ECLI:NL:RBOVE:2022:2951
Rechtbank Overijssel
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Verkoop van appartementen na echtscheiding en medewerking van de vrouw
In deze zaak, uitgesproken door de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel op 10 oktober 2022, zijn partijen, een man en een vrouw, gescheiden op 16 augustus 2022. Tijdens hun huwelijk bezaten zij vier onroerende zaken, waaronder twee appartementen. De man wenst de appartementen te verkopen via makelaarskantoor Boers & Lem, zoals vastgelegd in hun echtscheidingsconvenant. De vrouw heeft echter de intentie om de appartementen zelf te kopen voor € 250.000,00. De man heeft de vrouw in kort geding gedagvaard om haar medewerking aan de verkoop te vorderen, omdat de kandidaat-koper niet in staat was de appartementen te kopen.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de vrouw haar medewerking moet verlenen aan de verkoop van de appartementen via de makelaar, aangezien de afspraken in het echtscheidingsconvenant niet zijn nagekomen. De vrouw heeft geen verweer gevoerd tegen de vordering van de man om de appartementen via de makelaar te verkopen. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de vrouw binnen vijf dagen na betekening van het vonnis de verkoopopdracht moet ondertekenen. Daarnaast is er geen dwangsom opgelegd, en zijn de proceskosten gecompenseerd, wat gebruikelijk is in familierechtelijke procedures.
De uitspraak benadrukt het belang van het naleven van afspraken in een echtscheidingsconvenant en de rol van de rechter in het faciliteren van de uitvoering van deze afspraken. De voorzieningenrechter heeft ook aangegeven dat het mogelijk is dat een van de partijen de appartementen kan kopen, maar dat dit via de makelaar moet gebeuren, zoals overeengekomen in het convenant.