ECLI:NL:RBOVE:2022:2742

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
28 september 2022
Publicatiedatum
29 september 2022
Zaaknummer
10010601 \ EJ VERZ 22-247
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onterecht ontslag op staande voet wegens arbeidsongeschiktheid en werkweigering

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 28 september 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen [verzoeker] en DAKKAPEL.NL B.V. [verzoeker] was in dienst als leerling monteur buitendienst en werd op 13 juni 2022 op staande voet ontslagen door Dakkapel.nl wegens werkweigering. De kantonrechter moest beoordelen of dit ontslag terecht was. [verzoeker] had zich eerder ziek gemeld en stelde dat hij op 10 juni 2022 niet kon werken vanwege een gebroken teen. Dakkapel.nl voerde aan dat [verzoeker] zonder overleg naar huis was gegaan en dat dit een dringende reden voor ontslag opleverde. De kantonrechter oordeelde echter dat [verzoeker] ten onrechte op staande voet was ontslagen. Hij was op 13 juni 2022 nog steeds arbeidsongeschikt en zijn vertrek zonder overleg leverde geen dringende reden op voor ontslag. De kantonrechter verklaarde dat de arbeidsovereenkomst niet was geëindigd en dat Dakkapel.nl verplicht was om het loon over de periode van 13 juni tot en met 10 augustus 2022 te betalen, evenals een aanzegvergoeding van € 2.700,00. De proceskosten werden toegewezen aan [verzoeker].

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer : 10010601 \ EJ VERZ 22-247
Beschikking van de kantonrechter van 28 september 2022
in de zaak van
[verzoeker],
wonende in [woonplaats] ,
verzoekende partij, hierna te noemen [verzoeker] ,
gemachtigde: mr. B.J.H.L. Brouwer,
tegen
de besloten vennootschap
DAKKAPEL.NL B.V.,
gevestigd in Deventer,
verwerende partij, hierna te noemen Dakkapel.nl,
gemachtigde: mr. F.J.M. Kobossen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, dat op 22 juli 2022 door de rechtbank is ontvangen;
- de brief van 21 augustus 2022 van mr. Kobossen;
- de e-mail van 30 augustus 2022 van mr. Brouwer met één bijlage;
- de mondelinge behandeling van 31 augustus 2022.
1.2.
Hierna is beschikking bepaald.

2.De zaak in het kort

2.1.
[verzoeker] is door Dakkapel.nl op staande voet ontslagen met als reden werkweigering. In deze zaak gaat het om de vraag of Dakkapel.nl tot dat ontslag mocht overgaan.
2.2.
De kantonrechter is van oordeel dat dat niet het geval is en zal hierna uitleggen hoe hij tot die beslissing is gekomen. Daarvoor zijn de volgende feiten van belang.

3.De feiten

3.1.
[verzoeker] is op 11 februari 2022 voor een periode van zes maanden bij Dakkapel.nl in dienst getreden in de functie van leerling monteur buitendienst. Zijn (basis)salaris bedroeg
€ 2.700,00 bruto per maand.
3.2.
[verzoeker] heeft zich in mei 2022 ziek gemeld.
3.3.
Partijen hebben op 9 juni 2022 afgesproken dat [verzoeker] op 10 juni 2022 weer zou komen werken. Omdat [verzoeker] die dag niet kwam opdagen, heeft Dakkappel.nl hem een officiële waarschuwing gestuurd. In die waarschuwing staat vermeld dat indien [verzoeker] nog een keer in strijd handelt met de regels van Dakkappel.nl, Dakkapel.nl zich genoodzaakt ziet het dienstverband met [verzoeker] met onmiddellijke ingang te beëindigen.
3.4.
Op 13 juni 2022 heeft [verzoeker] op verzoek van zijn leidinggevende het buitenterrein van Dakkappel.nl netjes gemaakt. Ook heeft hij collega’s geholpen met tilwerkzaamheden. In de loop van die ochtend is [verzoeker] naar huis gegaan, zonder zijn leidinggevende daarover te informeren.
3.5.
Dakkapel.nl heeft [verzoeker] vervolgens diezelfde dag een brief gestuurd dat hij op staande voet wordt ontslagen. In die brief staat onder meer het volgende vermeld:
Betreft: Beëindiging arbeidsovereenkomst na werkweigering.
(…)
Hierbij ontvang je een officiële beëindiging van je arbeidsovereenkomst. (staande voet ontslag)
De reden hiervan is:
  • Het zonder overleg naar huis gaan van je werk terwijl jij onder contract staat bij Dakkapel.nl en ook salaris geniet van Dakkapel.nl
  • Vrijdag 10-6-2022 zou je mee komen werken aan de werkplaats. Hier ben je niet op komen dagen. Omstreeks 19:28 uur melde jij bij ons dat jij je verslapen zou hebben.
  • Vandaag zou jij aan de werkplaats meehelpen, echter ben je zonder overleg om 12:00 naar huisgegaan.
  • Omstreeks 13:37 nadat [A] jou geprobeerd heeft te bellen zonder enige reactie. Ik jou heb gewhatsappt ontvangen wij het volgende bericht: “Yo chef Ik ben thuis dacht dat ik gwn een halfe dag ging werken om het rustig aan te pakken want vandaag ging het nie heel best met me voet. Ja klopt had de dokter aan de telefoon en ben eigenlijk meteen gegaan stond er op dat moment nie bij stil.”
  • Omstreeks 17:56 ontvangen wij het volgende bericht: “Heb zelf aan de telefoon gezegd day ik halve dage wil proberen ik kan niet meteen volle dagen werke als ik nog last heb.” Dit is nooit besproken.
  • Het gebeurt regelmatig dat medewerkers die in de buitendienst werken gevraagd worden een dag binnen mee te komen draaien aangezien dit goed is voor je eigen ontwikkeling, je ziet hoe de dakkappellen worden geassembleerd, je hier erg veel van kan leren en je ook meer binding krijgt met je collega’s die in de fabriek werkzaam zijn. Jij hebt vorige week aangegeven meer te willen leren. Bij deze hebben wij jou die kans gegeven maar jij hebt dit geweigerd.
  • Onbegrijpelijk maar toch ben je zonder enig bericht of overleg naar huis gegaan.
(…)
(…) Je hebt eerder al waarschuwingen gehad daterende van 10-06-22 jl. Wij kunnen je gedrag van vandaag niet door de vingers zien omdat de regels binnen Dakkapel.nl voor iedereen van toepassing zijn. (…)

