ECLI:NL:RBOVE:2022:2552

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
8 september 2022
Publicatiedatum
8 september 2022
Zaaknummer
84.294111.21 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een 21-jarige man voor de handel in professioneel vuurwerk met gevangenisstraf en taakstraf

Op 8 september 2022 heeft de Rechtbank Overijssel een 21-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 90 dagen, waarvan 47 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar, en een taakstraf van 80 uur. De man was samen met twee anderen betrokken bij de handel in professioneel vuurwerk, waarbij 150 stuks Cobra 6 knalvuurwerk in beslag zijn genomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 4 november 2021 in Zutphen opzettelijk professioneel vuurwerk heeft opgeslagen en ter beschikking heeft gesteld aan anderen. Tijdens de zitting op 25 augustus 2022 heeft de officier van justitie, mr. D. van Ieperen, de vordering ingediend, en de verdediging, vertegenwoordigd door mr. H. de Boer, heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. De rechtbank heeft de tenlastelegging beoordeeld en vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat de officier van justitie ontvankelijk was in de vervolging. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van een tweede ten laste gelegd feit, omdat er onvoldoende bewijs was dat hij meer vuurwerk voorhanden had dan wat hij had afgeleverd. De rechtbank heeft de ernst van het delict, de rol van de verdachte en zijn persoonlijke omstandigheden in overweging genomen bij het bepalen van de straf. De rechtbank heeft ook de in beslag genomen Xiaomi-telefoon verbeurd verklaard, omdat deze werd gebruikt voor de communicatie over de vuurwerkhandel. De uitspraak is openbaar uitgesproken en de rechtbank heeft de voorlopige hechtenis opgeheven.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige economische kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 84.294111.21 (P)
Datum vonnis: 8 september 2022
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 2001 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] ,

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 25 augustus 2022.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. D. van Ieperen en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. H. de Boer, advocaat in Zutphen, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte op 4 november 2021 in de gemeente Zutphen samen met (een) ander(en) opzettelijk,
feit 1:professioneel vuurwerk, te weten 150 stuks knalvuurwerk (cobra 6), heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad en/of aan een ander ter beschikking heeft gesteld;
feit 2:professioneel vuurwerk (zoals mortierbommen (shells) en knalvuurwerk) heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad en/of aan een ander ter beschikking heeft gesteld.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
feit 1:
hij op of omstreeks 4 november 2021 in de gemeente Zutphen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en), althans alleen,
opzettelijk, professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten
- 150, althans één of meerdere stuks knalvuurwerk (Cobra 6 (Trade name)),
(Pag. 702)
althans een (grote) hoeveelheid professioneel vuurwerk heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad en/of aan een ander (P799 en P800)
ter beschikking heeft gesteld.
Feit 2:
hij op of omstreeks 4 november 2021 in de gemeente Zutphen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en), althans alleen,
opzettelijk, professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten
- 144, althans één of meerdere stuks Shells (Mortierbom) (Shell/Bomba
Pirotechniczna Kulista. Diverse effecten, NEM etiket in gr. 155), (Pag. 664)
en/of
- 432, althans één of meerdere stuks Shells (Mortierbom) (Shell/Bomba Pirotechniczna Kulista. Diverse effecten, NEM etiket in gr. 140), (Pag. 672)

en/of

- 144, althans één of meerdere stuks Shells (Mortierbom) (Shell/Bomba
Pirotechniczna Kulista. Diverse effecten, NEM etiket in gr. 150), (Pag. 686)
en/of
- 60, althans één of meerdere stuks Shells (Mortierbom) (US5), (Pag. 692) en/of
- 144, althans één of meerdere stuks Shells (Mortierbom) (DS04 FDC004 MIX),

(Pag. 697) en/of

- 2550, althans één of meerdere stuks knalvuurwerk (Cobra 6 (Trade name)), (Pag. 702) en/of
- 5600, althans één of meerdere stuks knalvuurwerk (MEGA BLACK DEVIL), (Pag.
707)
althans een (grote) hoeveelheid professioneel vuurwerk heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad (in een garagebox aan de
Haydnstraat) en/of aan een ander ter beschikking heeft gesteld.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsmotivering

