ECLI:NL:RBOVE:2022:2944

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
13 oktober 2022
Publicatiedatum
13 oktober 2022
Zaaknummer
08/074628-21 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkeersongeval met zwaar lichamelijk letsel door rijden onder invloed van drugs

Op 13 oktober 2022 heeft de Rechtbank Overijssel een vonnis uitgesproken in een strafzaak tegen een 35-jarige man, die op 9 augustus 2020 in Kampen een verkeersongeval heeft veroorzaakt. De verdachte, onder invloed van drugs, reed met zijn auto op de N50 en overschreed daarbij de dubbele doorgetrokken streep, waardoor hij in aanrijding kwam met een camper en andere voertuigen. Het ongeval resulteerde in zwaar lichamelijk letsel voor de bijrijder van de camper, die meerdere operaties moest ondergaan en mogelijk nooit meer haar werk als verpleegkundige kan uitvoeren. De rechtbank oordeelde dat de verdachte aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend heeft gereden, wat leidde tot de bewezenverklaring van de tenlastelegging. De officier van justitie had een gevangenisstraf van drie maanden en een rijontzegging van twee jaar geëist. De rechtbank volgde deze eis en legde de verdachte een gevangenisstraf van drie maanden en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor twee jaar op. Dit vonnis is openbaar uitgesproken en is gebaseerd op de Wegenverkeerswet 1994.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08/074628-21 (P)
Datum vonnis: 13 oktober 2022
Verstekvonnis in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1987 in [geboorteplaats] (Polen),
ingeschreven te [adres] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 29 september 2022.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie,
mr. M.M.J.A. Peters.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte, terwijl hij onder invloed was van drugs, door zijn schuld een verkeersongeval heeft veroorzaakt, waardoor [slachtoffer] (hierna: [slachtoffer] ) zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen, dan wel dat verdachte gevaar/hinder op de weg heeft veroorzaakt en/of dat verdachte een auto heeft bestuurd terwijl hij onder invloed was van drugs.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
hij op of omstreeks 9 augustus 2020 te Kampen, in elk geval in Nederland,als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto),komende uit de richting van Zwolle en/of gaande in de richting van Emmeloord, daarmede rijdende over de weg, de N50,zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig, onoplettend en/of onachtzaam heeftgereden, hierin bestaande dat verdachte,-niet of in onvoldoende mate heeft gelet en/of is blijven letten op het direct voor hem, verdachte gelegen weggedeelte(n) van die weg (de N50) en/of-in strijd met artikel 3 van het Reglement verkeersregels en verkeertekens 1990 niet aan zijn verplichting heeft voldaan om zoveel mogelijk rechts te houden en/of-in strijd met het gestelde in artikel 76 van het Reglement verkeersregels en verkeersteken 1990dubbele doorgetrokken strepen, die zich niet langs de rand van de rijbaanverharding bevonden, heeft overschreden en/of zich met het door hem bestuurde voertuig geheel of gedeeltelijk links van die doorgetrokken strepen,-welke strepen op die weg (N50) was aangebracht tussen de rijstroken, met verkeer in beide richtingen-, heeft bevonden en/of-geheel of gedeeltelijk rijdend op die voor het tegemoetkomend verkeer bestemde rijstrook van die weg (N50) is gebotst tegen, in elk geval in aanrijding is gekomen met, een op die voor het tegemoetkomend verkeer bestemde rijstrook rijdend, toen dicht genaderd zijnde ander motorrijtuig (personenauto met inrichting als kampeerwagen/camper),en aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden,waardoor aan een ander (te weten[slachtoffer]) zwaar lichamelijk letsel of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan,terwijl hij verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8, eerste of vijfde lid van de Wegenverkeerswet 1994;subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 9 augustus 2020 te Kampen, in elk geval in Nederland,als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto),komende uit de richting van Zwolle en/of gaande in de richting van Emmeloord, daarmede rijdende over de weg, de N50,-in strijd met artikel 3 van het Reglement verkeersregels en verkeertekens 1990 niet aan zijn verplichting heeft voldaan om zoveel mogelijk rechts te houden en/of-in strijd met het gestelde in artikel 76 van het Reglement verkeersregels en verkeersteken 1990 dubbele doorgetrokken strepen, die zich niet langs de rand van de rijbaanverharding bevonden, heeft overschreden en/of zich met het door hem bestuurde voertuig geheel of gedeeltelijk links van die doorgetrokken strepen,-welke strepen op die weg (N50) was aangebracht tussen de rijstroken, met verkeer in beide richtingen-, heeft bevonden en/of-geheel of gedeeltelijk rijdend op die voor het tegemoetkomend verkeer bestemde rijstrook van die weg (N50) is gebotst tegen, in elk geval in aanrijding is gekomen met, een op die voor het tegemoetkomend verkeer bestemde rijstrook rijdend, toen dicht genaderd zijnde ander motorrijtuig (personenauto met inrichting als kampeerwagen/camper),door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd;en/of
