Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
wonende te [woonplaats] ,
STICHTING TRAJECTUM,
gevestigd en kantoorhoudende te Zwolle,
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 30 augustus 2022 uitspraak gedaan in een arbeidsrechtelijk geschil tussen een werknemer, aangeduid als [verzoeker], en zijn werkgever, Stichting Trajectum. De werknemer had een verzoek ingediend om herstel van zijn arbeidsovereenkomst na een ontslag dat door het UWV was goedgekeurd op basis van bedrijfseconomische redenen. De kantonrechter oordeelde dat de ontslagvergunning op de a-grond terecht was afgegeven, omdat de functie van de werknemer als Slaapwacht was komen te vervallen. De werkgever had voldoende onderbouwd dat de functie niet meer nodig was en dat er geen mogelijkheden waren voor herplaatsing van de werknemer binnen de organisatie. De kantonrechter wees het primaire verzoek van de werknemer tot herstel van de arbeidsovereenkomst af.
Echter, de kantonrechter oordeelde dat de werkgever de wederindiensttredingsvoorwaarde had geschonden. Dit houdt in dat de werkgever binnen 26 weken na het ontslag een vacature voor dezelfde functie had moeten aanbieden aan de werknemer, wat niet was gebeurd. De werkgever had in juni 2022 wel een vacature voor de functie van Slaapwacht, maar deze was niet aan de werknemer aangeboden. Hierdoor kwam de kantonrechter tot de conclusie dat de werknemer recht had op een billijke vergoeding. De hoogte van deze vergoeding werd vastgesteld op € 6.000,= bruto, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast werd de werkgever veroordeeld tot betaling van de proceskosten van de werknemer, die in totaal € 833,= bedroegen, plus nakosten van € 124,=.