4.1
Inleiding
In deze strafzaak staat het strafrechtelijk onderzoek ‘De Gulden Draak’ centraal. Dit onderzoek is aangevangen naar aanleiding van informatie aangetroffen in de berichtendienst Telegram. Uit die informatie volgde dat een persoon met gebruikersnaam [gebruikersnaam 1] professioneel vuurwerk te koop aanbood via deze berichtendienst. Om binnen afzienbare tijd achter de identificerende gegevens van deze gebruiker te komen en om de handel in verboden vuurwerk aan te tonen, heeft het Openbaar Ministerie de bevoegdheid tot het uitvoeren van een pseudokoop ingezet. Dit heeft ertoe geleid dat 4 november 2021 te Zutphen een hoeveelheid professioneel vuurwerk in beslag is genomen onder verdachte. Daarnaast is op dezelfde datum en plaats in een garagebox een grote hoeveelheid professioneel vuurwerk in beslag genomen.
4.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht – overeenkomstig een overlegd schriftelijk requisitoir – beide ten laste gelegde feiten met uitzondering van het onder 1 en 2 ten laste gelegde opslaan en het onder 2 ten laste gelegde verstrekken, wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van het eerste ten laste gelegde feit heeft zij opgemerkt dat verdachte een karton cobra 6 heeft afgeleverd aan de pseudokopers, waarmee hij dit professionele vuurwerk voorhanden heeft gehad.
Ten aanzien van het tweede ten laste gelegde feit heeft de officier van justitie voor het bewijs verwezen naar de diverse chatberichten via Wickr. Daaruit komt onder meer naar voren dat verdachte:
- wordt gevraagd om een doos Shells te pakken;
- opdrachten krijgt ergens naar toe te gaan;
- gevraagd wordt welk vuurwerk er nog in de garagebox ligt; en
- een instructie krijgt dat de sleutel onder de deur ligt.
Deze sleutel wordt daar later ook aangetroffen. Hieruit leidt de officier van justitie af dat verdachte toegang had tot de garagebox en hij beschikkingsmacht had ten aanzien van het aldaar opgeslagen vuurwerk. [1]
4.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich met betrekking tot de bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
4.4
Het oordeel van de rechtbank
Bewezenverklaring van het onder 1 ten laste gelegde
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit onder 1 op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen.
- het proces-verbaal van bevindingen pseudokoop P799, van 7 november 2021; [2]
- het proces-verbaal van kennisgeving van inbeslagneming, van 4 november 2021; [3]
- het proces-verbaal onderzoek vuurwerk, bijlage 7, van 12 november 2021; [4]
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting op 25 augustus 2022.
Vrijspraak van het onder 2 ten laste gelegde
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte onder 2 is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Verschillende chatberichten, verstuurd via Wickr, tussen verdachte en ‘ [gebruikersnaam 2] ’ wekken bij de rechtbank de indruk dat verdachte telkens alleen het vuurwerk voorhanden heeft gehad dat hij diende af te leveren. [5] Het bewijs dat verdachte meer dan dit af te leveren vuurwerk voorhanden heeft gehad, ontbreekt. Daarnaast is het enkel voorhanden hebben van een sleutel voor een periode van twee dagen, en het met instemming van ‘ [gebruikersnaam 2] ’ het betreden van de garagebox en het meenemen van specifiek aan hem opgegeven vuurwerk, onvoldoende om vast te stellen dat verdachte de vereiste beschikkingsmacht heeft gehad over de gehele in de garagebox aangetroffen partij vuurwerk. [6] Nu bij verdachte die beschikkingsmacht ontbreekt, acht de rechtbank niet wettig en overtuigend bewezen dat hij de gehele partij vuurwerk voorhanden heeft gehad dan wel heeft opgeslagen. De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van het onder 2 ten laste gelegde feit.
4.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 4 november 2021 in de gemeente Zutphen, tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk, professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten
- 150 stuks knalvuurwerk (Cobra 6 (Trade name)),
voorhanden heeft gehad en aan een ander (P799 en P800) ter beschikking heeft gesteld.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het onder 1 bewezen verklaarde is strafbaar gesteld in artikel 1.2.2 lid 1 van het Vuurwerkbesluit, krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, in verband met de artikelen 1a, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten.
Het bewezen verklaarde levert het volgende economische delict op:
feit 1
het misdrijf:
medeplegen van overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor het bewezenverklaarde feit.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot:
  • een gevangenisstraf voor de duur van 365 dagen, waarvan 322 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren met aftrek van het voorarrest; en
  • een taakstraf voor de duur van 120 uur, te vervangen door 60 dagen vervangende hechtenis voor het geval dat de taakstraf niet naar behoren wordt verricht.
Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis op te heffen.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd aan verdachte geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen. In dit kader heeft hij naar voren gebracht dat de rol van verdachte kleiner was dan die van zijn twee medeverdachten. Hij was enkel een loopjongen. Voor het overige heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder de volgende omstandigheden van belang.
De aard en de ernst van het gepleegde feit
Verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan het opzettelijk voorhanden hebben en verstrekken van 150 stuks Cobra 6. Deze hoeveelheid professioneel knalvuurwerk heeft opgeteld een netto explosieve massa van 4,2 kilogram. Het voorhanden hebben van een dergelijke massa is op zichzelf zeer gevaarlijk. Het vuurwerk kan massa-explosief reageren. Dit betekent dat indien één exemplaar in een partij, waarin de artikelen tegen elkaar aanliggen, tot ontbranding komt en explodeert, de kans bestaat dat de hele partij sympathisch mee-explodeert. Het gebied rondom zo een explosie waarbinnen als gevolg van die explosie kans op letsel en materiële schade bestaat, wordt daarmee vergroot. Het verstrekken van professioneel vuurwerk aan particulieren brengt negatieve effecten met zich, zoals oneerlijke concurrentie voor de legaal opererende vuurwerkbedrijven, externe veiligheidsrisico’s van vervoer en opslag, en kan – gelet op de kans op explosies – ernstige gevolgen hebben: dodelijke slachtoffers, (ernstig) gewonden, ernstige geluidsoverlast en materiële schade.
Verdachte wist dat sprake was van illegaal vuurwerk, maar heeft dit vuurwerk desondanks – zoals hij zelf verklaard heeft ter terechtzitting enkel voor eigen financieel gewin – voorhanden gehad en verstrekt. De risico’s daarvan heeft verdachte voor lief genomen. De rechtbank rekent dit verdachte aan.
De persoon van verdachte
Uit het uittreksel justitiële documentatie van verdachte van 19 juli 2022 volgt dat hij in het verleden niet eerder voor soortgelijke feiten met politie en/of justitie in aanraking is geweest. De rechtbank heeft ook acht geslagen op het reclasseringsrapport van 11 augustus 2022. Hierin wordt bevestigd dat verdachte een financiële insteek had. Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat nu hij een full time baan heeft, hij voorziet in zijn eigen onderhoud.
De verdachte laat zowel ter terechtzitting als bij de reclassering weinig los over verdere persoonlijke omstandigheden, zoals het sociale netwerk waarin hij zich begeeft. De rechtbank heeft aanwijzingen dat dit sociale netwerk rechtstreeks betrokken is bij het bewezen verklaarde delict en sluit niet uit dat dit netwerk mede invloed heeft gehad op het delict gerelateerde gedrag van verdachte. Vanwege het gebrek aan inzicht op dit vlak, in samenhang met impulsieve gedragingen van verdachte, sluit de reclassering niet uit dat verdachte in de toekomst mogelijk nogmaals in beeld komt.
De strafoplegging
De rechtbank is van oordeel dat vanwege de aard en de ernst van het gepleegde feit, zoals hiervoor is omschreven, en rekening houdend met straffen die rechters in soortgelijke strafzaken opleggen, het in beginsel in de rede ligt om over te gaan tot oplegging van een gevangenisstraf. De rechtbank weegt echter mee dat verdachte een jongvolwassene is met een beperkte rol binnen de vuurwerkhandel. Gelet hierop en de hiervoor omschreven persoonlijke omstandigheden acht de rechtbank het opleggen van een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf niet passend. De rechtbank zal een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan de duur van het al ondergane voorarrest opleggen. Om verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw een strafbaar feit te plegen zal de rechtbank ook een voorwaardelijk gevangenisstraf opleggen. Om de ernst van het strafbare feit te benadrukken, zal de rechtbank hiernaast een taakstraf voor de duur van 80 uren opleggen.
7.4
Het inbeslaggenomen voorwerp
De officier van justitie heeft het standpunt ingenomen dat de in beslag genomen Xiaomi-mobiele telefoon moet worden verbeurd verklaard, nu de communicatie over de vuurwerkhandel onderling via deze telefoon plaatsvond.
De raadsman heeft geen standpunt ingenomen ten aanzien van het in beslag genomen toestel.
Uit het procesdossier volgt dat verdachte via de Xiaomi-mobiele telefoon contacten en communicatie heeft onderhouden voor het voorhanden hebben en de verkoop van illegaal vuurwerk. De rechtbank is van oordeel dat de op de beslaglijst vermelde mobiele telefoon moet worden verbeurdverklaard.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 33, 33a en 47 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 2 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 1 meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
het misdrijf:
medeplegen van overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens
artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan.
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1 bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
90 (negentig) dagen;
- beveelt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
47 (zevenenveertig) dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
80 (tachtig) uren;
- beveelt, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
40 (veertig) dagen;
het in beslag genomen voorwerp
-
verklaart verbeurdhet in beslag genomen voorwerp, te weten een
Xiaomi-telefoontoestel.
opheffing bevel voorlopige hechtenis
- heft het (geschorste) bevel tot voorlopige hechtenis op met ingang van heden.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.B. Werkhoven, voorzitter, mr. ing. M.S. de Waard en mr. L. Kesteloo, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.S. de Bruin, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 8 september 2022.
Buiten staat
De voorzitter en mr. Kesteloo zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Zie het proces-verbaal van de terechtzitting op 25 augustus 2022.
2.Proces-verbaal van bevindingen nr. 0211104, pagina 36, derde alinea & pagina 37 en 38, vijfde alinea.
3.Proces-verbaal van bevindingen nr. 021505397-10, pagina 715 en 716.
4.Proces-verbaal onderzoek vuurwerk, nr. 2021505397, pagina 702 tot er met 706.
5.Proces-verbaal van bevindingen, pag. 227 en verder.
6.Proces-verbaal van bevindingen, pag. 237 en 240.