ECLI:NL:RBOVE:2022:2542

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
8 september 2022
Publicatiedatum
8 september 2022
Zaaknummer
84.300656.21 (ontneming)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel in verband met de verkoop van professioneel vuurwerk

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 8 september 2022 uitspraak gedaan in een ontnemingsvordering tegen een veroordeelde die betrokken was bij de verkoop van professioneel vuurwerk. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde wederrechtelijk verkregen voordeel heeft genoten ter hoogte van € 1.110,-. De vordering is behandeld op de openbare terechtzitting van 25 augustus 2022, waarbij de veroordeelde werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. S.B. Kleerekoper. De officier van justitie, mr. D. van Ieperen, heeft de vordering ingediend op basis van een rapport van een financieel rechercheur, waarin de hoogte van het wederrechtelijk verkregen voordeel is berekend.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde in de periode van 1 augustus 2021 tot en met 4 november 2021 professioneel vuurwerk ter beschikking heeft gesteld aan particulieren. Dit is bewezen door middel van chatberichten en andere bewijsstukken die zijn aangetroffen op in beslag genomen telefoons. De rechtbank heeft de totale opbrengst van de verkoop van het vuurwerk berekend op € 4.230,-, waarbij de inkoopkosten zijn afgetrokken, wat resulteert in het vastgestelde wederrechtelijk verkregen voordeel van € 1.110,-.

De rechtbank heeft de veroordeelde de verplichting opgelegd tot betaling van dit bedrag aan de Staat. De beslissing is gegrond op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht, dat de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel regelt. De rechtbank heeft ook de duur van de gijzeling bepaald, die maximaal 22 dagen kan bedragen, indien de veroordeelde niet aan de betalingsverplichting voldoet. Het vonnis is openbaar uitgesproken en is ondertekend door de rechters van de meervoudige kamer voor economische strafzaken.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 84.300656.21 (ontneming)
Datum vonnis: 8 september 2022
Vonnis op tegenspraakvan de rechtbank Overijssel, meervoudige kamer voor economische strafzaken, rechtdoende op de vordering op grond van artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht (Sr) van de officier van justitie ten aanzien van de veroordeelde:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 1998 in [geboorteplaats] ,
wonende aan [adres] .

1.De procedure

De vordering is behandeld op de openbare terechtzitting van 25 augustus 2022. De veroordeelde, bijgestaan door zijn raadsman mr. S.B. Kleerekoper, advocaat in
Hoenderloo, is op die terechtzitting verschenen en is op de vordering gehoord. De rechtbank heeft kennisgenomen van de standpunten van de officier van justitie mr. D. van Ieperen en de verdediging.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de navolgende stukken:
  • een in wettelijke vorm opgemaakt rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel per delict ex artikel 36e, 2e c.q. 3e lid Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) + bijlagen, opgemaakt en gesloten op 21 april 2022 door financieel rechercheur
  • het ten laste van de veroordeelde gewezen vonnis van de meervoudige strafkamer van deze rechtbank van 8 september 2022 in de onderliggende strafzaak met parketnummer 84-300656-21 (hierna: het vonnis);
- de stukken behorende tot het dossier in die strafzaak met dat parketnummer.

2.De vordering en de beoordeling daarvan

2.1
De vordering en daaraan gegeven onderbouwing
De officier van justitie heeft zich bij de bepaling van de omvang van het te ontnemen wederrechtelijk verkregen voordeel gebaseerd op het rapport. Daarin is geconcludeerd dat veroordeelde wederrechtelijk verkregen voordeel heeft genoten ter hoogte van € 1.110, -. De officier van justitie heeft gevorderd dat de rechtbank:
- het bedrag vaststelt waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel als bedoeld in artikel 36e Sr wordt geschat en
- aan de veroordeelde de verplichting oplegt tot betaling aan de Staat van het geschatte voordeel tot een bedrag van € 1.110, -.
2.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen opmerkingen over de ontnemingsvordering gemaakt. De veroordeelde heeft de ontnemingsvordering impliciet bestreden door te verklaren dat hij geen professioneel vuurwerk heeft verkocht.

3.Het oordeel van de rechtbank

Grondslag van de vordering
De meervoudige strafkamer van deze rechtbank heeft veroordeelde in de onderliggende strafzaak met bovengenoemd parketnummer bij vonnis van 8 september 2022 onder meer veroordeeld ter zake van:
Onder 1, 2 en 3 telkens:
Medeplegen van een overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1. van de Wet Milieubeheer, opzettelijk begaan.
De rechtbank heeft bij vonnis bewezen geacht dat veroordeelde tezamen en in vereniging met anderen in de periode van 1 augustus 2021 tot en met 4 november 2021 in Nederland professioneel vuurwerk ter beschikking heeft gesteld aan particulieren en dit voorhanden heeft gehad. Veroordeelde heeft bevorderende handelingen verricht om dit professionele vuurwerk te kunnen verkopen. Voornoemd vonnis [1] en de daarin gegeven bewijsbeslissingen evenals de hieronder uitgewerkte redengevende feiten en omstandigheden vormen voor zover hier van belang voor de rechtbank het uitgangspunt voor de vaststelling van het wederrechtelijk verkregen voordeel.
3.2
De beoordeling van de omvang van het wederrechtelijk verkregen voordeel
Het wederrechtelijk verkregen voordeel
De rechtbank is op grond van de stukken van voornoemd voorbereidend onderzoek en gelet op hetgeen ter terechtzitting naar voren is gebracht van oordeel dat veroordeelde wederrechtelijk voordeel heeft genoten door middel van en uit de baten van de verkoop van professioneel vuurwerk.
De rechtbank schat dit voordeel op € 1.110, - en overweegt daartoe als volgt.
In het rapport wordt uitgegaan van verkoop van professioneel vuurwerk in september, oktober en november 2021. Dit baseert de financieel rechercheur op diverse Wickrberichten [2] prijslijsten en notities die aangetroffen zijn in de onder veroordeelde in beslag genomen telefoons [3] . Zoals ook in het vonnis is vastgesteld, gaat de financieel rechercheur ervan uit dat veroordeelde gebruik maakt van het account [naam 1] op Wickr.
Uit een via Wickr verstuurd chatbericht op 4 november 2021 om 16.14 uur wordt de prijs van vuurwerk bevestigd door Veroordeelde ( [naam 1] ) in een chat aan “ [naam 2] ”. Hij schreef:

