Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
primair) van 30 januari 2018 tot en met 9 maart 2021 met een ander, onder wie
subsidiair) dat hij met een ander of alleen voor of tijdens het faillissement van
3.De voorvragen
‘waaronder’zoals dat in de tenlastelegging onder feit 1 is opgenomen, partieel nietig dient te worden verklaard, omdat niet voldoende duidelijk is wat hier precies onder valt. De tenlastelegging voldoet daarmee niet aan de eisen gesteld in artikel 261, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv). De raadsman heeft bepleit dat de dagvaarding aldus dient te worden begrepen dat uitsluitend ten laste is gelegd dat de vijf specifiek genoemde documenten valselijk zijn opgemaakt.
4.De bewijsmotivering
17 oktober 2017 aan verdachte medegedeeld dat in de tweede helft van dat jaar ruim 3.300 uur meer gefactureerd was dan dat er aan loon was uitbetaald. [24] Kort nadat [naam 10] dit had opgemerkt werd er een andere boekhouder ingeschakeld door [bedrijf] . Verdachte was degene die belang had bij het declareren van teveel zorg, nu hij uiteindelijk profiteerde van de grote winsten die door [bedrijf] werden gemaakt.
5.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst, meermalen gepleegd;
voorafgaand aan het faillissement van een ander, terwijl dit is gevolgd, wetende dat hierdoor een of meer schuldeisers in hun verhaalsmogelijkheden worden benadeeld enig goed aan de boedel onttrekken, meermalen gepleegd.
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
8.De toegepaste wettelijke voorschriften
9.De beslissing
opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst, meermalen gepleegd;
voorafgaand aan het faillissement van een ander, terwijl dit is gevolgd, wetende dat hierdoor een of meer schuldeisers in hun verhaalsmogelijkheden worden benadeeld enig goed aan de boedel onttrekken, meermalen gepleegd;
gevangenisstrafvoor de duur van
24 (vierentwintig) maanden;
ontzetverdachte van
het rechttot uitoefening van
enig beroepin de (thuis)zorg voor de duur van
7 (zeven) jaar.