Als uitgangspunt geldt op basis van de coördinatieverordering dat de controle op de arbeidsongeschiktheid dient te worden uitgevoerd door de behandelend arts in de woonplaats/land van de werkneemster. Het bewijs van de arbeidsongeschiktheid moet vervolgens aan de werkgever worden overgelegd en de werkgever is in beginsel aan dit oordeel gebonden.
In afwijking van het uitgangspunt kan de werkgever het recht voorbehouden om de werknemer door een arts van diens eigen keuze te laten onderzoeken. De werkgever kan ook een Nederlandse arts of een arts uit Duitsland sturen.
Dat is allemaal niet gebeurd maar wat wel gebeurd is, is dat [verzoekster] zich vrijwillig heeft laten onderzoeken door een Nederlandse bedrijfsarts. Daarmee zijn de bepalingen van de coördinatieverordening als het ware buitenspel gezet.
De adviezen van de bedrijfsarts, door [verzoekster] als producties in het geding gebracht, zijn door Lionix, zo volgt uit haar handelen, als leidend ervaren voor haar verplichtingen uit de Wet verbetering poortwachter. Geadviseerd werd richting Lionix en [verzoekster] dat er een plan van aanpak zou moeten worden gemaakt en dat dit tussentijd geëvalueerd zou moeten worden. Vervolgens werd geadviseerd om gezamenlijke procesacties in het kader van de Wet verbetering poortwachter uit te voeren.
Kortom, naar Nederlands recht had Lionix te voldoen aan haar verplichtingen in het kader van de Wet verbetering poortwachter en diende zij de adviezen van de bedrijfsarts te volgen. Dat Lionix zou hebben geweten dat de Duitse arts aan [verzoekster] een gespreksverbod met Lionix had opgelegd, moge zo zijn, maar de medische onderbouwing daarvan werd niet eerder gegeven dan in december 2021. Dat Lionix tot dat moment in het kader van de Wet verbetering poortwachter diverse malen contact heeft opgenomen met [verzoekster] valt Lionix dan ook niet euvel te duiden. Na de medische onderbouwing d.d. 17 december 2021 werd het ziektebeeld duidelijk en heeft Lionix geen contact meer met [verzoekster] opgenomen.
Vervolgens heeft UWV op 15 maart 2022 een deskundigenoordeel gegeven waarbij tot het oordeel werd gekomen dat de re-integratie-inspanningen van Lionix voldoende waren. Wat nu als Lionix vanaf de eerste dag van ziekmelding geen contact had opgenomen met [verzoekster] ? Zou dan het oordeel zijn geweest dat Lionix zich niet voldoende had ingespannen? Welk verwijt zou [verzoekster] Lionix dan gemaakt hebben?
De kantonrechter kan voor wat betreft dit verwijt tot geen ander oordeel komen dan dat van enig, laat staan ernstig verwijtbaar handelen aan de zijde van Lionix geen sprake is.