ECLI:NL:RBOVE:2022:2634

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
19 september 2022
Publicatiedatum
19 september 2022
Zaaknummer
08.047034.22 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor openlijke geweldpleging tijdens een voetbalwedstrijd met lichamelijk letsel voor politieagenten

Op 19 september 2022 heeft de Rechtbank Overijssel een 24-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden, waarvan twee maanden voorwaardelijk, voor openlijke geweldpleging. De zaak vond zijn oorsprong in ongeregeldheden tijdens de voetbalwedstrijd Heracles – Ajax op 30 oktober 2021, waarbij de verdachte, een fervent supporter van Heracles, samen met anderen een metalen kliko van een muur heeft gerukt en deze in de richting van Ajax-supporters gooide. De kliko raakte twee politieagenten, [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2], die op dat moment de orde probeerden te handhaven. Beide agenten liepen lichamelijk letsel op door de kliko, die een gewicht van 32 kilogram had. Naast de gevangenisstraf werd de verdachte ook verplicht om schadevergoeding te betalen aan de slachtoffers, in totaal bijna 4.000 euro. De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk geweld had gepleegd en dat zijn handelingen een aanmerkelijke kans op letsel met zich meebrachten. De rechtbank hield rekening met de ernst van het feit, de rol van de verdachte in de gewelddadigheden en zijn eerdere veroordelingen voor geweldsdelicten. De verdachte had zich onder behandeling gesteld en toonde motivatie om zijn leven te verbeteren, maar de rechtbank vond dat een gevangenisstraf noodzakelijk was om de ernst van het gepleegde feit te onderstrepen.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08.047034.22 (P)
Datum vonnis: 19 september 2022
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1997 in [geboorteplaats] ,
wonende aan [adres] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van
5 september 2022.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. A.M. Tromp en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. M. van Leussen, advocaat in Oldenzaal, naar voren is gebracht, als ook wat door benadeelde partij [slachtoffer 1] met haar raadsman mr. E. Dorenbosch en door benadeelde partij [slachtoffer 2] met zijn vertegenwoordigster P.M. Vrielink, casemanager GTPA, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
primair:openlijk geweld heeft gepleegd tegen de politieagenten [slachtoffer 1] en
[slachtoffer 2] , en tegen een afvalcontainer, waardoor die agenten (zwaar) lichamelijk letsel hebben opgelopen en die afvalcontainer is vernield;
subsidiair:samen met anderen [slachtoffer 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel heeft toegebracht
en/of
samen met anderen opzettelijk lichamelijk letsel heeft toegebracht aan [slachtoffer 2] ;
meer subsidiair:samen met anderen [slachtoffer 1] heeft mishandeld, waardoor zij zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
hij op of omstreeks 30 oktober 2021 te Almelo
openlijk, te weten in het Erve Asito (stadion van B.V.O. Heracles)(van
Riemsdijkplein nr.1), in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het
publiek toegankelijke plaats,
in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een persoon, te weten [slachtoffer 1] ,
hoofdagent basisteam Twente-noord en/of [slachtoffer 2] , hoofdagent basisteam
Twente-noord en/of een goed, te weten een kliko, althans een (afval)container,
toebehorende aan Heracles Almelo immers heeft verdachte een kliko, althans een
(afval) container (van de muur) losgetrokken/losgerukt en/of (vervolgens) deze
kliko, althans (afval) container, (met kracht en/of met enige snelheid) richting het
lichaam van voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] gegooid en welke kliko op/tegen de
nek/hoofd en/of de rug, althans het lichaam van die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2]
terecht is gekomen en dit door hem gepleegde geweld zwaar lichamelijk letsel,
althans enig lichamelijk letsel, het zogeheten 'Shock shell syndroom', althans enig
zwaar (hersen)letsel, voor die [slachtoffer 1] , en/of lichamelijk letsel, te weten hoofdpijn
en/of een beurs (achter)hoofd voor die [slachtoffer 2] ten gevolge heeft gehad;
en/of waarbij hij, verdachte, deze goederen opzetteljk heeft vernield;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 30 oktober 2021 te Almelo
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
aan [slachtoffer 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, het zogeheten 'Shock shell
syndroom', althans enig zwaar (hersen)letsel, heeft toegebracht, door met een kliko,
althans een (afval)container, naar die, althans in de richting van, het lichaam van
die [slachtoffer 1] te gooien en welke kliko op/tegen de nek/hoofd en/of de rug, althans
het lichaam van die [slachtoffer 1] terecht is gekomen;
en/of
hij op of omstreeks 30 oktober 2021 te Almelo
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen aan [slachtoffer 2]
opzettelijk lichamelijk letsel, te weten hoofdpijn en/of een beurs (achter)hoofd,
heeft toegebracht, door met een kliko, althans een (afval)container, naar die,
althans in de richting van het lichaam van die [slachtoffer 2] te gooien en welke kliko
op/tegen de nek/hoofd, althans het lichaam van die [slachtoffer 2] terecht is gekomen;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 30 oktober 2021 te Almelo
[slachtoffer 1] heeft mishandeld door met een kliko, althans een (afval)container, naar
die, althans in de richting van, het lichaam van die [slachtoffer 1] te gooien en welke kliko
op/tegen de nek/hoofd en/of de rug, althans het lichaam van die [slachtoffer 1] terecht is
gekomen, terwijl het feit zwaar lichamelijk letsel, te weten het zogeheten 'Shock
shell syndroom', althans enig zwaar (hersen)letsel, voor die [slachtoffer 1] ten gevolge
heeft gehad.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsmotivering

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezen verklaring van het primair ten laste gelegde.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het primair, subsidiair en meer subsidiair ten laste gelegde wegens het ontbreken van causaliteit en voorwaardelijk opzet.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De redengevende feiten en omstandigheden
Op grond van het dossier en hetgeen ter zitting is besproken stelt de rechtbank de volgende feiten en omstandigheden vast.