4.Het verzoek

4.1.
[verzoeker] verzoekt de kantonrechter samengevat:
I. voor recht te verklaren dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen met het gegeven ontslag op staande voet niet is geëindigd;
II. te bepalen dat Dakkapel.nl over de periode vanaf 13 juni tot en met 11 augustus 2022 primair 100% van het basissalaris en subsidiair 70% van het basissalaris dient te voldoen plus het individuele budget vakantietoeslag, dagen en duurzame inzetbaarheid, een en ander te vermeerderen met de wettelijke verhoging van 50% en die verhoging te vermeerderen met de wettelijke rente;
III. te bepalen dat Dakkapel.nl een bedrag van € 2.700,00 aan aanzegvergoeding dient te voldoen;
IV. Dakkapel.nl te veroordelen in de kosten van deze procedure.
4.2.
Dakkapel.nl voert verweer.
4.3.
Op de stellingen van partijen zal hierna, voor zover dat van belang is voor de beoordeling van het verzoek van [verzoeker] , nader worden ingegaan.

5.De beoordeling

5.1.
In deze zaak moet de kantonrechter beoordelen of Dakkapel.nl [verzoeker] terecht op staande voet heeft ontslagen.
5.2.
Uit de ontslagbrief van 13 juni 2022 blijkt dat Dakkapel.nl [verzoeker] op staande voet heeft ontslagen omdat – kort gezegd – volgens haar sprake is geweest van werkweigering. [verzoeker] is namelijk, zo staat in de ontslagbrief vermeld, op 10 juni 2022 niet komen werken terwijl dat wel was afgesproken en is op 13 juni 2022 om 12:00 uur zonder overleg naar huis gegaan.
5.3.
[verzoeker] is van mening dat hij ten onrechte op staande voet is ontslagen. Hij stelt zich op het standpunt dat hij op 24 mei 2022 bij het kickboksen een gebroken teen en gekneusde middenvoetsbeentjes heeft opgelopen en dat hij ondanks dat hij nog veel pijn had op 10 juni 2022 weer wilde proberen te werken. Volgens [verzoeker] heeft hij die dag echter vanwege het gebruik van slaappillen de hele dag geslapen, waardoor hij niet op zijn werk is verschenen. Wat betreft 13 juni 2022 voert [verzoeker] aan dat hij die dag re-integratiewerkzaamheden verrichtte omdat hij zijn eigen werk niet kon doen en dat zulke werkzaamheden gestaakt mogen worden indien blijkt dat deze fysiek te zwaar zijn. Dit was volgens hem het geval, omdat in de loop van de ochtend bleek dat hij zijn rechtervoet te veel had belast en de pijn toenam, zodat hij naar huis mocht gaan.
5.4.
Dakkapel.nl heeft zich in haar brief van 21 augustus 2022 – die de kantonrechter als verweerschrift beschouwt – op het standpunt gesteld dat voor haar de maat vol was toen bleek dat [verzoeker] na de officiële waarschuwing van 10 juni 2022 op 13 juni 2022 zonder enige mededeling was verdwenen. Volgens Dakkapel.nl leverden de handelingen en het gedrag van [verzoeker] een dringende reden voor ontslag op staande voet op, omdat een klein bedrijf als Dakkapel.nl, met een overvolle orderportefeuille en permanente afspraken, het gedrag van [verzoeker] er niet bij kan hebben. Tijdens de mondelinge behandeling heeft Dakkapel.nl betwist dat [verzoeker] zijn teen heeft gebroken en zijn middenvoetsbeentjes heeft gekneusd en dat hij zich op 24 mei 2022 heeft ziek gemeld. Volgens Dakkapel.nl was de ziekmelding al op 17 mei 2022 en is het vreemd dat [verzoeker] tijdens ziekte wel in staat was om te kickboksen.
5.5.
De kantonrechter is van oordeel dat [verzoeker] ten onrechte op staande voet is ontslagen en overweegt daartoe het volgende.
5.6.
