ECLI:NL:RBOVE:2022:2478

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
3 mei 2022
Publicatiedatum
31 augustus 2022
Zaaknummer
9609518 BM VERZ 21-2125
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van ontslagen bewindvoerder voor schade aan rechthebbende door nalatigheid

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 3 mei 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot aansprakelijkstelling van een ontslagen bewindvoerder. De rechthebbende, vertegenwoordigd door een nieuwe bewindvoerder, heeft de ontslagen bewindvoerder aangesproken voor schade die is ontstaan door het niet ondernemen van actie, waardoor de rechthebbende bijzondere bijstand en een individuele inkomenstoeslag heeft misgelopen, en te veel premie voor de zorgverzekering heeft betaald. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de ontslagen bewindvoerder nalatig is geweest in zijn taken en heeft hem veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding van € 1.067,29 aan de rechthebbende.

De procedure begon met een verzoek van de bewindvoerder dat op 30 december 2021 bij het bewindsbureau is ingekomen. De ontslagen bewindvoerder heeft niet gereageerd op de verzoeken om uitleg. Tijdens de zitting op 14 april 2022 waren zowel de bewindvoerder als een vertegenwoordiger van de ontslagen bewindvoerder aanwezig. De kantonrechter heeft de feiten en omstandigheden van de zaak beoordeeld, waarbij onder andere werd gekeken naar de verplichtingen van de bewindvoerder om jaarlijks verantwoording af te leggen en de schade die de rechthebbende heeft geleden door de nalatigheid van de ontslagen bewindvoerder.

De kantonrechter heeft verschillende schadeposten beoordeeld, waaronder misgelopen bijzondere bijstand, een individuele inkomenstoeslag en extra kosten voor de zorgverzekering. De kantonrechter heeft de schade van in totaal € 1.067,29 toegewezen, waarbij enkele schadeposten zijn erkend door de ontslagen bewindvoerder, terwijl andere zijn afgewezen omdat de bewindvoerder niet kon aantonen dat deze kosten daadwerkelijk zijn gemaakt. De beslissing van de kantonrechter kan binnen drie maanden na de datum van de beschikking worden aangevochten door middel van een beroepschrift.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL
Team Toezicht - Bewindsbureau
Zittingsplaats Zwolle
zaaknummer : 9609518 BM VERZ 21-2125
dossiernummer : BM 12557
datum : 3 mei 2022

Beschikking op een verzoek tot aansprakelijkstelling

ingediend door:

[rechthebbende]geboren op [geboortedatum] 1987hierna te noemen: rechthebbendevertegenwoordig door [naam 1] , h.o.d.n. [bewindvoerder]

[adres 1]
hierna te noemen: de bewindvoerder
tegen

[ontslagen bewindvoerder] B.V.[adres 2]hierna te noemen: [ontslagen bewindvoerder] .

De procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van het verzoek van de bewindvoerder dat op 30 december 2021 bij het bewindsbureau is ingekomen. Bij brieven van 30 december 2021 en 2 februari 2022 is [ontslagen bewindvoerder] in de gelegenheid gesteld om hierop te reageren. [ontslagen bewindvoerder] heeft niet gereageerd.
Op 14 april 2022 is een zitting gehouden. Daarbij is zowel de bewindvoerder als mevrouw [naam 2] namens [ontslagen bewindvoerder] verschenen.

De beoordeling

1. Bij beschikking van 16 mei 2017 is een bewind ingesteld over het vermogen van rechthebbende met benoeming van [ontslagen bewindvoerder] tot bewindvoerder.
2. Bij beschikking van 19 juli 2021 is op verzoek van rechthebbende [ontslagen bewindvoerder] met ingang van 2 augustus 2021 ontslagen en is de huidige bewindvoerder benoemd.
3. Op grond van de wet dient de bewindvoerder jaarlijks en aan het einde van het bewind rekening en verantwoording af te leggen aan de rechthebbende, alsmede aan het einde van zijn taak aan zijn opvolger. Indien daarbij blijkt dat sprake is van slecht, tekortschietend bewind dat aan de bewindvoerder kan worden toegerekend, kan de kantonrechter op de voet van de artikelen 1:362 en 1:444 BW de schade op verzoek of ambtshalve vaststellen en de bewindvoerder tot vergoeding van die schade aan de rechthebbende veroordelen.
4. De bewindvoerder stelt [ontslagen bewindvoerder] aansprakelijk voor een totaalbedrag van € 1.452,29, zijnde € 397,69 wegens te weinig ontvangen bijzondere bijstand voor de bewindvoerderskosten, € 378,- aan misgelopen individuele inkomenstoeslag, € 448,60 aan extra premie ziektekostenverzekering en kosten eigen risico en € 228,- aan bijzondere bijstand voor de kosten van het CAK.
5. Ter zitting heeft [ontslagen bewindvoerder] de schade ten aanzien van misgelopen bijzondere bijstand voor de bewindvoerderskosten en de kosten van het CAK erkend. Deze schadeposten komen de kantonrechter niet onrechtmatig voor, zodat de kantonrechter de schade van in totaal € 625,69 (€ 397,69 + € 228,-) zal toewijzen.
6. De bewindvoerder stelt dat er ten tijde van het gevoerde bewind door [ontslagen bewindvoerder] in 2020 geen individuele inkomenstoeslag lijkt te zijn aangevraagd. De bewindvoerder stelt verder dat rechthebbende hier mogelijk wel recht op had, omdat de aanvraag voor individuele inkomenstoeslag in 2021 wel is toegekend. Ter zitting heeft [ontslagen bewindvoerder] aangevoerd dat zij in haar dossier niet heeft kunnen achterhalen of de aanvraag is gedaan. De kantonrechter zal deze schadepost van € 378,- toewijzen, nu [ontslagen bewindvoerder] de schade niet gemotiveerd heeft betwist.
7. De bewindvoerder heeft verder opgemerkt dat de rechthebbende ten tijde van het gevoerde bewind verzekerd was bij Zilveren Kruis, maar dat rechthebbende had moeten worden verzekerd bij Salland, zodat hij geen eigen risico ad € 385,- zou zijn verschuldigd en een lagere maandpremie zou betalen. De maandpremie bij Zilveren Kruis bedroeg € 187,65 per maand en bij Salland € 182,35. Dit zou rechthebbende in totaal € 63,60 hebben gescheeld.
De kantonrechter is van oordeel dat [ontslagen bewindvoerder] heeft nagelaten actie te ondernemen op dit onderdeel, zodat de rechthebbende een lagere maandpremie verschuldigd was. De kantonrechter zal de schade van € 63,60 dan ook toewijzen. De kantonrechter zal de schadepost van € 385,- afwijzen, nu de bewindvoerder niet aannemelijk heeft kunnen maken dat de rechthebbende deze kosten ook daadwerkelijk heeft gemaakt.

De beslissing

De kantonrechter:
  • veroordeelt [ontslagen bewindvoerder] tot betaling van een bedrag van € 1.067,29 aan rechthebbende;
  • wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.E. Zweers, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 3 mei 2022, in tegenwoordigheid van de griffier.
Tegen deze beschikking kan, behoudens berusting, hoger beroep worden ingesteld binnen drie maanden na de dagtekening van deze eindbeschikking door indiening van een beroepschrift (door een advocaat) ter griffie van het
gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.