Verdachte was in de avond van 30 oktober 2021 in het voetbalstadion van B.V.O. Heracles, het Erve Asito, aan het Van Riemsdijkplein 1 in Almelo. In dat stadion, werd op dat moment de voetbalwedstrijd Heracles – Ajax gespeeld. Tijdens die voetbalwedstrijd stond op de omloop in het stadion een groep supporters van Ajax tegenover een groep supporters van Heracles. Verdachte maakte deel uit van de groep Heracles-supporters. Er was sprake van onenigheid tussen de supportersgroepen na een incident met een vlag van de supportersgroep van Heracles. Tussen deze twee groepen bevonden zich enkele politieagenten, onder wie [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , die probeerden de groepen uit elkaar te houden.
Aan de muur van de omloop was een metalen kliko bevestigd. Verdachte heeft samen met andere Heracles-supporters met geweld deze metalen kliko van de muur losgetrokken. Verdachte heeft deze kliko, met een gewicht van 32 kilogram, boven zijn hoofd getild en is, samen met anderen, met de kliko boven zijn hoofd naar voren gelopen in de richting van waar de politieagenten en de supporters van Ajax zich bevonden. Verdachte heeft vervolgens de kliko, nog steeds samen met anderen, in een voorwaartse beweging naar voren gegooid. De kliko is vervolgens via vlak voor de politieagenten staande Heracles-supporters terechtgekomen op het hoofd dan wel de nek van [slachtoffer 1] en van [slachtoffer 2] .
[slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] hebben lichamelijk letsel opgelopen. De kliko is vernield.
Het primair tenlastegelegde
Verdachte wordt primair verweten dat hij openlijk geweld heeft gepleegd tegen twee politieagenten en tegen een kliko, dat het door verdachte gepleegde geweld enig lichamelijk letsel ten gevolge heeft en waarbij verdachte opzettelijk het goed heeft vernield.
De rechtbank stelt voorop dat van het “in vereniging” plegen van geweld sprake is, als de betrokkene een voldoende significante of wezenlijke bijdrage levert aan het geweld, zij het dat deze bijdrage zelf niet van gewelddadige aard behoeft te zijn. De enkele omstandigheid dat iemand aanwezig is in een groep die openlijk geweld pleegt is niet zonder meer voldoende om hem te kunnen aanmerken als iemand die “in vereniging” geweld pleegt. Beoordeeld zal moeten worden of de door de verdachte geleverde – intellectuele en/of materiële – bijdrage aan het delict van voldoende gewicht is.
Door de verdediging is betoogd dat de verdachte van het ten laste gelegde moet worden vrijgesproken, aangezien de verdachte geen opzet heeft gehad om letsel toe te brengen aan de politieagenten en er geen sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking.
De rechtbank stelt op grond van de bovenbesproken feiten en omstandigheden vast dat verdachte niet alleen maar aanwezig is geweest in de groep, maar dat hij een significante en actieve rol heeft vervuld in het geheel. Door een gezamenlijke inspanning van verdachte en enkele anderen is de kliko van de muur gerukt, waarna verdachte, samen met anderen, de kliko in beweging heeft gebracht in de richting van de politie door de metalen kliko met kracht door de lucht naar voren te gooien.
Het is een feit van algemene bekendheid dat bij het gooien van een zware metalen kliko op een groep mensen de aanmerkelijke kans bestaat dat deze mensen hierdoor lichamelijk letsel oplopen. De rechtbank is – anders dan de verdediging – van oordeel dat de handeling van verdachte, te weten het door de lucht gooien van een zware metalen kliko naar een dicht bij elkaar staande grote groep mensen, naar de uiterlijke verschijningsvorm kan worden aangemerkt als zozeer gericht op het toebrengen van letsel bij een ieder die door die kliko geraakt wordt, dat het niet anders kan zijn dan dat verdachte de aanmerkelijke kans op het betreffende gevolg bewust heeft aanvaard. Van contra-indicaties is de rechtbank niet gebleken.