In artikel 7:677 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) staat vermeld dat iedere partij bevoegd is de arbeidsovereenkomst onverwijld op te zeggen om een dringende reden, onder onverwijlde mededeling van die reden aan de wederpartij. Voor de werkgever worden als dringende redenen beschouwd zodanige daden, eigenschappen of gedragingen van de werknemer, die ten gevolge hebben dat van de werkgever redelijkerwijs niet gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren (artikel 7:678 lid 1 BW). Op grond van lid 2 sub j en k van dat artikel kan een dergelijke dringende reden aanwezig zijn wanneer een werknemer hardnekkig weigert te voldoen aan redelijke bevelen of opdrachten van de werkgever of op een andere wijze grovelijk zijn verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst veronachtzaamt. Werkweigering kan dus in beginsel een dringende reden opleveren voor een ontslag op staande voet. Indien een werknemer wegens door hem gestelde arbeidsongeschiktheid niet op het werk is verschenen en weigert zijn werkzaamheden te hervatten, levert het enkele feit van dit (voortgezet) werkverzuim echter geen dringende reden op voor ontslag op staande voet, indien de werknemer werkelijk arbeidsongeschikt was dan wel te goeder trouw mocht menen arbeidsongeschikt te zijn. En dit is niet anders wanneer de werkgever ten tijde van het werkverzuim in redelijkheid mag aannemen dat de werknemer arbeidsgeschikt is (HR 20 september 1991, NJ 1991, 768).
5.7.
[verzoeker] heeft in deze procedure medische informatie van zijn huisarts en van de afdeling radiologie van het Gelre Ziekenhuis van 24 mei 2022 overgelegd waaruit blijkt dat hij die dag met kickboksen inderdaad een teen heeft gebroken. In de betreffende informatie staat namelijk “fractuur teen” vermeld en “oblique fractuur van de basisfalanx derde straal”. De kantonrechter gaat daarom voorbij aan de stelling van Dakkapel.nl dat [verzoeker] zijn teen niet heeft gebroken. Dit geldt ook voor haar stelling dat [verzoeker] zich al op 17 mei 2022 heeft ziek gemeld. [verzoeker] heeft die stelling namelijk betwist door zich op het standpunt te stellen dat hij tot (en met) 24 mei 2022 gewoon heeft gewerkt. Dakkapel.nl heeft geen stukken overgelegd waaruit de betreffende ziekmelding blijkt, terwijl zij zich in haar verweerschrift nog op het standpunt heeft gesteld dat [verzoeker] zich op 24 mei 2022 heeft ziek gemeld. De kantonrechter gaat er dus van uit dat [verzoeker] zich vanwege het breken van zijn teen inderdaad op 24 mei 2022 heeft ziek gemeld.
5.8.
Dakkapel.nl heeft geen bedrijfsarts ingeschakeld om te bepalen wanneer en in welke mate de voet van [verzoeker] weer belast kon worden. Partijen hebben echter wel afgesproken dat [verzoeker] op vrijdag 10 juni 2022 weer zou komen werken. [verzoeker] is uiteindelijk pas de maandag daarop, 13 juni 2022, naar zijn werk gegaan. Volgens [verzoeker] ging het toen nog niet goed met zijn voet, maar wilde hij wel weer proberen te werken. Dakkapel.nl heeft niets gesteld om aan te nemen dat [verzoeker] op 13 juni 2022 weer beter was, zodat de kantonrechter ervan uitgaat dat hij die dag nog altijd arbeidsongeschikt was. Dit sluit ook aan bij het feit dat Dakkapel.nl hem die dag heeft gevraagd het buitenterrein netjes te maken en dus niet zijn gebruikelijke werkzaamheden uit te voeren. Nu [verzoeker] op 13 juni 2022 nog altijd arbeidsongeschikt was, levert zijn vertrek en het staken van zijn werkzaamheden die dag geen dringende reden op voor een ontslag op staande voet, ook niet in combinatie met zijn afwezigheid op 10 juni 2022 en de daarvoor verstuurde officiële waarschuwing. Werkweigering of werkverzuim wegens arbeidsongeschiktheid is immers geoorloofd en levert geen ongeoorloofde afwezigheid op. Hoewel van [verzoeker] verwacht had mogen worden dat hij zijn leidinggevende had geïnformeerd over zijn vertrek op 13 juni 2022, kan evenmin volgehouden worden dat hij grovelijk zijn verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst heeft veronachtzaamd door dat niet te doen. De conclusie is dan ook dat Dakkapel.nl [verzoeker] ten onrechte op staande voet heeft ontslagen en dat de arbeidsovereenkomst door dat ontslag niet is geëindigd. De door [verzoeker] verzochte verklaring voor recht zal daarom worden toegewezen.
