Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
mr. J.P. Dees en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. A.A. Dooijeweerd, advocaat in Zutphen, naar voren is gebracht.
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De bewijsmotivering
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
overtreding van artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
8.De toegepaste wettelijke voorschriften
9.De beslissing
overtreding van artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994
een geldboete van € 1.000,00 (zegge: duizend euro);
20 (twintig) dagen;
ontzegtde verdachte de
bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigenvoor de duur van
6 (zes) maandenen bepaalt dat deze bijkomende straf
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat verdachte zich vóór het einde van
een proeftijd van 2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
mr. M. Scheeper, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.K van Haren, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 8 september 2022.