De verklaring van verdachte dat hij de kliko naar voren wilde brengen zodat deze als barricade tussen beide groepen dienst kon doen, acht de rechtbank gezien de wijze waarop verdachte de kliko naar voren heeft gegooid, als ook gezien de beperkte omvang van de kliko in vergelijking met de breedte van de omloop waar de groepen zich bevonden, niet geloofwaardig. De rechtbank passeert deze stelling.
De rechtbank komt tot de conclusie dat verdachte opzet heeft gehad op de ten laste gelegde geweldshandelingen en daaraan een voldoende significante of wezenlijke bijdrage heeft geleverd en dat dus is bewezen dat verdachte in vereniging geweld heeft gepleegd tegen personen.
Vervolgens moet de rechtbank de vraag beantwoorden of sprake is van strafverzwarende omstandigheden in de zin van artikel 141 lid 2 van het Wetboek van Strafrecht (Sr).
De raadsman heeft aangevoerd dat de vereiste causaliteit en de exacte toedracht van het letsel niet is vast te stellen, omdat niet duidelijk is of het letsel bij de politieagenten is ontstaan door de eerste worp met de kliko of door een tweede (terug)worp met de kliko door de Ajax-supporters.
De rechtbank overweegt het volgende.
Aan de in het tweede lid van art. 141 Sr opgenomen strafverzwarende omstandigheden stelt de Hoge Raad de eis dat die uitsluitend betrekking hebben op de dader van wie komt vast te staan dat hijzelf goederen heeft vernield dan wel dat het door hem zelf gepleegde geweld de in sub 1, 2 of 3 omschreven gevolgen heeft gehad. In artikel 141 lid 2 sub 1 Sr is bepaald dat sprake is van een hogere maximumstraf als de schuldige opzettelijk goederen vernielt, of als het door hem gepleegde geweld enig lichamelijk letsel ten gevolge heeft.
Zoals hiervoor al is vastgesteld heeft verdachte, samen met anderen, de kliko in een voorwaartse beweging in de richting van de Ajax-supporters en de politieagenten – waar ook [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] stonden – gegooid en is de kliko via een doorgeefbeweging over de voorste Heracles-supporters op het hoofd/in de nek van [slachtoffer 1] en van [slachtoffer 2] terechtgekomen.
Op grond van het dossier en hetgeen ter zitting is besproken stelt de rechtbank voorts de volgende feiten en omstandigheden vast.
[slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] stonden met hun gezicht richting de Ajax-supporters en hadden hun rug naar de Heracles-supporters gekeerd. [slachtoffer 1] voelde ineens een harde klap in haar nek. Zij voelde iets kouds en hards in haar nek en voelde direct pijn in haar nek en op haar hoofd. Zij heeft vanaf dat moment geen herinneringen meer aan de verdere gebeurtenissen. [slachtoffer 2] stond links van [slachtoffer 1] . [slachtoffer 2] voelde een harde klap op zijn achterhoofd en nek en hij voelde direct een drukkend pijnlijk gevoel in zijn nek en achterhoofd. [slachtoffer 2] zag direct daarna een kliko naast zich op de grond. Kort na het incident kreeg [slachtoffer 2] hoofdpijn en voelde zijn achterhoofd beurs.
Heeft verdachte geweld gepleegd dat lichamelijk letsel ten gevolge heeft?
Beantwoording van de vraag of een causaal verband bestaat tussen de door de verdachte verrichte gedragingen en het ten laste gelegde gevolg, te weten het letsel bij [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , dient te geschieden aan de hand van de maatstaf of dit gevolg redelijkerwijs als gevolg van de gedragingen aan de verdachte kan worden toegerekend.
Gezien de omstandigheden dat verdachte vanuit de groep Heracles-supporters de kliko gooide in de richting van de plek van de politie en de Ajax-supporters, dat [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] met de rug naar de Heracles-supporters stonden en dat zij de klap van de kliko in de nek voelden, is de rechtbank anders dan de verdediging van oordeel dat [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] zijn getroffen door de eerste worp. Deze worp is geïnitieerd en ingezet door verdachte.
De rechtbank is gelet op voornoemde feiten en omstandigheden van oordeel dat er geen twijfel over bestaat dat in de keten van gebeurtenissen de gedragingen van verdachte een noodzakelijke factor zijn geweest voor het ingetreden gevolg. De handeling van verdachte was gericht op het gebruik van de kliko als wapen tegen de Ajaxsupporters. Verdachte is degene die de kliko in beweging heeft gebracht en wel met een dermate grote kracht en snelheid dat de kliko met slechts een kleine doorgeefbeweging terecht is gekomen tegen het hoofd/de nek van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , die vervolgens pijn en letsel hebben opgelopen.
Dit brengt de rechtbank tot het oordeel dat het ingetreden gevolg redelijkerwijs aan de gedragingen van de verdachte kan worden toegerekend. De rechtbank verwerpt daarom het verweer van de raadsman hieromtrent.
Op grond van het vorenstaande concludeert de rechtbank dat het door verdachte gepleegde geweld het letsel bij [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] tot gevolg heeft gehad. De rechtbank acht ook dit onderdeel van de tenlastelegging wettig en overtuigend bewezen.