5.9.
Op grond van artikel 7:677 lid 4 BW is Dakkapel.nl vanwege het onterechte ontslag op staande voet aan [verzoeker] het loon verschuldigd over de termijn dat de arbeidsovereenkomst geduurd zou hebben indien deze van rechtswege zou zijn geëindigd. Omdat de arbeidsovereenkomst van [verzoeker] liep tot 11 augustus 2022, is Dakkapel.nl tot en met 10 augustus 2022 het gebruikelijke loon aan hem verschuldigd. Dakkapel.nl heeft niet weersproken dat op de arbeidsovereenkomst van [verzoeker] de cao Bouwbedrijf van toepassing is en dat daarom bij ziekte 100% van het salaris moet worden doorbetaald. De kantonrechter gaat er dus van uit dat dit het geval is en zal Dakkapel.nl veroordelen tot betaling van het volledige basissalaris plus het individuele budget vakantietoeslag, dagen en duurzame inzetbaarheid over de periode van 13 juni tot en met 10 augustus 2022.
5.10.
Nu sprake is van een onterecht ontslag op staande voet, bestaat ook aanleiding tot het toewijzen van de wettelijke verhoging. Gelet op de omstandigheden van het geval zal de kantonrechter die verhoging echter wel matigen tot 30%. De wettelijke rente over de wettelijke verhoging zal worden toegewezen vanaf veertien dagen na heden.
5.11.
De door [verzoeker] verzochte aanzegvergoeding van € 2.700,00 bruto zal tot slot ook worden toegewezen. De arbeidsovereenkomst tussen partijen is door het onterechte ontslag op staande voet niet per 13 juni 2022 geëindigd, zodat op Dakkapel.nl de verplichting rustte om uiterlijk een maand voordat de arbeidsovereenkomst eindigde [verzoeker] te informeren over het al dan niet voortzetten daarvan. Vaststaat dat Dakkapel.nl niet aan die verplichting heeft voldaan. Op grond van artikel 7:668 lid 3 BW is zij daarom aan [verzoeker] een vergoeding verschuldigd ter hoogte van het loon voor één maand. Dakkapel.nl heeft hiertegen geen verweer gevoerd.
5.12.
De proceskosten komen voor rekening van Dakkapel.nl, omdat zij ongelijk krijgt.
Deze kosten worden tot op heden aan de zijde van [verzoeker] begroot op € 86,00 aan
griffierecht en € 747,00 aan salaris gemachtigde. Dat is in totaal € 833,00.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
verklaart voor recht dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen met het op 13 juni 2022 gegeven ontslag op staande voet niet is geëindigd;
6.2.
veroordeelt Dakkapel.nl om aan [verzoeker] te betalen het basissalaris van € 2.700,00 bruto en het verschuldigde individuele budget vakantietoeslag, dagen en duurzame inzetbaarheid over de periode van 13 juni tot en met 10 augustus 2022, te vermeerderen met de wettelijke verhoging als bedoeld in artikel 7:625 BW van 30% en die wettelijke verhoging te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de veertiende dag na heden tot de dag van volledige betaling;
6.3.
veroordeelt Dakkapel.nl om aan [verzoeker] een aanzegvergoeding te voldoen van
€ 2.700,00 bruto;
6.4.
veroordeelt Dakkapel.nl tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van [verzoeker] vaststelt op € 833,00;
6.5.
wijst af hetgeen meer of anders is verzocht.
Deze beschikking is gegeven door mr. F. Koster, en in het openbaar uitgesproken op 28 september 2022. (DM(O)