hij op of omstreeks 9 augustus 2020 te Kampen een voertuig, te weten een personenauto, heeft bestuurd na gebruik van een of meer in artikel 2, van het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer, aangewezen stoffen als bedoeld in artikel 8, eerste lid van de Wegensverkeerswet 1994, te wetencannabis en/of amfetamine,terwijl ingevolge een onderzoek in de zin van artikel 8 van de WVW94 het gehalte in zijn bloed bij iedere aangewezen stoffen vermelde meetbare stoffen4,4 microgram THC (cannabis)per liter bloed en/of140 microgram amfetamineper liter bloed bedroeg, in elk geval (telkens) zijnde hoger dan de in artikel 3 van het genoemd Besluit, bij die stoffen afzonderlijk vermelde grenswaarde;en/of
hij op of omstreeks 9 augustus 2020 te Kampen als bestuurder van een voertuig, (personenauto), dit voertuig heeft bestuurd, terwijl hij verkeerde onder zodanige invloed van een stof, te wetencannabis en/of amfetamine, waarvan hij wist of redelijkerwijs moest weten, dat het gebruik daarvan - al dan niet in combinatie met het gebruik van een andere stof - de rijvaardigheid kon verminderen, dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moest worden geacht.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
4. De bewijsmotivering [1]
4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het primair ten laste gelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen. De aanrijding is veroorzaakt door het aanmerkelijk onvoorzichtige rijgedrag van verdachte, waardoor [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen, aldus de officier van justitie.
42 Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte het primair ten laste gelegde feit heeft begaan.
De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Feiten en omstandigheden
Op 9 augustus 2020 om 17:33 uur heeft in Kampen op de N50 ter hoogte van hectometerpaal 249.0 een verkeersongeval plaatsgevonden waarbij de personenauto (merk Ford), bestuurd door verdachte, een camper en nog twee andere personenauto’s betrokken waren. [2] De politie heeft vastgesteld dat het voertuig van verdachte de dubbele doorgetrokken streep naar links heeft overschreden, waardoor hij terecht kwam op de rijstrook voor het tegemoetkomend verkeer, waar hij vervolgens in aanrijding kwam met de tegemoetkomende camper en daarna met de Kia die achter de camper reed. De camper slipte op de tegemoetkomende rijstrook en botste tegen de Volkswagen die achter de Ford reed. [3]
[slachtoffer] (de bijrijder van de camper) heeft verklaard dat zij zag dat uit de tegemoetkomende rijrichting een auto (de rechtbank begrijpt: de Ford van verdachte) kwam aanrijden. Zij zag dat de bestuurder van de auto met zijn hand op het dashboard zat alsof hij iets wilde pakken en niet voor zich keek. Ineens zag ze dat de auto hun richting opkwam en werd de camper aan de linkerzijde geraakt. [4]
Getuige [getuige] (de bijrijder van de Volkswagen die achter verdachte reed) heeft verklaard dat hij zag dat de auto voor hen wat slingerde en hij zag dat de bestuurder van de auto met zijn arm naar rechts ging alsof hij iets wilde pakken. Vervolgens zag hij de auto eerst naar rechts gaan en daarna naar links, waar hij op de weghelft voor het tegemoetkomend verkeer terechtkwam en het achterwiel van de camper raakte. [5]
Verbalisant [verbalisant] heeft verdachte gesproken in het ziekenhuis op 9 augustus 2020 om 21:00 uur en heeft geconstateerd dat verdachte warrig en met dubbele tong sprak en kleine ogen had. [6] Het bloedonderzoek wees uit dat verdachte 140 microgram amfetamine per liter bloed (hierna: mg/l) – bij een grenswaarde van 25 mg/l in combinatie gebruikt – en 4.4 mg/l cannabis – bij een grenswaarde van 1.1 mg/l in combinatie gebruikt – in zijn lichaam had. [7]
Door de aanrijding heeft [slachtoffer] lichamelijk letsel opgelopen, te weten veel kleine glasverwondingen op haar hoofd en lichaam, kneuzingen in haar voet en lies, snijwonden op haar scheenbeen en enkel, een verbrijzelde hand, verbrijzelingsletsel aan de buitenzijde van haar knie en een inwendige bloeding aan haar lever. [8] [slachtoffer] is drie keer geopereerd aan haar hand en moet waarschijnlijk nog meerdere operaties ondergaan. [slachtoffer] kan haar werk als verpleegkundige voor langere tijd en misschien wel nooit meer uitvoeren. Door zenuwletsel in haar voet heeft zij moeite met lopen. [9] De arts heeft ingeschat dat de handrevalidatie enkele maanden kan duren waarbij het niet duidelijk is of dit tot volledig herstel van de handfunctie zal leiden. [10]