Zijn door verdachte opzettelijk goederen vernield?
Dat de kliko opzettelijk is vernield door de handelingen van verdachte, te weten het losrukken van de kliko uit de bevestiging aan de muur en het gooien met de kliko, staat niet ter discussie. De rechtbank acht op grond van hetgeen hiervoor is uiteengezet dit deel van de tenlastelegging wettig en overtuigend bewezen.
Conclusie
De rechtbank is op basis van het vorenstaande van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte het primair tenlastegelegde feit heeft begaan.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat:
primair
hij op 30 oktober 2021 te Almelo openlijk, te weten in het Erve Asito, stadion van B.V.O. Heracles, aan het Van Riemsdijkplein nr. 1, een voor het publiek toegankelijke plaats, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen personen, te weten [slachtoffer 1] , hoofdagent basisteam Twente-noord, en [slachtoffer 2] , hoofdagent basisteam Twente-noord, en een goed, te weten een kliko, toebehorende aan Heracles Almelo, immers heeft verdachte een kliko van de muur losgetrokken/losgerukt en vervolgens deze kliko met kracht en met enige snelheid richting de lichamen van voornoemde [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] gegooid en welke kliko op/tegen de nek/het hoofd van die [slachtoffer 1] en die [slachtoffer 2] terecht is gekomen en dit door hem gepleegde geweld enig lichamelijk letsel voor die [slachtoffer 1] en voor die [slachtoffer 2] ten gevolge heeft gehad
en waarbij hij, verdachte, dit goed opzettelijk heeft vernield.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte primair meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De eventueel in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in artikel 141 Sr. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
primair
het misdrijf: het openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen en een goed, terwijl het feit enig lichamelijk letsel ten gevolge heeft en de schuldige opzettelijk het goed heeft vernield.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor het bewezenverklaarde feit.
7. De op te leggen straf of maatregel
7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft oplegging gevorderd van een gevangenisstraf van twaalf maanden waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren en met oplegging daarbij van de bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering is geadviseerd.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht bij een strafoplegging rekening te houden met artikel 63 Sr en met de omstandigheden dat verdachte zich onder behandeling heeft gesteld, dat hij niet meer bij voetbalwedstrijden komt, dat hij geen alcohol en drugs meer gebruikt en dat hij zijn leven op de rails heeft omdat hij net is begonnen aan een nieuwe baan, steun heeft aan zijn sociale netwerk en samenwoont met zijn vriendin. Een taakstraf zou daarom volstaan.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan openlijk geweld waarbij twee slachtoffers lichamelijk letsel hebben opgelopen en waarbij een afvalbak is vernield.
Tijdens de voetbalwedstrijd Heracles – Ajax hebben ongeregeldheden plaatsgevonden op de omloop in het stadion in Almelo. Verdachte, een fervent Heracles-aanhanger, heeft als onderdeel van de groep Heracles-supporters samen met anderen een metalen kliko van een betonnen muur gerukt. Deze metalen kliko met een gewicht van ruim dertig kilo heeft verdachte vervolgens, samen met anderen, met kracht gegooid in de richting van de Ajax-supporters en eenieder die zich daar nog meer bevond. Dit zware projectiel eindigde op het hoofd/in de nek van de tussen de linies aanwezige politieagenten [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , die met de rug naar de Heracles-supporters stonden en daarom totaal werden overvallen door de klap van het zware gewicht dat op hen werd gegooid. Ten gevolge hiervan hebben beide agenten lichamelijk letsel opgelopen. [slachtoffer 1] wordt tot op de dag van vandaag nog geconfronteerd met de gevolgen van dit feit, omdat zij zowel in het dagelijks leven als in haar werkzaamheden door het opgelopen letsel nog steeds wordt beperkt.
Ten grondslag aan deze excessieve handelingen van verdachte lagen frustraties en een aangetaste (groeps)eer door een eerder incident die avond waarbij Ajax-supporters de vlag van de Heracles-supporters hadden gestolen en ondersteboven opgehangen in hun eigen vak. Dat een dergelijk incident is gebruikt als aanleiding voor het aangaan van een heftige en gewelddadige confrontatie met de Ajax-supporters, waarbij uitgerekend de politieagenten die daar slechts aanwezig waren voor de veiligheid en ter bescherming van alle bezoekers (dus ook voor verdachte en zijn kompanen) het slachtoffer zijn geworden, rekent de rechtbank verdachte zwaar aan.
Te meer nu ook in het stadion aanwezige ouders met hun kinderen, die gewoon wilden genieten van een avondje voetbal, ongewild getuige hebben moeten zijn van deze angstaanjagende gewelddadigheden tussen de beide vechtende supportersgroepen en zich door het slagveld een weg naar buiten hebben moeten banen.
