10.De beslissing
- verklaart niet bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart bewezen dat verdachte het subsidiair ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
subsidiair: het misdrijf:
poging tot zware mishandeling;
- verklaart verdachte strafbaar voor het subsidiair bewezen verklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
24 (vierentwintig) maanden;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
8 (acht) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarde(n) niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich meldt zich binnen 5 dagen na het ingaan van de proeftijd bij Leger des Heils reclassering op het adres Tubantiasingel 5 te Enschede. Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
- meewerkt aan diagnostiek en, indien geïndiceerd, behandeling door Transfore of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling;
- meewerkt aan controle van het gebruik van alcohol en drugs om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;
- draagt de reclassering op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] toe tot een bedrag van
€ 5.013,60 (bestaande uit materiële schade en immateriële schade);
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer] : van een bedrag van € 5.013,60 (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 mei 2022);
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van 5.013,60 (zegge: vijfduizend en dertien euro en zestig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 mei 2022 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 60 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Venekatte, voorzitter, mr. A.J. Louter en mr. M.T. Bos, rechters, in tegenwoordigheid van D.A.C. Brockötter, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 13 september 2022.
Buiten staat
Mr. Bos is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland onderzoek Mira22 / ON2R022030, proces-verbaalnummer BVH: 2022208737, gesloten op 31 mei 2022.
Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] van 14 mei 2022, zakelijk weergegeven, voor zover inhoudende, pagina 91 - 93:
Wij zaten op het terras bij [café] . Ik ben weggegaan met [naam 1] , [naam 2] en een andere [naam 3] naar mijn woning, Op [adres 2] , daar zagen wij die getinte jongen. Ik zag dat die jongen met een pistool liep te zwaaien. Hij ging met zijn rechterarm met het pistool heen en weer, alsof hij aan ons wilde laten zien dat hij een pistool had. De anderen van mijn groepje liepen door. Ik liep wat langzamer. Ik wilde dat hij weg zou gaan. Toen stonden wij voor zo’n doorgang en ik was er klaar mee dat hij steeds doorliep. Toen draaide ik me om naar hem toe en toen zag ik dat hij met het vuurwapen op mij richtte, op borsthoogte. Toen stonden wij nog 3 a 4 meter van elkaar af. Toen hoorde ik ineens een hele harde knal en zag een flits bij het pistool. Ik voelde op dat moment een luchtstroom langs mijn linkerbeen net onder mijn knie. Ik hoorde de kogel achter mij inslaan, op de stoep, of een muurtje. De jongen heeft één keer gericht op mij geschoten.
2.
Het proces-verbaal ter terechtzitting, zakelijk weergegeven, voor zover inhoudende als verklaring van verdachte:
Ik was op 13 mei 2022 in Almelo. Ik ben eerder die avond uit [café] gezet. Ik was opgefokt en boos. Ik voelde mij vernederd. Ik had zeven of acht glazen alcoholische drank gedronken. Ik heb een geladen vuurwapen opgehaald. Ik had het geladen vuurwapen in mijn hand. Ik stond op een afstand van drie meter van [slachtoffer] . Ik stond tegenover [slachtoffer] . Ik was al opgefokt. Ik hield het vuurwapen naar voren. Ik heb een handbeweging gemaakt en ik heb het vuurwapen naar achteren gehaald om het vuurwapen door te laden. Ik heb een schot afgevuurd in de richting van [slachtoffer] . Ik heb links langs [slachtoffer] geschoten. De kogel kwam op de grond achter [slachtoffer] . Ik mikte op de grond langs zijn linkerbeen.