Schuld in de zin van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW)
Om tot een bewezenverklaring van artikel 6 WVW te komen, moet kunnen worden vastgesteld dat verdachte zich zodanig heeft gedragen dat het aan zijn schuld is te wijten dat een verkeersongeval heeft plaatsgevonden met als gevolg dat iemand is overleden, dan wel zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen of zodanig lichamelijk letsel heeft opgelopen dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan. Daartoe is meer dan eenvoudige schuld vereist. Voor schuld in het kader van artikel 6 WVW is vereist dat verdachte zich minstens
aanmerkelijkonvoorzichtig en/of onoplettend en/of onachtzaam heeft gedragen. Gelet op vaste rechtspraak van de Hoge Raad zijn voor de bewezenverklaring van schuld in de zin van artikel 6 WVW verschillende factoren van belang, zoals de aard en de concrete ernst van de verkeersovertreding en de omstandigheden waaronder die overtreding is begaan. Daarnaast kan niet reeds uit de ernst van de gevolgen van het verkeersgedrag, dat in strijd is met één of meer wettelijke gedragsregels in het verkeer, worden afgeleid dat sprake is van schuld in vorenbedoelde zin.
Uit de getuigenverklaringen leidt de rechtbank af dat verdachte zijn aandacht onvoldoende bij de weg heeft gehouden en als gevolg daarvan is hij op de verkeerde weghelft gekomen met het ongeval tot gevolg. Het rijgedrag van verdachte is aanmerkelijk onvoorzichtig, onoplettend en onachtzaam geweest waardoor een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waarbij het slachtoffer [slachtoffer] lichamelijk letsel heeft opgelopen. Daarbij was verdachte onder invloed van een te hoge hoeveelheid amfetamine en cannabis.
Letsel
Tot slot kwalificeert de rechtbank het hiervoor genoemde letsel van [slachtoffer] , gezien de aard en de ernst daarvan, het benodigde operatief ingrijpen en de duur van het herstel, als zwaar lichamelijk letsel in de zin van de artikel 6 WVW.
De rechtbank is gezien het voorgaande dan ook van oordeel dat het primair ten laste gelegde feit wettig en overtuigend is bewezen.
4.3
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat:
Primair
hij op 9 augustus 2020 te Kampen, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), komende uit de richting van Zwolle en gaande in de richting van Emmeloord, daarmede rijdende over de weg, de N50, aanmerkelijk onvoorzichtig, onoplettend en onachtzaam heeft gereden, hierin bestaande dat verdachte,
- in onvoldoende mate heeft gelet en is blijven letten op het direct voor hem, verdachte, gelegen weggedeelte van die weg (de N50) en-in strijd met artikel 3 van het Reglement verkeersregels en verkeertekens 1990 niet aan zijn verplichting heeft voldaan om zoveel mogelijk rechts te houden en-in strijd met het gestelde in artikel 76 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 dubbele doorgetrokken strepen, die zich niet langs de rand van de rijbaanverharding bevonden, heeft overschreden en zich met het door hem bestuurde voertuig gedeeltelijk links van die doorgetrokken strepen,-welke strepen op die weg (N50) waren aangebracht tussen de rijstroken, met verkeer in beide richtingen-, heeft bevonden en- gedeeltelijk rijdend op die voor het tegemoetkomend verkeer bestemde rijstrook van die weg (N50) is gebotst tegen een op die voor het tegemoetkomend verkeer bestemde rijstrook rijdend, toen dicht genaderd zijnde ander motorrijtuig (personenauto met inrichting als camper), en aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden,
waardoor aan[slachtoffer]zwaar lichamelijk letsel werd toegebracht,
terwijl hij verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8, vijfde lid van de Wegenverkeerswet 1994.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 6 en 175 van de WVW. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het bewezen verklaarde levert op:
Primair
het misdrijf:
overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander zwaar lichamelijk letsel wordt toegebracht en terwijl de schuldige verkeerde in de toestand, bedoeld in artikel 8, vijfde lid van deze wet.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor het bewezen verklaarde feit.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor het primair ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van drie maanden en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van twee jaren.
