4.5De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de tenlastegelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1
hij op 11 augustus 2019 te Deventer munitie van categorie II van de Wet wapens en munitie en munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 883 stuks munitie (klein kaliber) voorhanden heeft gehad;
2
hij op 11 augustus 2019 te Deventer meerdere wapens van categorie II, onder 7 van de Wet wapens en munitie, te weten:
- een kartetsgranaat, 18 pdr, zonder ontsteker, verschoten en
- een rookgranaat, 25 pdr, met restant tijdschokbuis No 221 B, verschoten, (Engeland) en
- een rookgranaat, 105 mm M 84, met restant ontsteker, verschoten, (Amerika) en
- een kartetsgranaat, 13,5 cm, zonder ontsteker, verschoten, (Duitsland) en
- een scherfhandgranaat, No 23, zonder ontsteker, (Engeland) en
- een scherfhandgranaat, Mk II, zonder ontsteker, (Amerika) en
- een scherfhandgranaat, No.1, zonder ontsteker, (Nederland) en
- een kartetsgranaat, 60 pdr, zonder ontsteker, verschoten, (Engeland) en
- een brisantgranaat, 18 pdr, zonder ontsteker, verschoten, (Engeland) en
- een restant, steelhandgranaat Model 1916, (Duitsland) en
- een restant, lanceerinrichting granaatwerper, Panzerfaust, (Duitsland) en
- een brisantgranaat, 2 inch mortier met schokbuis No 151/161, verschoten, (Engeland) en
- een brisantgranaat, 3,7 cm C-30 Kriegs marinel, met restant ontsteker, niet verschoten, Duitsland) en
- een pantserbrandgranaat, 2 cm, niet verschoten, (Duitsland) en
- een pantserbrandgranaat, 2 cm, niet verschoten, (Duitsland) en
- een scherfhandgranaat, No. 23, gewapend, (Engeland) en
- een scherfhandgranaat, No. 23, gewapend, (Engeland) en
- een scherfhandgranaat, No. 36 Mills, gewapend, (Engeland) en
- een scherfhandgranaat, No. 36 Mills, gewapend, (Engeland) en
- een restant, brisantgranaat met schokbuis M48, niet verschoten, (Amerika) en
- een restant, springrookhandgranaat, No. 80, (Engeland),
zijnde voorwerpen bestemd voor het treffen van personen of zaken door vuur of door middel van ontploffing voorhanden heeft gehad;
3
hij op 11 augustus 2019 te Deventer wezenlijke onderdelen van wapens van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een loop met daaraan vast de trekkergroep en een andere loop, zijnde wezenlijke onderdelen van een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver of pistool voorhanden heeft gehad;
4
hij op 11 augustus 2019 te Deventer een wapen van categorie I, onder 7° van de Wet wapens en munitie, te weten een door de Minister van Justitie en Veiligheid aangewezen voorwerp dat zodanig op een wapen geleek dat deze voor bedreiging of afdreiging geschikt was, namelijk een nabootsing van een machinepistool dat voor wat betreft vorm en afmeting en kleur een sprekende gelijkenis vertoonde met een bestaand vuurwapen, te weten een machinepistool van het merk Erma, model MP 40, voorhanden heeft gehad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.