaal van bevindingen van 30 september 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina 240):
(...) Op woensdag 29 september 2021, omstreeks 17.00 uur gingen wij de woning van [verdachte] binnen. (...) Wij zochten naar de kleding die [verdachte] vermoedelijk droeg tijdens de inbraak. Deze kleding is te zien op de camerabeelden. Wij waren op zoek naar blauw jack en zwarte sportschoenen met een oranje hak. (...) Wij zagen aan de kapstok, direct links naast de deur een blauw jack hangen. (...) Wij zagen dat een paarvan deze schoenen zwart was met een oranje hak. (...) Wij zagen dat dit jack en de schoenen zeer sterke gelijkenis vertoonde met de kleding die op de camerabeelden te zien en hoogstwaarschijnlijk ook hetzelfde jack en schoenen zijn die op de beelden te zien zijn. (...)
6. Een schriftelijk bescheid, te weten een rapport DNA-onderzoek naar aanleiding van een inbraak gepleegd in Zwolle op 26 juni 2021 van het Nederlands Forensisch Instituut van 28 oktober 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (aanvullend p-v, pagina's 4-6):
SIN en omschrijving
Beschrijving DNA-profiel
Celmateriaal kanafkomstig zijn van
Matchkans
AAOM3346NL#01
Peuk
DNA-profiel van een man
[verdachte]
kleiner dan één
op één miljard
7. De eigen waarneming van de rechtbank van de ter terechtzitting van 10 januari 2022 afgespeelde camerabeelden, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:

(…) De rechtbank constateert gelijkenissen tussen de jas en schoenen van de persoon die op de ter terechtzitting van 10 januari 2022 getoonde camerabeelden zichtbaar is en de jas en schoenen die onder verdachte zijn aangetroffen. (…)

Voetnoten

1.HR 23 november 2004, ECLI:NL: HR:2004:AQ8478.