De rechtbank houdt bij het bepalen van de hoogte van de straf rekening met de ernst van het bewezenverklaarde feit in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals deze onder meer tot uitdrukking komen in de hierop gestelde wettelijke strafmaxima en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. Nu sprake is van openlijk geweld met de strafverzwarende omstandigheden van lid 2 sub 1 van artikel 141 Sr, heeft de rechtbank de LOVS-oriëntatiepunten – die slechts zien op lid 1 van voornoemd artikel – niet tot uitgangspunt genomen. Gezien de ernst van het gepleegde feit, waarbij in het bijzonder meeweegt dat het feit is begaan tegen politieagenten die op dat moment in functie waren, kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf.
In strafverzwarende zin weegt de rechtbank mee dat verdachte, blijkens een uittreksel uit de Justitiële Documentatie van verdachte van 1 augustus 2022, in het verleden vaker voor onder meer geweldsdelicten is veroordeeld. Verdachte laat zich door de eerdere veroordelingen kennelijk niet weerhouden opnieuw tot geweldsdelicten over te gaan en lijkt hiermee het kwalijke van zijn gedrag niet in te zien. Verdachte is bovendien eerder veroordeeld voor een ander geweldsincident op dezelfde dag en plaats als onderhavige zaak. De rechtbank merkt daarbij op dat verdachte ook ten tijde van het huidige feit zijn leven in materieel opzicht prima op orde had; een vaste baan en een relatie. Kennelijk is dat gegeven voor hem geen beletsel om zich bij herhaling aan geweld schuldig te maken.
De rechtbank heeft, op de voet van het bepaalde in artikel 63 Sr, rekening gehouden met de
aan verdachte opgelegde gevangenisstraf en taakstraf, bij beslissing van de politierechter van 17 november 2021. Ook weegt de rechtbank mee dat de KNVB een stadionverbod voor de duur van drie jaren en een geldboete aan verdachte heeft opgelegd.
De rechtbank weegt in strafverminderende zin voorts mee dat verdachte te kennen heeft gegeven gemotiveerd te zijn om met hulp van de reclassering een positieve wending aan zijn leven te geven, zoals ook blijkt uit het over verdachte opgemaakte reclasseringsadvies van Tactus verslavingszorg van 2 juni 2022. Hieruit volgt onder meer het volgende.
Verdachte heeft een delictgeschiedenis van geweldsdelicten en een veroordeling in het kader van de Opiumwet. Eerdere reclasseringscontacten zijn door verdachte positief afgerond waarbij hij heeft meegewerkt aan de opgelegde voorwaarden. Er is sprake van een steunend sociaal netwerk, een vast inkomen en er zijn geen schulden. Verdachte heeft een vaste relatie, woont samen met zijn vriendin en wil een toekomst met haar opbouwen. Verdachte bevindt zich in het supportersnetwerk van de voetbalclub Heracles omdat hij plezier ondervindt van de voetbalwedstrijden en een speciale band heeft met medesupporters. Verdachte is zich ervan bewust dat hij zich laat meeslepen in de conflicten die ontstaan met supporters van andere voetbalclubs. Verdachte wil dit niet meer.
Het risico op recidive wordt ingeschat als laag en het risico op letselschade als gemiddeld. Het risico op geweldsdelicten lijkt verhoogd te zijn in combinatie met alcohol en drugs.
Er is sprake van motivatie voor hulpverlening en verdachte staat open voor behandeling voor emotieregulatie en middelengebruik. De reclassering ziet geen zwaarwegende consequenties van een werkstraf of een financiële sanctie. Momenteel is er een lopend toezicht, waarvan de termijn afloopt in december 2022.
Geadviseerd wordt oplegging van een deels voorwaardelijke straf met een drietal bijzondere voorwaarden, te weten een meldplicht bij de reclassering, ambulante behandeling en het meewerken aan middelencontrole, en om de reclassering opdracht te geven toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en betrokkene daarbij te begeleiden.
Alles overziend is de rechtbank van oordeel dat aan verdachte een gevangenisstraf moet worden opgelegd van zes maanden. Rekening houdend met het vorenstaande, zal de rechtbank een deel van de straf, te weten twee maanden, voorwaardelijk opleggen met daarbij de door de reclassering geïndiceerde bijzondere voorwaarden en een proeftijd van drie jaren.

8.De schade van benadeelden

8.1
De vordering van de benadeelde partij
De vordering van [slachtoffer 1]
(vertegenwoordigd door haar raadsman mr. E. Dorenbosch) heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 11.521,15, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. Als kosten voor rechtsbijstand is een bedrag van € 3.823,60 opgevoerd.
Ter zitting van 5 september 2022 heeft mr. Dorenbosch aangevoerd dat de in de bijlage bij de vordering genoemde materiële schadeposten het uitgangspunt zijn van de omvang van de vordering. Ter zitting heeft mr. Dorenbosch zich ten aanzien van de proceskosten gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- prismabril € 1.091,00
- eigen risico € 279,83
- reiskosten € 16,12
- mantelzorg € 1.087,00
- hotelkosten € 138,20
Ter vergoeding van immateriële schade wordt een bedrag van € 10.000,-- gevorderd.