7.2
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Aard en ernst van de feiten
Verdachte heeft op 9 augustus 2020 een verkeersongeval veroorzaakt met als gevolg een enorme ravage op de N50.
Als gevolg van het ongeval heeft [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel opgelopen met deels blijvende of in elk geval langdurende gevolgen. Het ongeval heeft een grote impact op haar en haar gezin (gehad). Naast deze gevolgen voor [slachtoffer] en haar gezin is er veel materiële schade ontstaan aan de betrokken voertuigen. Ook andere betrokkenen zijn, gelukkig in mindere mate dan [slachtoffer] , gewond geraakt en ook verdachte moest in het ziekenhuis worden behandeld. Gelet op de enorme ravage is het een wonder dat er niet meer of (nog) ernstiger slachtoffers zijn gevallen.
Door te rijden na het gebruiken van drugs heeft verdachte laten zien dat hij onvoldoende besef had van de verantwoordelijkheid die hij droeg als verkeersdeelnemer in het algemeen en van zijn verantwoordelijkheid voor de veiligheid van zijn medeweggebruikers in het bijzonder. Verdachte heeft door onder invloed in de auto te stappen niet alleen zijn eigen gezondheid in gevaar gebracht, maar ook die van zijn medeweggebruikers. De rechtbank rekent dat verdachte aan.
Persoon van de verdachte
De rechtbank heeft kennis genomen van het strafblad van verdachte van 22 augustus 2022, waaruit blijkt dat verdachte in Nederland niet eerder voor een strafbaar feit is veroordeeld.
Strafoplegging
De rechtbank neemt bij de bepaling van de straf de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) als uitgangspunt. Omdat verdachte onder invloed verkeerde van een combinatie van verdovende middelen waarbij de grenswaarden fors zijn overschreden, neemt de rechtbank voor de strafmaat de strafverzwarende omstandigheid zoals die bij fors alcoholgebruik aan de orde is onder de noemer ‘alcohol meer dan 570 μg/l’ in aanmerking. De oriëntatiepunten adviseren in geval van het veroorzaken van een verkeersongeval met zwaar lichamelijk letsel als gevolg, waarbij sprake is van aanmerkelijke schuld en alcoholgebruik meer dan 570 μg/l, een gevangenisstraf voor de duur van drie maanden en ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van twee jaar.
Alles afwegend en gelet op de ernst van het gepleegde feit, kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De rechtbank acht een gevangenisstraf voor de duur van drie maanden en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van twee jaren passend en geboden.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op artikel 179 Wegenverkeerswet 1994.

9.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
Primair
het misdrijf:
overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander zwaar lichamelijk letsel wordt toegebracht en terwijl de schuldige verkeerde in de toestand, bedoeld in artikel 8, vijfde lid van deze wet;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het primair bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden;
-
ontzegtde verdachte de
bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigenvoor de duur van
2 (twee) jaren.
Dit vonnis is gewezen door mr. V.P.K. van Rosmalen, voorzitter, mr. J. de Ruiter en
mr. M.T. Bos, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A. de Bruin, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 13 oktober 2022.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2020374605. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.Het proces-verbaal aanrijding misdrijf van 9 augustus 2020, pagina 4.
3.Het proces-verbaal VerkeersOngevalsAnalyse van 18 november 2020, pagina 18.
4.Het proces-verbaal verhoor getuige [slachtoffer] van 21 september 2020, pagina 56.
5.Het proces-verbaal verhoor getuige [getuige] van 17 augustus 2020, pagina 54.
6.Het proces-verbaal rijden onder invloed van 9 augustus 2020, pagina 85.
7.Een geschrift zijnde een rapport Alcohol en Drugs in het verkeer van het Maasstad Ziekenhuis Rotterdam van 24 augustus 2020, pagina 95 en 96.
8.Een geschrift zijnde letselrapportage van de GGD IJsselland van 8 december 2020, pagina 40 en 41.
9.Het proces-verbaal verhoor getuige [slachtoffer] van 21 september 2020, pagina 57.
10.Een geschrift zijnde letselrapportage van de GGD IJsselland van 8 december 2020, pagina 41.