…Shells 320
C6 575
Nitraat 260 per 10”. [4]
Uit dit chatbericht worden de inkoopprijzen van het vuurwerk afgeleid.
Voor de verkoopprijzen van het vuurwerk sluit het rapport eveneens aan bij berichten verzonden via Wickr.
Op 4 november 2021 om 12.01 uur plaatst “ [naam 3] ” een bestelling bij veroordeelde ( [naam 1] ):
…”
2 karton 4 ich en 1 kartonc6”
Op 4 november 2021 om 14.06 antwoordt veroordeelde ( [naam 1] ) aan “ [naam 3] ”:
…”C6 €850 pst
2 x 4" €450 pst
€1750 totaal” [5]
Ook stuurt veroordeelde op 4 november 2021 om 15.50 uur aan [naam 3] ”een lijst met prijzen van het vuurwerk:
“…Nieuwe lijst november af te halen!
Minimaal bestel bedrag €2000!!
Bestellen is afnemen!! Anders word je verweiderd uit de lijst
Shells
3" super mix 450
4" super mix 450
5” super mix 450
Knallers
nitraat 4gr. 40/20 360
Cobra 6 100/3
Half karton 50/3 450
1 karton 850
5 karton 800
10 karton 7500” [6]
Aan de hand van een op 23 oktober 2021 vastgelegde notitie in de onder veroordeelde in beslag genomen IPhone S5 is na vergelijking met de (blijkens het vonnis van 8 september 2022) hoeveelheid vuurwerk die in totaal in beslag genomen werd op 4 november 2021 berekend en op basis daarvan voor de rechtbank buiten redelijke twijfel komen vast te staan dat er 3 dozen nitraten en 7 dozen Shells zijn verkocht na 21 oktober 2021 en voor 4 november 2021. [7]
Dit levert de navolgende berekening op:
Totale opbrengst verkoop vuurwerk
7 dozen Shells, verkoopprijs € 450 per stuk = € 3.150, -
3 dozen Nitraat, verkoopprijs € 360 per stuk = € 1.080, -
Totaal = € 4.230, -
Kosten
Het Wetboek van Strafrecht biedt in artikel 36e, achtste lid, aan de ontnemingsrechter de ruimte om bij de bepaling van de hoogte van het voordeel kosten in mindering te brengen, voor zover die in rechtstreeks verband staan met het strafbare feit en die redelijkerwijs voor aftrek in aanmerking komen. Dit is gelet op het doel van de maatregel, door middel van voordeelsontneming herstel van de rechtmatige financiële toestand, niet alleen redelijk maar bovendien noodzakelijk. Hieronder vallen daadwerkelijke kosten die bespaard zouden zijn geweest als het strafbare feit niet zou zijn gepleegd.
De aftrekbare kosten bestaan uit de inkoopwaarde van het vuurwerk en uit eventueel andere kosten. De inkoopprijzen van het verkochte vuurwerk zijn:
7 dozen Shell, inkoopprijs € 320 per stuk = € 2.240.-
3 dozen Nitraat, inkoopprijs € 260 per stuk = € 780,-
Totaal = € 3.020.-
De rechtbank gaat daarnaast, op basis van het rapport, uit van betaalde kosten aan mededader [medeverdachte] . Deze mededader heeft verklaard dat hij tienmaal € 10,- heeft ontvangen voor een klant.
Wederrechtelijk verkregen voordeel
De totale opbrengst van € 4.230,- minus de kosten van € 3.120,- leveren veroordeelde dus een wederrechtelijk verkregen voordeel op van € 1.110,-.
3.3
De vaststelling van de betalingsverplichting
De rechtbank is van oordeel dat aan de veroordeelde de verplichting moet worden opgelegd tot betaling aan de Staat ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel van een bedrag van € 1.110.-.

4.De wettelijke voorschriften

De oplegging van de maatregel is gegrond op artikel 36e Sr.

5.De beslissing

De rechtbank:
  • stelt het bedrag waarop het door de veroordeelde wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat vast op € 1.110, -;
  • legt de veroordeelde de verplichting op tot betaling van € 1.110, - aan de Staat ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel;
  • bepaalt de duur van de gijzeling die met toepassing van artikel 6:6:25 van het Wetboek van Strafvordering ten hoogste kan worden gevorderd op 22 dagen.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.B. Werkhoven, voorzitter, mr. ing. M.S. de Waard en mr. L. Kesteloo, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.S. de Bruin, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 8 september 2022.
Buiten staat
Mrs. Werkhoven en Kesteloo is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Zie het vonnis van de meervoudige strafkamer van 8 september 2022 met parketnummer 84-300656-21.
2.Zie pagina’s 8, 9, 10 en 11 van het rapport en bijlage 1 pagina’s 19 tot en met 80.
3.Zie pagina 6 van het rapport en bijlage 1 pagina 19.
4.Zie pagina 12 van het rapport en bijlage 1 pagina 50 en 65.
5.Zie pagina 13 van het rapport en bijlage 1 pagina 57 en 58.
6.Zie pagina 13 en 14 van het rapport.
7.Zie pagina 14 van het rapport.