De vordering van [slachtoffer 2]
(vertegenwoordigd door P.M. Vrielink, casemanager GTPA) heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 1.000,00, bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan.
Ter zitting van 5 september 2022 heeft mevrouw Vrielink aangevoerd dat een deel van de gevorderde immateriële schade, te weten tot een bedrag van € 150,00, ziet op het feit dat in de omgeving van de benadeelde partij een nitraat is afgegaan.
8.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft het volgende aangevoerd.
De vordering van [slachtoffer 1] kan worden toegewezen met uitzondering van de post hotelkosten nu deze kosten in een te ver verwijderd verband staan tot het bewezenverklaarde feit.
De vordering van [slachtoffer 2] kan worden toegewezen tot een bedrag van € 850,00 nu dit deel van de vordering ziet op het bewezenverklaarde feit.
8.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft het volgende aangevoerd.
Primair wordt verzocht de vordering van [slachtoffer 1] af te wijzen. Subsidiair wordt verzocht het immateriële deel van de vordering vast te stellen op een lager bedrag en [slachtoffer 1] niet ontvankelijk te verklaren in het materiële deel van de vordering, omdat nadere onderbouwing van de gevorderde schadevergoeding noodzakelijk is en dit een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. De causaliteit tussen handelen van verdachte en het letsel bij [slachtoffer 1] kan niet worden vastgesteld nu [slachtoffer 1] de kliko twee keer op haar hoofd heeft gekregen. Het voert te ver voor een strafzaak dit alsnog te laten beoordelen.
De vordering van [slachtoffer 2] kan worden toegewezen tot een bedrag van € 850,00.
8.4
Het oordeel van de rechtbank
8.4.1
De vordering van [slachtoffer 1]
De materiële schade
Op grond van artikel 361, lid 2, onder b, van het Wetboek van Strafvordering (Sv) en artikel 6:98 van het Burgerlijk Wetboek (BW) kan een benadeelde partij een vordering indienen als aan haar rechtstreeks schade is toegebracht door het bewezen verklaarde feit en moet de schade in zodanig verband staan met de gebeurtenis waarop de aansprakelijkheid van de schuldenaar berust, dat zij hem, mede gezien de aard van de aansprakelijkheid en van de schade, als gevolg van deze gebeurtenis kan worden toegerekend.
De rechtbank is van oordeel dat door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] . De rechtbank zal de opgevoerde materiële schadeposten hieronder afzonderlijk bespreken.
Het in de vordering genoemde totaalbedrag (materieel) van € 1.521,15 komt niet overeen met de totaalsom ad € 2.612,15 van de in de bijlagen bij de vier verschillende materiële posten genoemde bedragen. Ter zitting van 5 september 2022 heeft mr. Dorenbosch aangevoerd dat de in de bijlage bij de vordering genoemde materiële schadeposten het uitgangspunt vormen van de omvang van de vordering. De rechtbank verwerpt dit standpunt. Het is niet de taak van de rechtbank om het eindbedrag van een vordering samen te stellen op basis van bijlagen die niet corresponderen met de in de vordering genoemde bedragen, temeer nu deze eindbedragen aanzienlijk van elkaar verschillen. De rechtbank zal daarom de in de vordering genoemde bedragen als uitgangspunt nemen.
- eigen risico
De opgevoerde schadepost eigen risico is betwist, maar is voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen tot een bedrag van € 279,83, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
- reiskosten
De opgevoerde schadepost reiskosten is betwist, maar is voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen tot een bedrag van € 16,12, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
- prismabril en mantelzorg
De onder deze posten opgevoerde schade is onvoldoende komen vast te staan, omdat de gestelde schade onvoldoende is onderbouwd, terwijl door of namens verdachte de omvang ervan gemotiveerd is betwist. Het in de gelegenheid stellen van de benadeelde partij om deze schadeposten alsnog nader te onderbouwen levert een onevenredige belasting van het strafgeding op. De rechtbank zal de benadeelde partij die gelegenheid niet bieden.
De rechtbank zal de benadeelde partij daarom in dit deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de benadeelde partij de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
- hotelkosten
De rechtbank is van oordeel dat de post hotelkosten in een te ver verwijderd verband staat om te worden beschouwd als schade die op grond van het bepaalde in artikel 361 lid 2 Sv voor vergoeding in aanmerking komt. De rechtbank zal deze post dan ook afwijzen.
De immateriële schade
De benadeelde partij heeft vergoeding van immateriële schade, smartengeld, gevorderd. De vordering is op dit punt betwist, in die zin dat door de verdediging is verzocht om matiging van het gevorderde bedrag. Vast is komen te staan dat de benadeelde partij immateriële schade heeft geleden door het bewezenverklaarde feit. De rechtbank ziet aanleiding gebruik te maken van haar bevoegdheid om de omvang van de schade te schatten. De rechtbank is van oordeel dat de omvang van de immateriële schade naar billijkheid op dit moment vastgesteld kan worden op € 3.500,00, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan. De rechtbank wijst de vordering voor het overige af.
