Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
mr. A. Ruige en van wat door de raadsman mr. K. Karakaya, advocaat in Apeldoorn, naar voren is gebracht.
Rechtbank Overijssel
Op 8 september 2022 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 64-jarige vrouw, die werd beschuldigd van valsheid in geschrifte. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken, omdat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat de notulen van een buitengewone vergadering van aandeelhouders, die op 7 februari 2002 zouden zijn opgemaakt, op een andere datum zijn opgemaakt of dat de vergadering nooit heeft plaatsgevonden. De rechtbank oordeelde dat het argument dat het in de notulen aan de verdachte verstrekte mandaat civielrechtelijk niet rechtsgeldig was, geen bewijs opleverde voor de valsheid van het geschrift. Ook het niet volgens de statuten handelen kon niet worden aangemerkt als bewijs voor de valsheid van de notulen. De rechtbank concludeerde dat er geen bewijs was dat de notulen vals of vervalst waren, en sprak de verdachte om deze reden vrij.
De zaak kwam voor de rechtbank na een onderzoek op de openbare terechtzitting van 25 augustus 2022. De officier van justitie had gevorderd dat het primair ten laste gelegde bewezen zou worden, maar de verdediging pleitte voor een integrale vrijspraak. De rechtbank oordeelde dat er geen bewijs was voor opzet van de verdachte, wat vereist is voor valsheid in geschrifte. De rechtbank concludeerde dat het aan de verdachte primair en subsidiair ten laste gelegde niet bewezen kon worden, en sprak haar vrij.