Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De bewijsmotivering
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
medeplegen van voorwerpen en ruimten voorhanden hebben, waarvan hij weet of ernstig reden heeft te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van een van de in artikel 11, derde en vijfde lid, van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten;
medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet Wapens en munitie, meermalen gepleegd.
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
8.De toegepaste wettelijke voorschriften
9.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
8 (acht) maanden.
1.
3.
4.
5.
6.
- 283 kogelpatronen van het kaliber .22 LR, op de bodemstempel stond een "C", met goednummer PL06002021538547-2634093 met sin AA0M2845NL;
- 15 hagelpatronen van het kaliber .16, op de bodemstempel stond CHEDDITE, met goednummer PL06002021538547-2634138 met sin AA0M2848NL;
- 36 kogelpatronen, 27 kogelpatronen met het 9 x 19 mm kaliber, op de bodemstempel stond 4 G, 9 kogelpatronen met het kaliber .38 Luger, op de bodemstempel stond "Norma", met goednummer PL06002021538547-2634253 met sin AA0M2846NL;
- 49 kogelpatronen van het kaliber .22 LR, op de bodemstempel stond 4 G, met goednummer PL06002021538547-2634195 met sin AA0M2849NL;
- 3 hagelpatronen, 1 Brenneke, van het kaliber 12. op de bodemstempel stond Spartan France;
- 1 patroonmagazijn met goednummer PL06002021538547-2634239 met sin nummer AA0M2850NL;
- 1 patroonmagazijn met goednummer PL06002021538547-2634239 met sin nummer AA0M2851NL.