De proceskosten
De benadeelde partij heeft verzocht om vergoeding van de kosten van rechtsbijstand.
De rechtbank overweegt dat kosten die in het kader van de voegingsprocedure zijn gemaakt, zoals kosten van rechtsbijstand, op grond van artikel 532 Sv worden aangemerkt als proceskosten. Deze proceskosten zijn door de verdediging betwist in die zin dat is verzocht om toepassing van het liquidatietarief.
De rechtbank overweegt dat een redelijke uitleg van artikel 532 Sv meebrengt dat de kosten voor rechtsbijstand die de benadeelde partij heeft moeten maken op dezelfde wijze wordt begroot als in civiele zaken, wat doorgaans neerkomt op het hanteren van het liquidatietarief kanton. De rechtbank ziet geen aanleiding daar in deze zaak van af te wijken. De rechtbank kent in totaal drie punten toe voor de volgende werkzaamheden: indienen vordering, bijwonen inhoudelijke behandeling en houden van pleidooi. Het geldende tarief betreft tarief 1, waarbij ieder punt wordt gewaardeerd op € 249,00. De rechtbank zal aldus toewijzen een bedrag aan proceskosten van (3 x € 249,00 =) € 747,00. De rechtbank wijst het overige deel van de opgevoerde kosten voor rechtsbijstand af.
8.4.2
De vordering van [slachtoffer 2]
Zoals hiervoor onder 8.4.1 reeds is uiteengezet kan een benadeelde partij op grond van artikel 361, lid 2, onder b, Sv en artikel 6:98 BW een vordering indienen indien kortgezegd sprake is van rechtstreekse schade.
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] . De opgevoerde schadepost is betwist. De rechtbank acht de vordering tot een bedrag van € 850,00 voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen tot een bedrag van € 850,00, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
De rechtbank is van oordeel dat de vordering tot een bedrag van € 150,00 in een te ver verwijderd verband staat om te worden beschouwd als schade die op grond van het bepaalde in artikel 361 lid 2 Sv voor vergoeding in aanmerking komt, omdat dit deel van de vordering niet ziet op het bewezenverklaarde feit. De rechtbank zal de vordering voor dit deel dan ook afwijzen.
8.5
De schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partijen hebben verzocht en de officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank zal ten aanzien van beide vorderingen de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partijen naar burgerlijk recht (mede) aansprakelijk is voor de schade die door het feit is toegebracht.
Als door de verdachte niet volledig wordt betaald, kan deze verplichting worden aangevuld met 45 dagen gijzeling (ten aanzien van de vordering van [slachtoffer 1] ) en 17 dagen gijzeling (ten aanzien van de vordering van [slachtoffer 2] ), waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting voor iedere vordering afzonderlijk niet opheft.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c en 14d Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte primair meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
het misdrijf:het openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen en een goed, terwijl het feit enig lichamelijk letsel ten gevolge heeft en de schuldige opzettelijk het goed heeft vernield;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het primair bewezenverklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
2 (twee) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarde(n) niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich gedurende de proeftijd meldt op afspraken met de reclassering van Tactus verslavingszorg, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt. De reclassering zal contact met verdachte opnemen voor de eerste afspraak;
- zich ambulant laat behandelen door Transfore of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start zo snel mogelijk. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling. Bij een terugval in middelengebruik, overmatig middelengebruik of ernstige zorgen over het psychiatrische toestandsbeeld ontstaat een grote kans op risicovolle situaties. Dan kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende klinische opname voor crisisbehandeling, detoxificatie, stabilisatie, observatie of diagnostiek;
- meewerkt aan controle van het gebruik van alcohol en drugs om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak betrokkene wordt gecontroleerd;
- draagt de reclassering op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
Schadevergoeding
De vordering van [slachtoffer 1]
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] toe tot een bedrag van € 3.795,95 (bestaande uit € 295,95 materiële schade en € 3.500 immateriële schade);
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] van een bedrag van € 3.795,95 (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 oktober 2021;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op € 747,00, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering
- wijst af de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] tot vergoeding van de hotelkosten van € 138,20;
- wijst af de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] tot betaling van de proceskosten voor zover deze het liquidatietarief kanton tarief 1 (drie punten) te boven gaan;
- bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet ontvankelijk is in haar vordering en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 3.795,95, (zegge: drieduizend zevenhonderdvijfennegentig euro en vijfennegentig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 oktober 2021 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 45 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
De vordering van [slachtoffer 2]
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] toe tot een bedrag van € 850,00 (bestaande uit immateriële schade);
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] voor het overige af;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] : van een bedrag van € 850,00 (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 oktober 2021);
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 850,00 (zegge: achthonderdenvijftig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 oktober 2021 ten behoeve van de benadeelde [slachtoffer 2] , en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 17 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Venekatte, voorzitter, mr. H. Stam en mr. M. Scheeper, rechters, in tegenwoordigheid van D.A.C. Brockötter, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 19 september 2022.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s zijn dit pagina’s uit het dossier van politie-eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2021527734. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 5 september 2022, voor zover inhoudende als verklaring van verdachte:
Ik was op 30 oktober 2021 in het Erve Asito aan het Riemsdijkplein 1 in Almelo. Dit is het stadion van voetbalclub Heracles. Ik bevond mij met andere aanhangers van Heracles op de zogenoemde omloop in het stadion. Ik heb samen met een paar anderen een metalen kliko, die vastzat aan de muur, van deze muur losgetrokken. Ik heb de kliko hoog boven mijn hoofd getild en ik liep met de kliko boven mijn hoofd naar voren in de richting van waar de politie en de aanhangers van Ajax zich bevonden. Ik gooide de kliko in een voorwaartse beweging naar voren.
