Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
2.De beslissing samengevat
Waarover gaat de zaak?
3.Het geschil en wat daaraan vooraf ging
[gedaagde] ondertekend op 24 mei 2022 en door [eiseres] op 27 mei 2022. Op
13 december 2022 is er een mondelinge behandeling in de procedures ter zake de echtscheiding en de boedel gepland.
mr. A.C. Blankestijn tot curator benoemd. Op dit moment is mr. G. Beekman tot curator benoemd.
13 juni 2022 te voldoen, om openbare verkoop van de woning te voorkomen.
14 september 2022 € 540.000,- bedraagt.
[gedaagde] daarmee in gebreke mocht blijven, de ontruiming door de deurwaarder zal worden bewerkstelligd en [gedaagde] met alle zich daarin bevindende personen en niet aan [eiseres] toebehorende roerende zaken uit de woning te doen brengen naar de openbare straat, desnoods met behulp van de sterke arm;
4.De beoordeling
Spoedeisend belang
9 juni 2022 en 5 juli 2022 van Wooncollect/ NIBC blijkt duidelijk dat er een behoorlijke hypotheekachterstand is en dat Wooncollect/NIBC voornemens is een executietraject te starten indien de woning niet op korte termijn wordt verkocht. Ten behoeve van de verkoop van de woning heeft Wooncollect meegedeeld dat de vraagprijs (op een bepaald moment) scherper moest worden gesteld. Gezien de behoorlijke hypotheekachterstand en de (daardoor) ontstane concrete dreiging van een executieverkoop van de woning op zeer korte termijn, hebben partijen, en dus ook [gedaagde] , ter zake de verkoop van de woning, hoe vervelend ook, niet meer veel te willen. Daarbij kan ook niet uit het oog worden verloren dat het van algemene bekendheid is dat de executiewaarde van een woning beduidend lager ligt dan de markwaarde. Alle omstandigheden in ogenschouw nemende, komt de verlaging van de vraagprijs van de woning de voorzieningenrechter vooralsnog dan ook niet onbegrijpelijk voor. Voorts heeft [gedaagde] de stelling van de zijde van [eiseres] dat de makelaar, gezien de aan hem verstrekte opdracht, de bevoegdheid had om de vraagprijs te verlagen, niet (voldoende) weersproken. Een aanknopingspunt dat de makelaar deze bevoegdheid toekomt, is naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter ook te vinden in
artikel 3.2 van het echtscheidingsconvenant.
[gedaagde] , een termijn op te nemen waarbinnen de ontruiming moet plaatsvinden. Deze termijn zal de voorzieningenrechter vaststellen op twee dagen voor de overeengekomen leveringsdatum, maar niet eerder dan 30 oktober 2022, waarbij de voorzieningenrechter acht heeft geslagen op de inhoud van het e-mailbericht van 7 september 2022 van de makelaar waarin 1 november 2022 als datum voor de eigendomsoverdracht wordt vermeld.