Ik herken mijzelf op de mij ter zitting getoonde videobeelden. Ik zie dat ik de kliko in een voorwaartse beweging de lucht in gooi in de richting van de paal waar een letter G op staat en dat de kliko bij die paal terecht komt. Achter die paal staan de politieagenten.
2.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] van 13 november 2021, zakelijk weergegeven voor zover inhoudende, pagina 13 – 14, met bijlage (een schriftelijk bescheid te weten een triageverslag betreffende [slachtoffer 1] ) pagina 17:
We stonden tussen twee groepen die tegenover elkaar stonden. Collega [slachtoffer 2] en ik stonden tegenover de Ajax supporters, met nog een aantal collega's. Achter mij staan een aantal collega's en stewards en daarachter zijn de Heracles supporters.
Ik voel plotseling een harde klap in mijn nek. Ik voelde iets hards en kouds in mijn nek. Ik heb niks aan zien komen en voelde direct pijn in mijn nek en op mijn hoofd. Vanaf dat moment weet ik niets meer. Van mijn collega’s hoorde ik later dat ik een container op mijn nek had gehad. De arts heeft een hersenschudding vastgesteld. De afgelopen weken heb ik veel pijn gehad. Uiteindelijk is de pijn vanuit mijn nek naar mijn rug gegaan.
3.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] van 10 november 2021, zakelijk weergegeven voor zover inhoudende, pagina 34:
Ik bevond mij toen in politie uniform in het voetbalstadion van Heracles te Almelo voor de uitvoering van de politietaak. Ik was daar in de rechtmatige uitoefening van mijn bediening.
Mij is opzettelijk pijn en/of letsel toegebracht doordat er met een grote vuilnisbak gegooid werd welke mij tegen mijn hoofd raakte.
4.
Het proces-verbaal van bevindingen van [slachtoffer 2] van 10 november 2021, zakelijk weergegeven voor zover inhoudende, pagina 43 - 44:
Ik zag dat rechts van mij collega [slachtoffer 1] stond. Kort hierna voelde ik een harde klap op mijn achterhoofd en nek. Het voelde alsof er een hard voorwerp tegen mij was aangegooid of geslagen. Ik voelde direct een drukkend pijnlijk gevoel in mijn nek en achterhoofd. Ik keek hierop naar rechts en zag dat er een kliko op de grond lag.
Een uur na het incident kreeg ik hoofdpijn en voelde mijn achterhoofd beurs.
5.
Het proces-verbaal van aangifte van [aangever] van 31 januari 2022, zakelijk weergegeven voor zover inhoudende, pagina36
:
Ik ben werkzaam bij Heracles Almelo en namens de BVO Heracles Almelo doe ik aangifte van vernieling van een metalen kliko + metalen beugel. Tijdens de wedstrijd Heracles Almelo tegen Ajax Amsterdam op 30 oktober 2021 werd tijdens de ongeregeldheden in het stadion een metalen kliko + metalen beugel met geweld van de betonnen muur getrokken/gerukt/getrapt. Dit was ter hoogte van vak G. Deze kliko bestaat uit metaal en weegt 32 kilo. Uit nader onderzoek is gebleken dat deze kliko tijdens de ongeregeldheden gebruikt en gegooid is vanuit de kant waar Heracles supporters zich bevonden richting de Ajax supporters. De materiele schade voor Heracles Almelo betreft montagekosten (incl. nieuwe pluggen en bouten) om de kliko en de metalen beugel weer te bevestigen aan de betonnen muur.
6.
De eigen waarneming van de rechtbank ten aanzien van de ter terechtzitting van september 2022 getoonde camerabeelden van het bestand getiteld ‘Compilatie container incident’:
De voorzitter deelt mee dat de rechtbank op de in de zittingzaal afgespeelde videobeelden het volgende ziet.
Een persoon tilt de kliko boven het hoofd en loopt ermee naar voren in de richting van andere personen. Deze persoon maakt, samen met anderen, een voorwaartse gooiende beweging met de kliko. De kliko beweegt zich in een boog boven andere personen naar voren, gaat iets omlaag, maakt een tweede hupje en verdwijnt uit het zicht tussen de personen achter een pilaar met daarop de letter G.